31 924 I
Jaarverslag en slotwet Huis der Koningin 2008

nr. 8
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, heeft over het Rapportbij het Jaarverslag 2008 van het Huis der Koningin (Kamerstuk 31 924 I, nr. 2) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd.

De regering heeft deze vragen beantwoord bij brief van 4 juni 2009.

De vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt.

1

Hoe kan worden bewerkstelligd dat ook de bijlage over de «Overige uitgaven in andere jaarverslagen» integraal door een auditdienst worden gecontroleerd?

Zie vraag 2.

2

Kunnen de bevindingen van de ARK over de over meerdere ministeries verspreide uitgaven voor het Koninklijk Huis in een rapportage bijeen worden gezet? Zo ja, gaat dat ook gebeuren bij de volgende rapportage? Zo nee, waarom niet?

Zoals in de bijlage bij het Jaarverslag van het Huis der Koningin 2008 (Kamerstuk 31 924 I, nr. 1) is aangegeven, zal vanaf de begroting 2010 een nieuwe opzet worden gehanteerd. Het rapport van de stuurgroep die deze opzet heeft voorbereid, alsmede het kabinetsstandpunt daarbij, is op 6 maart 2009 naar de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II, 2008–2009, 31 700 I, nr. 5). Omdat in de nieuwe opzet alle uitgaven binnen de begroting vallen, zal de verantwoording over het beheer van de begroting en de controle daarop op de gebruikelijke manier kunnen plaatsvinden. Dit betekent dat de uitgaven een onderdeel vormen van de reguliere controle zoals deze door de auditdienst (bij Algemene Zaken is dit de auditdienst van Economische Zaken) en de Algemene Rekenkamer wordt uitgevoerd.

De Algemene Rekenkamer heeft hierbij aangegeven dat de nieuwe opzet mogelijkheden biedt voor een inzichtelijke en integrale verantwoording van de uitgaven van het Huis der Koningin aan de Tweede Kamer.

Tot de verantwoording over de begroting 2010 zal echter nog op de tot nu toe gebruikelijke wijze worden gerapporteerd.