Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat enkele, beperkte wijzigingen in de Wet op de zorgtoeslag en de Zorgverzekeringswet dienen te worden aangebracht en een bepaling in een wijzigingswet dient te vervallen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Aan artikel 3 van de Wet op de zorgtoeslag wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
3. De standaardpremie voor een partner van een persoon als bedoeld in artikel 69 van de Zorgverzekeringswet wordt overeenkomstig het eerste lid vastgesteld, tenzij deze partner een persoon is als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Zorgverzekeringswet.
Aan artikel 118a van de Zorgverzekeringswet wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald op welke wijze het College zorgverzekeringen de beheerskosten, bedoeld in artikel 39, derde lid, onderdeel f, vaststelt.
Artikel III, onderdeel B, van de Wet van 13 december 2007 tot wijziging van de Zorgverzekeringswet en andere wetten met het oog op het verzwaren van het premie-incassoregime en andere maatregelen om de werking van het met die wet en de Wet op zorgtoeslag in het leven geroepen stelsel te optimaliseren (verzwaren incassoregime premie en andere maatregelen zorgverzekering; Stb. 2007, 540) vervalt.
1. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
2. Artikel II werkt terug tot en met 1 januari 2009.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,