Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 te wijzigen in verband met de versterking van de werking van de gasmarkt, de verbetering van de energie-infrastructuur, de verduurzaming van de energiehuishouding en de evaluatie van deze wetten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Gaswet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:
d. gastransportnet: niet tot een gasproductienet behorende, met elkaar verbonden leidingen of hulpmiddelen bestemd of gebruikt voor het transport van gas, met inbegrip van hulpmiddelen en installaties waarmee ondersteunende diensten voor dat transport worden verricht, behoudens voor zover deze leidingen en hulpmiddelen gelegen zijn binnen de installatie van de afnemer;.
2. In het eerste lid, onderdeel n, vervalt «, met uitzondering van een gastransportnet als bedoeld in artikel 18h, eerste lid,».
3. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel x, door een puntkomma, worden vijf onderdelen toegevoegd, luidende:
y. programmaverantwoordelijkheid: de verantwoordelijkheid voor het opstellen van een programma als bedoeld in artikel 17b, eerste of tweede lid;
z. programmaverantwoordelijke: degene op wie programmaverantwoordelijkheid rust;
aa. continentaal plat: het onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, waarop het Koninkrijk mede overeenkomstig het op 10 december 1982 te Montego-Bay gesloten Verdrag inzake het recht van de zee (Trb. 1983, 83) soevereine rechten heeft en welke is gelegen aan de zeezijde van de in artikel 1, eerste lid, van de Wet grenzen Nederlandse territoriale zee bedoelde lijn;
ab. landsgrensoverschrijdend gastransportnet: een gastransportnet dat de grens van tenminste twee landen overschrijdt en dat uitsluitend als doel heeft de gastransportnetten van die landen onderling te koppelen;
ac. aansluitpunt: het deel van de aansluiting vanaf het gastransportnet tot en met de eerste afsluiter.
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Deze wet en de daarop berustende bepalingen zijn mede van toepassing op gasopslaginstallaties, LNG-installaties en landsgrensoverschrijdende gastransportnetten die zijn gelegen binnen de Nederlandse exclusieve economische zone of op het continentaal plat.
Artikel 2b komt te luiden:
1. Artikel 2, eerste lid, is niet van toepassing voor degene aan wie een landsgrensoverschrijdend gastransportnet toebehoort.
2. Degene aan wie een landsgrensoverschrijdend gastransportnet toebehoort, wijst voor het beheer van dat transportnet een interconnector-beheerder aan. De aanwijzing wordt gemeld aan Onze Minister.
3. Een aanwijzing als bedoeld in het tweede lid geldt voor een periode van tien jaar, te rekenen vanaf de dag waarop de aanwijzing aan Onze Minister is gemeld.
4. Artikel 5, eerste lid, en 6, eerste tot en met derde lid zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de interconnector-beheerder geen naamloze of besloten vennootschap behoeft te zijn.
5. Artikel 3, eerste en derde lid, 3c, 4, eerste lid, 10, eerste, tweede en vierde lid, 12 tot en met 16, 19, 20, 37 en 39a zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 82 is van overeenkomstige toepassing, rekening houdend met het grensoverschrijdende karakter en de regulering van de andere lidstaat.
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid, komt te luiden:
2. Een netbeheerder dient om het jaar bij de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een door hem vastgesteld document in waarin hij:
a. aangeeft welk kwaliteitsniveau hij nastreeft,
b. aangeeft welke veiligheidsindicatoren hij toepast,
c. aannemelijk maakt dat hij beschikt over een doeltreffend kwaliteitsbeheerssysteem voor zijn transportdienst,
d. aannemelijk maakt dat hij over voldoende capaciteit beschikt om te voorzien in de totale behoefte aan het transport van gas, en
e. aangeeft welke investeringen ter uitbreiding van zijn gastransportnet naar zijn oordeel noodzakelijk zijn om te voorzien in de totale behoefte aan het transport van gas.
2. In het derde lid wordt, onder verlettering van de onderdelen b tot en met e tot c tot en met f, na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. de veiligheidsindicatoren;.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. De netbeheerder handelt naar zijn voornemens, opgenomen in het document, bedoeld in het tweede lid. Hij meldt de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit indien hij hiervan heeft afgeweken.
Artikel 8a komt te luiden:
1. Indien zich met betrekking tot een gastransportnet een voorval voordoet of heeft voorgedaan, waardoor nadelige gevolgen voor de mens of het milieu zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, meldt de netbeheerder dat voorval zo spoedig mogelijk aan Onze Minister.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld ten aanzien van de door de netbeheerder te nemen maatregelen ten aanzien van de veiligheid en betrouwbaarheid van zijn netten.
3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ten aanzien van de meldplicht, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 9 komt te luiden:
1. Indien naar het oordeel van de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit uit het document, bedoeld in artikel 8, of uit de overzichten, bedoeld in artikel 35b, of anderszins, blijkt dat een netbeheerder in onvoldoende mate of op een ondoelmatige wijze kan of zal kunnen voorzien in het door hem te bereiken niveau van de kwaliteit van zijn transportdienst of in de totale behoefte aan capaciteit voor het transport van gas over de door hem beheerde netten, meldt hij zulks na overleg met de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en de netbeheerder van het desbetreffende net aan Onze Minister.
2. Nadat hij een melding heeft ontvangen, kan Onze Minister aan de desbetreffende netbeheerder opdragen voorzieningen te treffen teneinde zeker te stellen dat het transport van gas in voldoende mate of op een doelmatige wijze plaatsvindt.
3. Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van de opdracht, bedoeld in het tweede lid.
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt aan het slot van onderdeel a «en».
2. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b, door «en» een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. de netbeheerder van het landelijk gastransportnet informatie over de actuele gasstromen op zijn net.
3. Het zesde lid wordt vernummerd tot zevende lid.
4. Na het vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
6. Een netbeheerder heeft, in aanvulling op de in het eerste, derde en vijfde lid genoemde taken, in het voor hem krachtens artikel 12f vastgestelde gebied tevens tot taak om:
a. een ieder die verzoekt om een aansluiting die een doorlaatwaarde heeft kleiner dan 40 m3 per uur te voorzien van deze aansluiting, tenzij de verzoeker aangesloten is of aangesloten wordt op een warmtenet als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Warmtewet;
b. een ieder die verzoekt om een aansluitpunt ten behoeve van een aansluiting die een doorlaatwaarde heeft groter dan 40 m3 per uur te voorzien van dit aansluitpunt.
5. In het zevende lid (nieuw) wordt «het vijfde lid» vervangen door: het vijfde en zesde lid.
Artikel 10a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel c komt te luiden:
c. ten behoeve van gebruikers van het door hem beheerde gastransportnet:
1°. indien noodzakelijk gelet op het verschil tussen de kwaliteit van het op het gastransportnet ingevoede gas en het aan het gastransportnet onttrokken gas, gas met een hogere energie-inhoud naar een lagere energie-inhoud administratief of fysiek om te zetten;
2°. indien noodzakelijk gelet op het verschil tussen de kwaliteit van het op het gastransportnet ingevoede gas en het aan het gastransportnet onttrokken gas, gas met een lagere energie-inhoud naar een hogere energie-inhoud administratief om te zetten, voor zover er gas met een hogere energie-inhoud voor omzetting beschikbaar is;
3°. gas in de gewenste samenstelling te brengen, tenzij deze taken redelijkerwijs niet van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet kunnen worden gevergd;.
2. Onderdeel e komt te luiden:
e. een programmaverantwoordelijke actuele informatie te verschaffen over:
1°. de mate waarin hij zich overeenkomstig zijn programma als bedoeld in artikel 17b, eerste en tweede lid, gedraagt;
2°. de mate waarin het landelijk gastransportnet in evenwicht is.
Artikel 12a komt te luiden:
Met inachtneming van de in artikel 12 bedoelde regels zenden de gezamenlijke netbeheerders aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een voorstel met betrekking tot de door hen jegens netgebruikers te hanteren tariefstructuren dat de elementen en wijze van berekening beschrijft van:
a. het tarief voor transport van gas, met inbegrip van invoer, uitvoer en doorvoer van gas en de het transport ondersteunende diensten ten behoeve van netgebruikers en met inbegrip van de in artikel 10a, eerste lid, onderdelen a, b, voor zover het herstel van ernstige verstoringen betreft, c, e, f en g, omschreven wettelijke taken,
b. de tarieven waarvoor de netbeheerder van het landelijk gastransportnet uitvoering zal geven aan zijn in artikel 10a, eerste lid, onderdelen b, voor zover niet reeds onder a bedoeld, en d, omschreven taken en
c. de tarieven voor meting van gas bij afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, voor het verzorgen van een aansluiting als bedoeld in artikel 10, zesde lid, onder a, of een aansluitpunt als bedoeld in artikel 10, zesde lid, onderdeel b.
Artikel 12b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «afnemers» vervangen door: netgebruikers.
2. In het eerste lid, onderdeel d, wordt «artikel 10a, eerste lid, onderdelen a, b, c, d, en g,» vervangen door: artikel 10a, eerste lid, onderdelen a, b, c, d, e en g.
3. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel e, door een puntkomma wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
f. de gebiedsindeling van de netbeheerders ten behoeve van de uitvoering van de taak, genoemd in artikel 10, zesde lid.
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. In de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en d, worden in ieder geval regels gesteld met betrekking tot:
a. de programmaverantwoordelijkheid;
b. de programma’s, bedoeld in artikel 17b, eerste en tweede lid;
c. de omgang met afwijkingen van de programma’s;
d. de voorwaarden waaronder de programmaverantwoordelijkheid kan worden overgedragen;
e. de wijze waarop de netbeheerder van het landelijk gastransportnet een ernstige verstoring van het evenwicht van het door hem beheerde gastransportnet voorkomt of herstelt.
In artikel 13, tweede lid, wordt «wil hanteren voor het verlenen» vervangen door: wil hanteren voor het sluiten van overeenkomsten over het verlenen.
In artikel 17 wordt «het onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, waarop het Koninkrijk mede overeenkomstig het op 10 december 1982 te Montego-Bay gesloten Verdrag inzake het recht van de zee (Trb. 1983, 83) soevereine rechten heeft en hetwelk is gelegen aan de zeezijde van de in artikel 1, eerste lid, van de Wet grenzen Nederlandse territoriale zee bedoelde lijn» vervangen door: het continentaal plat.
Na artikel 17a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Degene die gas op het gastransportnet invoedt is tot een virtueel punt op het gastransportnet verantwoordelijk voor het opstellen van een programma, waarin is opgenomen:
a. hoeveel gas waar op het gastransportnet wordt ingevoed en
b. ten aanzien van hoeveel gas netto op het virtuele punt op het gastransportnet de programmaverantwoordelijkheid overgaat en op wie.
2. Degene die gas aan het gastransportnet onttrekt is vanaf een virtueel punt op het gastransportnet verantwoordelijk voor het opstellen van een programma, waarin is opgenomen:
a. ten aanzien van hoeveel gas netto op het virtuele punt op het gastransportnet de programmaverantwoordelijkheid overgaat en van wie en
b. hoeveel gas waar aan het gastransportnet wordt onttrokken.
3. Een programmaverantwoordelijke is verantwoordelijk voor een afwijking van zijn programma.
4. Voor de onttrekking van gas door een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, draagt een vergunninghouder programmaverantwoordelijkheid.
5. De programmaverantwoordelijkheid kan worden overgedragen.
6. Een programmaverantwoordelijke stuurt zijn programma naar de netbeheerder van het landelijk gastransportnet.
7. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet kan, in het belang van de doelmatige uitvoering van zijn wettelijke taken, instructies geven over een ingediend programma.
Artikel 18h wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, wordt «ontheffing verlenen van de paragrafen 2.2, 2.3, 2.4 en 2.5» vervangen door: ontheffing verlenen van de paragrafen 2.2, 2.3, 2.4 en 2.5 en de artikelen 80 tot en met 82.
2. Onder vernummering van het vierde tot en met het dertiende lid tot vijfde tot en met veertiende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. Op een landsgrensoverschrijdend gastransportnet dat bij de ingebruikname daarvan over een ontheffing als bedoeld in het eerste lid beschikt, is artikel 85 niet van toepassing.
3. In het zesde lid (nieuw) wordt «een landsgrensoverschrijdend net» vervangen door: een landsgrensoverschrijdend gastransportnet.
In artikel 35a, tweede lid, wordt «een rapportage daarover waarin in elk geval de wijzigingen ten opzichte van het daaraan voorafgaande jaar zijn toegelicht» vervangen door: een rapportage waarin de wijzigingen ten opzichte van het daaraan voorafgaande jaar en de afwijkingen ten opzichte van het kwaliteitsniveau, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder a, dat de netbeheerder nastreeft, zijn toegelicht.
Na artikel 39d wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:
Paragraaf 5.1a De doorwerking van de aanleg van nieuwe infrastructuur in de tarieven
De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit verrekent de kosten van een investering waarvoor op grond van artikel 3.28 of artikel 3.29 van de Wet ruimtelijke ordening een inpassingsplan is vastgesteld of projectbesluit is genomen, in de tarieven indien en voor zover de kosten doelmatig zijn.
1. Een netbeheerder meldt een voornemen tot investeren in de aanleg of uitbreiding van het net, waarop de procedures, bedoeld in artikel 3.28 of artikel 3.29 van de Wet ruimtelijke ordening, niet van toepassing zijn, zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit of, indien het de netbeheerder van het landelijk gastransportnet betreft, aan Onze Minister. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de melding.
2. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit besluit binnen 13 weken nadat de melding is gedaan, of een investering als bedoeld in het eerste lid, van een netbeheerder niet zijnde de netbeheerder van het landelijk gastransportnet noodzakelijk is.
3. Onze Minister besluit binnen 13 weken nadat de melding is gedaan, of een investering als bedoeld in het eerste lid, van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet noodzakelijk is.
4. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit verrekent de kosten van een investering waarvan de noodzaak is vastgesteld op grond van het tweede of het derde lid, in de tarieven voor zover de kosten doelmatig zijn.
De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt een beleidsregel vast betreffende de beoordeling van doelmatigheid, bedoeld in de artikelen 39e en 39f, vierde lid.
Artikel 51 komt te luiden:
1. Een netbeheerder stelt iedere vijf jaar een calamiteitenplan vast en zendt dit ter goedkeuring aan Onze Minister.
2. Bij ministeriële regeling worden nadere eisen gesteld aan het calamiteitenplan.
3. Onze Minister beoordeelt of het calamiteitenplan voldoet aan de eisen, bedoeld in het tweede lid, en kan de netbeheerder verzoeken het calamiteitenplan aan te passen.
Artikel 52a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt aan het slot van onderdeel d «en».
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel e door een komma, worden vijf onderdelen toegevoegd, luidende:
f. het concurrentie-effect van maatregelen die zijn genomen in het kader van de voorzieningszekerheid,
g. de opslagcapaciteiten,
h. langlopende gasleveringscontracten,
i. de liquiditeit van de gasmarkt, en
j. de regelgevingskaders die moeten voorzien in adequate stimulerende maatregelen voor nieuwe investeringen in exploratie en productie, opslag, LNG en transport van gas.
In de aanhef van artikel 52c wordt na «Van de artikelen» ingevoegd: 17b, vierde lid,.
Aan artikel 54 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet op grond van artikel 54a, derde lid, geen uitvoering geeft aan artikel 54a, eerste lid, dan vervalt de verplichting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.
Artikel 54a komt te luiden:
1. Onverminderd de artikelen 10 en 10a heeft de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, in het belang van het planmatig beheer van voorkomens van gas, ter verzekering op lange termijn van een behoedzaam en rationeel gebruik van deze natuurlijke hulpbron tot taak zorg te dragen voor de inname en het transport van gas uit de gasvoorkomens in gebieden binnen Nederland en op het continentaal plat.
2. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak moet investeren in de aanleg of uitbreiding van het net dan meldt hij dit voornemen aan Onze Minister. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de melding.
3. Onze Minister besluit binnen 13 weken nadat de melding is gedaan, of een investering als bedoeld in het eerste lid, van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet noodzakelijk is, gelet op het belang, bedoeld in het eerste lid. Indien Onze Minister besluit dat de investering niet noodzakelijk is, wordt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet geacht te zijn ontheven van de in het eerste lid bedoelde taak voor dat voorkomen.
4. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit verrekent de kosten van een investering waarvan de noodzaak is vastgesteld op grond van het derde lid, in de tarieven voor zover de kosten doelmatig zijn.
5. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet overlegt jaarlijks aan Onze Minister een overzicht, waarin ten aanzien van de eerstvolgende twintig jaar ramingen zijn opgenomen met betrekking tot de uitoefening van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder vermelding van daarbij gehanteerde vooronderstellingen en relevante onderscheiden.
Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste tot en met derde lid worden vernummerd tot tweede tot en met vierde lid.
2. Het eerste lid komt te luiden:
1. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit is belast met taken ter uitvoering van deze wet en de verordening, alsmede met het toezicht op de naleving van deze wet en de verordening, met uitzondering van paragraaf 1.2 en van de artikelen 35a, 51, 54 tot en met 57, 72 en 73 van de wet.
3. In het tweede lid (nieuw), wordt «de artikelen 35a, 54 tot en met 57, 72, 73 en 80 tot met 85a» vervangen door: de artikelen 35a, 51, 54 tot en met 57, 72 en 73.
In artikel 60ac, eerste lid, wordt «9, eerste lid,» vervangen door: 9, tweede lid,.
Artikel 60ad wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt na «34, tweede lid,» ingevoegd «35» en na «56» ingevoegd:, artikel 66d, eerste lid.
2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na «12e, eerste lid,» ingevoegd «12f,» en wordt «60, derde lid, 63, 66a, 66b, 72,» vervangen door: 63, 66a, 66b, 66c, 72,.
Na artikel 66c wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Indien een verkoper van gas een overeenkomst aan een koper van gas aanbiedt:
a. wordt de overname van de programmaverantwoordelijkheid en de verkoop van gas separaat aangeboden;
b. is het de verkoper van gas niet toegestaan te eisen dat de koper van gas de programmaverantwoordelijkheid overdraagt;
c. is het de verkoper van gas niet toegestaan tarieven en voorwaarden te stellen waardoor het aannemelijk is dat de koper van gas, gelet op de voorwaarden en tarieven waaronder de koper van gas een overeenkomst zou kunnen sluiten zonder de programmaverantwoordelijkheid over te dragen, zal kiezen de programmaverantwoordelijkheid aan de verkoper van gas over te dragen.
2. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien de koper van gas met de verkoper van gas is overeengekomen dat de hoeveelheid te kopen gas bepaald wordt door de feitelijke onttrekking van gas aan het gastransportnet op één of meer aansluitingen.
In artikel 80 wordt na «ondersteunende diensten» ingevoegd: , alsmede de tarieven voor het verzorgen van een aansluiting en aansluitpunt,.
Aan artikel 81, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het besluit tot vaststelling van de methode geldt voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar.
Artikel 81a wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar» vervangen door: voor dezelfde periode als waarvoor het besluit geldt op grond van artikel 81, eerste lid,.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Indien een besluit op grond van artikel 81, eerste lid, bij een onherroepelijke rechterlijke uitspraak vernietigd is of bij een onherroepelijk besluit op bezwaar herroepen is, herziet de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de in het eerste lid vermelde besluiten met toepassing van de met inachtneming van die uitspraak of dat besluit op bezwaar gecorrigeerde methode.
Artikel 81b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, vervalt «en».
2. In het eerste lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door «en» een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. de gemaakte kosten voor investeringen, bedoeld in artikel 39e of 39f, tweede lid, voor zover deze kosten als doelmatig zijn beoordeeld door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit
3. Het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.
Artikel 81c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «ondersteunende diensten» ingevoegd: , alsmede de tarieven voor het verzorgen van een aansluiting en aansluitpunt.
2. Er worden drie leden toegevoegd, luidende:
4. Indien de totale inkomsten aan het begin van de periode, bedoeld in artikel 81, eerste lid, niet in overeenstemming zijn met het efficiënte kostenniveau inclusief een rendement dat in het economisch verkeer gebruikelijk is, kan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit bij de toepassing van de formule, genoemd in artikel 81b, eerste lid, onderdeel d, in plaats van TIt-1, de totale inkomsten vaststellen op het efficiënte kostenniveau, inclusief een rendement dat in het economisch verkeer gebruikelijk is.
5. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit legt een voornemen als bedoeld in het vierde lid ter instemming voor aan Onze Minister.
6. Indien een besluit op grond van artikel 81, eerste lid, of 81a, eerste lid, bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vernietigd of bij een onherroepelijk besluit op bezwaar is herroepen, herberekent de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de tarieven, bedoeld in het eerste lid, met toepassing van de met inachtneming van die uitspraak of dat besluit op bezwaar gecorrigeerde methode onderscheidenlijk gecorrigeerde doelmatigheidskorting, kwaliteitsterm of rekenvolume, en verdisconteert hij de uitkomsten van deze herberekening in de eerstvolgende op grond van het eerste lid vast te stellen tarieven. Daarbij worden deze herberekening en de wijze waarop de uitkomsten daarvan in de tarieven zijn verdisconteerd separaat weergegeven.
Artikel 82 komt te luiden:
1. In afwijking van artikel 80 worden de tarieven ter uitvoering van de taken door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, genoemd in de artikelen 10 en 10a, eerste lid, onderdeel b, c, d en e, alsmede de tarieven voor de transport ondersteunende diensten vastgesteld overeenkomstig dit artikel.
2. Voor elke taak van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, bedoeld in het eerste lid, stelt de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de methode van regulering vast, voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar, na overleg met de gezamenlijke netbeheerders en met representatieve organisaties van partijen op de gasmarkt en met inachtneming van het belang dat de doelmatigheid van de bedrijfsvoering op de meest doelmatige kwaliteit van de uitvoering van deze taken worden bevorderd.
3. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet zendt jaarlijks voor 1 september aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een voorstel voor de tarieven voor uitvoering van de taken genoemd in de artikelen 10 en 10a, met inachtneming van de tariefstructuren vastgesteld op grond van artikel 12f of 12g en met inachtneming van de gemaakte kosten voor investeringen, bedoeld in artikel 39e, 39f, derde lid, of 54a, derde lid, voor zover deze kosten als doelmatig zijn beoordeeld door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit.
4. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt na overleg met de gezamenlijke netbeheerders en met representatieve organisaties een doelmatigheidskorting vast. Dit besluit geldt voor dezelfde periode als het besluit op grond van het tweede lid. De doelmatigheidskorting heeft tot doel om een doelmatige bedrijfsvoering te bevorderen.
5. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt jaarlijks de tarieven vast die kunnen verschillen voor de onderscheiden tariefdragers.
6. Indien een voorstel niet binnen de termijn, bedoeld in het vierde lid, aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit is gezonden stelt deze de tarieven uit eigen beweging vast met inachtneming van dit artikel.
7. De vastgestelde tarieven treden in werking op een door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit te bepalen datum en gelden tot de datum van inwerkingtreding van het besluit tot vaststelling van de tarieven voor het volgende jaar.
8. Artikel 81c, tweede en zesde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
9. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet publiceert de voor hem geldende tarieven op een geschikte wijze. Tevens legt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de voor hem geldende tarieven voor een ieder ter inzage in al zijn vestigingen.
Artikel 85, zesde lid, vervalt.
De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt de aanduiding «ad.» voor «productie-installatie: een installatie, bestaande uit één of meer productie-eenheden, voor de opwekking van elektriciteit.» gewijzigd in: ah.
2. Onder vervanging van de punt aan het einde van artikel 1, onderdeel ah, door een puntkomma, worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:
ai. congestie: de situatie waarin de maximale transportcapaciteit van een net of netgedeelte niet voldoende is om te voorzien in de behoefte aan transport;
aj. congestiegebied: een gebied waarin de te verwachten behoefte aan transport van de in dat gebied aanwezige afnemers redelijkerwijs kan leiden tot congestie;
ak. congestiemanagement: een stelsel van procedures dat voorkomt dat zich congestie voordoet.
3. In het vierde lid wordt na «mede van toepassing op» ingevoegd: landsgrensoverschrijdende netten die zijn gelegen binnen de Nederlandse exclusieve economische zone en op.
Artikel 11, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. de bepaling dat de leden van het bestuur en de meerderheid van de leden van de raad van commissarissen direct noch indirect binding hebben met een producent, een leverancier of een handelaar;.
Aan artikel 15, vierde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Tevens int de ontheffinghouder het tarief voor systeemdiensten, bedoeld in artikel 30, eerste lid, bij de afnemers die op zijn net zijn aangesloten en draagt de te innen tarieven af aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.
In artikel 16, eerste lid, komt onderdeel f te luiden:
f. op de grondslag van artikel 24 ten behoeve van derden transport van elektriciteit uit te voeren en daarbij zo nodig op de grondslag van artikel 24a congestiemanagement toe te passen;.
Na artikel 16c wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
1. Een netbeheerder stelt iedere vijf jaar een calamiteitenplan vast en zendt dit ter goedkeuring aan Onze Minister.
2. Bij ministeriële regeling worden nadere eisen gesteld aan het calamiteitenplan.
3. Onze Minister beoordeelt of het calamiteitenplan voldoet aan de eisen, bedoeld in het tweede lid, en kan de netbeheerder verzoeken het calamiteitenplan aan te passen.
In artikel 19a, tweede lid, wordt «een rapportage waarin de wijzigingen ten opzichte van het daaraan voorafgaande jaar zijn toegelicht» vervangen door: een rapportage waarin de wijzigingen ten opzichte van het daaraan voorafgaande jaar en de afwijkingen ten opzichte van het kwaliteitsniveau dat de netbeheerder nastreeft, bedoeld in artikel 21, tweede lid, onder a, zijn toegelicht.
Na artikel 20c worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit verrekent de kosten van een investering waarvoor op grond van artikel 3.28 of artikel 3.29 van de Wet ruimtelijke ordening een inpassingsplan is vastgesteld of projectbesluit is genomen, in de tarieven indien en voor zover de kosten doelmatig zijn.
1. Een netbeheerder meldt een voornemen tot investeren in de aanleg of uitbreiding van het net, waarop de procedures, bedoeld in artikel 3.28 of artikel 3.29 van de Wet ruimtelijke ordening, niet van toepassing zijn, zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit of, indien het de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet betreft, aan Onze Minister. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de melding.
2. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit besluit binnen 13 weken nadat de melding is gedaan, of een investering als bedoeld in het eerste lid, van een netbeheerder niet zijnde de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet noodzakelijk is.
3. Onze Minister besluit binnen 13 weken nadat de melding is gedaan, of een investering als bedoeld in het eerste lid, van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet noodzakelijk is.
4. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit verrekent de kosten van een investering waarvan de noodzaak is vastgesteld op grond van het tweede of derde lid, in de tarieven voor zover de kosten doelmatig zijn.
De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt een beleidsregel vast betreffende de beoordeling van doelmatigheid, bedoeld in de artikelen 20d en 20e, vierde lid.
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onderdeel b, vervalt: en.
2. In het tweede lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een komma twee onderdelen toegevoegd, luidende:
d. aangeeft welke investeringen ter uitbreiding van het net naar zijn oordeel noodzakelijk zijn om te voorzien in de totale behoefte aan het transport van elektriciteit en
e. aannemelijk maakt dat hij de totale behoefte aan het transport van elektriciteit heeft afgestemd met de netbeheerders van de aan zijn net grenzende netten.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. De netbeheerder handelt naar zijn voornemens, opgenomen in het document, bedoeld in het tweede lid, en meldt de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit indien hij hiervan heeft afgeweken.
In artikel 22, tweede lid, vervalt «met inachtneming van het bij of krachtens deze wet bepaalde».
In artikel 24, tweede lid, komt de tweede volzin te luiden: Een weigering transport uit te voeren als bedoeld in de vorige volzin is met redenen omkleed, waarbij in ieder geval wordt ingegaan op congestiemanagement.
Onder vernummering van artikel 24a tot 24b, komt artikel 24a te luiden:
1. De netbeheerder past met inachtneming van het bepaalde in artikel 31, twaalfde en dertiende lid, in een congestiegebied congestiemanagement toe op het transport van in het congestiegebied opgewekte elektriciteit, tenzij de gevolgen van het toepassen hiervan niet redelijk en proportioneel zijn.
2. De netbeheerder meldt het voornemen congestiemanagement toe te passen zo spoedig mogelijk aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit waarbij de netbeheerder de gegevens over de omvang en duur van de congestie alsmede van de noodzakelijke investeringen in het net om alle aangeboden elektriciteit te transporteren overlegt.
3. Indien congestie ontstaat past de netbeheerder congestiemanagement toe op het transport van in het congestiegebied opgewekte elektriciteit waarbij de netbeheerder met in achtneming van de regels bedoeld in het vijfde lid, onderdeel a, voorrang bij transport geeft aan in het congestiegebied opgewekt duurzame elektriciteit.
4. Een afnemer is verplicht mee te werken aan de door de netbeheerder uit te voeren procedures voor congestiemanagement.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot congestiemanagement, waarbij in ieder geval regels kunnen worden gesteld over:
a. de mate van voorrang van verschillende soorten productie-installaties waarmee elektriciteit wordt opgewekt, waarbij in ieder geval rekening wordt gehouden met de mate waarin de gebruikte hernieuwbare bron is op te slaan, de mate waarin de productie-installatie gebruik maakt van hernieuwbare energiebronnen, de mate van uitstoot van broeikasgassen door de productie-installatie en de mate waarin negatieve externe effecten worden vermeden door het verminderen van emissies van kooldioxide;
b. de procedures voor congestiemanagement die afhankelijk van de mate en de aard van congestie in het congestiegebied voor verschillende congestiegebieden en voor de netbeheerder en de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verschillend kunnen zijn;
c. de afweging of de gevolgen van het toepassen van congestiemanagement door de netbeheerder redelijk en proportioneel zijn;
d. de wijze waarop de kosten voor congestiemanagement of de opbrengsten uit congestiemanagement in het tarief, bedoeld in artikel 29, eerste lid, worden opgenomen voor bij die algemene maatregel van bestuur aan te geven afnemers, waarbij in afwijking van artikel 29, eerste en tweede lid, deze wijze kan verschillen tussen verschillende afnemers en tussen de plaatsen waar afnemers een aansluiting hebben op het net.
Aan artikel 29, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het tarief, bedoeld in de eerste volzin, dient mede ter dekking van de kosten die zijn verbonden aan congestiemanagement.
In artikel 30, tweede lid, wordt «een net dat wordt beheerd door een netbeheerder» vervangen door: het landelijk hoogspanningsnet of een net dat direct of indirect in verbinding staat met dat net.
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel k door een komma een onderdeel toegevoegd, luidende:
l. de wijze waarop de netbeheerder ten aanzien van afnemers objectief, transparant en niet-discriminatoir congestiemanagement toepast.
2. Het twaalfde lid komt te luiden:
12. In de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, f en g, wordt vastgelegd dat netten met een spanningsniveau van 110 kV tot 220 kV zodanig functioneren dat het transport van elektriciteit verzekerd is, ook indien zich een enkelvoudige storing voordoet. Dit laatste geldt niet indien er sprake is van onderhoud.
3. Na het twaalfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
13. In de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, f en g, wordt vastgelegd dat netten met een spanningsniveau van 220 kV of hoger zodanig functioneren dat het transport van elektriciteit verzekerd is, ook indien zich een enkelvoudige storing voordoet.
Artikel 31a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het is een afnemer, leverancier of handelaar verboden al dan niet middellijk of onder voorwaarden de beschikking te hebben over een hoeveelheid importcapaciteit op een landsgrensoverschrijdend net die groter is dan een bij ministeriële regeling vast te stellen hoeveelheid MW, behoudens de importcapaciteit die via een beurs ter beschikking wordt gesteld.
2. In het tweede en derde lid wordt «transportcapaciteit» telkens vervangen door: importcapaciteit.
3. Het vierde en vijfde lid vervallen.
Aan artikel 41, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het besluit tot vaststelling van de methode geldt voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar.
Artikel 41a wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar» vervangen door: voor dezelfde periode als waarvoor het besluit geldt op grond van artikel 41, eerste lid,.
2. In het tweede lid wordt «de in dit lid» vervangen door: de in de aanhef van dat lid.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Indien het besluit op grond van artikel 41, eerste lid, bij een onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vernietigd of bij een onherroepelijk besluit op bezwaar is herroepen, herziet de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de in het eerste lid vermelde besluiten met toepassing van de met inachtneming van die uitspraak of dat besluit op bezwaar gecorrigeerde methode.
Artikel 41b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, vervalt «en».
2. In het eerste lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door «en» een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. de gemaakte kosten voor investeringen, bedoeld in artikel 20d of 20e, tweede of derde lid, voor zover deze kosten als doelmatig zijn beoordeeld door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit
3. Het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.
Aan artikel 41c worden twee leden toegevoegd, luidende:
4. Indien de totale inkomsten aan het begin van de periode, bedoeld in artikel 41, eerste lid, niet in overeenstemming zijn met het efficiënte kostenniveau inclusief een rendement dat in het economisch verkeer gebruikelijk is, kan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit bij de toepassing van de formule, genoemd in artikel 41b, eerste lid, onderdeel d, in plaats van TIt-1, de totale inkomsten vaststellen op het efficiënte kostenniveau inclusief een rendement dat in het economisch verkeer gebruikelijk is.
5. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit legt een voornemen als bedoeld in het vierde lid ter instemming voor aan Onze Minister.
6. Indien een besluit op grond van artikel 41, eerste lid, of 41a eerste lid, bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vernietigd of bij een onherroepelijk besluit op bezwaar is herroepen, herberekent de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de tarieven, bedoeld in het eerste lid, met toepassing van de met inachtneming van die uitspraak of dat besluit op bezwaar gecorrigeerde methode onderscheidenlijk gecorrigeerde doelmatigheidskorting, kwaliteitsterm of rekenvolume, en verdisconteert hij de uitkomsten van deze herberekening in de eerstvolgende op grond van het eerste lid vast te stellen tarieven. Daarbij worden deze herberekening en de wijze waarop de uitkomsten daarvan in de tarieven zijn verdisconteerd separaat weergegeven.
Aan artikel 41e wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Indien een besluit op grond van het tweede lid bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vernietigd of bij onherroepelijk besluit op bezwaar is herroepen, herberekent de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de tarieven, bedoeld in het vierde lid, met toepassing van de met inachtneming van die uitspraak of dat besluit op bezwaar gecorrigeerde methode en verdisconteert hij de uitkomsten van deze herberekening in de eerstvolgende op grond van het vierde lid vast te stellen tarieven. Daarbij worden deze herberekening en de wijze waarop de uitkomsten daarvan in de tarieven verdisconteerd zijn separaat weergegeven.
Artikel 45, vierde lid, komt te luiden:
4. Bij ministeriële regeling kunnen afnemers, leveranciers, overeenkomsten of landen worden aangewezen ten aanzien waarvan het eerste of het tweede lid van toepassing is.
Artikel 77i wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt na 19e, ingevoegd: 21, negende lid, tweede volzin,.
2. In het eerste lid, onderdeel a, wordt na 24a, ingevoegd: tweede en vierde lid, 24b,.
3. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na artikel 24, eerste en derde lid, ingevoegd: 24a, eerste, derde en vijfde lid,.
Artikel 86c wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Op een landsgrensoverschrijdend net dat bij de ingebruikname daarvan over een ontheffing als bedoeld in het eerste lid beschikt, is artikel 93 niet van toepassing.
Artikel 93, zesde lid, vervalt.
Artikel 95k wordt als volg gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De leverancier meldt:
a. uiterlijk in de periode vanaf 1 mei van elk kalenderjaar tot 1 mei van het daaropvolgende jaar de opwekkingsgegevens van de door hem in het kalenderjaar voorafgaand aan die periode aan zijn eindafnemers geleverde elektriciteit op of bij de rekening en in het promotiemateriaal of
b. op of bij de rekening, de opwekkingsgegevens van de door hem in de periode waarop die rekening betrekking heeft aan zijn eindafnemers geleverde elektriciteit en
c. elk kalenderjaar de opwekkingsgegevens van de door hem in het voorgaande kalenderjaar aan zijn eindafnemers geleverde elektriciteit op zijn website voor eindafnemers.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, wordt aan het vijfde lid, een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. de uiterste datum en de wijze waarop de leverancier de opwekkingsgegevens van de door hem in het voorgaande kalenderjaar aan zijn eindafnemers geleverde elektriciteit vermeldt op zijn website voor eindafnemers.
Voor overeenkomsten betreffende de verkoop van gas die zijn gesloten voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel T, geldt artikel 54a zoals dit artikel luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel.
Indien op het tijdstip waarop de artikelen I, onderdelen Z en AD en II, onderdeel S, in werking treden gedurende de periode, bedoeld in artikel 81, eerste lid, van de Gaswet en 41, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 dan blijven voor die periode de artikelen 80 en 81c van de Gaswet en 41c van de Elektriciteitswet 1998 van toepassing zoals die luidden voor dat tijdstip.
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Economische Zaken,