Vastgesteld 24 juni 2009
De vaste commissie voor Defensie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen en de daarop gegeven antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Waarom is in de algemene toelichting op de suppletoire wet geen totaalbedrag genoemd voor de verwachte schadeclaims Bommelerwaard? Klopt het dat hiervoor nu € 46 mln. is gereserveerd in 2009? Waarop is de hoogte van dit bedrag gebaseerd? Voor welk bedrag zijn er tot nu toe claims ingediend en hoeveel is er inmiddels daadwerkelijk toegekend?
In de algemene toelichting op de suppletoire wet is een totaalbedrag gereserveerd van € 46,0 miljoen. Dit bedrag is gebaseerd op de op dit moment ingediende schadeclaims van € 38 miljoen en de te verwachten afhandelingskosten van € 8 miljoen.
De eerste claims, ter waarde van € 5,3 miljoen, zijn inmiddels toegekend en betaald. In dit bedrag zijn alle particuliere claims inbegrepen. De overige kosten zijn voor contra-expertise en afhandeling van de claims door het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij.
Klopt het dat in 2009 het investeringsbudget SPEER met € 17,6 mln. is verhoogd? Zo ja, waarom wordt in de eerste suppletoire wet dan niets gezegd over SPEER?
Het investeringsbudget voor 2009 is inderdaad verhoogd. In de begroting van 2009 was nog uitgegaan van het projectvolume van € 241 en het daarbij behorende investeringsbudget van € 30 miljoen in 2009. In het najaar van 2008 is besloten het projectvolume te verhogen tot € 268 miljoen, waaraan een investeringsbudget van € 48 miljoen is gekoppeld. Over de verhoging van het projectvolume is de Kamer in oktober vorig jaar geïnformeerd in het antwoord op de vragen 6, 37, 38 en 39 op de vragen van de vaste commissie voor Defensie (Kamerstuk 31 460 nr. 5).
Omdat de verhoging meerjarige effecten heeft, is besloten deze mutaties niet in de eerste suppletoire wet 2009, maar in de ontwerpbegroting 2010 op te nemen.
Waarom is het niet mogelijk om in het jaarverslag duidelijk te maken welke kosten in 2008 zijn gemaakt voor het realiseren van de operationele doelen? Kan die koppeling voor ISAF gemaakt worden? Zo neen, waarom niet?
Het is vooralsnog niet mogelijk een rechtstreeks verband te leggen tussen operationele doelstellingen en budgetten. Dit komt doordat de begroting is ingedeeld op organisatiedelen en niet op beleidsmatige thema’s. De beleidsprioriteiten die in de beleidsagenda staan raken alle defensieonderdelen.
Wel zal Defensie, conform de toezegging in het wetgevingsoverleg d.d. 16 juni, de gerealiseerde prestaties beter afzetten tegen de voornemens uit de begroting conform de opmerking van de Algemene Rekenkamer in het rapport bij het jaarverslag 2008.
De operationele doelstellingen voor ISAF, de kosten die voor ISAF worden gemaakt en het verloop van de uitzending, zijn voor een belangrijk deel terug te vinden in de artikel 100-brieven, de stand van zakenbrieven en de tussentijdse evaluaties. De additionele uitgaven voor ISAF worden verantwoord op het beleidsartikel 20 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties.
In hoeverre moet de reeks van uitgaven voor Defensie in achtereenvolgende jaren zoals weergegeven op pagina 106 van de Miljoenennota 2009, worden bijgesteld in het licht van de thans beschikbare gegevens: 8519,2 (2008), 8472,4 (2009), 8347,9 (2010), 8293,1 (2011) en 8049,2 (2012)? Hoe valt de dalende reeks uitgaven voor Defensie in de jaren 2008 t/m 2012 te rijmen met de bewering dat dit kabinet het eerste kabinet in jaren is dat niet meer bezuinigt op Defensie?
De daling is niet het gevolg van ombuigingen op de Defensiebegroting. De daling wordt met name veroorzaakt door de geleidelijke afname van extra toevoegde verkoopopbrengsten aan de Defensiebegroting en de toevoegde middelen voor crisisbeheersingsoperaties.
Is er sprake van een netto stijging van de materieelexploitatiekosten?
Nee. Wel is er sprake van herschikkingen tussen defensieonderdelen als gevolg van extra uitgaven voor energie, verhuis- en inrichtingskosten en het gereedmaken van materieel voor de verkoop. Deze herschikkingen zijn budgetneutraal en leiden niet tot een netto stijging van de materieelexploitatiekosten.
Is er in 2008 op de totale begroting van Defensie per saldo geld overgebleven (positieve eindejaarsmarge van € 10,1 mln., zoals blijkt uit het jaarverslag 2008) of was er een tekort (€ 33 mln., resulterend in een negatieve eindejaarsmarge, zoals blijkt uit de eerste suppletoire wet 2009)?
Op de totale begroting van 2008 is er sprake van een overschrijding van het budget. Op het HGIS-deel van de defensiebegroting is sprake van een positieve eindejaarsmarge.
Welke infrastructurele projecten worden in 2009 uitgevoerd met inzet van Staalgelden?
Naast de besteding van de Staalgelden aan draadloos internet op de legeringkamers, wordt in 2009 geld toegekend aan infrastructurele projecten ter verbetering van legeringkamers, werkruimten en recreatieruimten. De verbeteringen betreffen onder meer het opknappen van de ruimtes en het aanbrengen van extra voorzieningen, bijvoorbeeld door het plaatsen van kleine keukenblokken in legeringgebouwen of het aanpassen van de klimaatregeling.
Welke gevolgen voor personele voorzieningen heeft het feit dat het benodigde budget voor uitgaven naar aanleiding van het helikopterongeval in de Bommelerwaard in mindering wordt gebracht op de personeelsexploitatie?
Klopt het dat vrijwel alle Defensieonderdelen op hun personeelsbudget gekort worden om een bedrag van € 46 mln. vrij te maken op basis van artikel 26 van de suppletoire begroting Commando Dienstencentra (CDC) ten behoeve van de uitgaven in verband met de schadeclaims uit het helikopterongeval in de Bommelerwaard? Waarom wordt dit niet uit de algemene middelen gefinancierd en is het beleid om onderuitputting op de personeelsexploitatie in te zetten voor vredesverliezen met bijbehorende schade?
Alle defensieonderdelen worden gekort op hun personeelsbudget. Financiering uit de algemene middelen is niet aan de orde. Financiering vindt plaats uit de onderschrijding van de personele aantallen. Dit heeft geen gevolgen voor de personele voorzieningen, omdat het hierbij gaat om de verwachte onderuitputting van het budget personele exploitatie door achterblijvende personele vulling.
Hoeveel munitie is er in 2008 verschoten in de Uruzganmissie?
Wat zijn de kosten van het munitieverbruik tijdens de missie in Afghanistan in 2008? Wat is de gemiddelde prijs per verschoten patroon in 2008 tijdens de Uruzganmissie?
De kosten van het munitieverbruik tijdens de missie in Afghanistan bedroegen € 33,6 miljoen in 2008. De prijs van munitie varieert enorm. De goedkoopste munitiesoort is klein kaliber wapen munitie voor de Diemaco (€ 0,60 per stuk) en de duurste soort is de Hellfire raket (€ 75 000,00 per stuk). Over de hoeveelheid verschoten munitie kunnen geen uitspraken worden gedaan, omdat het een lopende operatie betreft.
Is de verhoging van het ISAF-budget gedekt uit de algemene middelen door herschikkingen van de Defensiebegroting of uit ruimte bij de Homogene Groep voor Internationale Samenwerking (HGIS)?
De verhoging van het ISAF-budget is geaccommodeerd binnen de HGIS-begroting.
Waarom wordt de voorziening crisisbeheersingsoperaties in de HGIS in 2009 met € 12,7 mln. verlaagd? Betekent dit dat in 2009 geen verdere budgetverhogingen bij operaties verwacht worden?
De genoemde € 12,7 miljoen is een deel van het budget voor crisisbeheersingsoperaties dat nog niet aan missies was toegerekend. Om het voorziene tekort op de voorziening in 2009 op te lossen is deze € 12,7 miljoen gebruikt en vanuit HGIS € 51 miljoen budget toegevoegd aan de voorziening.
In de loop van 2009 kunnen operationele beslissingen of veranderende omstandigheden ertoe leiden dat missieramingen worden aangepast.
Worden alle additionele kosten gemoeid met de operatie in Uruzgan die vallen onder de HGIS-afspraken, vanuit HGIS gefinancierd of vindt een deel van de financiering van deze kosten plaats vanuit de reguliere Defensiebegroting? Kunt u concreet aangeven om welke kosten het gaat?
De additionele uitgaven worden geaccommodeerd binnen de HGIS-begroting.
In 2008 gaat het concreet om de volgende posten:
Omschrijving: | Realisatie: |
---|---|
Personele exploitatie | 91,1 |
Materiële exploitatie | 31,6 |
Transport | 49,5 |
Munitie | 33,6 |
Voeding | 33,4 |
Infrastructuur | 20,6 |
Brandstof | 12,7 |
Overige | 13,1 |
Totaal | 285,6 |
Worden de extra transportuitgaven en de inhuur van luchtgrondwaarneming ten behoeve van Uruzgan volledig vanuit HGIS gefinancierd?
Ja.
Kan de Kamer een uitsplitsing naar project krijgen van alle investeringen voor landmacht, luchtmacht, marine en marechaussee? Zo neen, waarom niet?
Ten aanzien van de investeringen in materieel, informatiesystemen en vastgoed gelden de afspraken die met de Kamer zijn gemaakt in het Defensie Materieel Proces (DMP). Volgens deze afspraken wordt de Kamer afzonderlijk geïnformeerd over strategische materieelprojecten met een omvang van meer dan € 25 miljoen door middel van DMP-fasebrieven. Het Materieelprojectenoverzicht (MPO) dat elk jaar met Prinsjesdag naar de Kamer wordt gezonden bevat de stand van zaken van deze strategische materieelprojecten. Daarbij is een onderverdeling gemaakt naar projecten voor het Commando zeestrijdkrachten, het Commando landstrijdkrachten, het Commando luchtstrijdkrachten en defensiebrede projecten. Projecten van het Commando Koninklijke marechaussee zijn niet opgenomen omdat geen van deze projecten een omvang heeft van meer dan € 25 miljoen.
De Kamer ontvangt daarnaast jaarlijkse rapportages over projecten waarop de Regeling Grote Projecten van toepassing is.
Informatie over de niet-strategische projecten, materieelprojecten met een omvang van minder dan € 25 miljoen, en projecten op het gebied van infrastructuur en informatievoorziening wordt verstrekt in de begrotingen en de jaarverslagen. Een uitzondering daarop is het programa SPEER waarover met de Kamer aparte afspraken zijn gemaakt.
Kan de Kamer een uitsplitsing krijgen van de uitgaven voor logistieke ondersteuning naar operatiegebied (bijvoorbeeld Afghanistan) en per krijgsmachtonderdeel? Zo neen, waarom niet?
De huidige administratie is hierop niet ingericht. Bijvoorbeeld voor Afghanistan bestaan de uitgaven voor logistieke ondersteuning voor een belangrijk deel uit additionele uitgaven. Deze additionele uitgaven voor crisisbeheersingsoperaties worden verantwoord op beleidsartikel 20 «uitvoeren crisisbeheersingsoperaties» HGIS op de defensiebegroting en niet op de beleidsartikelen van de operationele commando’s.
Zijn er in de «usability-index» van het Jaarverslag 2008 ook cijfers beschikbaar die iets zeggen over de paraatheid van marine en luchtmacht (of de krijgmacht als geheel)? Zo ja, waarom zijn die niet in het jaarverslag opgenomen? Zo neen, wat is de reden dat de NAVO op dit punt alleen grondtroepen onderling vergelijkt en niet de inzetbaarheid van de complete krijgsmacht van lidstaten?
Hoewel het ontwikkelen van een usability-index voor maritieme en luchtstrijdkrachten sinds enige jaren op de Navo-agenda staat, hanteert de Navo vooralsnog alleen voor grondeenheden een usability-index. Het vaststellen van streefcijfers voor de inzetbaarheid van zee- en luchtstrijdkrachten is namelijk complexer, omdat naast mankracht ook wapensystemen moeten worden betrokken.
Pogingen om in Navo-verband hanteerbare normen voor wapensystemen vast te stellen hebben tot op heden nog geen resultaat opgeleverd.
Is de loon- en prijsbijstelling voor 2009 volledig toegekend door Financiën?
Ja.
Uit welke middelen wordt de opwaartse raming van het ISAF-budget van € 59 mln. in 2009 en € 8 mln. in 2010 gedekt?
De verhoging van de raming van de missie ISAF is geaccommodeerd binnen de HGIS-begroting.
Welk materieel wordt voor luchtgrondwaarneming ingehuurd en bij wie?
Defensie huurt niet rechtstreeks materieel in voor luchtgrondwaarneming. Defensie betaalt de firma Aeronautics voor capaciteit voor luchtgrondluchtwaarneming. Deze firma zet daartoe het Unmanned Aerial Vehicle-systeem «Aerostar» in. Hierover is de Kamer geïnformeerd met de brief van 12 januari 2008 (Kamerstuk 30 806, nr. 8) en de periodieke stand van zakenbrief over de voortgang van de missie in Afghanistan op 13 maart 2009. (Kamerstuk 27 925, nr. 330).
Kunt u een overzicht geven van de inhuur van materieel in 2008, het lopende jaar 2009 en indien voorzien, 2010? Zo neen, waarom niet? Waarom kan Defensie deze zaken zelf niet leveren?
Voornamelijk voor de operatie in Uruzgan, zijn in 2008 en 2009 naast luchtgrondwaarnemingscapaciteit en transportcapaciteit ook overslagmiddelen, waterpompen en containers ingehuurd. Om reden van doelmatigheid behoort dit materieel niet tot de standaardvoorraad van Defensie.
Waarom heeft Buitenlandse Zaken in 2008, na vaststelling van de begroting 2008, bijna € 115 mln. overgeboekt aan Defensie voor crisisbeheersingsoperaties, terwijl deze kosten voor Defensie maar met € 107,5 mln. lijken te zijn gestegen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2008?
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft begin 2008, met de Voorjaarsnota 2008, op grond van de toen beschikbare ramingen € 114,9 miljoen toegevoegd aan de structurele voorziening «uitvoeren crisisbeheersingsoperaties» HGIS op de defensiebegroting. Deze budgettoevoeging van € 114,9 miljoen was voorzien om, bovenop de oorspronkelijke begroting, uitvoering te kunnen geven aan de missies in 2008. In de eindrealisatie 2008 is gebleken dat van dit extra bedrag € 7,4 miljoen niet nodig was. Dit is als onderdeel van de eindejaarsmarge teruggevloeid naar HGIS.
Hoe wordt de investeringsquote berekend? Worden in deze quote ook investeringen in gebouwen en informatiesystemen (zoals SPEER) meegenomen?
De investeringsquote (in 2008: 20,9 procent) wordt berekend door investeringen in materieel, infrastructuur, Informatie Voorziening, wetenschappelijk onderzoek en NAVO-projecten op te tellen en te delen door het defensiebudget, verlaagd met het HGIS-budget.
Waarom sluiten de investeringsoverzichten in artikel 25 per krijgsmachtdeel niet aan op de totaalcijfers die bij dit artikel worden genoemd? Wat verklaart de grote verschillen?
De tabel op pagina 65 van het Jaarverslag 2008 laat het verschil zien tussen de feitelijke realisatie van alle projecten van de krijgsmachtdelen en het beschikbare budget in 2008.
In de tabellen per krijgsmachtdeel wordt een selectie van een aantal gewijzigde grote projecten gegeven. De tabellen bevatten dus niet alle projecten, waardoor er geen directe aansluiting is met de tabel op bladzijde 65.
Kan er een overzicht worden gegeven van elk jaar vanaf 2000 waarin zowel de totale opbrengst van de verkoop van materieel wordt gegeven, als de afzonderlijke bedragen per verkocht item? Zo neen, waarom niet?
In het onderstaande wordt een overzicht gegeven van de totale opbrengsten (afgerond) van de verkoop van roerende zaken, waarvan het overgrote deel uit materieel bestaat, vanaf het jaar 2000.
2000: | € 55 miljoen |
2001: | € 71 miljoen |
2002: | € 36 miljoen |
2003: | € 40 miljoen |
2004: | € 72 miljoen |
2005: | € 150 miljoen |
2006: | € 237 miljoen |
2007: | € 260 miljoen |
2008: | € 371 miljoen |
Om commercieel vertrouwelijke redenen wordt door Defensie geen openbaar overzicht gegeven van de opbrengsten per verkocht item. De Kamer wordt wel geïnformeerd over de verkoop van wapens en wapensystemen, voor zover dit overtollig defensiematerieel betreft (Motie Van den Doel c.s., 17 december 1996, Kamerstuk 22 054, nr. 24). Daarnaast ontvangt de Kamer elk half jaar van de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Buitenlandse Zaken een rapportage over het wapenexportbeleid. In deze rapportages is de verkoop van afgestoten defensiematerieel verwerkt.
Kan voortaan in de begroting en/of het Materieelprojectenoverzicht (MPO) inzichtelijk gemaakt worden welk materieel verkocht zal worden en welke opbrengsten (zowel het totaal, alsmede nieuwe contracten) tot doel zijn gesteld, opdat in het jaarverslag systematisch vastgesteld kan worden wat Defensie heeft verkocht, of dat volgens planning was en of er een goede prijs voor verkregen is? Zo neen, waarom niet?
In het Materieel Projecten Overzicht (MPO) is opgenomen welke wapensystemen Defensie wil afstoten. Waar mogelijk zal Defensie deze systemen verkopen. Informatie over de mogelijke opbrengsten wordt om commerciële vertrouwelijke redenen niet opgenomen in het MPO. Wel wordt onder het kopje «belangrijke wijzingen ten opzichte van vorig jaar» vermeld hoeveel van de betreffende wapensystemen is verkocht en wordt de Kamer op grond van de motie Van den Doel vertrouwelijk over de opbrengsten hiervan geïnformeerd.
Klopt het dat alle verkoopopbrengsten direct ten gunste komen van de Defensiebegroting?
Conform de middelenafspraak tussen het ministerie van Financiën en het ministerie van Defensie komen de geraamde verkoopopbrengsten ten bate van de Defensiebegroting. Bestemming van extra verkoopopbrengsten vergt, conform middelenafspraak, besluitvorming.
Voor welke functies werd de post «uitzendkrachten» besteed? Kunt u een overzicht geven waarin de functies en bedragen worden opgesplitst, ook naar binnen- en buitenland? Zo neen, waarom niet?
In de onderstaande tabel worden de uitzendkrachten gecategoriseerd als ondersteuning bedrijfsvoering. Onder deze categorie vallen ook uitzendkrachten die in het buitenland worden ingezet. Dit betreft voornamelijk tolken. De onderstaande indeling is conform de richtlijnen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hierin is geen richtlijn gegeven om een splitsing te maken naar inhuur in binnen- en buitenland.
Uitgaven (x € 1 000) | ||
---|---|---|
Programma- en apparaatskosten | ||
1. Interim-management | 1 574 | |
2. Organisatie- en formatieadvies | 5 239 | |
3. Beleidsadvies | 914 | |
4. Communicatieadvisering | 819 | |
Beleidsgevoelig | 8 546 | |
5. Juridisch advies | 573 | |
6. Advisering opdrachtgevers automatisering | 14 | |
7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie | 3 563 | |
(Beleids)ondersteunend | 4 150 | |
8. Uitzendkrachten (formatie en piek) | 203 792 | |
Ondersteuning bedrijfsvoering | 203 792 | |
Totaal uitgaven inhuur externen | 216 488 |
Samenstelling:
Plv. leden: Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Çörüz (CDA), Ferrier (CDA), Van Velzen (SP), Blom (PvdA), ondervoorzitter, Eijsink (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Voorzitter, Van Dam (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Griffith (VVD), Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA), Irrgang (SP), Knops (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Jacobi (PvdA), Boekestijn (VVD), Brinkman (PVV), Voordewind (CU), Pechtold (D66), Ten Broeke (VVD), Thieme (PvdD) en Bilder (CDA) en Peters (GL).
Plv. leden: Lempens (SP), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Haverkamp (CDA), Ormel (CDA), De Wit (SP), Roefs (PvdA), Wolbert (PvdA), Van Beek (VVD), Smeets (PvdA), Arib (PvdA), Blok (VVD), Omtzigt (CDA), Roemer (SP), Jonker (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Samsom (PvdA), Van der Burg (VVD), Wilders (PVV), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Van der Ham (D66), Teeven (VVD), Ouwehand (PvdD), Uitslag (CDA) en Vendrik (GL).