Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2009
In aanvulling op mijn brief van 2 november jongstleden (kamerstuk 31 930, nr. 81) wil ik ten aanzien van mijn reactie op het amendement op stuk nummer 55 nog het volgende opmerken. Naar aanleiding van de door een aantal leden in de plenaire zitting naar voren gebrachte vragen ben ik bereid een uitgebreider onderzoek in te stellen naar de uitvoeringsaspecten en de daarmee samenhangende proportionaliteit van het in dat amendement opgenomen voorstel.
Tevens ben ik voornemens een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid en wenselijkheid de wachttijd bij samenlevingscontracten te verkorten om deze zo mogelijk meer in lijn te brengen met wachttijden die gelden bij huwelijk of geregistreerd partnerschap.
De uitkomsten van de onderzoeken zal ik in een schriftelijke rapportage uiterlijk medio volgend jaar aan de Tweede Kamer aanbieden hetgeen U in staat stelt hieromtrent nader met mij te overleggen.