100,0 %
0,0 %

SGP

VVD

Verdonk

CDA

PVV

D66

PvdD

SP

GL

CU

PvdA


31 821
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (versterking besturing)

nr. 23
AMENDEMENT VAN HET LID JAN JACOB VAN DIJK C.S.

Ontvangen 15 juni 2009

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel M een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

M1

Na artikel 1.18 wordt een nieuwe titel ingevoegd, luidende:

TITEL 4. OVERIGE VOORSCHRIFTEN

Artikel 1.19. Verplichting tot overleg en aangifte inzake zedenmisdrijven

1. Indien het instellingsbestuur op enigerlei wijze bekend is geworden dat een ten behoeve van zijn instelling met taken belast persoon zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden als bedoeld in Titel XIV van het Wetboek van Strafrecht jegens een minderjarige student van de instelling, treedt het bevoegd gezag onverwijld in overleg met de vertrouwensinspecteur, bedoeld in artikel 6 van de Wet op het onderwijstoezicht.

2. Indien uit het overleg, bedoeld in het eerste lid, moet worden geconcludeerd dat er sprake is van een redelijk vermoeden dat de desbetreffende persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een misdrijf als bedoeld in het eerste lid jegens een minderjarige student van de instelling, doet het instellingsbestuur onverwijld aangifte bij een opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 127 juncto artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, en stelt het instellingsbestuur de vertrouwensinspecteur daarvan onverwijld in kennis. Voordat het instellingsbestuur overgaat tot het doen van aangifte, stelt het de ouders van de betrokken student, onderscheidenlijk de betreffende ten behoeve van de instelling met taken belaste persoon, hiervan op de hoogte.

3. Indien een personeelslid bekend is geworden dat een ten behoeve van de instelling met taken belast persoon zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf als bedoeld in het eerste lid jegens een minderjarige student van de instelling, stelt het personeelslid het instellingsbestuur daarvan onverwijld in kennis.

Toelichting

Dit amendement regelt de rechtsbescherming van minderjarigen in het HO. Hiermee wordt deze gelijk getrokken met deelnemers aan PO, VO en BVE zoals in de wet 1999–113 op het terrein van seksuele intimidatie.

Jan Jacob van Dijk

Besselink

Anker

Zijlstra