Ontvangen 28 oktober 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Het in artikel I, onderdeel B, opgenomen artikel 1a, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel d vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door «, en».
2. Onderdeel e wordt geletterd d.
3. In onderdeel d (nieuw) wordt «onderdelen a tot en met d» vervangen door: onderdelen a tot en met c.
In het in artikel I, onderdeel AC, onder 3, opgenomen artikel 32, eerste lid, onder 4°, wordt «€ 600 000» vervangen door: € 535 000.
Aan artikel XII, eerste lid, onderdeel b, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
3°. personen die op 31 december 2009 voldeden aan de voorwaarden van artikel 24, tweede lid, onderdeel b, van de Successiewet 1956, zoals dat onderdeel luidde op 31 december 2009, en vervolgens onafgebroken aan die voorwaarden hebben voldaan, geacht worden te voldoen aan de in het in artikel I, onderdeel B, opgenomen artikel 1a, vierde lid, onderdeel c, van de Successiewet 1956 gestelde voorwaarde.
De voorgestelde wijziging in onderdeel I bewerkstelligt dat de in het wetsvoorstel opgenomen bepaling vervalt dat bloedverwanten in de rechte lijn niet elkaars partner kunnen zijn. Het betekent dat een meerderjarig kind en diens ouder elkaars partner kunnen zijn ingeval zij met elkaar samenwonen en aan de overige voorwaarden van het partnerbegrip voldoen. De budgettaire derving van deze maatregel bedraagt € 7 miljoen.
De voorgestelde wijziging in onderdeel III bewerkstelligt dat bij personen die op 31 december 2009 als partner in de zin van artikel 24, tweede lid, onderdeel b, van de huidige Successiewet 1956 werden aangemerkt en vervolgens ook aan diezelfde voorwaarden onafgebroken blijven voldoen, voor de kwalificatie als partner niet de voorwaarde wordt gesteld dat een wederzijdse zorgverplichting is aangegaan bij een ten overstaan van een notaris verleden akte. De budgettaire derving van deze maatregel is nihil.
De dekking van dit amendement wordt gehaald uit het verlagen van de vrijstelling voor partners van € 600 000 naar € 535 000. Met deze in onderdeel II opgenomen wijziging verloopt dit amendement in zijn totaliteit budgettair neutraal.
Sap