Voorgesteld 18 juni 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de actieve studentbestuurder in belangrijke mate bijdraagt aan de verbetering van het onderwijsklimaat en aan de binding tussen studenten en de instelling;
overwegende, dat het uitoefenen van bestuurs- of medezeggenschapsfuncties een additionele waarde heeft voor de ontwikkeling en ontplooiing van de betrokken personen;
constaterende, dat het aantal studenten dat interesse heeft in het vervullen van een bestuurs- of medezeggenschapsfunctie sterk terugloopt;
verzoekt de regering opnieuw in gesprek te gaan met de betrokken instellingen en organisaties teneinde een plan van aanpak op te stellen om de belemmeringen voor studenten om over te gaan tot het vervullen van een bestuurs- of medezeggenschapsfunctie in kaart te brengen, deze gesignaleerde belemmeringen naar vermogen op te lossen en de Kamer over de uitkomsten daarvan te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Anker
Jan Jacob van Dijk