Kamerstuk 31924-IV-1

Jaarverslag Koninkrijksrelaties 2008

Dossier: Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties 2008

Gepubliceerd: 15 mei 2009
Indiener(s): Guusje ter Horst (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31924-IV-1.html
ID: 31924-IV-1

31 924 IV
Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties 2008

nr. 1
JAARVERSLAG VAN KONINKRIJKSRELATIES (IV)

Aangeboden 20 mei 2009

Gerealiseerde uitgaven naar beleidsterrein (in mln. €)

kst-31924-IV-1-1.gif

Gerealiseerde ontvangsten per beleidsterrein (in mln. €)

kst-31924-IV-1-2.gif

INHOUDSOPGAVE blz.

A.ALGEMEEN6
1.Aanbieding en dechargeverlening6
2.Leeswijzer11
   
B.BELEIDSVERSLAG13
3.Beleidsprioriteiten 200813
4.Beleidsartikelen16
5.Niet-Beleidsartikelen27
6.Bedrijfsvoeringsparagraaf28
   
C.JAARREKENING29
7.Verantwoordingsstaat 200829
8.Saldibalans30
   
D.BIJLAGEN40
9.Afkortingenlijst42
10.Trefwoordenregister43

A. ALGEMEEN

1. AANBIEDING EN DECHARGEVERLENING

Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het departementale jaarverslag over het jaar 2008 van Koninkrijksrelaties aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2008 gevoerde financiële beheer met betrekking tot de uitvoering van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:

• het gevoerde financieel en materieel beheer;

• de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

• de financiële informatie in de jaarverslagen en jaarrekeningen;

• de departementale saldibalansen;

• de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

• de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen, naast het onderhavige jaarverslag en het hierboven genoemde rapport van de Algemene Rekenkamer, de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

• Het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2008; dit jaarverslag wordt separaat aangeboden.

• De slotwet van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het jaar 2008; de slotwet is als afzonderlijk kamerstuk gepubliceerd.

• Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet/slotwetten is/zijn aangenomen.

• Het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2008 met betrekking tot de onderzoeken, bedoeld in artikel 83 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit rapport, dat betrekking heeft op het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk, wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aangeboden.

• De verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2008 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2008 alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2008 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001);

• het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. LEESWIJZER

Opbouw Jaarverslag 2008

De begroting van Koninkrijksrelaties kent een vertrouwde opbouw en het jaarverslag volgt dan ook de opbouw van de begroting 2008.

Het jaarverslag 2008 bestaat uit vier delen:

A. Een algemeen deel met de dechargeverlening

B. Het beleidsverslag 2008 over de prioriteiten en de beleidsartikelen

C. De jaarrekening 2008

D. De bijlagen

Het beleidsverslag 2008

In het beleidsverslag 2008 wordt teruggekeken op de resultaten uit 2008. Het verslag kent de volgende vier onderdelen: het verslag over de beleidsprioriteiten 2008, de beleidsartikelen, de niet-beleidsartikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf.

In de paragraaf beleidsprioriteiten 2008 wordt op hoofdlijnen verantwoording afgelegd over het beleid van het afgelopen jaar. Hierin kunt u lezen welke resultaten zijn behaald bij de gemaakte beleidsafspraken (prioriteiten) voor 2008. Ook wordt ingegaan op een aantal urgente onderwerpen die in 2008 specifieke aandacht hebben gekregen.

In de paragraaf De beleidsartikelen wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent per beleidsartikel de volgende opzet:

1. Algemene beleidsdoelstelling, doelbereiking en maatschappelijke effecten

2. Externe factoren

3. Meetbare gegevens

4. Budgettaire gevolgen van beleid

5. Operationele doelstellingen

6. Overzicht afgeronde onderzoeken

In 4. Budgettaire gevolgen van beleid wordt de realisatie 2008 afgezet tegen de oorspronkelijke vastgestelde begroting 2008 en worden opmerkelijke verschillen toegelicht.

In 5. Operationale doelstellingen wordt per operationele doelstelling nader ingegaan op de behaalde resultaten in 2008. Hierbij wordt aandacht besteed aan de gerealiseerde instrumenten/activiteiten en de prestatieindicatoren. De opmerkelijkste resultaten en verschillen worden per operationele doelstelling nader toegelicht.

Het jaarverslag Koninkrijksrelaties 2008 bevat ook een bedrijfsvoeringsparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke bedrijfsvoeringpunten voor Koninkrijksrelaties (IV). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

De jaarrekening 2008

In de jaarrekening treft u de (samenvattende) verantwoordingsstaat voor de begroting van Koninkrijksrelaties en de saldibalans met toelichting. De Slotwet wordt als een apart kamerstuk gepubliceerd.

De bijlagen

Voor de toegankelijkheid van het jaarverslag zijn ook een overzicht van gebruikte afkortingen en een trefwoordenregister opgenomen.

B. BELEIDSVERSLAG

3. BELEIDSPRIORITEITEN 2008

2008 was een succesvol jaar voor de Koninkrijksrelaties. Na een periode van intensieve besprekingen werd het jaar afgesloten met een Toetsings-Ronde Tafel Conferentie.

Staatkundige verandering

In 2008 is veel regelgeving voor de nieuwe staatkundige constellatie voorbereid.

Voor de toekomstige status van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen het Nederlandse staatsbestel is de wetgeving voorbereid en in de ministerraad vastgesteld. Curaçao en Sint Maarten hebben beide een Staatsregeling en de organieke wetgeving opgesteld die als geheel deze nieuwe landen vorm moeten geven. Daarnaast is gezamenlijk veel werk verzet om de ontwerpen voor de consensusrijkswetgeving gereed te hebben. Deze wetgeving regelt de blijvende samenwerking tussen de (ei)landen en Nederland op het terrein van financieel toezicht en de rechtshandhaving en rechtszekerheid.

Op 15 december, Koninkrijksdag, hebben de drie landen en de vijf eilandgebieden binnen het Koninkrijk in een Toetsings-Ronde Tafel Conferentie vastgesteld dat de eerste fase van het staatkundige veranderingsproces grotendeels is afgerond. De regelgeving kan nu in procedure worden gebracht en de implementatie ervan kan worden voorbereid. In 2009 zullen de voorbereidingen voor de nieuwe statussen ook voor de bevolking van de eilanden meer zichtbaar en merkbaar moeten worden.

In 2008 is de Raad van State advies gevraagd over zowel de gefaseerde invoering van de status van openbaar lichaam voor de BES-eilanden als over de mogelijkheden tot versnelling van het gehele proces van de staatkundige verandering van de Nederlandse Antillen. Op beide voorlichtingen zal begin 2009 een kabinetsreactie naar de Tweede Kamer volgen.

Versterken bestuurskracht en financieel beheer

Parallel aan de inspanningen die zijn verricht om de wetgeving te realiseren voor de beoogde nieuwe landen en openbaar lichamen, zijn er maatregelen genomen om de bestuurskracht van de vijf eilandgebieden van de Nederlandse Antillen te versterken. Zo zijn er verbeteringen gerealiseerd in het financieel beheer van de eilandgebieden. Er is gewerkt aan de grote achterstand bij het opstellen van de jaarrekeningen en het Land en Curaçao zijn druk doende met de inning van achterstallige belastingen. Het College financieel toezicht (Cft) is in het najaar van 2007 ingesteld en is sinds december 2008 ook in functie voor het land Nederlandse Antillen, Curaçao en Sint Maarten. Bij het opstellen en uitvoeren van de begrotingen 2008 van de BES heeft het Cft inmiddels zijn waarde bewezen. Dit heeft er mede toe geleid dat de BES-eilanden de begrotingen binnen de overeengekomen financiële kaders hebben vastgesteld. Het Cft heeft een positief oordeel uitgebracht bij de begrotingen 2009 van de BES. De beoordeling van de begroting 2009 van het Land leidde ook tot een positief advies. De advisering over de begrotingen van Curaçao en Sint Maarten kon vanwege het late tijdstip waarop het Cft in functie trad voor deze entiteiten niet in 2008 worden afgerond.

Bonaire, Sint Eustatius en Saba werken aan de versterking van hun ambtelijke apparaten, wat zowel van belang is voor de transitiewerkzaamheden als voor het doorgaan van de reguliere activiteiten van de eilandelijke overheden. De gezaghebbers van de verschillende eilanden hebben ondersteuning gekregen om hun toezichthoudende taken in de transitieperiode goed uit te kunnen blijven voeren.

In 2008 kon nog geen begin worden gemaakt met de schuldsanering (Zie kamerstuk nummer 31 568 van 4 februari 2009). De Algemene Maatregel van Rijksbestuur voor het Land en Curacao is pas eind 2008 in werking getreden. Een tweede voorwaarde is een positief advies van het Cft over de begrotingen van het Land en Curacao. Voor het Land is een positief advies door het Cft afgegeven. Een derde voorwaarde is dat goedkeurende accountantsverklaringen worden verstrekt bij de overzichten van de schulden. In 2008 was nog niet voldaan aan alle gestelde voorwaarden. Ook de sanering van de betalingsachterstanden van de BES heeft niet in 2008 kunnen plaatsvinden. De reden hiervoor is gelegen in de moeizame afronding van de gevraagde accountantscontrole op deze betalingsachterstanden.

Samenwerkingsbeleid Nederlandse Antillen

De samenwerkingsprogramma’s die in 2008 van start gingen hebben tot doel de Antilliaanse eilanden voor te bereiden op hun nieuwe status.

De samenwerkingsthema’s zijn:

• Onderwijs & Jongeren

• Sociaal-economische Ontwikkeling

• Institutionele Versterking & Bestuurskracht

• Veiligheid

Voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius is gekozen voor een kortlopend programma per samenwerkingsthema. Uitgangspunt daarbij is dat zo snel mogelijk moet worden geanticipeerd op de overgang van deze eilanden van het land Nederlandse Antillen naar Nederland. Met de Bestuurscolleges zijn tijdens een drietal bestuurlijke overleggen in Nederland afspraken gemaakt over maatregelen die Nederland kan nemen om al in 2009 en 2010 concrete verbeteringen in de samenleving van de eilanden te realiseren. Voor de beleidsterreinen onderwijs, volksgezondheid, jeugd en gezin en veiligheid zijn hiervoor extra middelen beschikbaar gesteld bovenop de samenwerkingsmiddelen voor deze eilanden die vanaf 2009 in de vorm van begrotingssteun beschikbaar komt. Nederland zal de activiteiten op de BES-eilanden organiseren vanuit de Regionale Servicecentra (RSC) die in december 2008 op de drie eilanden zijn geopend. De heer Kamp is benoemd als commissaris om vanaf 1 januari 2009 als rechterhand van de staatssecretaris van BZK ter plaatse het transitieproces van de BES-eilanden te coördineren en te bevorderen.

Voor Curaçao en Sint Maarten zijn vijfjarige programma’s vastgelegd waar tot eind 2012 uitvoering aan zal worden gegeven. Doel van deze programma’s is bij te dragen aan de voorbereidingen voor de nieuwe status van deze eilanden, waarbij via de gekozen thema’s gericht wordt ingezet op versterking van financieel beheer, goed bestuur, de ontwikkeling van jongeren en de sociaal-economische ontwikkeling van de eilanden. Feit is dat er veel capaciteit nodig is om de programma’s uit te voeren en deze capaciteit op sommige fronten schaars is. Dit zal in 2009 nauwlettend in de gaten gehouden worden. Bijsturing zal plaatsvinden als beoogde doelen niet gehaald dreigen te worden.

De samenwerking in het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen is in 2008 voortgezet. De samenwerking betreft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, het Openbaar ministerie, de vreemdelingenketen, het gevangeniswezen en de politie. Langzaam maar zeker beginnen de inspanningen om de duurzame bedrijfsvoering in de rechtshandhavingketen te verbeteren hun vruchten af te werpen. Na jarenlange verwaarlozing blijkt dit een moeizaam proces dat nu goed op gang komt. Concrete voorbeelden zijn bijvoorbeeld het implementeren van een ICT-infrastructuur en het opzetten en uitvoeren van een planning- en controlcylus. Daarnaast gaat het vaak om basale zaken als het opschonen en toegankelijk maken van een archief. Op Saba en Sint Eustatius is de politie versterkt door de uitbreiding van de inzet van de Koninklijke Marechaussee.

Aruba

De samenwerking binnen het huidige meerjarenprogramma van Aruba is in 2008 voortgezet. Daarnaast is in 2008 het Nationaal Veiligheidsplan Aruba 2008–2012 tot stand gekomen. Belangrijke onderdelen hierin zijn het verbeterplan van het Korps Politie Aruba en de versterking van de vreemdelingenketen op Aruba. Sinds 1 oktober 2007 is er door Aruba een ketenmanager aangesteld. Voorts zijn door de IND opleidingen verzorgd voor de Arubaanse toelatingsorganisatie DIMAS en bevindt het opstellen van de handleiding rijkswet Nederlanderschap zich in de afrondende fase. Desondanks zijn de gewenste verbeteringen nog niet bereikt. Zo is de samenwerking en de informatie-uitwisseling tussen de ketenpartners nog niet voldoende. Er ligt in Aruba een verbeterplan voor de vreemdelingenketen ter besluitvorming voor. In 2008 is hier nog geen beslissing over genomen.

In 2008 werd ten slotte een punt gezet achter de complexe discussie met Aruba over de verdeling van de opbrengst van de Nederlandse deelneming in de Plant Hotel NV. Hiermee werd een belangrijke hindernis voor de samenwerking met Aruba weggenomen.

4. BELEIDSARTIKELEN

BELEIDSARTIKEL 1. Waarborgfunctie

Algemene beleidsdoelstelling

Het waarborgen van de rechtszekerheid en de mensenrechten op de Nederlandse Antillen en Aruba

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

Het waarborgen van de fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van bestuur is een aangelegenheid van het Koninkrijk (artikel 43 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden). Ten aanzien van de rechthandhaving hebben de onderwerpen grensoverschrijdende criminaliteit, terrorisme en grensbewaking een hoge prioriteit. Nederland werkt hiertoe nauw samen met de Nederlandse Antillen en Aruba in het Recherchesamenwerkingsteam (RST) en de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba. De staatssecretaris van BZK draagt bij aan de instandhouding van deze twee organisaties. Daarnaast wordt vanuit de begroting van Koninkrijksrelaties bijgedragen aan de ondersteuning van de Rechterlijke Macht en het Openbaar Ministerie. Dit alles om de rechtszekerheid en veiligheid voor de burger op de Nederlandse Antillen en Aruba te verhogen.

In 2008 is het wetgevingsproces voor de Rijkswet Kustwacht afgerond. Met deze Rijkswet, die in de eerste helft van 2009 in werking zal treden, is een stevige basis gelegd voor de voortzetting van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba. Niet alleen voor nu maar ook in de nieuwe staatkundige structuur. Met het volledig operationeel worden van de walradar op de Benedenwinden en het verkrijgen van de eigen luchtverkenningscapaciteit in 2008 is de slagkracht van de Kustwacht aanmerkelijk uitgebreid. Dit heeft zich in 2008 dan ook vertaald in goede operationele resultaten.

In 2008 is overeenstemming bereikt over de consensusrijkswet Politie tussen Nederland, het Land Nederlandse Antillen, Curaçao en Sint Maarten. Hiermee is uitwerking gegeven aan de afspraken die op 2 november 2006 in de Slotverklaring zijn gemaakt over het Recherchesamenwerkingsteam (RST). Aan de gemaakte afspraak dat het RST bij Rijkswet wordt geregeld, is invulling gegeven met het opnemen van een gemeenschappelijke voorziening politie in de concept consensusrijkswet. Deze gemeenschappelijke voorziening politie zal binnen de toekomstige politiekorpsen worden belast met in ieder geval de huidige RST taken.

Externe factoren

• Wederzijdse afhankelijkheid van de Koninkrijkspartners

In 2008 is politiek overeenstemming bereikt over de consensusrijkswet voor het Gemeenschappelijk Hof voor Justitie, de consensusrijkswet voor het Openbaar Ministerie, de consensusrijkswet politie en de consensusrijkswet voor de Raad voor de Rechtshandhaving. Hieraan vooraf gingen twee jaren van intensieve onderhandelingen binnen de projectgroep rechtspleging, rechtshandhaving en constitutionele zaken.

• Autonomie versus Koninkrijksverband

Het staatkundige veranderingsproces heeft een positieve invloed gehad op de bereidheid tot samenwerking binnen het Koninkrijk, omdat de doelen in de consensusrijkswetten scherp zijn gedefinieerd.

Realisatie meetbare gegevens bij de algemene doelstelling

Voor de meetbare gegevens van de Waarborgfunctie wordt verwezen naar de meetbare gegevens «samenwerking rechtsorde», beleidsartikel 2. De meetbare gegevens van samenwerking rechtsorde (operationele doelstelling 1) geven mede aan in hoeverre aan de beoogde prestaties van de algemene beleidsdoelstelling van de waarborgfunctie is voldaan.

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)
1. WaarborgfunctieRealisatieVastgestelde begrotingVerschil
 2004200520062007200820082008
Verplichtingen33 10540 13342 23337 22160 35554 0906 265
        
Uitgaven30 29739 19341 04037 09459 71154 0905 621
1.1 Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen30 29739 19341 04037 09459 71154 0905 621
        
Ontvangsten4 5192 97412 7924 3484 6184 468150

Financiële toelichting

Bij Voorjaarsnota 2008 is een bedrag van € 9,1 miljoen toegevoegd aan de begroting. Het bedrag is aangewend voor noodzakelijke verbetermaatregelen die voortvloeien uit het in 2007 uitgevoerd onderzoek door het Committee for the Prevention of Torture (CPT).

De uitgaven voor inzet Kustwacht zijn in 2008 lager dan aanvankelijk begroot. Deze onderrealisatie is het gevolg van lagere uitgaven voor de Luchtverkenningscapaciteit (LVC).

Operationele doelstellingen 1.1: Het versterken en waarborgen van de rechtszekerheid en de mensenrechten door het bevorderen en in stand houden van structurele samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk

Doelbereiking

Op de Nederlandse Antillen en Aruba is sprake van grensoverschrijdende (drugs-)criminaliteit. Omdat deze problematiek de eigen capaciteit van de landen overstijgt, wordt op structurele wijze samengewerkt in het kader van de waarborgfunctie. Het betreft hier de activiteiten van de Kustwacht, het RST en de ondersteuning van de zittende en staande magistratuur. De Kustwacht en het RST spelen een belangrijke rol in de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit en werken hiertoe ook internationaal samen. Om een goed niveau van rechtshandhaving en rechtspleging in de Landen te garanderen, is een volledige bezetting van het Hof en het Openbaar Ministerie van cruciaal belang. Omdat de Landen hiertoe de personele capaciteit ontberen, draagt Nederland hieraan bij. In 2008 zijn op de Nederlandse Antillen en Aruba gemiddeld 24 uitgezonden rechters en 8 uitgezonden officieren van Justitie werkzaam geweest. Daarnaast verleent Nederland op incidentele basis bijstand aan de Landen wanneer deze daar om verzoeken. Zo heeft Nederland in 2008 op diverse terreinen ondersteuning verleend aan het onderzoek naar de verdwijning van Marlies van der Kouwe op Bonaire. Deze bijstand bestond uit een projectleider voor het onderzoek, een dossiervormer en rechercheurs met uiteenlopende deskundigheden. Via het RST is tevens gevraagd om forensische expertise (KLPD en NFI) en administratieve ondersteuning.

Met middelen uit HIV van de Rijksbegroting en de bijdragen van het Land Nederlandse Antillen en Aruba wordt de Kustwacht van de Nederlandse Antillen en Aruba in staat gesteld haar taken uit te voeren. Duidelijk is dat de Kustwacht een van de belangrijke schakels is in de rechtshandhavingketen in de Landen. Met de komst van de eigen luchtverkenningscapaciteit is de effectiviteit van de Kustwacht in belangrijke mate versterkt. De inzet van de Kustwacht richt zich op het verhinderen van (drugs)transport. Bij veel van de succesvolle operaties in 2008 hebben de vliegtuigen een rol gespeeld.

Instrumenten

ActiviteitRealisatie in 2008
Bijdragen aan het functioneren van de KustwachtJa
In stand houden van het RecherchesamenwerkingsteamJa
Leveren van ondersteuning aan Rechterlijke MachtJa
Samenwerkingvoor een veilige samenlevingJa

Toelichting instrumenten

Alle in de begroting 2008 genoemde activiteiten zijn in 2008 gerealiseerd. De belangrijkste resultaten worden onder doelbereiking nader toegelicht.

Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling

Zie tabel bij artikel 2.

In 2008 zijn geen beleidsevaluatieonderzoeken uitgevoerd.

BELEIDSARTIKEL 2. Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

Algemene beleidsdoelstelling

Het ondersteunen van de Nederlandse Antillen en Aruba bij het verbeteren van het bestuur, de rechtszekerheid, de economische ontwikkeling, het onderwijs en de overheidsfinanciën.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

Tijdens de Ronde Tafel Conferentie op 15 december 2008 is een akkoord bereikt over de nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk. Het akkoord bevat onder meer afspraken over structurele samenwerking op het terrein van de politie en de rechtshandhaving. Om de eilanden een gezonde startpositie te geven saneert Nederland 70% van de Antilliaanse staatsschuld. Via financieel toezicht vanuit het Koninkrijk wordt gewaarborgd dat de financiën van de eilanden ook op orde blijven. De conferentie markeerde een belangrijke stap op weg naar de nieuwe staatkundige verhoudingen.

Met de Nederlandse Antillen en de vijf eilandgebieden zijn in 2008 afspraken gemaakt over nieuwe samenwerkingsprogramma’s. Deze programma’s kunnen worden gezien als een vervolg op de reeds lopende samenwerking, maar met een sterke focus op de voor te bereiden nieuwe status. De thema’s van de drie reguliere samenwerkingsprogramma’s zijn: Institutionele Versterking & Bestuurskracht, Onderwijs & Jongeren en het Sociaal Economisch Initiatief. Daarnaast is de samenwerking binnen het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen in 2008 voortgezet. De samenwerking op de drie reguliere thema’s is meer dan in de vorige periode vormgegeven door de eilandgebieden zelf. Dit past binnen het staatkundig hervormingsproces. Dit heeft bovendien geleid tot meer «ownership», wat de uitvoering van de programma’s ten goede komt.

De samenwerking binnen het huidige meerjarenprogramma van Aruba is in 2008 voortgezet. Daarnaast is in 2008 het Nationaal Veiligheidsplan Aruba 2008–2012 tot stand gekomen. Belangrijke onderdelen hierin zijn het verbeterplan van het Korps Politie Aruba en de versterking van de vreemdelingenketen op Aruba. Dit programma wordt gefinancierd uit de vrijgevallen schuldsaneringsmiddelen die voor de jaren 2003 t/m 2007 waren gereserveerd en past daarmee in de zogenaamde «Arubadeal».

Externe factoren

Het staatkundig veranderingsproces heeft een stimulans gegeven aan het samenwerkingsbeleid. De overeengekomen samenwerkingsprogramma’s haken in op de toekomstige status van de eilanden en dragen bij aan een gezonde startpositie. De bereidheid tot samenwerking is vergroot omdat partijen helder voor ogen staat wat het na te streven einddoel is. Beide operationele doelstellingen van dit beleidsartikel versterken elkaar.

De samenwerking met Aruba stond onder druk door onenigheid tussen de Koninkrijkspartners over de verdeling van de verkoopopbrengst van de Nederlandse deelneming in de Plant Hotel NV. Deze discussie is in 2008 tot een einde gekomen door gemaakte afspraken over de verdeling van de opbrengst.

Realisatie meetbare gegevens bij de algemene doelstelling
Meetbare gegevens200620072008
Schuldquote Nederlandse Antillen83,384,782,0 (tweede kwartaal 2008)
Bron: BNA (Bank Nederlandse Antillen)   
Schuldquote Aruba46,645,6p.m.
Bron: CBA (Central Bank of Aruba).   

In het kader van het bevorderen van de autonomie van de Koninkrijkspartners is het van groot belang dat de Landen financieel niet te afhankelijk zijn van derden. Dit komt tot uitdrukking in een verlaging van de schuldquote van beide landen. De schuldquote van de Nederlandse Antillen zal verder gaan dalen wanneer Nederland aanvangt met de schuldsanering.

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)
Bevorderen autonomie KoninkrijkspartnersRealisatieVastgestelde begrotingVerschil
 2004200520062007200820082008
Verplichtingen151 20091 718223 922214 450411 392142 279269 113
waarvan garantieverplichtingen       
        
Uitgaven107 732119 589130 478210 734436 813154 820281 993
2.1 Apparaat6 5335 1525 4886 6188 5647 1901 374
2.2 Bevordering autonomie101 199114 437124 619127 505417 821143 216274 605
2.3 Bevorderen staatskundige relaties  37176 61110 4284 4146 014
        
Ontvangsten6 86223 389156 44710 1199 33810 802– 1 464

Financiële toelichting

Het bleek voor de BES eilanden niet haalbaar op korte termijn een sluitende begroting te presenteren. Daarom is eind 2007 afgesproken dat de eilanden voor de periode 2008–2010 een maximaal tekort mogen hebben van € 21 miljoen. Een deel hiervan (€ 5 miljoen) is bestemd voor de ondersteuning door de belastingdienst van Nederland bij de inning van de achterstallige belastingen en is in 2008 reeds overgeboekt naar Financiën. Voor 2008 is bij Voorjaarsnota een bedrag – bestaande uit het maximaal toegestaan tekort – van € 10,4 miljoen toegevoegd aan de begroting hoofdstuk H IV. De jaarlijkse tekorten worden door Nederland voorgefinancierd. Nederland zal dit tekort kwijtschelden indien voldaan is aan de gemaakte afspraken en de AMvRB BES. Van de beschikbare € 10,4 miljoen is in 2008 via het Cft een bedrag van € 7,9 miljoen ingezet.

Het Sociaal Economisch Initiatief (SEI) Curaçao is op 16 mei 2008 door de Rijksministerraad vastgesteld. In dezelfde maand is het implementatieprotocol tussen Nederland en Curaçao getekend. Een bedrag van € 10 miljoen werd bij Voorjaarsnota toegevoegd aan de begroting H IV en vervolgens bij USONA gestort. Curaçao kan deze middelen inzetten door de in het SEI overeengekomen projecten bij USONA in te dienen volgens de vaste procedures. In 2008 is voorts door vertraging in de uitvoering van de SEI’s van de BES en Sint-Maarten (zie toelichting hieronder), bij Najaarsnota een bedrag van € 20 miljoen afgeboekt en aangemeld voor overheveling naar de begroting 2009 en 2010.

Met Aruba is een akkoord bereikt over de verdeling van de opbrengst van de Nederlandse deelneming in de Planthotel NV. De Kamer is hierover geïnformeerd per brief van 3 oktober 2008 (kamerstuk 31 700 IV nr. 4). In het kader van dit akkoord is een bedrag van € 76,9 miljoen aan Aruba overgemaakt. Bij Najaarsnota werd hiervoor een bedrag van € 75 miljoen aan H IV toegevoegd, de rest van de benodigde middelen is gefinancierd uit H IV.

Voor de sanering van de betalingsachterstanden van de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten is een bedrag van € 203 miljoen overgemaakt op een geblokkeerde bestemmingsrekening bij de Bank Nederlandse Antillen. Dit bedrag is bij Najaarsnota aan de begroting H IV toegevoegd.

Operationele doelstelling 2.1: Samenwerken met de Nederlandse Antillen en Aruba om daar de bestuurskracht, de rechtsorde, de economie en het onderwijs te versterken.

Doelbereiking

Bestuurskracht en financieel beheer

De versterking van de bestuurskracht was één van de prioriteiten voor 2008. Dit kwam onder andere tot uiting in de versterking van de kabinetten van de gezaghebbers, de totstandkoming van de samenwerkingsprogramma’s Institutionele Versterking en Bestuurskracht, de uitvoering van de Implementatieplannen Financieel Beheer en de voortzetting van het Programma Gemeentelijke Samenwerking. Deze programma’s hebben tot doel het bestuurlijk en ambtelijk apparaat van de eilanden te versterken en hen voor te bereiden op de nieuwe staatkundige situatie. Dit is in 2008 onder andere gebeurd via training van ambtenaren, investeringen in automatisering en tijdelijke inzet van deskundigen. Vanuit het ministerie van Financiën zijn medewerkers gedetacheerd op de BES-eilanden ter ondersteuning van de verbetering van het financieel beheer, en bij de directie Financiën van Aruba ter verbetering van het begrotingsproces.

Aruba krijgt uit de verkoopopbrengst van de Nederlandse deelneming in de Plant Hotel NV een bedrag van € 87,5 miljoen, waarvan € 10,6 miljoen wordt aangewend ter compensatie van betalingsachterstanden van Aruba aan Nederland. De resterende € 76,9 miljoen is aan Aruba overgemaakt. Aruba heeft aangegeven haar aandeel in de opbrengst te zullen gebruiken voor investeringen en schuldsanering. Over de aanwending van de opbrengst zal Aruba rapporteren aan de Rijksministerraad.

Veiligheid

In 2008 is de samenwerking in het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen (PVNA) voortgezet. Hierbij werd naast de bestrijding van de geweldscriminaliteit verder gewerkt aan de duurzame verbetering van de organisaties van de Politie, het Gemeenschappelijke Hof van Justitie, het Openbaar Ministerie, het gevangeniswezen en de vreemdelingenketen.

In het kader van het staatkundig proces zijn afspraken gemaakt die ertoe moeten leiden dat in de komende jaren de politieorganisatie sterk wordt verbeterd. Bij zowel het Gemeenschappelijk Hof van Justitie als bij het Openbaar ministerie is in 2008 de IT infrastructuur voor alle vestigingen in de Antillen ingericht. Voorts hebben beide instanties een stap voorwaarts gemaakt door het opzetten van een planning en controlcyclus, wat ondermeer betekent dat het Hof over 2007 een jaarverslag kon opleveren. Het gevangeniswezen stond in het teken van de aanbevelingen tot verbetering die door het Comittee for the Prevention of Torture eind 2007 zijn gedaan. Voor de invoering van deze verbetermaatregelen binnen het PVNA is € 9,5 miljoen extra ter beschikking gesteld (kamerstukken 2007–2008, 31 200 VI, nr. 245). Na een lange voorbereiding is het project Transitie en Transformatie Vreemdelingendiensten in september 2008 van start gegaan. Gedurende 2008 is bijvoorbeeld gewerkt aan de ontwikkeling van het nieuwe vreemdelingen ICT-systeem voor vreemdelingenketen. Dit systeem is nu gereed voor implementatie. Met behulp van dit systeem kan efficiënter worden gewerkt en is de mogelijkheid van fraude bij het afgeven van verblijfsvergunningen sterk ingeperkt.

In het kader van het PVNA is ook op diverse terreinen ondersteuning geleverd aan de lokale diensten door de Koninklijke Marechaussee (KMar). De samenwerking met de douane in de gemeenschappelijke grenscontroleteams op de luchthavens van de benedenwinden is voortgezet. De succesvolle inbreng van de KMar in het Atrako (overvallen) team op Curaçao is in 2008 heeft geleid tot samenwerking met de politie op Sint Maarten bij de bestrijding van de gewelddadige roofovervallen aldaar. Ook ondersteunt de KMar vanaf 2008 op verzoek van de Antilliaanse minister van Justitie de grensbewaking en het vreemdelingentoezicht op de Bovenwindse eilanden. Op Saba en Sint Eustatius voert de KMar samen met de Antilliaanse collega’s tevens de basispolitietaken uit. In 2008 is in de ministeriële stuurgroep van het PVNA besloten de samenwerking te verlengen met twee jaar. Hiertoe zal in 2009 en 2010 een pool van 43 fte KMar ter beschikking zijn voor diverse ondersteunende taken op de Nederlandse Antillen. De inzet van de Kmar komt ten laste van dit begrotingshoofdstuk.

In 2008 is het Nationaal Veiligheidsplan Aruba 2008–2012 tot stand gekomen. Belangrijk onderdeel hiervan is het verbeterplan van het Korps Politie Aruba. Aansprekende resultaten die in 2008 zijn behaald, zijn het invoeren en toepassen van preventief fouilleren, de aanpak van de lokale verkoop en het gebruik van verdovende middelen en de aandacht voor verkeerscriminaliteit. Daarnaast is er meer aandacht voor het wijkgericht werken waarbij zowel de bario (wijk) regisseurs als hun leidinggevenden worden opgeleid. In het kader van de uitvoering van het Memorandum of Understanding van 10 juli 2007 over de vreemdelingenketen wordt gewerkt aan verbeterplannen, onder meer met behulp van technische bijstand.

Armoedebestrijding

2008 was het eerste, volledige jaar voor de geherstructureerde Antilliaanse Medefinancieringsorganisatie (AMFO). Een bedrag van ANG 16,5 miljoen werd toegekend aan een totaal van 82 projecten. Overkoepelend thema van alle projecten is de armoedebestrijding. Daarbinnen zijn de projecten te categoriseren onder «vorming&educatie» en «zorg&welzijn». Prioriteit heeft de doelgroep jeugd. Op nagenoeg alle eilanden werden door de AMFO voor- en naschoolse activiteiten gefinancierd.

Onderwijs en jongeren

Het Onderwijs en jongeren samenwerkingsprogramma (OJSP) is van start gegaan en er is een begeleidingscommissie ingesteld. Eén van de taken van de begeleidingscommissie is de monitoring van het OJSP. Hiertoe is in 2008 een één-meting uitgevoerd, waarin onder andere de stand van zaken op het gebied van schooluitval, het aantal zittenblijvers en het aantal leerlingen dat een diploma haalt, is geïnventariseerd. De één-meting bracht aan het licht dat er nogal wat schort aan de wijze waarop dit soort gegevens door de schoolorganisaties worden vastgelegd. De resultaten van de één-meting zullen worden gebruikt om de doelstellingen van het OSJP te kwantificeren. Ook zal worden ingezet op een structurele verbetering van de gegevensverzameling.

voorbeelden uitkomsten één-metingCuraçao Bonaire
 VSBOSBOVSBOSBO
geslaagde eindexamenkandidaten70,7%77,1%69,2%70,7%
jeugdwerkloosheid24,2% 20,5% 

VSBO = voorbereidend secundair beroepsonderwijs

SBO = secundair beroepsonderwijs

Onder verantwoordelijkheid van het Nederlandse ministerie van OCW zijn de voorbereidingen voor de overgang van de BES-eilanden naar de status van openbaar lichaam van Nederland van start gegaan. Eén van de belangrijkste activiteiten in dit kader is het onderzoek van de Nederlandse inspectie van het onderwijs naar de kwaliteit van het onderwijs. De inspectie is zeer kritisch over de kwaliteit van het onderwijs op de BES. Zowel de scholen voor Funderend Onderwijs (FO) als de scholen voor Voortgezet Onderwijs (VO) op Bonaire en Sint Eustatius zouden naar Nederlandse maatstaven als «zeer zwak» worden getypeerd. Desondanks is er volgens de Inspectie wel degelijk sprake van een solide fundament voor verdere kwaliteitsontwikkeling. Er zijn in 2008 afspraken gemaakt met de minister van OCW om in 2009 en 2010 een aantal verbeteracties te ondernemen om een kwaliteitsverhoging te realiseren.

Over de bereikte resultaten van de sociale vormingsplicht is de Kamer geïnformeerd bij brief van 24-04-2008 (Kamerstukken 2007–2008, 26 283, nr. 42).

Eén van de belangrijke resultaten die afgelopen jaar op Aruba is behaald, is de ingebruikname van het Colegio EPI, een op het bedrijfsleven afgestemde MBO-instelling.

Economie

In 2008 zijn de Sociaal Economische Initiatieven (SEI’s) van de vijf eilandgebieden ondertekend. De SEI’s bevatten concrete beleidsmaatregelen die ten doel hebben te komen tot een duurzame sociaal economische ontwikkeling. Tevens zijn er door Bonaire, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten implementatieplannen gemaakt. Het SEI van Curaçao is uitgebreider dan de andere SEI’s en heeft geen separaat implementatieplan nodig. Door de wat langer dan verwachte implementatiefase loopt de uitvoering van de SEI’s een aantal maanden achter op de originele planning.

Van het «oude» programma Duurzame Economische Ontwikkeling (DEO) waren in 2008 nog diverse projecten in uitvoering. Zo is Curaçao gestart met de renovatie van het landhuis Savonet. Op Bonaire is onder meer gewerkt aan het opknappen van de Abraham Boulevard.

Een deelprogramma binnen het programma DEO was het PSNA (programma samenwerking Nederlandse Antillen), dat samenwerking tussen Nederlandse en Antilliaanse bedrijven nastreeft. Een voorbeeld van een geslaagd initiatief is de start van een verhuurbedrijf voor bekistingsystemen voor bouwprojecten in de Caribische regio. Daartoe hebben een Nederlands en Curaçaos bedrijf een joint venture opgericht met behulp van een startsubsidie uit het PSNA programma. Inmiddels is het bedrijf zeer succesvol en heeft men het type dienstverlening zelfs kunnen verbreden. Het PSNA heeft tien van dit soort van initiatieven opgeleverd.

Duurzame economische ontwikkeling maakt ook deel uit van het meerjarenprogramma 2006–2009 van Aruba. Een van de projecten die hieraan bijdraagt is de vermindering van de lozing en het hergebruik van afvalwater. Dit bevordert een meer duurzame ontwikkeling van het toerisme dat een druk legt op de ecologische situatie op het eiland. Het project streeft er naar dat op termijn geen enkele lozing op zee meer zal plaatsvinden. Enkele lozingsactviteiten in zee zijn reeds stopgezet.

Instrumenten

ActiviteitRealisatie in 2008
Meer grip op de openbare financiën te krijgenJa
De integriteit van de overheid te bevorderenJa
De veiligheid te bevorderenJa
De criminaliteit te beperkenJa
De rechtshandhavingketen te versterkenJa
De vreemdelingenketen te versterkenDeels
Bij te dragen aan de armoedeverminderingJa
Het onderwijs te verbeterenJa
Een duurzame economische ontwikkeling te bevorderenJa

Toelichting instrumenten

Nagenoeg alle in de begroting 2008 genoemde activiteiten zijn in 2008 gerealiseerd. De belangrijkste resultaten worden onder doelbereiking nader toegelicht.

Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling
Meetbare gegevens veiligheid NA200620072008
Diefstal met geweld – aantal aangiftes478531449
Diefstal met geweld – oplossingspercentage (in %)27,225,826,3
Bron: rapportages PVNA   
RST: aantal tactische opsporingsonderzoeken2832431
RST: aantal financiële rechercheonderzoeken245  
Bron: jaarverslagen RST   

1 29 onderzoeken werden in 2008 afgerond; 14 onderzoeken werden in 2008 gestart en lopen door in 2009.

2 Het financieel rechercheren is in 2008 nadrukkelijk onderdeel gaan uitmaken in het opsporingsproces. Naast een aantal zelfstandige financiële onderzoeken, is financieel onderzoek deel gaan uitmaken van de lopende tactische opsporingsonderzoeken teneinde de criminelen vooral in de portemonnee te raken (ontnemingen).

Operationele doelstelling 2.2: Het bevorderen van werkbare staatkundige relaties binnen het Koninkrijk.

Doelbereiking

In de slotverklaring van de start-Ronde Tafel Conferentie van 26 november 2005 is vastgelegd dat het proces van de staatkundige verandering van de Nederlandse Antillen uit twee fases bestaat: de ontwerpfase en de implementatiefase. Tijdens de Ronde Tafel Conferentie op 15 december 2008 is de ontwerpfase grotendeels afgerond. De wetgeving die de basis zal vormen voor de nieuwe bestuurlijke constellatie is in ontwerp gereed. In 2009 en 2010 zal de nadruk liggen op de implementatie van de gemaakte afspraken en de parlementaire goedkeuring van de wetsontwerpen.

Een belangrijk resultaat dat in 2008 is behaald is de instelling van het financieel toezicht. Samen met de inspanningen ter verbetering van het financieel beheer moet dit leiden tot een gezonde financiële startpositie voor de eilanden in hun nieuwe status. Het College financieel toezicht is in december 2007 gestart met zijn werkzaamheden ten behoeve van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en heeft zijn taken in december 2008 uitgebreid naar het Land Nederlandse Antillen, Curaçao en Sint Maarten. Dit was één van de voorwaarden voor de start van de schuldsanering. Voorwaarden zijn dat, zodra het College Financieel Toezicht een positief advies bij de begrotingen van het Land en Curaçao voor 2009 heeft afgegeven en Nederland een door een externe accountant goedgekeurd overzicht van de overheidsleningen heeft ontvangen.

In 2008 is het onderzoek afgerond naar de juridische en economische implicaties van de status van ultraperifeer gebied (UPG) voor de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen en Aruba. Tijdens een Algemeen Overleg op 9 oktober 2008 is het kabinetsstandpunt over de wenselijkheid van de UPG-status voor de BES-eilanden besproken. Voor het behouden van de LGO (landen en gebieden overzee)-status bleek een breed draagvlak te bestaan (zie kamerstukken 2007–2008, 31 700 IV, nr. 3 en 31 700 IV, nr. 25). Een mogelijk obstakel in het kader van het staatkundig veranderingstraject is hiermee weggenomen.

Instrumenten

Ter uitwerking van de akkoorden zijn drie projectgroepen ingesteld.

ProjectgroepTaakstelling projectgroepRealisatie in 2008
Wet Openbare Licha- men Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WolBES)Voorbereiding wetsvoorstellen WolBES en invoe- ringswet WolBESIn ontwerp gereed
Rechtspleging, rechtshandhaving en constitutionele zaken• Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie• Rijkswet Openbaar Ministerie• Rijkswet politie• Rijkswet Raad voor de Rechtshandhaving• Rijkswet tot wijziging van het Statuut• Rijkswet tot vaststelling van een zeegrens tussen Curaçao en Bonaire en tussen Sint Maarten en SabaIn ontwerp gereed
Financiën• Financieel beheer: verbetering beheerstelsel opdat financiële informatie betrouwbaar, volledig, controleerbaar en actueel is• Schuldsanering: bepaling schuldpositie, samenstelling schuld en wijze van schuldsanering• Financieel toezicht:In uitvoering
 • Amvrb Tijdelijk financieel toezicht BES• Amvrb Tijdelijk financieel toezicht Land Nederlandse Antillen, Curaçao en Sint MaartenGereed en in werking
 • Rijkswet Financieel toezichtIn ontwerp gereed

In 2008 heeft geen beleidsevaluatieonderzoek plaatsgevonden.

5. NIET-BELEIDSARTIKELEN

Nominaal en Onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)
3. Nominaal en onvoorzien Vastgestelde begrotingRealisatieVerschil
 2004200520062007200820082008
Verplichtingen00001 34901 349
        
Uitgaven00001 34901 349
1. Loonbijstelling    2430243
2. Prijsbijstelling    4990499
3. Onvoorzien    6070607

Toelichting

Dit artikel is bij slotwet leeggeboekt ter compensatie van een onderschrijding op het ontvangstenartikel.

6. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Inleiding

In de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt verslag gedaan van relevante kwaliteitsverbeteringen en aandachtspunten in de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf heeft conform de Comptabiliteitswet het karakter van een uitzonderingenrapportage. Voor de algemene en BZK brede onderwerpen en dossiers wordt verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf van het Jaarverslag Hoofdstuk VII. In deze paragraaf komen alleen de verplichte elementen en specifieke onderwerpen voor Hoofdstuk IV aan de orde, te weten de rechtmatigheid en de totstandkoming van de niet-financiële informatie.

Financiële rechtmatigheid en getrouwheid

In 2008 was er geen sprake van overschrijding van de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid en voor de getrouwe weergave.

Financieel en materieelbeheer

In het kader van financieel beheer is door de Auditdienst een aantal bevindingen en conclusies verbonden die moeten leiden tot te nemen maatregelen in 2009. In het proces van vastlegging van verplichtingen is in een aantal gevallen tekortkomingen vastgesteld. De tekortkomingen hadden betrekking op de tijdigheid en volledigheid. Eind 2008 is in overleg met de Auditdienst dit proces verder aangescherpt door de financiële spelregels onder de aandacht te brengen van medewerkers. De verwachting is dat door aanscherping van het proces nieuwe tekortkomingen kunnen worden voorkomen.

C. JAARREKENING 2008

7. DEPARTEMENTALE VERANTWOORDINGSSTAAT 2008

Begroting 2008

Koninkrijksrelaties

  (1)(2)(3)=(2)-(1)
Art.OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
  VerplichtingenUitgavenOntvangstenVerplichtingenUitgavenOntvangstenVerplichtingenUitgavenOntvangsten
 Totaal 210 25915 270 496 52413 956 – 286 2651 314
           
 Beleidsartikelen         
1Waarborgfunctie54 09054 0904 46860 35559 7114 618– 6 265– 5 621– 150
2Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners142 279154 82010 802411 392436 8139 338– 269 113– 281 9931 464
           
 Niet-Beleidsartikelen         
3Nominaal en onvoorzien1 3491 34900001 3491 3490

8. SALDIBALANS

SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 2008 VAN KONINKRIJKSRELATIES (IV)

1)Uitgaven 2008496 521 818 2)Ontvangsten 200813 954 792
       
3)Liquide middelen282 976 413 3a)Liquide middelen 
       
4)Rekening-courant RHB  4a)Rekening-courant RHB488 039 451
       
5)Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)2 861 708 6)Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)438 020
       
     Begrotingsreserve schuldsanering279 927 676
       
7)Openstaande rechten  7a)Tegenrekening openstaande rechten 
       
8)Extra-comptabele vorderingen293 091 858 8a)Tegenrekening extra-comptabele vorderingen293 091 858
       
9a)Tegenrekening extra-comptabele schulden  9)Extra-comptabele schulden 
       
10)Voorschotten172 757 101 10a)Tegenrekening voorschotten172 757 101
       
11a)Tegenrekening garantieverplichtingen70 487 787 11)Garantieverplichtingen70 487 787
       
12a)Tegenrekening openstaande verplichtingen56 204 178 12)Openstaande verplichtingen56 204 178
       
13)Deelnemingen8 144 818 13a)Tegenrekening deelnemingen8 144 818
 TOTAAL1 383 045 681  TOTAAL1 383 045 681

Toelichting op de saldibalans van Koninkrijksrelaties (IV) over het jaar 2008

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten 2008

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd (2008).

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken (gebaseerd op het laatste dagafschrift) en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.

Het totaalbedrag van € 282 976 413 is als volgt opgebouwd:

Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen50 238
Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba71 619
College Financieel Toezicht Antillen4 849
Bank Nederlandse Antillen Schuldsanering BES236 624 017
Bank Nederlandse Antillen SchuldsaneringNA43 303 659
Maduro & Curiel’s Bank CFT Inzake Bonaire1 970 331
Maduro & Curiel’s Bank CFT Inzake Saba479 468
Maduro & Curiel’s Bank CFT Inzake St. Eustatius472 232
Totaal282 976 413

Ad 4. Rekening-courant RHB

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen is het bedrag overeenkomstig het saldobiljet van genoemd departement.

Ad 5. Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Het bedrag van € 2 861 708 aan uitgaven buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

a. Vorderingen kasbeheerders Rijksdiensten:  
  Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen330 188
  Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba18 893
  College Financieel Toezicht Antillen17 850
b. Te vorderen van ministeries en derden1 290 084
c. Intra-comptabele voorschotten153 987
d. Intra-comptabele debiteuren1 028 996
e. Overlopende posten21 710
Totaal2 861 708

Ad a. Vorderingen kasbeheerders Rijksdiensten

De vorderingen van de Vertegenwoordigingen van Nederland in de Nederlandse Antillen en Aruba en die van het College Financieel Toezicht Antillen bestaan uit diverse vorderingen op ministeries en derden.

Ad b. Te vorderen van ministeries en derden

De vorderingen bestaan vooral uit te verrekenen BTW en kosten in het kader van uitgezonden personeel. Van de te verrekenen BTW staat een bedrag ad € 0,1 mln open die in 2009 bij de Belastingdienst zal worden gedeclareerd. De kosten van uitgezonden belastingambtenaren van Nederland naar de Nederlandse Antillen ad € 0,3 mln zullen volgens afspraak in 2009 worden verrekend met de Uitvoeringsorganisatie van de Stichting Ontwikkelingsfonds Nederlandse Antillen (USONA). De kosten van de uitzending van belastingambtenaren van Nederland naar Aruba ad € 0,1 mln zullen conform afspraak in 2009 worden verrekend met het Ministerie van Financiën. De doorberekening van de salariskosten projecten ad € 0,8 mln zal in 2009 plaatsvinden.

Ad c. Intra-comptabele voorschotten

Het saldo van € 0,1 mln is ontstaan in de jaren 2006 t/m 2008. De afhandeling van de posten uit 2006 en 2007 zal in 2009 plaatsvinden. De posten ontstaan in 2008 worden via de salarisadministratie ingehouden.

Ad d. Intra-comptabele debiteuren

Het saldo bestaat grotendeels uit een vordering op de Stichting Ontwikkelingsfonds Nederlandse Antillen (USONA) ad € 0,9 mln. Dit betreft de doorberekening van kosten Technische Bijstand en Belastingambtenaren.

Ad e. Overlopende posten

Dit betreft een vordering op BZK/Hoofdstuk VII.

Ad 6. Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)

Het bedrag van € 280 365 696 aan ontvangsten buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

a. Schulden kasbeheerders Rijksdiensten:  
  Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen17 413
b. Begrotingsreserve schuldsanering279 927 676
c. Overig intra-comptabele schulden23 922
d. Overlopende posten396 685
Totaal280 365 696

Ad a. Schulden kasbeheerders Rijksdiensten

De schuld van de Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen bestaat uit diverse af te dragen belastingen en betalingen onderweg.

Ad b. Begrotingsreserve schuldsanering

Eind 2008 is een bedrag ad € 203,0 mln gestort op een bestemmingsrekening van BZK bij de Bank Nederlandse Antillen. Het geld is bestemd voor de sanering van de betalingsachterstand van het Land, Curaçao en Sint Maarten. Met de sanering van deze schulden zal worden gestart op het moment dat het Land, Curaçao en Sint Maarten hun overzichten van betalingsachterstanden hebben ingediend, vergezeld van een goedkeurende accountantsverklaring.

Ad c. Overige intra-comptabele posten

Dit betreft voornamelijk een reservering betreffende IKAP.

Ad d. Overlopende posten

Het saldo bestaat uit een schuld aan BZK/Hoofdstuk VII. Dit betreft salariskosten van december die in 2009 verrekend zullen worden.

Ad 8. Extra-comptabele vorderingenAd 8a. Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

Het saldo per 31 december 2008 kan als volgt worden gespecificeerd:

Bedragen x € 1 000
 Totaal bedragKorte termijnLange termijnWaarvan < 1 jaarWaarvan > 1 jaar
1. Algemeen4 2234 223 3 835388
2. Ned. Antillen176 655176 655 14 375162 280
3. Aruba3 5163 516 3 516 
4. Leningen108 698 108 698 108 698
 293 092184 394108 69821 726271 366

1. Algemeen

De betalingsachterstanden van Aruba aan Nederland voor in totaal € 10,6 mln zijn in 2008 aan Aruba kwijtgescholden. Het openstaande vorderingensaldo is dan ook met dit bedrag verlaagd. Deze kwijtschelding maakt onderdeel uit van het aan Aruba gedane bod uit de opbrengst van het Plant hotel. Het besluit hierover is bij Memorandum of Understanding (MoU) tussen de Staatssecretaris van BZK en de Minister-president van Aruba op 29 september 2008 overeengekomen. Overeengekomen is dat de betalingsachterstanden van Aruba aan Nederland voor onder meer de Kustwacht in de periode 1999–2000 en de betalingsachterstand Solidariteitsfonds onderdeel uitmaken van de opbrengst en dat dit bedrag wordt aangewend ter compensatie van de betalingsachterstanden aan Nederland. In 2008 is de kustwachtbijdrage over het jaar 2007 van de Nederlandse Antillen (€ 3,0 mln) en Aruba (€ 1,2 mln) ontvangen. Verwacht wordt dat de vastgestelde bijdrage over het jaar 2008 van beide landen (€ 3,8 mln) in 2009 zal worden ontvangen.

2. Vordering op de Nederlandse Antillen

A. Specificatie aflossingsverplichtingen

Bedragen x € 1 000
 BegrotingsleningenNIO-leningenTotaal
1996 11 08711 087
1997 11 36411 364
1998 11 64811 648
1999 11 93911 939
2000 12 23812 238
2001 12 54412 544
2002 12 85812 858
2003 13 17913 179
200414713 50813 655
20053 79013 84617 636
20063 88414 19218 076
20071 68310 44112 124
20081 725 1 725
Totaal11 229148 844160 073

B. Overige vorderingen

De overige vorderingen bestaan uit:

– de verschuldigde rente over begrotingsleningen en de leningen in het kader van de verstrekte Liquiditeitssteun ad € 14,4 mln;

– de ingestelde contragarantie op de ALM-lening ad € 2,2 mln.

De nog in te vorderen rente op de liquiditeitssteun ad € 8,3 mln is niet in de administratie vastgelegd.

3. Vorderingen op Aruba

In 2008 zijn de betalingsachterstanden van Aruba aan Nederland kwijtgescholden. De kwijtschelding maakt onderdeel uit van het aan Aruba gedane bod uit de opbrengst van het Plant hotel. Het besluit hierover is in het Memorandum of Understanding (MoU) tussen de Staatssecretaris van BZK en de Minister President van Aruba op 29 september 2008 bekrachtigd. Overeengekomen is dat de betalingsachterstanden ad € 10,6 mln onderdeel uitmaken van de opbrengst en dat dit bedrag wordt aangewend ter compensatie van de betalingsachterstanden aan Nederland. Het betreft de betalingsachterstanden voor de bijdrage aan het Solidariteitsfonds € 2,7 mln en de niet betaalde voorfinanciering voor inzet Kustwacht uit 1999–2002 van € 7,9 mln.

Met de ondertekening van het MoU zijn de openstaande vorderingen van in totaal € 10,6 mln buiten invordering gesteld. De aflossingen en de rente over 2008 ad € 3,5 mln van de leningen die bij FMO geboekt staan, zijn opgenomen in de vorderingenadministratie.

4. Leningen

De door Koninkrijksrelaties verstrekte geldleningen (niet zijnde voorschotten) worden, conform het gestelde in de Regeling Departementale Begrotingsadministratie, afzonderlijk weergegeven.

Bedragen x 1 000
 Gehanteerde koersenBedrag in valutaBedrag in EUR
– Begrotingssteun Aruba    18 151
– Maatregel Tussenbalans    44 542
– Contragarantie EIB0,74(begrotingskoers in euro)USD6145
– Water- en Energiebedrijf Aruba (Akte 263-JZ/1995)0,42(begrotingskoers in euro)AFL22 9019 619
– Begrotingsleningen via de NPMNA0,42(begrotingskoers in euro)NAF3 3261 397
– Nederlandse Antillen Liquiditeitssteun0,42(begrotingskoers in euro)NAF3 2001 344
– Nederlandse Antillen Aanvullende liquiditeitssteun0,42(begrotingskoers in euro)NAF80 00033 600
Totaal    108 698

Begrotingssteun Aruba

In 1985 tot 1988 is aan Aruba een begrotingssteun verleend in de vorm van een lening van € 45,4 mln met een jaarlijkse rente van 2,5%. Vanaf eind 1994 vindt aflossing plaats in 25 jaarlijkse termijnen van € 1,8 mln. Eind 2018 zal de laatste aflossing plaatsvinden.

Maatregel Tussenbalans

In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn met ingang van 1991 begrotingsleningen verstrekt aan de Nederlandse Antillen en Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.

Niet alle leningsovereenkomsten zijn ondertekend. Dit is mede gelegen in het wetgevingstraject dat moet worden doorlopen, voortvloeiend uit de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen. Geldleningen ten name of ten laste van de Nederlandse Antillen kunnen alleen krachtens landsverordening worden aangegaan. Tevens dient bij landsbesluit te worden vastgelegd op welke wijze het land de Nederlandse Antillen in en buiten rechte wordt vertegenwoordigd.

Een specificatie van de leningen luidt als volgt:

Bedragen x € 1 000
 Bedrag hoofdsom per 31-12-2008Formalisering
1991 Nederlandse Antillen14 411*nee
1991 Aruba4 348ja
1992 Nederlandse Antillen6 537*nee
1992 Aruba5 143ja
1993 Nederlandse Antillen3 116*nee
1993 Aruba3 137ja
1994 Nederlandse Antillen1 547*nee
1994 Aruba1 273ja
1995 Nederlandse Antillen3 478ja
1995 Aruba212ja
2000 Nederlandse Antillen (OBNA)1 244concept
2001 Nederlandse Antillen (OBNA)96concept
Totaal44 542 

De betreffende landsverordeningen en landsbesluiten zijn vastgesteld voor de met * aangemerkte leningen.

Contragarantie

De contragarantie van de Nederlandse Antillen en Aruba op garantie van de rente en aflossingen van door de Europese Investeringsbank aan de Nederlandse Antillen en Aruba verstrekte leningen is opgenomen als extra-comptabele vordering.

Water- en Energiebedrijf Aruba

Begrotingslening ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse valuta ad AFL 28,0 mln. De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026 waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing is. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%.

Begrotingsleningen via de Nederlandse Participatie Maatschappij voor de Nederlandse Antillen (NPMNA)

Door tussenkomst van de NPMNA zijn begrotingsleningen verstrekt ter financiering van het navolgende project:

Bedragen x 1 000
 Hoofdsom in valutaHoofdsom in EURTrekkingen in valuta per 31-12-2008Trekkingen in EUR per 31-12-2008
– Zelfbouw Sint Maarten (SMHFF 1998.01) (108 675)NAF 3 3261 1973 3261 397
Totaal  3 3261 397

De gehanteerde koers voor de NAF/EUR is 0,42.

In 2008 is in het kader van de exitstrategie een aantal kredieten verkocht. Het betreft de kredieten Luchthaven Sint Maarten verstrekt aan de Luchthaven Veiligheid Financiering Maatschappij en Luchthaven Sint Maarten fase 1 Flamengopond dempen overeenkomst afgesloten met de Prinses Juliana International Airport Exploitatie Maatschappij.

De verstrekte lening «Zelfbouw Sint Maarten (SMHFF 1998.01)» afgesloten met de Sint Maarten Housing Finance Foundation is nog in beheer bij NPMNA. De balanswaarde bedraagt per ultimo 31 december 2008 NAF 3,3 mln. Ook deze lening zal op termijn in het kader van de exitstrategie worden verkocht.

Liquiditeitssteun Nederlandse Antillen

Ten behoeve van de liquiditeitssteun aan de Nederlandse Antillen zijn in 2000 in het kader van het IMF-traject twee leningen verstrekt. De leningen zijn opgesteld in Antilliaanse valuta en zijn groot NAF 32 mln en NAF 80 mln.

In 2004 is een deel van de eerstgenoemde lening omgezet in een renteloze gift van NAF 28,8 mln. Het openstaande saldo op beide leningen bedraagt per eind 2008 NAF 3,2 mln respectievelijk NAF 80 mln. Beide leningen zijn vanaf 2001 rentedragend waarbij het rentepercentage 2,5% bedraagt.

Ad 10. Openstaande voorschottenAd 10a. Tegenrekening openstaande voorschotten

De saldi van de per 31 december 2008 openstaande voorschotten en van de in 2008 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:

Bedragen x € 1 000
JaarSaldo 1 januari 2008Correctie 1 januari 2008Bevoorschot 2008Afgerekend 2008Saldo 31 december 2008
t/m 200460 059  16359 896
200527 002  3 71923 283
200617 76510 948 6 26422 449
200762 3685 694 42 47025 592
2008  42 14060341 537
Totaal167 19416 64242 14053 219172 757

De openstaande voorschotten zijn onder te verdelen in de navolgende begrotingsartikelen:

Artikel 01.01 Waarborgfunctie

Onder dit artikel worden uitzendingen van rechters en officieren van justitie naar de Nederlandse Antillen en Aruba gefinancierd. Nadat de uitzending is beëindigd worden de voorschotten definitief afgewikkeld. De financiering voor inzet Kustwacht en Recherchesamenwerking wordt ook ten laste van dit artikel gefinancierd. Afwikkeling van deze voorschotten geschiedt na ontvangst van de jaarrekening en de accountantsverklaring.

Artikel 02.02 Bevordering autonomie

Ten laste van dit artikel worden projecten van verschillende beleidssectoren gefinancierd. Bij de afsluiting c.q. afrekening van deze projecten dient voldaan te zijn aan de voorwaarden die bij de financiering van deze projecten zijn gesteld. Pas dan kunnen de voorschotten definitief worden afgewikkeld. In 2008 zijn in totaal 39 projecten afgesloten.

Ad 11. GarantieverplichtingenAd 11a. Tegenrekening garantieverplichtingen

Het bedrag van € 70 487 787 aan garantieverplichtingen is als volgt opgebouwd:

Garanties per 1 januari 2008  88 792 174 
Verleende garanties in 2008  11 880 135 
   100 672 309 
Vervallen garanties in 200814 198 174   
Uitbetaalde garanties in 200815 986 348   
   30 184 522-/-
Openstaande garanties per 31 december 2008  70 487 787 

De openstaande garantieverplichtingen zijn als volgt opgebouwd:

Bedragen x € 1 000
1. Garantie van rente en aflossing van door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden NV (N.I.O.) verstrekte leningsgelden70 443
2. Garantie van rente en aflossing van door de Europese Investeringsbank aan de Nederlandse Antillen en Aruba verstrekte leningen in EUR 4 247 mln.45
Totaal70 488

De gehanteerde koers voor de AFL/NAF/EUR is 0,42 en voor de USD/EUR is 0,74.

ad 1) Garantie NIO

De garantieverplichting bedraagt volgens de garantieovereenkomst van het Rijk per 31 december 2008 € 70,4 mln. De door de Nederlandse Antillen niet betaalde rente- en aflossingsverplichtingen op de NIO/FMO leningen zijn uit hoofde van de garantieovereenkomst door Nederland betaald. Een bedrag ad € 11,9 mln is door de Nederlandse Staat aan de FMO betaald en in de vorderingenadministratie opgenomen.

ad 2) Garantie Europese Investeringsbank

De garantieverplichting bij de Europese Investeringsbank (EIB) vloeit voort uit de borgtochtovereenkomst voor de OBNA Globale lening III-A tussen de Staat der Nederlanden en de EIB. Nederland staat garant voor leningen die de EIB verstrekt aan ACS en LGO-landen. Volgens opgaven van het EIB bedraagt de garantieverplichting op deze lening per ultimo 31 december 2008 € 0,04 mln.

Ad 12. Openstaande verplichtingenAd 12a. Tegenrekening openstaande verplichtingen

Het bedrag van € 56 204 178 aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

Verplichtingen per 1 januari 2008  102 324 432 
Aangegane verplichtingen in 2008  471 744 567 
    574 068 999 
Tot betaling gekomen in 2008496 521 818   
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren21 343 003   
   517 864 821-/-
Totaal openstaande verplichtingen per 31 december 2008  56 204 178 

Ad 13. DeelnemingenAd 13a.Tegenrekening deelnemingen

Financiering Deelnemingen en Participaties

Het verwerven van aandelen door de staat in privaatrechtelijke ondernemingen wordt conform het gestelde in de Regeling Departementale Begrotingsadministratie, tegen de oorspronkelijke aankoopprijs extra-comptabel vastgelegd. In onderstaande tabel wordt inzicht verkregen in de deelnemingen in privaatrechtelijke ondernemingen en nationale instellingen via de Nederlandse Participatie Maatschappij voor de Nederlandse Antillen (NPMNA). De hierin opgenomen gegevens zijn gebaseerd op een opgave van de NPMNA.

Bedragen x 1 000
 ValutaBedrag in valutaBedrag in EUR
Deelnemingen:   
Aruba Investment Bank NVAFL5 1232 152
Participaties:   
Curaçao Port Authority (Mega Cruise Steiger)NAF5 0002 100
Curinde NVNAF9 2693 893
Totaal  8 145

De deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de in 2008 geldende begrotingskoers (naf/afl/eur is 0,42).

In bovenstaande tabel is de portefeuille bestaande uit deelnemingen, participaties en leningen in beheer bij de NPMNA. De Curaçao Port Authority is eind 2008 verkocht.

D. BIJLAGEN

D1. Topinkomens

Op grond van artikel 6 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Stb. 2006, 95) is een overzicht opgenomen van medewerkers die in het verslagjaar meer verdiend hebben dan het gemiddelde belastbare loon van de ministers.

Bedragen in euro’s
FunctieBelastbaar Jaarloon 2007Pensioenafdrachten en overige voorzieningen betaalbaar op termijn 2007Totaal 2007Belastbaar jaarloon 2008Pensioenafdrachten en overige voorzieningen betaalbaar op termijn 2008OntslagvergoedingTotaal 2008MotiveringOpmerkingen

Voor wat betreft het begrotingshoofdstuk IV was in 2008 geen sprake van topinkomens als bedoeld in de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens.

D2. Overzicht niet-financiële informatie over inkoop van adviseurs en tijdelijk personeel

Inhuur externen is voor heel BZK opgenomen in de bijlagen van het begrotingshoofdstuk VII.

9. AFKORTINGENLIJST

AMFOAntilliaanse Medefinancieringsorganisatie
BESBonaire, Sint Eustatius en Saba
BBPBruto Binnenlands Product
BZKMinisterie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
CFTCollege Financieel Toezicht
DEODuurzame economische ontwikkeling
FDAFondo Desaroyo Aruba
GGCTGemeenschappelijke grenscontroles
IMFInternationaal Monetair Fonds
KMARKoninklijke Marechaussee
NANederlandse Antillen
NGONon-gouvernementele Organisatie
NIONederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden
PVNAPlan Veiligheid Nederlandse Antillen
RMRRijksministerraad
RSTRecherche Samenwerkingsteam
RTCRonde Tafel Conferentie
SEISociaal Economische Initiatief
SONAStichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen
TAMToekomst Antilliaanse Millitie
USONAUitvoeringsorganisatie Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen

10. TREFWOORDENREGISTER

AMFO 22, 42

Arubadeal 19

BBP 42

Begroting 6, 11, 13, 14, 16, 17, 18, 20, 21, 22, 24, 25, 27, 29, 30, 31, 32, 34, 35, 36, 37, 39, 40, 41

BZK 14, 16, 28, 32, 33, 34, 41, 42

DEO 24, 42

FDA 42

GGCT 42

Grenscontrole 22, 42

IMF 37, 42

Integriteit 24

Kustwacht 16, 17, 18, 33, 34, 37

NIO 34, 38, 42

Onderwijs 14, 19, 21, 23, 24

Openbaar Ministerie 16, 17, 21, 26

Overheidsfinanciën 19

PVNA 21, 22, 24, 42

Rechtshandhaving 13, 15, 16, 17, 18, 19, 24, 26

RMR 42

RST 16, 17, 18, 24, 42

RTC 42

Samenwerking 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 23, 24, 37, 42

Schuldsanering 14, 19, 20, 21, 25, 26, 30, 31, 32

SEI 20, 21, 23, 42

Sociale vormingsplicht 23

SONA 42

Staatkundig 13, 16, 19, 21, 22, 25

TAM 42

USONA 21, 31, 32, 42

Vreemdelingenketen 15, 19, 21, 22, 24

Waarborgfunctie 16, 17, 29, 37