Ontvangen 13 januari 2010
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel X, artikel 66d, vervalt het tweede lid.
In artikel I, onderdeel X, artikel 66d, vervalt het vierde lid.
Het Wetsvoorstel verbetering gasmarkt voorziet in de toevoeging van artikel 66d aan de Gaswet. In dit artikel is voor de verkoper van gas de verplichting opgenomen om de overname van de programmaverantwoordelijkheid separaat van de verkoop van gas aan de koper aan te bieden. Daarbij is het de verkoper van gas niet toegestaan te eisen dat de koper van gas de programmaverantwoordelijkheid overdraagt (artikel 66d, lid 1, sub b van de Gaswet). Dit verbod geldt echter niet indien de koper van gas met de verkoper van gas is overeengekomen dat de hoeveelheid te kopen gas wordt bepaald door de feitelijke onttrekking van gas aan het gastransportnet op één of meer aansluitingen (artikel 66d, lid 2 Gaswet). Dit zijn de zogenaamde exclusieve «all-in contracten» (transport, gas en flexibiliteit), zoals die vaak worden aangeboden door de partij zoals genoemd in artikel 54 van de gaswet. Artikel 66d, lid 4 is een spiegeling van artikel 66 d lid 2, waarmee de koper van gas in het kader van het kleine velden beleid (GasTerra) de programmaverantwoordelijkheid kan opeisen van producenten van gas.
De uitzonderingen in artikel 66d, lid 2 en 4 zorgen ervoor dat de keuzevrijheid van afnemers en leveranciers wordt beperkt en dat de huidige dominante positie van GasTerra in stand wordt gehouden, dan wel wordt verstrekt. Het behouden van de PV biedt voor GasTerra aanzienlijke waarde. In de Memorie van Toelichting staat dat deze uitzondering (de opeisbaarheid van de programmaverantwoordelijkheid) de huidige, veel bestaande praktijk, waarbij gas niet kan worden doorverkocht, in stand wordt gehouden. Het laten voortbestaan van de huidige situatie zorgt ervoor dat concurrentie voor leveranciers aan kleinverbruikers niet echt van de grond komt. Het overgrote deel van deze leveranciers koopt in bij GasTerra en biedt dus gas aan onder dezelfde voorwaarden. Een leverancier kan niet een keer gas doorverkopen of goedkoper elders inkopen in dit systeem. De mogelijkheid om door handig te handelen voordeel aan de klant te bieden is dus beperkt.
Bovendien zijn de uitzonderingen in artikel 66d, lid 2 en 4 niet in lijn met de motie Crone c.s. die de regering verzocht heeft om de liquiditeit en de transparantie van gasmarkt (TTF) te versterken. Het volume op de TTF is de laatste jaren gegroeid, maar de mate van verhandelbaarheid van gas is gedaald. Ook de NMa geeft in haar jaarlijkse marktmonitor aan dat op de gasmarkt meeste energieleveranciers voor de inkoop van gas alleen terecht kunnen bij Gasterra (tegen de voorwaarden van Gasterra). Hierdoor zijn er volgens de NMa nog onvoldoende mogelijkheden voor concurrentie tussen de leveranciers. Met name nieuwe toetreders kunnen moeilijk een marktaandeel verwerven.
De Nederlandse regering mag geen maatregelen nemen die in strijd zijn met de regels van het EG-Verdrag, met name de mededingingsregels. Er zijn goede argumenten om te stellen dat artikel 66d, lid 2 en lid 4 van de Gaswet kwalificeren als een bijzonder recht in de zin van artikel 86, lid 1, EG-Verdrag. Het voorgestelde artikel 66d, lid 2 en 4 van de Gaswet houden namelijk een wettelijke maatregel in, die bescherming biedt aan een klein aantal gasleveranciers, dat in staat is gas op basis van flexibele contracten aan te bieden. Door dit bijzondere recht raakt GasTerra in de positie haar machtspositie op de markt voor het aanbieden van flexibiliteit te gebruiken om ook een sterke positie te verkrijgen op de (toekomstige) markt voor het aanbieden van programmaverantwoordelijkheid. Artikel 66d, lid 2, Gaswet zet GasTerra er aldus toe aan misbruik te maken van haar machtspositie. Bovendien leidt artikel 66d, lid 2, Gaswet ertoe dat de leveranciers van gas door middel van flexibele contracten ertoe aangezet worden in strijd met het kartelverbod van artikel 81, lid 1, EG-Verdrag te handelen doordat het overdragen van de programmaverantwoordelijkheid afnemers, beperken in de doorverkoop van gas aan andere partijen.Dit betekent dat het voorgestelde artikel 66d, lid 2, Gaswet in strijd is met artikel 86, lid 1, EG-Verdrag en dus niet in stand kan blijven.
Door het schrappen van artikel 66d, lid 2 en 4 wordt de voortzetting van de huidige praktijk géén automatisme en zal de keuzevrijheid en de marktwerking op de gasmarkt worden versterkt. Pas dan wordt de gasmarkt echt versterkt. Nu lopen er wel leveringen over TTF, maar die kunnen niet worden doorverkocht, waardoor de gasmarkt er niet bij gebaat is. Door het schrappen van de leden 2 en 4 van artikel 66d wordt de vrijheid voor zowel afnemers als producenten vergroot. Zij kunnen er nog steeds voor kiezen om de programmaverantwoordelijkheid over te dragen. Sterker nog, veel partijen, zoals midden- en kleinbedrijven zullen dat graag willen doen, zodat zij hun gaslevering zo snel en simpel mogelijk kunnen afhandelen. Andere partijen zullen echter graag de vrijheid willen hebben om soms iets door te verkopen, of iets extra in te kopen via TTF. Met hun verschillende leveranciers van gas kunnen zij dan afspraken maken over de bandbreedte van afname. Of zij kunnen standaardproducten op TTF kopen, waarmee zij zelf een eigen portfolio kunnen samenstellen. Het schrappen van artikel 66d:2 en 4 biedt daarmee meer ruimte om te gaan handelen en zal daarmee TTF kunnen versterken.
Zijlstra