Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2013
Op 23 april 2013 heeft het lid Van Veldhoven een amendement ingediend op het wetsvoorstel tot wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet in verband met de uitbreiding van de beide wetten naar de exclusieve economische zone (Kamerstuk 32 002, nr. 26). Hierbij geef ik u mijn oordeel over dit amendement.
Ik ontraad het amendement. De voorgestelde toevoeging is bedoeld, blijkens de toelichting, om explicieter te maken dat de strekking van de geamendeerde bepaling is gericht op de visserijactiviteiten die vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie. Echter, activiteiten die onderwerp zijn van het gemeenschappelijk visserijbeleid behoren per definitie tot de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie. Het voorgestelde amendement maakt dat in de wettelijke bepaling in andere woorden twee keer hetzelfde staat.
De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma