Vastgesteld 9 juni 2009
De commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 heeft de navolgende vragen over het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 2008 en van het Waddenfonds 2008 (XI) (31 924 XI, nr. 4) aan de regering voorgelegd.
De regering heeft deze vragen beantwoord bij brief van 9 juni 2009.
De vragen en antwoorden, voorzien van een inleiding, zijn hieronder afgedrukt.
Welke redenen zijn er om aan te nemen dat het genoemde «cultuurprobleem» op uw ministerie, dat leidt tot een zorgwekkende wijze van beheer van publiek geld, zich in volgende jaren niet meer zal voordoen?
Naar aanleiding van de onvolkomenheden in het rapport bij het Jaarverslag 2007 is binnen VROM het Verbeterplan financiële functie & jaarverslag opgesteld. Doelstelling hiervan is het verbeteren van de kwaliteit van de financiële functie alsmede het verbeteren van het proces van totstandkoming van het jaarverslag. Onder de noemer van het Verbeterplan zijn een grote hoeveelheid verbeteringen in de financiële functie in gang gezet, en het merendeel daarvan is inmiddels in werking gegaan. Daarbij is nadrukkelijk ook aandacht voor het door de Algemene Rekenkamer aangehaalde «cultuurprobleem». Door middel van gesprekken, presentaties, voorlichtingsbijeenkomsten, en opleidingen aan zowel (top)management als medewerkers wordt iedereen doordrongen van het belang van een goed financieel beheer en de naleving van de daarbij behorende spelregels.
Al met al vertrouw ik erop dat de juiste acties in gang zijn gezet en dat we de komende jaren een forse verbetering van het financieel beheer zullen zien bij VROM.
Bestaan er mogelijkheden om de kwaliteit van het financiële beheer en toezicht binnen het uw ministerie op korte termijn te verbeteren door middel van het tijdelijk aantrekken van financiële professionals uit andere departementen dan wel de marktsector?
Binnen het ministerie van VROM zijn wij al enige tijd bezig met het verbeteren van het financiële beheer en toezicht. Dit betreft zowel het verbeteren van de financieel administratieve processen alsook de organisatie van de financiële functie. Dit met het doel om zowel de kwaliteit, effectiviteit, de naleving van de regelgeving, alsook de efficiency ervan te verbeteren. Kennis en ervaring van professionals uit andere departementen (bijvoorbeeld Financiën maar ook Algemene Rekenkamer) dan wel de marktsector, zoals in de vraag ook voorgesteld, wordt daarbij ingezet. Tijdens het verbeterproces wordt regelmatig beoordeeld, met name voor de cruciale functies, of binnen VROM de noodzakelijke kwaliteit en benodigde capaciteit aanwezig is. Daar waar dat niet het geval is wordt, met in achtneming van het kabinetsdoel om de inzet van externen te verminderen, gebruik gemaakt van de inzet van professionals van andere departementen of externen uit de marktsector. Dit mede met als doel om de noodzakelijke kennis binnen VROM op te bouwen.
Wat is uw reactie op de constatering dat het beleidsverslag slechts 2% van de totale uitgaven van het ministerie afdekt? Wat is uw reactie op de constatering dat de beleidsconclusies niet concreet onderbouwd zijn?
Het lage percentage dat in het beleidsverslag wordt afgedekt is het gevolg van de deelname aan het experiment. In de beleidsagenda zijn alleen bedragen gekoppeld aan de doelen uit het beleidsprogramma van het kabinet. Voor veel van deze doelen vervul ik een coördinerende rol, waarbij het merendeel van de met deze doelen verbonden budgetten bij andere begrotingshoofdstukken zijn ondergebracht. Een voorbeeld betreft Schoon en Zuinig, waarbij de budgetten voor de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie zijn ondergebracht onder begrotingshoofdstuk XIII, Economische Zaken.
In de beleidsagenda is ook verantwoording afgelegd over geluidssanering en bodemsanering. Samen met de verantwoording in de beleidsartikelen over het afvalstoffenfonds en CDM, komt het percentage waarover verantwoording wordt afgelegd, aanzienlijk hoger uit. Hiermee wordt€ 279,7 mln extra toegelicht, wat neerkomt op 23% van de uitgaven in 2008.
De opgenomen beleidsconclusies sluiten aan op de in het beleidsverslag gerapporteerde resultaten van de in de begroting aangekondigde prestaties en de opgenomen prestatie- en effect-indicatoren en zijn daarmee onderbouwd. Waar dit niet mogelijk was, is een opmerking opgenomen in de explain paragraaf.
Hoeveel ambtenaren zijn er geweest die bij ontslag meer hebben meegekregen dan één jaarloon?
Op grond van de Wet openbaarmaking uit de publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) heeft VROM in haar jaarverslag gemeld dat drie functionarissen voor publicatieplicht in aanmerking komen. Naast deze drie functionarissen zijn bij VROM nog drie medewerkers die bij ontslag meer hebben gekregen dan hun jaarloon.
Waarom heeft uw ministerie het gecommuniceerde sanctiebeleid bodemsanering niet toegepast?
De Algemene Rekenkamer heeft gelijk dat bij het toepassen van sancties niet het oorspronkelijk geformuleerde beleid is gevoerd. Op basis van de resultaten van het door Grontmij uitgevoerde deskundigenonderzoek en de daarbij gebleken verschillen heeft aanpassing van het beleid plaatsgevonden. Dit beleid is naar de andere overheden gecommuniceerd en toegepast.
Wat is uw reactie op de conclusie dat het proces van totstandkoming van de bijlage externe inhuur onvoldoende zorgvuldig is?
VROM heeft een goed beeld van de totale omvang van externe inhuur in 2008 en de jaren daarvoor. Wel zijn er verbeteringen mogelijk in de onderverdeling naar de verschillende 8 categorieën. Om de administratie te verbeteren is VROM gestart met het opzetten van een procesbeschrijving, werkinstructies en maatregelen voor interne controle.
De Rekenkamer merkt op dat niet is na te gaan hoeveel externen zijn ingehuurd bij VROM. Kunt u dit wel naar uw eigen mening? Zo ja, hoe groot was de inhuur externen? Zo nee, hoe gaat u zorgen dat voor 2009 deze cijfers wél verifieerbaar zijn?
VROM heeft een goed beeld van de totale omvang van externe inhuur in 2008 en de jaren daarvoor. Wel zijn er verbeteringen mogelijk in de onderverdeling naar de verschillende 8 categorieën. Om de administratie te verbeteren is VROM gestart met het opzetten van een procesbeschrijving, werkinstructies en maatregelen voor interne controle. De inhuur bedroeg in 2008 € 54,8 miljoen. Van het totaal van € 54,8 mln is € 15,5 mln voor rekening van de batenlastendiensten en het planbureau en € 39,3 mln. voor het departement.
In de uitvoering van VROM-subsidies gaat ongeveer € 1,6 miljard om. Volgens de Rekenkamer is het ministerie van VROM niet in staat gebleken een overzicht te geven van de subsidieregelingen die door SenterNovem zijn uitgevoerd. Welke verklaring heeft u hiervoor?
VROM is prima in staat om een overzicht te geven van de subsidieregelingen die door SenterNovem worden uitgevoerd. In haar rapport schrijft de Algemene Rekenkamer iets anders, namelijk hoeveel subsidieregelingen door uitvoeringsorganisaties worden uitgevoerd en wat daarvan het financieel belang is. Deze informatie is niet op afroep door de Algemene Rekenkamer beschikbaar gebleken. Verklaring hiervoor is dat de subsidie-instrumenten niet verplicht in de begroting zichtbaar gemaakt behoeven te worden per regeling. De comptabele voorschriften nopen tot een beperkte set aan comptabele overzichten die ingeregeld zijn in de systemen. Extra vragen van de Algemene Rekenkamer worden zo goed als mogelijk beantwoord, dit keer lukte het niet binnen de daarvoor gestelde tijd mede omdat de betrouwbaarheid van zo een overzicht onomstotelijk moet zijn voordat het aan de rekenkamer wordt verstrekt.
Wat is uw puntsgewijze reactie op de kritiek van de Rekenkamer op de aansturing van SenterNovem door VROM, waaronder het ontbreken van duidelijke prestatieafspraken?
De punten van kritiek van de Rekenkamer betreffen:
1. functievermenging beleidsuitvoering en beleidsadviseur
2. onzekerheid over rechtmatigheid en prestaties doordat de Auditdienst van EZ geen zelfstandige systeemtest meer uitoefent op de kwaliteit van de accountantsverklaringen ten behoeve van de minister van VROM afgegeven
3. FEZ VROM heeft geen duidelijke formele rol in de aansturing, in het toezicht en bij het afrekenen van SenterNovem op prestaties
4. Volledige zelfstandig leesbare inhoudelijke en comptabele dossiers betreffende milieu zijn niet ter beschikking gesteld aan de onderzoekers van de Rekenkamer
5. Sturende rol coördinerend opdrachtgever is niet altijd voor de Rekenkamer zichtbaar (hoe beoordeelt DGM de offertes en rapportages en op basis waarvan; geen duidelijke prestatieafspraken in de aansturing)
Inleiding: De Rekenkamer controleert elk jaar het jaarverslag van VROM. Dit jaar heeft zij bij een aantal departementen aan de hand van enkele subsidieregelingen gekeken naar de aansturing, het toezicht en de controle door de ministeries, de afspraken over prestaties en de verantwoording in de jaarverslagen van de ministeries. In haar rijksbrede rapport (TK 31 924, nr 2) rapporteert de Rekenkamer hierover (p40/41) en heeft de minister van Financiën gereageerd op de kritiek van de Rekenkamer (p58) met betrekking tot de «zekerheid over rechtmatigheid en prestaties (=punt 2)». Hieronder reageer ik puntsgewijs op de overige 4 punten: Punt 1 functievermenging beleidsuitvoering en beleidsadviseur. Voor zover deze functievermenging doelmatig is juich ik deze toe. Het kerndepartement bepaalt zelf in hoeverre zij beleidsadvies wil ontvangen van de beleidsuitvoerder binnen het haar daartoe toegestane budget om het beleidsdoel te realiseren. Punt 3 FEZ VROM heeft naar het oordeel van de Algemene Rekenkamer niet een duidelijke formele rol in de aansturing, in het toezicht en bij het afrekenen van SenterNovem op prestaties. Binnen het comptabel bestel heeft FEZ een formele positie op grond van het besluit taak FEZ. In het kader van single control heeft FEZ VROM een samenwerkingsovereenkomst gesloten met FEZ EZ om te verzekeren dat de verantwoordelijkheden en taken van FEZ adequaat kunnen worden ingevuld. Punt 4 Volledig zelfstandig leesbare inhoudelijke en comptabele dossiers betreffende milieu zijn niet ter beschikking gesteld aan de onderzoekers van de Rekenkamer. Comptabel: De beleidsuitvoering door Senternovem brengt met zich mee dat de correspondentie en afhandeling met subsidie-aanvragers geheel daar plaats vindt. De opdrachtverlening aan Senternovem en de afhandeling van zaken vindt plaats bij VROM. Samen met de maandelijkse verantwoordingen van Senternovem en de jaarverantwoording dienen deze zaken terug te vinden zijn in de comptabele electronische dossiers van VROM. De onderzoekers van de Rekenkamer zullen volgend jaar worden gefaciliteerd om inzage te kunnen krijgen in de electronische dossiers bij VROM. Een zelfde afspraak kan gemaakt worden bij Senternovem. Inhoudelijk: In de eindbespreking over de onderzochte subsidieregelingen is vastgesteld dat deelonderzoeken van de Rekenkamer in het kader van het rechtmatigheidsonderzoek moeten starten met een aankondigingsgesprek waarbij de verantwoordelijke beleidsdirecteuren aanwezig zijn. Hierdoor kan in de toekomst beter worden bereikt dat de onderzoekers toegankelijke inhoudelijke dossiers krijgen aangereikt waarbij verwijzingen naar elektronische informatie natuurlijk mogelijk moeten zijn. Punt 5 Sturende rol coördinerend opdrachtgever is niet altijd voor de Rekenkamer zichtbaar. Deze opvatting van de Rekenkamer onderbouwt zij door te verwijzen naar de ontbrekende beoordeling van offertes en rapportages en de grondslagen daarvoor waarna de Rekenkamer tot de slotsom komt dat er geen duidelijke prestatie afspraken zijn in de aansturing. In het verslagjaar 2008 is besloten om de bevoegdheid tot opdrachtverlening aan Senternovem voor te behouden aan de coordinerend opdrachtgever. Hierdoor kan op termijn een controleerbaarder, sturender rol van de coordinerend opdrachtgever worden bereikt. In de aansturing wordt er nu op voorcalculatiebasis een opdracht verstrekt en wordt de uitputting van Senternovem vaak als gegeven beschouwd. Over het tarief wordt jaarlijks met de eigenaar van Senternovem EZ gesproken.
De Rekenkamer heeft onderzocht in hoeverre informatie is opgenomen over doelen, prestaties en middelen. Bent u bereid om voortaan behalve over beleidsinspanningen (het maken van nota’s, regelingen etc.), ook over het doelbereik te rapporteren?
Waar het mogelijk is ben ik bereid om over het doelbereik te rapporteren. In het rapport van de Algemene Rekenkamer is zichtbaar dat de opgenomen doelen, prestaties en middelen in de begroting ook voor nagenoeg 100% worden verantwoord. Een en ander conform mijn toezegging in het Wetgevingsoverleg VROM jaarverslag 2007 van 19 juni 2008.
In het jaarverslag 2008 is dit percentage iets afgenomen als gevolg van het experiment. Ter compensatie wordt in de begroting extra aandacht besteed aan het toelichten van het doelbereik middels prestatie- en effect-indicatoren. Hierdoor worden historische ontwikkelingen inzichtelijk en kunt u zien of het beleid in het gewenste effect resulteert. Niet voor alle opgenomen doelen wordt inzicht gegeven in het doelbereik. Deze doelen zijn opgenomen in de explain paragraaf. Verder gebruik ik de instrumenten beleidsdoorlichting en beleidsevaluaties om meer zicht en sturing te hebben op betreffende doelen.
Samenstelling:
Leden: Van Gent (GL), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Vietsch (CDA), Aptroot (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Madlener (PVV), Ouwehand (PvdD), Bilder (CDA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU) en Linhard (PvdA).
Plv. leden: Vendrik (GL), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Jacobi (PvdA), Pieper (CDA), Koppejan (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Schreijer-Pierik (CDA), De Krom (VVD), Vermeij (PvdA), Waalkens (PvdA), Vos (PvdA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Van Beek (VVD), Schermers (CDA), Agema (PVV), Thieme (PvdD), Sterk (CDA), Ortega-Martijn (CU) en Besselink (PvdA).