Kamerstuk 31929-14

Amendement van de leden Pia Dijkstra en Koser Kaya over de inlichtingenverplichting die geldt met betrekking tot het huisbezoek

Dossier: Een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek

Gepubliceerd: 24 januari 2012
Indiener(s): Pia Dijkstra (D66), Fatma Koşer Kaya (D66)
Onderwerpen: organisatie en beleid ouderen sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31929-14.html
ID: 31929-14
Wijzigingen: 31929-23

Nr. 14 AMENDEMENT VAN DE LEDEN DIJKSTRA EN KOŞER KAYA

Ontvangen 24 januari 2012

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Aan artikel 15 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder de feiten en omstandigheden, bedoeld in het eerste lid.

  • 4. De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

II

In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 15a, tweede lid, na de zinsnede «waar het kind woont binnen te treden» een zinsnede ingevoegd, luidende:

, als niet wordt voldaan aan de inlichtingenverplichting, bedoeld in artikel 15.

III

In artikel II wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt een aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij algemene maatregel worden regels gesteld ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder de feiten en omstandigheden, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

IV

In artikel II, onderdeel B, wordt in artikel 35a na de zinsnede «respectievelijk het ouderloos kind binnen te treden» een zinsnede ingevoegd, luidende:, als niet wordt voldaan aan de inlichtingenverplichting, bedoeld in artikel 35.

V

In artikel III wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij algemene maatregel worden regels gesteld ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder de feiten en omstandigheden, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

VI

In artikel III, onderdeel D, wordt in artikel 50 na de zinsnede «de woning van de pensioengerechtigde binnen te treden» een zinsnede ingevoegd, luidende:, als niet wordt voldaan aan de informatieverplichting, bedoeld in artikel 49.

VII

In artikel IV wordt na onderdeel 0A een onderdeel ingevoegd, luidende:

0AA

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» Geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij algemene maatregels van bestuur worden regels gesteld ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder de feiten en omstandigheden, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

VIII

In artikel IV, onderdeel A, wordt in artikel 12a, eerste lid, na de zinsnede «toeslag binnen te treden» een zinsnede ingevoegd, luidende:, als niet wordt voldaan aan de inlichtingenverplichting, bedoeld in artikel 12.

IX

In artikel V, onderdeel A, wordt in het eerste onderdeel, in het tweede lid, na de zinsnede «zijn woning binnen te treden» een zinsnede ingevoegd, luidende:, als niet wordt voldaan aan de inlichtingenverplichting, bedoeld in artikel 44.

X

Aan artikel V wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

C

Aan artikel 44 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder de feiten en omstandigheden, bedoeld in het eerste lid.

  • 4. De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

XI

In artikel VI, onderdeel A, wordt in het eerste onderdeel, in het tweede lid, na de zinsnede «zijn woning binnen te treden» een zinsnede ingevoegd, luidende:, als niet wordt voldaan aan de inlichtingenverplichting, bedoeld in artikel 44.

XII

Aan artikel VI wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

C

Aan artikel 44 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder de feiten en omstandigheden, bedoeld in het eerste lid.

  • 4. De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

XIII

In artikel VII wordt na de aanhef een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

Aan artikel 17 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 5. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder de feiten en omstandigheden, bedoeld in het eerste lid.

  • 6. De voordracht voor een krachtens het vijfde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

XIV

In artikel VII, onderdeel C, wordt in het tweede lid na de zinsnede «zijn woning binnen te treden» een zinsnede ingevoegd, luidende:, als niet wordt voldaan aan de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 17.

Toelichting

Als de uitvoeringsorganisatie de leefsituatie van een cliënt wil controleren, dan krijgt deze cliënt de mogelijkheid om hiervoor zelf bewijs aan te dragen. De uitvoeringsorganisatie beoordeelt vervolgens of zij de verkregen informatie overtuigend vinden. Indien dit het geval is, zullen zij afzien van huisbezoek. Indien de uitvoeringsorganisatie de verstrekte informatie niet overtuigend acht, zullen zij toch een huisbezoek afdwingen op straffe van korting van de uitkering.

Het is van belang dat de beoordeling van de door cliënten verstrekte gegevens eenduidig en voorspelbaar is. Daarom moeten er heldere richtlijnen worden opgesteld waartegen de informatie van de cliënt wordt beoordeeld. Als er geen richtlijnen zijn, dan zal dit leiden tot willekeur en onvoorspelbaarheid. Dit amendement regelt dat per AmvB richtlijnen worden opgesteld. Voor deze AmvB geldt een voorhangprocedure.

Dijkstra Koşer Kaya