31 948
Wijziging van onder meer Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet documentatie vennootschappen in verband met het vervallen van de verklaring van geen bezwaar en het verbeteren en uitbreiden van de controle op rechtspersonen met het oog op de voorkoming en bestrijding van misbruik van rechtspersonen

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 28 oktober 2009

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Na artikel 63j wordt een afdeling toegevoegd, luidende:

AFDELING 3 HET BEROEP

Artikel 63k

In afwijking van artikel 8:7 van de Algemene wet bestuursrecht is voor beroepen tegen beschikkingen tot weigering, wijziging of intrekking van de ontheffing, alsmede een beschikking tot verlening van de ontheffing voor zover daaraan voorschriften zijn verbonden danwel daarbij beperkingen zijn opgelegd als bedoeld in artikel 63d de rechtbank te Rotterdam bevoegd.

B

Artikel II, onderdeel A, subonderdeel 1, komt te luiden:

1. Onderdeel d komt te luiden:

d. risicomelding: verstrekking uit de registratie die een constatering van een verhoogd risico op misbruik van een rechtspersoon bevat en waarvan de risicoanalyse, die bestaat uit gegevens uit de registratie die in samenhang worden gepresenteerd, onderdeel is;

C

Artikel II, onderdeel D, subonderdeel 2, vervalt.

D

In artikel II, onderdeel D, subonderdeel 4, wordt na het woord «lid» een komma geplaatst.

E

Artikel II, onderdeel E, subonderdeel 3, komt te luiden:

3. In het vierde lid (nieuw) wordt «het eerste lid» vervangen door: het eerste tot en met derde lid.

F

In artikel II, onderdeel F, komt artikel 5, vijfde lid, te luiden:

5. Het bestuursorgaan dat een risicomelding ontvangt, kan gedurende twee jaren gebruik maken van die melding.

G

In artikel II, onderdeel G, komt artikel 6, tweede en derde lid te luiden.

2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke instanties of personen met een publiekrechtelijke taak als vaste gebruikers worden aangemerkt alsmede voor welk doeleinde.

3. Indien verstrekking van persoonsgegevens uit de registratie plaatsvindt aan de in het eerste lid, onder c, genoemde andere instanties of personen, wordt van die verstrekking en het doeleinde daarvan aantekening gehouden. De aantekening wordt gedurende vijf jaren bewaard.

H

In artikel II, onderdeel I, subonderdeel 2, wordt in het tweede lid, tweede volzin, na het woord «verwijzingen» een komma geplaatst.

I

Artikel VI, eerste lid, komt te luiden:

1. Aan de bijlage bij de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie wordt onder vervanging van de punt aan het slot van het laatste onderdeel door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

19: de artikelen 63d, 156 en 266 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

J

In artikel VI, tweede lid, wordt «Burgerlijke» vervangen door: Burgerlijk.

K

Na artikel VI worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIA

Onderdeel A, subonderdeel 3, van de bijlage bij de Algemene wet bestuursrecht komt te luiden:

3. Artikel 7, eerste en tweede lid, en afdeling 4 van Titel 14 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede de artikelen 63d, 156 en 266 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover de aanvraag is toegewezen.

ARTIKEL VI B

In artikel 36, tweede lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens wordt «bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet documentatie vennootschappen» vervangen door: bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet controle op rechtspersonen.

L

In de ondertekening wordt «staatssecretaris van Justitie» vervangen door: Minister van Justitie.

Toelichting

Deze nota van wijziging strekt allereerst tot herstel van een aantal tekstuele onvolkomenheden (onderdelen B, D, F, H en J).

In onderdeel C wordt het vervallen van de zinsnede «indien de daarop van toepassing zijnde wetgeving dat toestaat» in artikel 3, tweede lid, aanhef, van de Wet controle op rechtspersonen ongedaan gemaakt om buiten twijfel te stellen dat de bijzondere wetgeving qua geheimhoudingsregime voorrang heeft.

In de onderdelen E en G worden enkele wetstechnische onvolkomenheden hersteld. In onderdeel E wordt geregeld dat de grondslag in artikel 4 van de Wet controle op rechtspersonen voor nadere regeling bij algemene maatregel van bestuur zich ook uitstrekt tot het derde lid van dat artikel, waarin de gegevensverwerking van familieleden geregeld wordt. In artikel 6 van de Wet controle op rechtspersonen is ten opzichte van de huidige formulering per abuis de zinsnede «en voor welk doeleinde» te weggevallen. Dit wordt in onderdeel G van de nota van wijziging gerepareerd.

In onderdeel K wordt de «negatieve lijst» (met besluiten waartegen geen bezwaar en geen beroep bij de bestuursrechter mogelijk is) behorende bij artikel 8:5 van de Algemene wet bestuursrecht aangepast aan het vervallen van de verklaring van bezwaar, waardoor de vermelding van diverse artikelen die door het wetsvoorstel komen te vervallen, wordt geschrapt. Naast de reeds opgenomen ontheffingen van het structuurregime voor de BV en de NV (artikelen 2:156 en 2:266 BW) wordt artikel 2:63d (ontheffing structuurregime coöperatie) toegevoegd, omdat hiervoor hetzelfde regime moet gelden. Tevens wordt in onderdeel K de juiste verwijzing in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens naar de Wet controle op rechtspersonen geregeld.

De onderdelen A en I strekken ertoe de rechtsgang met betrekking tot de ontheffing van het structuurregime voor coöperaties gelijk te stellen aan de rechtsgang met betreking tot die ontheffing voor BV’s en NV’s (beroep bij rechtbank Rotterdam, hoger beroep bij College van Beroep voor het bedrijfsleven).

Ten slotte wordt in onderdeel L de correcte ondertekening van de wet geregeld.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin