31 821
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (versterking besturing)

nr. 29
AMENDEMENT VAN DE LEDEN ZIJLSTRA EN JASPER VAN DIJK

Ontvangen 16 juni 2009

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

I

Onderdeel CL wordt als volgt gewijzigd:

1. Vóór onderdeel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

01. In het tweede lid wordt na de eerste volzin ingevoegd: Een van de leden wordt benoemd op voordracht van de universiteitsraad dan wel de ondernemingsraad, of het orgaan dat op grond van de medezeggenschapsregeling, bedoeld in artikel 9.30, derde lid, tweede volzin, is ingesteld. De voordracht behoeft de instemming van de raad van toezicht.

2. In onderdeel 2 vervalt artikel 9.7, vijfde lid.

II

Onderdeel DO wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van artikel 10.3d, vierde lid, wordt toegevoegd

Een van de leden wordt benoemd op voordracht van de medezeggenschapsraad, dan wel de ondernemingsraad, of het orgaan dat op grond van de medezeggenschapsregeling, bedoeld in artikel 10.16a, derde lid, tweede volzin, is ingesteld. De voordracht behoeft de instemming van de raad van toezicht.

2. In artikel 10.3d vervalt het vijfde lid, onder vernummering van de overige leden van het artikel.

III

Onderdeel EJ wordt als volgt gewijzigd:

1. Vóór onderdeel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

01. In het tweede lid wordt na de eerste volzin ingevoegd: Een van de leden wordt benoemd op voordracht van de universiteitsraad dan wel de ondernemingsraad, of het orgaan dat op grond van de medezeggenschapsregeling, bedoeld in artikel 9.30, derde lid, tweede volzin, is ingesteld. De voordracht behoeft de instemming van de raad van toezicht.

2. In onderdeel 4 vervalt artikel 11.5, vijfde lid.

Toelichting

De medezeggenschap krijgt het adviesrecht op de profielen voor de raad van toezicht. Daarnaast krijgt zij het hoorrecht bij benoeming en ontslag van de leden van de raad van toezicht. Op een aantal instellingen gaat men momenteel al een stap verder en heeft men een voordrachtrecht van de medezeggenschapsraad voor een lid van de raad van toezicht. Daarom wordt dit recht aan de medezeggenschap verleend. Omdat dit de meest heldere manier is om te borgen dat de medezeggenschapsraad een duidelijke rol heeft in het samenstellen van de raad van toezicht en om te voorkomen dat er een stapeling van rechten ontstaat, wordt dit recht aan de medezeggenschap verleend en worden het adviesrecht op de profielen en het hoorrecht bij benoemingen en ontslagen uit de wet verwijdert. Om te voorkomen dat de door de medezeggenschapsraad voorgedragen kandidaat per definitie benoemd moet worden, krijgt de raad van toezicht instemmingsrecht op de voordracht tot benoeming van de door de medezeggenschapsraad voorgedragen kandidaat. Bij onthouding van instemming door de raad van toezicht, dient de medezeggenschapsraad een nieuwe kandidaat voor te dragen.

Zijlstra

Jasper van Dijk