Ontvangen 28 oktober 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Het in artikel I, onderdeel I, opgenomen artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Dit artikel is niet van toepassing indien en voor zover bij een verdeling een schuld ontstaat waartegenover volle eigendom wordt verkregen.
2. Het negende lid komt te luiden:
9. Dit artikel is niet van toepassing indien en voor zover krachtens de wet dan wel een uiterste wil een schuld ontstaat en deze schuld verband houdt met en niet hoger is dan de waarde van hetgeen de schuldenaar heeft verkregen krachtens erfrecht.
In artikel XII vervalt het voorgestelde zesde lid.
Dit amendement strekt ertoe op een doeltreffende manier een oplossing te bieden voor alle problemen die zijn geconstateerd door de KNB (brief van 30 september 2009 en e-mailbericht van 8 oktober 2009) met betrekking tot het voorgestelde artikel 10 SW. Ook in de literatuur (zie onder meer NTFR 2009/1871, NTFR 2009/2006, NTFR 2009/2104, WPNR 2009/6802 en FBN 2009/38) en door de NOB (brief van 4 september 2009) is forse kritiek geuit op de voorgestelde regeling. Het in dit amendement voorgestelde vijfde lid wil buiten iedere discussie brengen dat artikel 10 SW niet van toepassing is bij een verdeling waarbij een schuld wegens overbedeling ontstaat en tegenover deze schuld volle eigendom wordt verkregen. In zoverre is er geen sprake van een verkleining van het vermogen waarbij successiebelasting wordt ontgaan. Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat ook de rente die over deze schuld wordt bijgeschreven niet onder artikel 10 SW wordt gebracht. Wel wordt gewezen op mogelijke toepassing van artikel 9 SW indien en voor zover over de schuld een rente wordt bijgeschreven die hoger is dan 6% samengesteld. Indien sprake is van een partiële verdeling en op grond van een testament een vruchtgebruik wordt verkregen van de onverdeelde goederen, is artikel 10 SW evenmin van toepassing.
In het verlengde van het voorgaande strekt het voorgestelde negende lid ertoe om artikel 10 SW buiten werking te stellen indien op grond van een testament (bijvoorbeeld last of een legaat) of de wet (bijvoorbeeld legitieme portie) een schuld ontstaat en de schuldenaar volle eigendom heeft verkregen krachtens erfrecht. Immers, voor zover tegenover de schuld een waarde van goederen en schulden wordt verkregen, wordt het vermogen van de schuldenaar niet verkleind. Ook hier geldt hetgeen hierover is opgemerkt over de rente.
Cramer