Kamerstuk 31924-F-1

Jaarverslag Diergezondheidsfonds 2008

Dossier: Jaarverslag en slotwet Diergezondheidsfonds 2008

Gepubliceerd: 15 mei 2009
Indiener(s): Gerda Verburg (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31924-F-1.html
ID: 31924-F-1

31 924 F
Jaarverslag en slotwet Diergezondheidsfonds 2008

nr. 1
JAARVERSLAG VAN HET DIERGEZONDHEIDSFONDS (F)

Aangeboden 20 mei 2009

Inhoudsopgave blz.

A.Algemeen4
1.Verzoek tot dechargeverlening4
2.Leeswijzer7
   
B.Beleidsverslag8
3.Beleidsartikel8
4Bedrijfsvoeringsparagraaf17
   
C.Jaarrekening18
5.Verantwoordingsstaat 200818
6.Saldibalans20
   
D.Bijlage22
7.Lijst met gebruikte afkortingen22

A. ALGEMEEN

1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

Aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het Diergezondheidsfonds (F) over het jaar 2008 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit decharge te verlenen over het in het jaar 2008 gevoerde financiële beheer.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:

a) het gevoerde financieel en materieel beheer;

b) de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

c) de financiële informatie in het jaarverslag en jaarrekening;

d) de departementale saldibalans;

e) de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

f) de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

a) Het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2008;

b) Het voorstel van de slotwet over het jaar 2008 die met het onderhavige jaarverslag samenhangt.

c) Het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2008 met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

d) De verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2008 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2008 alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2008 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001);

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Het jaarverslag van het DGF bestaat uit het beleidsverslag over 2008 de jaarrekening en een bijlage met een lijst van gebruikte afkortingen.

In het beleidsverslag 2008 wordt verantwoording afgelegd over de voornaamste beleidsprioriteiten, de streefwaarden, de geleverde prestaties en de budgettaire gevolgen van beleid. De jaarrekening bestaat uit de verantwoordingsstaat en de saldibalans van het fonds.

B. BELEIDSVERSLAG

3. Beleidsartikel

01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

Algemene beleidsdoelstelling

De diergezondheidszorg is primair de verantwoordelijkheid van de (vee)houder. Het adequaat verzorgen van de dieren en het vragen van hulp van dierenartsen bij gezondheidsproblemen van de dieren vloeien daaruit voort. Zonder aan dit uitgangspunt afbreuk te doen, is ook duidelijk dat er andere belangen en verantwoordelijkheden zijn waarmee rekening moet worden gehouden. Mede daarom is in 2007 de Nationale Agenda Diergezondheid door de regering vastgesteld en aan de Tweede Kamer toegezonden. Hierin is het diergezondheidsbeleid in de volle breedte weergegeven. Een beleid dat op basis van een uitgebreide inventarisatie en oriëntatie tot stand is gekomen en in samenwerking met alle relevante partijen aan de hand van actiepunten verder wordt ontwikkeld en uitgewerkt.

In het geval de houder van het dier of de dierenarts verschijnselen zien die kunnen wijzen op een aangifteplichtige dierziekte, dient dit onmiddellijk te worden gemeld. Deze zorg voor de diergezondheid en melding van de houder en zijn of haar signalering van problemen is essentieel voor de bestrijding van (besmettelijke) dierziekten. Dat geldt des te sterker voor dierziekten waarbij de uitvoering door de overheid noodzakelijk en geboden is. Elke vertraging in de melding van dergelijke (besmettelijke) dierziekten doet de gevolgen en daarmee de overlast en de kosten meer dan evenredig toenemen.

Het DGF is het financiële instrument van de overheid voor de bewaking en bestrijding van dierziekten die door of in opdracht van de overheid worden uitgevoerd op grond van de daartoe in nationale wet- en regelgeving opgenomen verplichtingen. Het beleid, dat aan de basis ligt van de inzet van dit instrument, is weergegeven in het beleidsartikel 25 «Voedselkwaliteit en diergezondheid» van de begroting van LNV. In de begroting voor 2008 van het DGF is dat beleid nader uitgewerkt en zijn de te realiseren streefwaarden aangegeven.

Nederland is in 2006 voor het eerst geconfronteerd met een uitbraak van Bluetongue (blauwtong, BT) type 8. In 2007 breidde de ziekte zich zowel in gebied als in ernst van de verschijnselen in Nederland en grote delen van Europa uit. Door de herkauwerssector in Nederland de mogelijkheid te geven hun dieren tegen BT te vaccineren is het aantal uitbraken in 2008 zeer beperkt gebleven (82). Wel werd Nederland opgeschrikt door een besmetting met een vaccinvirus type 6 en rukte type 1 op vanuit Frankrijk. Naast deze nieuwe dierziekten stak ook de zoönose Q-koorts de kop op. Tot 2007 werden in Nederland elk jaar maximaal 20 ziektegevallen bij de mens gediagnosticeerd. In 2007 waren dit er bijna 200, vooral in een gebied rond Herpen. Omdat er een mogelijk verband is met abortus bij geiten is Q-koorts bij melkgeiten en melkschapen aangifteplichtige geworden en is in 2008 een vrijwillige vaccinatiecampagne georganiseerd en zijn hygiënemaatregelen genomen. De kosten van de vaccinatiecampagne kwamen, in verband met de experimentele aspecten en de relatie met volksgezondheid voor rekening van de overheid en zijn buiten het DGF gefinancierd. Naast deze nieuwe bedreigingen, blijven de activiteiten gericht op het tijdig opsporen van de bekende dierziekten zoals aviaire influenza (AI), klassieke varkenspest (KVP) en mond- en klauwzeer (MKZ).

Nederland is door de EU officieel vrij verklaard van bepaalde dierziekten. Om deze status te handhaven worden monitorings- c.q. bewakingsprogramma’s uitgevoerd. Daarnaast ondersteunen deze bewakingsonderzoeken de preventie voor de betreffende dierziekten. De uitgaven en ontvangsten van deze verplichte bewakingsprogramma’s worden in het DGF verantwoord op operationele doelstelling 0111.

Indien zich desondanks uitbraken van besmettelijke dierziekten voordoen is het beleid erop gericht deze – binnen de kaders van de EU-regelgeving – zo effectief mogelijk te bestrijden. Het bestrijdingsbeleid is er in de eerste plaats op gericht om de risico’s op de verspreiding van besmettelijke dierziekten zoveel mogelijk te beperken. Essentiële voorwaarde hiertoe is het tijdig signaleren van symptomen van besmettingen door onderzoek te doen naar verdachte gevallen. De uitgaven en ontvangsten die samenhangen met de bestrijding van besmettelijke dierziekten worden in het DGF verantwoord op operationele doelstelling 0112.

Afgezien van de uitgaven voor bewaking en bestrijding worden in het DGF ook de uitgaven en ontvangsten verantwoord voor welzijnsmaatregelen als gevolg van een uitbraak (operationele doelstelling 0113). Tenslotte wordt op operationele doelstelling 0114 de financiering van overige uitgaven verantwoord.

Bij de diverse (bovengenoemde) operationele doelstellingen wordt ingegaan op de realisatie in beleid en geld.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1 000
 RealisatieVastgestelde begroting 2008Verschil
 2005200620072008  
VERPLICHTINGEN18 35918 72015 59540 72825 24115 487
UITGAVEN18 35918 72015 59540 72825 24115 487
Beginsaldo8 70713 14331 24326 79016 00010 790
Programma-uitgaven18 35918 72015 59540 72825 24115 487
U0111 Bewaking van dierziekten5 5972 8123 3215 1083 5661 542
U0112 Bestrijding van dierziekten12 15515 90112 27223 4139 47513 938
U0113 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen000000
U0114 Overig6077212 20712 2007
ONTVANGSTEN22 79536 82011 14232 7119 24123 470
       
Eindsaldo13 14331 24326 79018 773 18 773

Toelichting op de uitgaven en verplichtingen

De hogere realisatie op U0112 houdt voornamelijk verband met uitgaven voor de bestrijding van het BT-virus. Het gaat hier om de aanschaf van de vaccins (ca. € 5 miljoen) en een vergoeding aan de houders voor ieder gevaccineerd dier als een tegemoetkoming in de gemaakte kosten van de vaccinatie (ca. € 9 miljoen). De uitgaven waren niet in de oorspronkelijke begroting geraamd.

Toelichting op de ontvangsten

De hogere ontvangstenrealisatie houdt verband met bijdragen van de productschappen en LNV voor de BT -campagne. Deze ontvangsten waren niet in de oorspronkelijke begroting geraamd. Daarnaast zijn voorschotten van de productschappen die betrekking hadden op 2007 pas in 2008 ontvangen.

Het voordelige eindsaldo 2008 ad. € 18,8 mln. zal bij Voorjaarsnota 2009 worden toegevoegd aan de DGF-begroting.

OmschrijvingRealisatieBegroting
Ontvangsten van het bedrijfsleven  
 Bijdrage van het PPE545481
 Bijdrage van het PVV5 2731 456
 Bijdrage van PZ9 3922 516
Ontvangsten van LNV17 2384 788
Overige ontvangsten in kader van de monitoring en bestrijdingsactiviteiten263
Totaal32 7119 241

Aanpassing maxima doorberekeningen aan productschappen

In februari 2005 is het gewijzigde «convenant bestrijding besmettelijke dierziekten LNV – PVV – PPE – PZ» door de convenantpartners ondertekend. In 2008 zijn conform de afspraken zoals weergegeven in het convenant, de maximale bedragen aangepast van de uitgaven van het DGF die aan de productschappen kunnen worden doorbelast. De indexering heeft betrekking op de kosten van de bestrijding en de omvang van de veestapel. Als indicator voor de stijgende kosten van de bewaking en bestrijding is het «consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens» bepalend en voor de mutaties in de veestapel zijn dat de cijfers van de landbouwtelling LEI – CBS.

Onderstaand zijn de door het bedrijfsleven gegarandeerde uitgangsmaxima weergegeven, na de indexering van 2008.

bedragen x €  1 000
Sector UitgangsbedragenBedragen na indexering 2008*
Rundveehouderij85 000 88 969 
Varkenshouderij125 000 136 685 
– AVP en SVD 46 000 50 300
– Overige dierziekten 79 000 86 385
Schapen/geitenhouderij5 600 6 513 
– Scrapie 2 269 2 639
– Overige dierziekten 3 331 3 874
Pluimveehouderij30 000 33 261 
– NCD 2 000 2 326
– Overige dierziekten 28 000* 30 935**
Totaal245 600 265 428 

* Onder voorbehoud in verband met afstemming met bedrijfsleven.

** De eerste € 18 miljoen respectievelijk de eerste € 20,935 miljoen van deze bedragen komen voor rekening van het bedrijfsleven.

Europese Ontwikkelingen

De Europese Commissie heeft het initiatief genomen om in Europees verband tot een herijking en herprioritering van het beleid op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn te komen. De Nationale Agenda Diergezondheid vormt de basis voor de Nederlandse inbreng in dat Europese proces (de Animal Health Strategy van de Commissie). Belangrijke punten bij deze inbreng zijn het opheffen van belemmeringen bij de toepassing van vaccinatie bij een uitbraak, de differentiatie van de doelgroepen, nadruk op preventie, categorisering van dierziekten, meer gelijkheid tussen lidstaten in de doorbelasting van de kosten van de dierziektebestrijding aan de sector.

Voorafgaand aan de Animal Health Strategy heeft, in opdracht van de Commissie, een evaluatie plaatsgevonden. Op basis daarvan is vastgesteld dat er aanmerkelijke verschillen bestaan tussen de lidstaten in het doorbelasten van de kosten van de dierziektebestrijding aan het bedrijfsleven. In de Animal Health Strategy is dit punt geagendeerd. Nederland zal hierbij actief participeren om grotere doorbelasting aan het bedrijfsleven in de EU lidstaten tot een meer algemeen principe geaccepteerd te krijgen.

De Europese commissie heeft in 2008 een actieplan voor de uitwerking van de Europese diergezondheidsstrategie uitgebracht. De daadwerkelijke uitwerking van de diverse acties wordt in 2009 verwacht.

01.11 Bewaking van dierziekten

De uitgaven die samenhangen met de uitvoering van een aantal bewakings- en monitoringsprogramma’s worden ten laste van deze operationele doelstelling verantwoord. Deze programma’s hebben ten doel de diergezondheidsstatus te bewaken en te monitoren en anderzijds te voldoen aan verplichtingen van de Europese Unie. Voor het behouden van door de EU erkende statussen «vrij van bepaalde dierziekten», moeten namelijk periodiek bewakingsprogramma’s worden uitgevoerd.

De eerste van deze bewakingsonderzoeken betreft het jaarlijkse onderzoek naar de afwezigheid van brucella melitensis bij schapen en geiten. De onderzoeken worden in opdracht van LNV door de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) uitgevoerd.

Voor BT heeft de EU een monitoringsprogramma verplicht gesteld dat deels door de EU wordt gefinancierd. Het programma richt zich niet alleen op de runderen en schapen / geiten, maar ook op de vector die verantwoordelijk is voor het overbrengen van de ziekte.

Jaarlijks wordt ook bewakingsonderzoek uitgevoerd naar de afwezigheid van klassieke varkenspest. Naast de programma’s voor het onderzoek bij dode dieren die bij de Gezondheidsdienst voor Dieren worden aangeboden om de doodsoorzaak vast te stellen en het onderzoek bij door jagers geschoten wilde varkens, worden ook de dode varkens onderzocht die zijn aangevoerd bij een aantal grote dierenartsenpraktijken.

Een dergelijk systeem om zieke en/of gestorven dieren te onderzoeken op besmettelijke dierziekten, vindt ook plaats bij pluimvee. Indien de doodsoorzaak van dieren niet duidelijk is of wanneer vogelpest niet uit te sluiten is op basis van het klinisch beeld, worden swabs (speeksel en mestmonsters) van de dieren door de betreffende dierenartspraktijk voor nader onderzoek doorgezonden aan het Centraal Veterinair Instituut van de Wageningen Universiteit .

Naast de bewaking van dierziekten bij pluimvee functioneert een early warning systeem op basis van de regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s. Dit early warning systeem is er op gericht dat pluimveehouders verhoogde sterfte van hun dieren melden aan de AID/VWA en klinische problemen en afwijkingen in het normale patroon van bijvoorbeeld voedsel- en wateropname rapporteren aan een dierenarts. Vervolgens stelt een dierenarts een onderzoek in en voor zover bij dit onderzoek het vermoeden van bijvoorbeeld vogelpest rijst, wordt aan de VWA een verdenking van AI gemeld en treedt de standaard procedure in werking voor verdenkingen. Dit systeem wordt begeleid en onderhouden door de Gezondheidsdienst voor Dieren.

Tot slot worden alle pluimveebedrijven tenminste eenmaal per jaar gemonitord op vogelpest. De kosten van deze integrale monitoring worden direct in rekening gebracht bij de betrokken pluimveehouders en komen derhalve niet ten laste van het DGF.

Streefwaarden

• Behoud van de huidige, officieel door de EU verleende, status vrij te zijn van een aantal dierziekten

• Inperken van het risico van het (nog) niet (kunnen) opmerken van een besmetting.

Het streven is erop gericht om voor een aantal dierziekten de EU-status «vrij van dierziekten» te behouden (zoals bijvoorbeeld voor klassieke varkenspest en brucellose). Deze streefwaarden zijn voor 2008 gerealiseerd. Bij de uitgevoerde bewakingsonderzoeken zijn geen besmettingen vastgesteld. In 2008 heeft de Nederlandse varkenssector, onder regie van het PVE en gefaciliteerd door LNV, de status «vrij van de Ziekte van Aujeszky» bereikt. De kosten van monitoring van deze ziekte worden direct in rekening gebracht bij de betrokken varkensveehouders en komen dus niet ten laste van het DGF.

De bewakingsprogramma’s dienen ook ter ondersteuning van de melding van dierziekten voor het geval deze niet worden opgemerkt. Aan de Europese Commissie is gerapporteerd over de resultaten van deze onderzoeken. Kosten van verplichte bewakingsmaatregelen worden in het kader van het convenant gefinancierd door het bedrijfsleven en de overheid.

Prestatiegegevens

Bedragen x € 1 000
 Realisatie 2008Begroting 2008
BewakingsprogrammaBedrijvenDierenUitgavenBedrijvenDierenUitgaven
Brucella (schaap/geit)1 48415 4256921 47515 000456
Onderzoek runderkadavers op BSE 67 4403 171 45 0001 620
TSE 14 224325 21 500704
KVP:     168
– tonsillen 3 68874 5 500 
– wilde zwijnen 54992 330 
AI:     218
– onderzoek wilde vogels 594  1 500 
– monitor vaccinatie hobbypluimvee1061 70975 22000 
Blue Tongue (sentinelmonitoring)27526 333679 39 600400
Totaal  5 108  3 566

Bron: DR (BSE en TSE), Erasmus Universiteit Rotterdam ( onderzoek wilde vogels) en GD (overig)

01.12 Bestrijding van dierziekten

Op deze operationele doelstelling worden de uitgaven verantwoord die gemaakt worden als een verdenking of een uitbraak van een wettelijk te bestrijden dierziekte zich voordoet. Het gaat dan om de uitgaven voor het onderzoek naar de verdenkingen en de bestrijdingsmaatregelen.

In het geval een rund in de periode van 100 dagen na inseminatie tot 21 dagen voor de normale afkalfdatum haar vrucht verliest (abortus) is er sprake van een verdenking van brucellose. Deze interpretatie en de daaraan verbonden gevolgen zijn van belang aangezien een brucellose besmetting niet of nauwelijks met uiterlijke verschijnselen gepaard gaat en een dergelijke abortus het enige vroegtijdige klinische signaal is dat een rund besmet kan zijn met brucellose. Bij een dergelijke abortus volgt nader onderzoek om definitief vast te stellen of er sprake is van een besmetting met brucellose of dat een andere oorzaak de abortus heeft veroorzaakt. De onderzoeken in 2008 hebben geen besmetting met brucellose aangetoond.

Het aantal vastgestelde gevallen van BSE in 2008 bedroeg 1. De annual incidence rate (aantal besmette dieren per miljoen runderen ouder dan 24 maanden) voor Nederland ligt daarmee op een vergelijkbaar niveau als voor 2006. Dit komt overeen met de verwachtingen. Na verscheidene jaren van afnemende BSE besmettingen, wordt voor de periode vanaf 2006 rekening gehouden met een constant maar beperkt aantal besmette dieren.

Het jaar 2008 was het vijfde jaar waarin de communautaire scrapie-bestrijdingsverplichtingen van kracht waren. In 2008 werden 12 schapenhouderijen besmet verklaard waarbij aangetekend moet worden dat de terugtracering van een positief dier naar de kudde van oorsprong met ingang van 2008 aanmerkelijk is verbeterd. Er werden in totaal 296 dieren geruimd en vernietigd.

Streefwaarden

Het streven is om zo snel en effectief mogelijk de dierziekte te bestrijden. Concreet houdt dit in dat bij een melding direct een onderzoek wordt ingesteld. Voor zover de verdachte verschijnselen duiden op een zeer besmettelijke dierziekte, moet binnen 3 uur een team ter plaatse een onderzoek instellen. Deze streefwaarde is voor 2008 gerealiseerd. Naar aanleiding van alle meldingen van een mogelijke dierziekte zijn onderzoeken uitgevoerd. In het onderstaande overzicht is het aantal meldingen / onderzoekingen weergegeven alsmede de resultaten daarvan.

DierziekteAantal meldingenResultaat onderzoek   
  positiefnegatiefnog geen uitslagGeen actie noodzakelijk
AI99909
Aujeszky11335
Amerikaans Vuilbroed22
Bluetongue5788245343
Brucella Ovis22
Brucella Suis847743
Brucellose AB12090624
Brucellose Melitensis1266
BSE3611223
Dourine11
Echinococcus22
EVA11
Inf. Haematopoietïsche Necrose321
Infectieuze ziekte11
Klassieke VarkensPest1010
Koepokken11
Koi Herpes11
Leptospirose22
Leucose3512581
Malleus321
Miltvuur33
MKZ11
Mycobacterium Avium11
NCD131102
Psittacose96473946
Q Koorts355291
Rabies138111234
Runderpest11
Salmonellose918
Scrapie15123
SVD532825
Tuberculose613659413
Vesiculaire Stomatitus22
Zwoegerziekte33
Totaal1 9871741 59922192

Bron: VWA

Toelichting

Daar waar geen actie is ondernomen was naar mening van het dierziektespecialistenteam van de VWA geen nader onderzoek nodig omdat op basis van de aanwezige verschijnselen een besmetting met de aangifteplichtige dierziekte niet aan de orde was.

Prestatiegegevens

Bedragen x € 1 000
 Realisatie 2008Begroting 2008
BestrijdingprestatiesBedrijven*DierenUitgavenBedrijvenDierenUitgaven
Verdenkingen      
– Brucellose (verwerpersonderzoek)  8748 00012000884
Tuberculose Rund  287   
– KVP  1015 200
– MKZ  5785 20
– AI (HPAI & LPAI)  8845 75
BT verdenkingen  378   
TSE (schaap/geit)  230   
       
Bestrijding      
– BSE  61 40
– TSE (schaap/geit)  4820 832
– BT  678   
       
Voorzieningen      
Crisisfaciliteiten GD  1 988  2 101
Crisiscapaciteiten Rendac  1 421  3 800
Waakvlamcontracten  527  505
Overig (bestrijdingsmiddelen, persoonlijke beschermingsmiddelen, etc)  1 304 718 
       
Vaccinatieregeling Bluetongue      
Aanschaf vaccins4 908     
Uitgaven BT regeling8 990     
Nabetalingen MKZ 2001282     
Uitgaven overige verdenkingen20     
Totaal  23 413  9 475

Bron: VWA, DR en GD

* Ten tijde van opstellen jaarrekening waren deze gegevens nog niet beschikbaar. Wordt later ingevoegd

De in het prestatieoverzicht opgenomen verdenkings- en bestrijdingsactiviteiten geeft een inzicht in de begrote reguliere activiteiten. Hieronder worden de posten Voorzieningen en Vaccinatieregeling Bluetonge nader toegelicht.

Voorzieningen

Naast bewaken en bestrijden, als dat aan de orde is, is het noodzakelijk om voorzieningen te treffen om onmiddellijk te kunnen bestrijden. Sommige van deze voorzieningen zijn leveringen of diensten van bedrijven. Voor de onmiddellijke beschikbaarheid daarvan worden met deze bedrijven (waakvlam)contracten gesloten en moet een vergoeding worden betaald. Daarnaast worden er voorraden materialen aangeschaft die nodig zijn bij een bestrijding.

Subsidieregeling vaccinatie Bluetongue

Bij het opstellen van de subsidieregeling BT heeft de departementsleiding gekozen voor een uitvoeringsvariant waarbij lage administratieve lasten voor de aanvrager centraal stonden. Uit een risicoanalyse is gebleken dat de risico’s op het gebied van misbruik en oneigenlijk gebruik beperkt zijn.

Na afloop van de vaccinatiecampagne en voor indiening van de declaratie bij de EU zal een beperkte steekproef worden gehouden. Deze is nog niet uitgevoerd.

01.13 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

Bij uitbraken van wettelijk te bestrijden dierziekten treden – op basis van het draaiboek – diverse veterinaire maatregelen in werking. Een van de maatregelen is het instellen van een vervoersverbod, waardoor in bepaalde gebieden het vervoer van bepaalde diercategorieën niet meer is toegestaan, danwel aan stringente voorwaarden is gebonden. Als gevolg van een vervoersverbod kunnen in deze gebieden welzijns- en huisvestingsproblemen ontstaan. Ter vermindering van de meest urgente welzijnsproblemen kan worden besloten om dieren op te kopen.

De streefwaarde bij deze operationele doelstelling is het beperken van de welzijnsproblematiek in geval van dierziektenuitbraken. In 2008 is de inzet van dit instrument niet nodig geweest.

01.14 Overig

Deze operationele doelstelling is voor de financiering van overige uitgaven, zoals de eventuele terugstorting van de voorfinanciering naar de begroting van LNV en uitgaven die o.a. betrekking hebben op de voedselveiligheid en daarmee samenhangend de diergezondheid. Omdat het karakter van een dergelijke samenloop van voedselveiligheid en diergezondheid op voorhand niet is te voorspellen, zijn geen streefwaarden opgenomen.

Evaluatie

De evaluatie van het beleid dat aan de basis ligt van de inzet van het DGF, is weergegeven bij het beleidsartikel 25 «Voedselkwaliteit en diergezondheid» van de begroting van LNV.

4 Bedrijfsvoeringsparagraaf

Inleiding

In de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt verantwoording afgelegd over de rechtmatigheid van uitgaven en de totstandkoming van beleidsinformatie. Voor specifieke opmerkingen in de bedrijfsvoering wordt verwezen naar het jaarverslag van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Rechtmatigheid

Op basis van de mij beschikbare informatie zijn er geen onrechtmatigheden geconstateerd die de tolerantiegrens overschrijden.

Totstandkoming van beleidsinformatie

Op basis van de mij beschikbare informatie zijn er geen relevante tekortkomingen geconstateerd in de totstandkoming van beleidsinformatie.

C. JAARREKENING

De jaarrekening bestaat uit de verantwoordingsstaat 2008, de in het beleidsverslag opgenomen tabel financiële toelichting bij de verantwoordingsstaat en de saldibalans met de daarbij behorende toelichting.

5. Verantwoordingsstaat 2008

(Bedragen in € 1 000)
  (1)(2)(3)
ArtOmschrijvingOorspronkelijke vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
  VerplichtingenUitgavenOntvangstenVerplichtingenUitgavenOntvangstenVerplichtingenUitgavenOntvangsten
01Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen25 24125 2419 24140 72840 72832 71115 48715 48723 470
 Sub-totaal25 24125 2419 24140 72840 72832 71115 48715 48723 470
 Voordelig eindsaldo 2007  16 000  26 790  10 790
 Sub-totaal         
 Voordelig eindsaldo 2008   18 77318 773 18 77318 773 
 Totaal25 24125 24125 24159 50159 50159 50134 26034 26034 260

Mij bekend

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Financiële toelichting bij de verantwoordingsstaat DGF 2008

Bedragen x € 1 000
 RealisatieVastgestelde begroting 2008Verschil
 2005200620072008  
VERPLICHTINGEN18 35918 72015 59540 72825 24115 487
UITGAVEN18 35918 72015 59540 72825 24115 487
Beginsaldo8 70713 14331 24326 79016 00010 790
Programma-uitgaven18 35918 72015 59540 72825 24115 487
U0111 Bewaking van dierziekten5 5972 8123 3215 1083 5661 542
U0112 Bestrijding van dierziekten12 15515 90112 27223 4139 47513 938
U0113 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen000000
U0114 Overig6077212 20712 2007
ONTVANGSTEN22 79536 82011 14232 7119 24123 470
       
Eindsaldo13 14331 24326 79018 773 18 773

Toelichting op de uitgaven en verplichtingen

De hogere realisatie op U0112 houdt voornamelijk verband met uitgaven voor de bestrijding van het BT-virus. Het gaat hier om de aanschaf van de vaccins (ca. € 5 miljoen) en een vergoeding aan de houders voor ieder gevaccineerd dier als een tegemoetkoming in de gemaakte kosten van de vaccinatie (ca. € 9 miljoen). De uitgaven waren niet in de oorspronkelijke begroting geraamd.

Toelichting op de ontvangsten

De hogere ontvangstenrealisatie houdt verband met bijdragen van de productschappen en LNV voor de BT-campagne. Deze ontvangsten waren niet in de oorspronkelijke begroting geraamd. Daarnaast zijn voorschotten van de productschappen die betrekking hadden op 2007 pas in 2008 ontvangen.

Het voordelige eindsaldo 2008 ad. € 18,8 mln. zal bij Voorjaarsnota 2009 worden toegevoegd aan de DGF-begroting.

OmschrijvingRealisatieBegroting
Ontvangsten van het bedrijfsleven  
 Bijdrage van het PPE545481
 Bijdrage van het PVV5 2731 456
 Bijdrage van PZ9 3922 516
Ontvangsten van LNV17 2384 788
Overige ontvangsten in kader van de monitoring en bestrijdingsactiviteiten263
Totaal32 7119 241

6.  Saldibalans

Saldibalans per 31 december 2008

(Bedragen in euro’s)
1.Uitgaven ten laste van de begroting40 727 408 2.Ontvangsten ten gunste van de begroting32 711 378
4.Rekening courant Rijkshoofdboekhouding30 755 277 2a.Saldo uitg/middelen voorg. Dienstjaren26 788 665
5.Uitgaven buiten begrotingsverband (=intra-comptabele vorderingen)17 122 6.Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intra-comptabele schulden)11 999 764
8.Extra-comptabele vorderingen1 751 447 8a.Tegenrekening extra-comptabele vorderingen1 751 447
10Voorschotten11 974 622 10aTegenrekening voorschotten11 974 622
11Garantieverplichtingen236 561 705 11aTegenrekening garantieverplichtingen236 561 705
 Totaal321 787 581  Totaal321 787 581

De toelichting op de saldibalans (bedragen in euro’s)

De balansposten zijn bepaald en gewaardeerd overeenkomstig de geldende voorschriften van de Comptabiliteitswet.

Balanspost 1. Uitgaven ten laste van de begroting 2008 40 727 408

De op deze post verantwoorde uitgaven komen overeen met de uitgaven opgenomen in de verantwoordingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, over het jaar 2008.

Balanspost 2. Ontvangsten ten gunste van de begroting 2008 32 711 378

De op deze post verantwoorde ontvangsten komen overeen met de ontvangsten opgenomen in de verantwoordingsstaat, onderdeel ontvangsten, over het jaar 2008.

Balanspost 4. Rekening-courant RIC 30 755 277

Deze post geeft het tegoed weer dat het DGF heeft bij het ministerie van Financiën.

Balanspost 5. Uitgaven buiten begrotingsverband (=intracomptabele vorderingen) 17 122

Onder de uitgaven buiten begrotingsverband zijn met derden te verrekenen posten opgenomen in het kader van de dierziektenbestrijding. Deze posten worden in 2009 verrekend.

Balanspost 6. Ontvangsten buiten begrotingsverband 11 999 764

Onder de ontvangsten buiten begrotingsverband zijn met derden in 2009 te verrekenen posten opgenomen.

Balanspost 8. Extra-comptabele vorderingen 1 751 447

Onder de extra-comptabele vorderingen zijn vorderingen op derden opgenomen.

Balanspost 10. Voorschotten 11 974 622

In de verklarende tabel wordt per operationele doelstelling toegelicht wat de openstaande voorschotten zijn. Een gedeelte van de openstaande voorschotten is in 2008 afgerekend.

Toelichting

Bedragen in euro’s
Operationele doelstelling 
0111 Bewaking van dierziekten951 826
0112 Bestrijding van dierziekten11 022 796
0113 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen 
0114 Overig 
Totaal Voorschotten11 974 622

Afwikkeling voorschotten

Bedragen in euro’s
Openstaande voorschotten op 1–1-200812 071 517
Opgeboekte voorschotten5 658 767
Afgeboekte voorschotten5 755 662
Openstaande voorschotten op 31–12–200811 974 622

Ouderdom voorschotten

Bedrag x € 1000
Opgeboekt in 2001300 054
Opgeboekt in 20035 980 541
Opgeboekt in 20041 099 292
Opgeboekt in 2006 
Opgeboekt in 2007 
Opgeboekt in 20084 594 735
Openstaande voorschotten op 31–12–200811 974 622

Het nog openstaande voorschot uit 2003 betreft een lopend geschil met één bedrijf.

De jaren 2002, 2005, 2006 en 2007 zijn volledig afgewikkeld.

Balanspost 11.

Garantieverplichtingen «nieuwe» convenant 236 561 705

Op deze post zijn de garantiestellingen van het bedrijfsleven opgenomen.

Toelichting

Garantiestelling per 1-1-2008241 460 465
Ophoging 20089 735 000
Ontvangen van Productschappen14 633 760
Garantiestelling per 31–12–2008 (incl. liquide middelen)236 561 705

D. BIJLAGE

7. Lijst met gebruikte afkortingen

AIAviaire Influenza/Vogelpest
AIDAlgemene Inspectiedienst
AVPAfrikaanse varkenspest
BSEBovine Spongiform Encephalopathy
BTBlauwtong (Blue Tongue)
CVI-WURCentraal Veterinair Instituut Wageningen Universiteit
DGFDiergezondheidsfonds
EUEuropese Unie
GDGezondheidsdienst voor Dieren
KVPKlassieke Varkenspest
LEILandbouw Economisch Instituut
MKZMond- en Klauwzeer
NADNationale Agenda Diergezondheid
NCDNew Castle Diseases
PPEProductschap voor Pluimvee en Eieren
PVVProductschap voor Vee en Vlees
PZProductschap voor Zuivel
TSETransmissible Spongiform Encephalopathies
VWAVoedsel en Waren Autoriteit