Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2009
Ik heb bij de bespreking in het Verzamel AO Hoger Onderwijs op 18 juni 2009 toegezegd om de Kamer vóór het eind van het jaar te informeren over de uitvoering van de motie van J. J. van Dijk c.s. (motie 31 821, nr. 41) over de naamsbescherming.
In de motie staat dat het gebruik van namen als «universiteit», «university» en «university of applied sciences» niet tot verwarring mag leiden. Er wordt geconstateerd dat het gebruik van deze namen onder de huidige wet- en regelgeving tot verwarring en misleiding kan leiden. In de motie wordt verzocht te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om het gebruik van deze termen slechts voor te behouden aan instellingen die door de NVAO of daaraan gelijkstaande instellingen geaccrediteerde opleidingen aanbieden.
Ik heb naar aanleiding van de motie een onderzoeksopdracht uitgezet. Om inzicht te verkrijgen in de mogelijkheden van naamsbescherming van universiteiten betreft de opdracht een internationale verkenning naar de wijze waarop enkele andere landen naamsbescherming van universiteiten hebben geregeld.
Door complicaties in het onderzoek zal het onderzoeksrapport niet vóór het eind van het jaar kunnen worden afgerond. Ik streef ernaar u het rapport vergezeld van mijn beleidsreactie in januari toe te sturen.