Ontvangen 1 april 2009
1. Inleiding 1
2. Beleidskader 2
3. Draagvlak 3
4. Interne en regionale samenhang en evenwicht 3
5. Financiële aspecten 7
Hierbij bied ik u de nota naar aanleiding van het verslag met betrekking tot het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Arcen en Velden en Venlo aan. Het wetsvoorstel heeft geleid tot een aantal bevindingen en vragen van de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De leden van de fracties van het CDA en van de VVD hebben met instemming kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. De leden van de fracties van de SP en van de PVV hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel.
Bij de beantwoording heb ik zo veel mogelijk de volgorde van het verslag aangehouden. Uit praktisch oogpunt ben ik een enkele keer van die volgorde afgeweken, door vragen van gelijke strekking samen te nemen.
In het coalitieakkoord staat dat herindeling van gemeenten plaatsvindt indien daarvoor voldoende lokaal draagvlak bestaat. De verantwoordelijkheid voor de toetsing daarvan berust bij het provinciebestuur. De regering toetst de voorstellen in principe uitsluitend op het gevolgde proces. De regering is van mening, dat het proces waarlangs het onderhavige wetsvoorstel tot stand is gekomen in overeenstemming is met dit onderdeel uit het coalitieakkoord.
De leden van de SP-fractie vroegen naar de samenhang van decentralisatie van rijkstaken en gemeentelijke herindeling. Zij vragen of de regering hun analyse onderschrijft dat meer decentralisatie van rijkstaken aanleiding is voor meer gemeentelijke herindelingen en of de regering dit een gewenste ontwikkeling vindt. Voorts vroegen de leden van de SP-fractie of de regering de zorg deelt dat herindelingen niet zozeer worden ingegeven door de wens van bewoners, maar door het door de regering gekozen beleid van decentralisering.
Het decentralisatiebeginsel houdt de opdracht in om primair te bezien of het maatschappelijke probleem kan worden opgelost door een decentraal bestuursorgaan. Dit vraagt om een brede beleidsinhoudelijke en bestuurlijke afweging. In het coalitieakkoord is overeengekomen de decentralisatie van taken en bevoegdheden naar gemeenten en provincies te bevorderen. Dit onderdeel uit het coalitieakkoord is uitgewerkt in de bestuursakkoorden met provincies en gemeenten. De regering acht dit een gewenste ontwikkeling, omdat zo het bestuur dichterbij de burger wordt gebracht. Voor een doelmatige en doeltreffende taakuitoefening is vereist dat gemeenten voldoende bestuurskrachtig zijn. Er bestaat een relatie tussen de inhoud van de taken van een gemeente en de daarvoor benodigde bestuurskracht. Daarnaast komt de bestuurskracht van een gemeente ook tot uiting in de wijze waarop deze functioneert als gemeenschap, als dienstverlener, als effectieve en efficiënte organisatie en als medeoverheid in de regio. De afweging of een gemeente voldoende bestuurskracht heeft, ligt primair bij de gemeenten zelf. Gemeenten kunnen op verschillende wijze hun bestuurskracht een impuls geven en versterken onder meer door kwaliteitsverbetering van de eigen organisatie, door intensivering van de samenwerking of door gemeentelijke herindeling. Zo gezien is deze herindeling niet zozeer ingegeven vanwege het gevoerde decentralisatiebeleid, maar betreft het hier een vrijwillige keuze van de betrokken gemeenten.
De leden van de PVV-fractie stelden de vraag welke herindelingsversies bij deze herindeling betrokken zijn geweest en waarom specifiek voor deze herindeling is gekozen.
In november 2007 heeft de gemeente Arcen en Velden de discussie inzake haar bestuurskracht opgestart. Centraal in de bijeenkomsten stond de uitkomst van de bestuurskrachtmonitor en de daaraan te verbinden conclusies. De gemeenteraad van Arcen en Velden heeft geconcludeerd dat zelfstandigheid geen optie meer was en koos voor een duurzame versterking van de bestuurskracht in de vorm van een herindeling met een andere gemeente, waarbij de gemeente Horst aan de Maas of de gemeente Venlo voor de hand liggende opties waren. In de gemeente Arcen en Velden heeft een intensieve raadpleging van de bevolking, bedrijfsleven en verenigingen plaatsgevonden over de voor de hand liggende opties. Daarnaast hebben besprekingen plaatsgevonden met de gemeenteraden van Horst aan de Maas en Venlo. De bevindingen, zoals is aangegeven in de memorie van toelichting, hebben er toe geleid dat de gemeenteraad van Arcen en Velden op 31 januari 2008 heeft besloten om in eerste aanleg de onderhandelingen exclusief met de gemeente Venlo te voeren. Dit heeft geleid tot een gezamenlijk herindelingsadvies dat de grondslag is voor het onderhavige wetsvoorstel.
De leden van de SP-fractie vinden bestuurskracht en draagvlak belangrijke criteria ter beoordeling van de noodzaak van herindeling. Ook de regering zegt dat herindelingen alleen plaats moeten vinden van onderaf, als hiervoor voldoende steun is van de bevolking. De regering stelt dat het onderzoek naar het draagvlak onder de bevolking voor een herindeling een verantwoordelijkheid is van de gemeenten zèlf. Naar de opvatting van de leden van de SP-fractie is een herindeling van zodanig ingrijpende aard dat louter goedkeuring door de gemeenteraad onvoldoende is. Hoe is in de betreffende gemeenten het draagvlak onder de bevolking gemeten?
De leden van de PVV-fractie vragen of er referenda of peilingen of volksraadplegingen hebben plaatsgevonden in de betrokken gemeenten. Daarnaast vraagt de PVV-fractie wat de stemverhoudingen zijn geweest in de verschillende gemeenteraden en provinciale staten en welke partijen voor of tegen het voorliggende wetsvoorstel hebben gestemd.
De leden van de SP-fractie constateren terecht dat de regering groot belang hecht aan een sterk draagvlak onder de bevolking voor de samenvoeging. Daarnaast vindt de regering het van belang dat bij de toetsing van herindelingsvoorstellen aandacht wordt geschonken zowel aan de wijze waarop tijdens de procedure aan een optimaal draagvlak is gewerkt, als aan het draagvlak voor het uiteindelijke herindelingsvoorstel. De wijze van verkenning of organisatie van draagvlak acht de regering een verantwoordelijkheid van de gemeentebesturen zelf, een verantwoordelijkheid die de betrokken gemeentebesturen ook op zich hebben genomen.
In de gemeente Arcen en Velden heeft een intensieve raadpleging van de bevolking, bedrijfsleven en verenigingen plaatsgevonden. De gemeente Arcen en Velden heeft publieksavonden georganiseerd, bijeenkomsten met portefeuillehouders van de gemeenten Horst aan de Maas en Venlo en daarnaast overleggen gevoerd met de gemeenteraden van Horst aan de Maas en Venlo. Op 30 januari 2008 heeft de gemeenteraad van Venlo unaniem besloten om volledige medewerking te verlenen aan de samenvoeging wanneer de gemeente Arcen en Velden zou kiezen voor een samenvoeging met de gemeente Venlo. Op 13 maart 2008 hebben de gemeenteraden van Arcen en Velden en Venlo unaniem besloten tot een samenvoeging met als beoogde datum 1 januari 2010. Gedeputeerde staten hebben in hun positieve zienswijze aangegeven dat de samenvoeging goed past binnen de provinciale visie op de bestuurlijke organisatie in de regio Noord-Limburg en is van oordeel dat het voorstel zal leiden tot vermindering van de bestuurlijke drukte.
Daarnaast zijn tijdens de ter inzage legging van het herindelingsontwerp vier zienswijzen ingediend. Drie zienswijzen zijn afkomstig van buurgemeenten, waaronder de gemeente Horst aan de Maas, en zij ondersteunen de voorgenomen samenvoeging. De overige zienswijze gaf geen aanleiding tot aanpassing van het herindelingsontwerp.
4. Interne en regionale samenhang en evenwicht
De leden van de CDA-fractie stelden de vraag over de relatie tussen de niet waargemaakte trekkersrol en het ontbreken van strategische keuzes bij de gemeente Venlo enerzijds en de bijdrage die de toevoeging van de gemeente Arcen en Velden levert aan de oplossing van deze tekortkoming anderzijds. Zij willen voorts graag weten of het geconstateerde «onder de maat zijn van de kwaliteit van de ambtelijke organisatie» door de fusie met het relatief kleine Arcen en Velden wordt opgelost.
Voorts vroegen de leden van de CDA-fractie om een nadere toelichting op de consequenties van deze herindeling voor de vermindering van de bestuurlijke drukte in de regio en de bestuurlijke organisatie van de regio. Zij zijn ook benieuwd of de herindeling, naast vermindering van het aantal raadsleden en bestuurders, ook nog consequenties heeft voor het aantal ambtelijke formatieplaatsen in de regio.
In de bestuurskrachtmonitor Limburgse gemeenten van 2007 is aangegeven dat de gemeente Venlo te weinig profiel heeft als centrumgemeente, omdat de bijbehorende regionale trekkersrol en het strategisch beleid onvoldoende uit de verf komen. Het is dan ook van belang dat de positie van de gemeente Venlo als centrumgemeente en trekker van de regionale samenwerking wordt versterkt. Voor de gemeente Arcen en Velden bleek een disbalans tussen de ambities en de daarvoor noodzakelijke ambtelijke capaciteit en financiële armslag. Daarnaast is de gemeente ook niet in staat om wezenlijk bij te dragen aan het realiseren van regionale doelstellingen.
De onderhavige samenvoeging zal bijdragen aan de gewenste versterking van de bestaande agrarische en toeristisch-recreatieve functie van de huidige gemeente Venlo en daarmee ook leiden tot een robuuste centrumgemeente, die in staat wordt geacht op goede wijze invulling te geven aan de regionale trekkersrol. Door deze herindeling alsmede de andere lopende herindelingen in Noord-Limburg wordt de bestuurlijke drukte in de regio verminderd en de bestuurskracht van de regio duurzaam versterkt. Dit heeft als positief gevolg dat daardoor randvoorwaarden worden gecreëerd voor een meer transparante en effectieve samenwerking tussen de nieuwe centrumgemeente Venlo en de daaromheen beoogde gelijkwaardige gemeenten in de regio Noord-Limburg.
De in de bestuurskrachtmonitor geconstateerde kwalificatie van de ambtelijke organisatie heeft er toe geleid dat de versterking van de strategische kracht van de ambtelijke organisatie van de gemeente Venlo met kracht ter hand wordt genomen. Een ingrijpende reorganisatie genaamd «Expeditie Venlo» is in volle gang.
De gemeentelijke organisatie van Arcen en Velden is hier volop bij betrokken. In september 2008 is het voltallige personeel van de gemeente Arcen en Velden in dienst getreden van de huidige gemeente Venlo. Vervolgens is het personeel weer gedetacheerd bij de gemeente Arcen en Velden. Voordeel hiervan is dat ook de medewerkers van Arcen en Velden volledig kunnen participeren in de reorganisatie en de daarbij behorende plaatsingsprocedure. Het reorganisatietraject «Expeditie Venlo» is gericht op het optimaliseren van de kwaliteit van de organisatie. Daarnaast maakt de schaal van de fusiegemeente het mogelijk om nieuwe concepten te ontwikkelen, teneinde de kwaliteit van de dienstverlening voor de burgers sterk te verbeteren. De consequenties voor het aantal ambtelijke formatieplaatsen als gevolg van deze trajecten zijn mij niet bekend en vallen ook niet onder mijn verantwoordelijkheid.
Tijdens het werkbezoek werd duidelijk dat er op bestuurlijk niveau overeenstemming is bereikt tussen de gemeentebesturen van Arcen en Velden, Venlo en Bergen over een grenscorrectie. Hierbij zou door de gemeente Venlo een fors bedrag op tafel zijn gelegd. De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd naar de mening van de regering op dit punt.
De Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) bevat voorschriften indien in verband met een gemeentelijke herindeling (waaronder een grenscorrectie) een financiële verrekening tussen gemeenten dient plaats te vinden. Op grond van artikel 50, eerste lid, onderdeel a, van de Wet arhi zijn gedeputeerde staten in het kader van de voorgestelde grenscorrectie bevoegd, na het horen van de gemeenten, het bedrag en indien nodig de wijze van betaling vast te stellen.
De provincie Limburg heeft haar beleid in verband met deze bevoegdheid vastgelegd in de «Beleidsregels bij verrekeningen bij herindeling». De regering gaat er vanuit dat bij vaststelling van de verrekening conform de regels van de Wet arhi en de provinciale beleidsregels zal worden gehandeld.
De leden van de PvdA-fractie hechten sterk aan lokale identiteit en gemeenschapszin. Herindeling leidt soms tot een gevoel van verlies daarvan. De nieuwe gemeentebesturen zullen zich moeten inspannen deze te borgen, juist nu zij op grotere afstand van kernen en dorpen komen te staan. Deelt de regering de mening dat de nieuwe gemeente expliciet deze opdracht op zich moet nemen? Wil zij dit bij hen aan de orde stellen, eventueel door tussenkomst van de provincie? Is de regering bereid om de herindeling over 3 jaar ook op dit punt te doen evalueren?
Het gaat om een herindelingsvoorstel op initiatief van de betrokken gemeenten. De betrokken gemeenten hebben in het herindelingsadvies aangetoond hoe zij op zorgvuldige wijze invulling zullen geven aan aspecten als leefbaarheid en integratie met behoud van identiteit van de onderscheidenlijke dorpskernen. Dit is een taak waar gemeentebesturen zelf verantwoordelijk voor zijn. Het is niet aan mij om specifieke herindelingen te evalueren. Dit is een verantwoordelijkheid van de gemeenteraad.
De betrokken gemeenten hebben deze verantwoordelijkheid ook opgepakt. De huidige gemeente Venlo heeft voornamelijk een stedelijk karakter, maar heeft binnen de gemeentelijke grenzen een aantal kleinere woonkernen met een landelijk karakter. In het beleid van de huidige gemeente Venlo komt nadrukkelijk tot uiting dat de eigenheid van deze kernen is gewaarborgd.
De leden van de SP-fractie wijzen op het feit dat deze herindeling onderdeel uit maakt van een groter geheel, waarbij de stad Venlo van ongeveer 100 000 inwoners omgeven wordt door een aantal gemeenten van ongeveer 40 000 inwoners. Waarom is 40 000 inwoners een logische omvang van een gemeente? Waarom is dit niet 10 000 inwoners, of 20 000 inwoners, of 100 000? Hoe zijn bewoners betrokken bij de discussie over de logische omvang van hun gemeente? Deze leden ontvangen graag een toelichting van de regering op deze punten.
De aard en omvang van maatschappelijke problemen en de bestuurlijke opgaven die deze met zich brengen, stellen bepaalde eisen aan de bestuurskracht van gemeenten. Naast de bestuurlijke schaal van een gemeente wordt de bestuurskracht door meerdere factoren beïnvloed, zoals de bestuurscultuur, de kwaliteit van de ambtelijke organisatie en de mogelijkheden om samen te werken met andere gemeenten of maatschappelijke partners etc. Er bestaat daarom naar de mening van de regering geen eenduidig verband tussen de bestuurlijke schaal (inwonertal) en bestuurskracht. Om deze reden hanteert de regering geen criterium of beleidslijn ten aanzien van de omvang van gemeenten. Ook gedeputeerde staten hebben in hun zienswijze het getal van 40 000 inwoners niet als doorslaggevend aangemerkt.
Het genoemde getal van 40 000 inwoners moet in de context van de Noord-Limburgse situatie worden bezien tegen de achtergrond van het volgende. In de periode 2005–2007 is in de regio Noord-Limburg een tweede bestuurskrachtmonitor uitgevoerd door een onafhankelijke visitatiecommissie. De uitkomsten hiervan zijn medio 2007 bekend geworden. Deze uitkomsten zijn door gedeputeerde staten besproken met de colleges van de Noord-Limburgse gemeenten. Op basis hiervan hebben gedeputeerde staten op 7 november 2007 een regionale bijeenkomst gehouden. Doel van deze bijeenkomst was beter zicht te krijgen op gedragen maatregelen tot versterking van de lokale en regionale bestuurskracht in de regio Noord-Limburg. Tijdens deze bijeenkomst hebben gedeputeerde staten aangegeven dat zij van mening zijn dat in de toekomst de samenvoeging van een aantal Noord-Limburgse gemeenten wenselijk is. Op deze wijze kan de bestuurskracht van kwetsbare gemeenten op een duurzame wijze worden versterkt en kunnen de regionale opgaven beter worden opgepakt en toebedeeld aan de gemeenten. Door middel van gemeentelijke opschaling worden bovendien de randvoorwaarden gecreëerd voor een meer transparante en effectieve samenwerking. Hierbij was voor gedeputeerde staten van belang dat de positie van de gemeente Venlo als centrumgemeente en trekker van de regionale samenwerking wordt versterkt. Rond de centrumgemeente Venlo ontstaan in de visie van gedeputeerde staten vier gelijkwaardige gemeenten met een evenwichtige toedeling van regionale functies.
Binnen de kaders van deze provinciale visie hebben de afzonderlijke Noord-Limburgse gemeenten zich georiënteerd op mogelijke partners voor samenwerking dan wel samenvoeging. Dit proces heeft uiteindelijk geresulteerd in drie herindelingsvoorstellen met betrekking tot de regio Noord-Limburg, waarvan achteraf feitelijk kan worden geconstateerd dat het inwonertal van de vier nieuw te vormen gemeenten varieert van ruim 40 000 inwoners (de nieuw te vormen gemeente Horst aan de Maas), ongeveer 42 000 inwoners (de nieuw te vormen gemeente Peel en Maas), tot ruim 42 000 inwoners (de gemeente Venray na toevoeging van een deel van Meerlo-Wanssum) en één gemeente met ruim 100 000 inwoners (de herindeling van Arcen en Velden en Venlo).
De leden van de VVD-fractie hebben met instemming vernomen dat de gemeenten Bergen en Arcen en Velden het eens zijn geworden over een kleine grenscorrectie die door de desbetreffende gemeenten zal worden doorgevoerd per 1 januari 2010. De leden van de VVD-fractie achten deze grenscorrectie zeer wenselijk. Dezelfde leden stellen vast dat voor de tweede maal in korte tijd de gemeente Venlo betrokken is bij een herindeling. Zij zijn van mening dat het wenselijk is dat er na een herindeling vele jaren de noodzaak van een samenvoeging of herindeling achterwege blijft. In dit kader vernemen zij graag wat de regering vindt van de positie van de gemeente Beesel. Deze gemeente wordt in de voorstellen namelijk vergeten. Het is duidelijk dat deze gemeente op langere termijn niet zelfstandig kan blijven. Gaarne vernemen de leden van de VVD-fractie van de regering waarom gekozen is voor een procedure, waarin het denkbaar is dat zowel Roermond als Venlo op korte termijn wederom bij een herindeling betrokken zullen worden.
Gedeputeerde staten van Limburg hebben na een brede omgevingsanalyse en in overleg met het gemeentebestuur van Beesel geconcludeerd dat de gemeente Beesel niet in een Wet arhi-procedure zal worden opgenomen. Argumenten die daarbij een rol hebben gespeeld zijn onder meer de gezonde financiële positie van Beesel en de uitkomsten van het bestuurskrachtonderzoek, dat in de periode 2006–2007 door een onafhankelijke visitatiecommissie werd uitgevoerd. De provincie Limburg en de gemeente Beesel hebben afgesproken dat de gemeente Beesel structureel werk maakt van verdere versterking van haar bestuurskracht. De gemeente Beesel doet dit langs twee ontwikkelsporen. Het eerste spoor is een continue dialoog met het maatschappelijke middenveld. Deze continue dialoog geeft de gemeente Beesel concreet vorm door regelmatige herijking van de toekomstvisie, klanttevredenheidsonderzoeken (over de hele breedte van de dienstverlening en gefocust op onderdelen) en door gesprekken met belangengroeperingen over relevante maatschappelijke thema’s. Het tweede spoor richt zich op versterking van de kwaliteit van de ambtelijke organisatie.
Voorts bestaat geen aanleiding om te veronderstellen dat de gemeente Beesel niet als volwaardig partner kan blijven deelnemen in de regionale samenwerking. Uit de resultaten van de bestuurskrachtmonitor blijkt dat de gemeente Beesel voldoende samenwerkt in de regio. In maart 2007 heeft de gemeente Beesel een strategische visie op samenwerking vastgesteld. De gemeente Beesel maakt hierbij onderscheid in gezamenlijke beleidsontwikkeling en strategische allianties. Bij gezamenlijke beleidsontwikkeling spant de gemeente Beesel zich in om actief te sturen in samenwerking met partners. Bij strategische allianties wil de gemeente Beesel naar vermogen een bijdrage leveren.
De leden van de PvdA-fractie stelden de vraag of de nieuw te vormen gemeenten in aanmerking komt voor het in de decembercirculaire aangekondigde ruimere kader voor de maatstaf herindeling? Zo nee, waarom niet?
Ja, de fusiegemeente komt in aanmerking voor het in de decembercirculaire 2008 aangekondigde ruimere kader van de verdeelmaatstaf herindeling. Volgens deze richtlijnen zal de fusiegemeente Venlo per 1 januari 2010 een tijdelijke aanvullende uitkering ontvangen van circa € 4 miljoen in plaats van het bedrag € 3 miljoen, zoals is aangegeven in de memorie van toelichting.
De leden van de SP-fractie merken op dat de nieuwe gemeente € 0,5 miljoen minder gaat ontvangen in de algemene uitkering uit het gemeentefonds dan nu het geval is bij de som van de algemene uitkeringen. Zij verwacht dat deze structurele verlaging opgevangen wordt door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere synergievoordelen. Maar wat, zo vragen de leden van de fractie van de SP, als deze verwachtingen uitblijven? Herindelingen kosten geld, zo beklemtonen deze leden. Wat als later blijkt dat als gevolg van de herindeling toch een tekort ontstaat op de begroting?
Voorafgaand aan de besluitvorming tot samenvoeging is een financieel verdiepingsonderzoek uitgevoerd door de provincie Limburg. De provincie Limburg is tot het oordeel gekomen dat de financiële positie van de gemeenten Arcen en Velden en Venlo een degelijke financiële basis biedt voor de nieuw te vormen gemeente Venlo.
Verder volgt de lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds de veronderstelde efficiencywinst die de fusiegemeente kan bereiken door de toegenomen schaal. Eerdere herindelingen laten zien dat, zeker als daar bewust op wordt gestuurd, de bestuurskosten inderdaad na verloop van tijd minder zijn en er synergievoordelen worden behaald. In wezen krijgt de fusiegemeente eenzelfde bedrag als een bestaande gemeente met dezelfde kenmerken. De frictiekosten die het gevolg zijn van de herindeling, zijn incidenteel van aard.
Deze worden binnen het gemeentefonds gecompenseerd door de tijdelijke uitkering op grond van de maatstaf herindeling. Mocht er dan alsnog sprake zijn van een begrotingstekort dan is het aan de gemeente om het tekort te dekken of kan op enig moment preventief toezicht door gedeputeerde staten worden ingesteld.
De leden van de PVV-fractie vroegen welke omvang de begrotingen over 2008 van de betrokken gemeenten hadden en hoe hoog de verwachte begroting van de nieuwe gemeente naar verwachting zal worden.
De omvang van de begrotingen van 2008 van de twee gemeenten zijn als volgt:
Arcen en Velden: € 16 131 000
Venlo: € 280 689 000
De omvang van de nieuwe begroting 2010 voor de nieuw te vormen gemeente is mij niet bekend. Ik beschik ook niet over informatie op welke wijze het financiële integratieproces in de betrokken gemeenten momenteel wordt vormgegeven en daarmee over de omvang van de nieuwe begroting. Ik merk overigens op dat de omvang van de begroting van een heringedeelde gemeente ook wordt bepaald door de beleidsmatige keuzes die de nieuw gekozen gemeenteraad maakt voor de gehele gemeente.
Daarnaast vroegen de leden van de PVV-fractie of al duidelijk is in welk dorp(en) de gemeentelijke diensten alsmede overige gemeentelijke instellingen komen te zitten en wat er gebeurt met overbodig geworden panden?
De reorganisatie van de ambtelijke organisatie, genaamd «Expeditie Venlo», richt zich ook op het verbeteren van de gemeentelijke dienstverlening. De plannen voor het inrichten van een klanten contact centrum (KCC) zijn al in een vergevorderd stadium. Dit KCC zal ondergebracht worden in het nieuw te bouwen stadskantoor. Dit stadskantoor krijgt een centrale plek in de nieuwe gemeente Venlo dat goed voor alle stadsdelen bereikbaar zal zijn. Vooralsnog blijft in de verschillende stadsdelen een stadswinkel bestaan. Deze stadsdelen zijn Tegelen, Blerick, Venlo en Arcen en Velden. Wat betreft de gebouwen die overtollig zijn geworden is het uitgangspunt dat karakteristieke gebouwen voor de gemeente behouden blijven, maar dat de overige gebouwen worden afgestoten.