Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2009
Naar aanleiding van de brief van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 oktober 2009 (kenmerk 31 945-11/2009D52407) informeer ik u hierbij nogmaals over de uitvoering van het amendement Koopmans (Kamerstukken II 2008/09, 31 945, nr. 10).
In mijn eerdere reactie op het amendement Koopmans, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 19 oktober 2009 (Kamerstukken II 2008/09, 31 945, nr. 11) gaf ik aan dat het ontwerp van de ministeriële regeling op grond van het door het amendement Koopmans per 1 januari 2014 in te voegen artikel 37a van de Meststoffenwet, in de tweede helft van 2013 aan uw Kamer zal worden overgelegd. In de brief van 28 oktober 2009 verzoekt de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mij het ontwerp eerder aan uw Kamer voor te leggen.
Gezien het feit dat de bedoelde ministeriële regeling met ingang van 1 januari 2014 in werking moet treden, dient de regeling op grond van de door het kabinet gehanteerde vaste verandermomenten uiterlijk op 1 oktober 2013 in de Staatscourant te worden gepubliceerd. Gelet op de voorhangperiode van vier weken, betekent dit dat de regeling uiterlijk op 3 september 2013 bij uw Kamer moet zijn ingediend. Ik streef er echter naar uw Kamer de ontwerpregeling nog voor het zomerreces van 2013 te kunnen overleggen.
Ik zal uw Kamer rond de komende jaarwisseling informeren over de stand van zaken van de uitvoering van de aan het amendement ten grondslag liggende motie Koopmans (Kamerstukken II 2008/09, 28 385, nr. 138). In die brief zal ik ook ingaan op de hoofdlijnen van de ministeriële regeling.