Ontvangen 1 april 2009
1. Inleiding 1
2. Beleidskader 2
3. Draagvlak 3
4. Interne en regionale samenhang en evenwicht 6
5. Financiële aspecten 8
Hierbij bied ik u de nota naar aanleiding van het verslag voor het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Helden, Kessel, Maasbree en Meijel aan. Het wetsvoorstel heeft geleid tot een aantal bevindingen en vragen van de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De leden van de fracties van het CDA en van de VVD hebben met instemming kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. De leden van de fracties van de SP en van de PVV hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel.
Bij de beantwoording heb ik zo veel mogelijk de volgorde van het verslag aangehouden. Uit praktisch oogpunt ben ik een enkele keer van die volgorde afgeweken, door vragen van gelijke strekking samen te nemen.
In het coalitieakkoord staat dat herindeling van gemeenten plaatsvindt indien daarvoor voldoende lokaal draagvlak bestaat. De verantwoordelijkheid voor de toetsing daarvan berust bij het provinciebestuur. De regering toetst de voorstellen in principe uitsluitend op het gevolgde proces. De regering is van mening, dat het proces waarlangs het onderhavige wetsvoorstel tot stand is gekomen in overeenstemming is met het betreffende onderdeel uit het coalitieakkoord.
De leden van de CDA-fractie vragen of de regering een opvatting heeft over de nagestreefde schaalgrootte van 40 000 inwoners. Is dat inderdaad een beleidslijn?
De leden van de SP-fractie wijzen op het feit dat deze herindeling onderdeel uit maakt van een groter geheel, waarbij de stad Venlo van ongeveer 100 000 inwoners omgeven wordt door een aantal gemeenten van ongeveer 40 000 inwoners. Waarom is 40 000 inwoners een logische omvang van een gemeente? Waarom is dit niet 10 000 inwoners, of 20 000 inwoners, of 100 000? Hoe zijn bewoners betrokken bij de discussie over de logische omvang van hun gemeente? Deze leden ontvangen graag een toelichting van de regering op deze punten.
De aard en omvang van maatschappelijke problemen en de bestuurlijke opgaven die deze met zich brengen, stellen bepaalde eisen aan de bestuurskracht van gemeenten. Naast de bestuurlijke schaal van een gemeente wordt de bestuurskracht door meerdere factoren beïnvloed, zoals de bestuurscultuur, de kwaliteit van de ambtelijke organisatie en de mogelijkheden om samen te werken met andere gemeenten of maatschappelijke partners etc. Er bestaat daarom naar de mening van de regering geen eenduidig verband tussen de bestuurlijke schaal (inwonertal) en bestuurskracht. Om deze reden hanteert de regering geen criterium of beleidslijn ten aanzien van de omvang van gemeenten. Ook gedeputeerde staten hebben in hun zienswijze het getal van 40 000 inwoners niet als doorslaggevend aangemerkt.
Het genoemde getal van 40 000 inwoners moet in de context van de Noord-Limburgse situatie worden bezien tegen de achtergrond van het volgende. In de periode 2005–2007 is in de regio Noord-Limburg een tweede bestuurskrachtmonitor uitgevoerd door een onafhankelijke visitatiecommissie. De uitkomsten hiervan zijn medio 2007 bekend geworden. Deze uitkomsten zijn door gedeputeerde staten besproken met de colleges van de Noord-Limburgse gemeenten. Op basis hiervan hebben gedeputeerde staten op 7 november 2007 een regionale bijeenkomst gehouden. Doel van deze bijeenkomst was beter zicht te krijgen op gedragen maatregelen tot versterking van de lokale en regionale bestuurskracht in de regio Noord-Limburg. Tijdens deze bijeenkomst hebben gedeputeerde staten aangegeven dat zij van mening zijn dat in de toekomst de samenvoeging van een aantal Noord-Limburgse gemeenten wenselijk is. Op deze wijze kan de bestuurskracht van kwetsbare gemeenten op een duurzame wijze worden versterkt en kunnen de regionale opgaven beter worden opgepakt en toebedeeld aan de gemeenten. Door middel van gemeentelijke opschaling worden bovendien de randvoorwaarden gecreëerd voor een meer transparante en effectieve samenwerking. Hierbij was voor gedeputeerde staten van belang dat de positie van de gemeente Venlo als centrumgemeente en trekker van de regionale samenwerking wordt versterkt. Rond de centrumgemeente Venlo ontstaan in de visie van gedeputeerde staten vier gelijkwaardige gemeenten met een evenwichtige toedeling van regionale functies.
Binnen de kaders van deze provinciale visie hebben de afzonderlijke Noord-Limburgse gemeenten zich georiënteerd op mogelijke partners voor samenwerking dan wel samenvoeging. Dit proces heeft uiteindelijk geresulteerd in drie herindelingsvoorstellen met betrekking tot de regio Noord-Limburg, waarvan achteraf feitelijk kan worden geconstateerd dat het inwonertal van de vier nieuw te vormen gemeenten varieert van ruim 40 000 inwoners (de nieuw te vormen gemeente Horst aan de Maas), ongeveer 42 000 inwoners (de nieuw te vormen gemeente Peel en Maas), tot ruim 42 000 inwoners (de gemeente Venray na toevoeging van een deel van Meerlo-Wanssum) en één gemeente met ruim 100 000 inwoners (de herindeling van Arcen en Velden en Venlo).
Deelt de regering de analyse van de leden van de SP-fractie dat decentralisatie van rijkstaken aanleiding is voor gemeentelijke herindelingen? Vindt zij dit een gewenste ontwikkeling? Deelt zij de zorg van deze leden dat herindelingen niet zozeer worden ingegeven door de wens van de bewoners, maar veel meer door het door de regering gekozen beleid van decentralisering?
Het decentralisatiebeginsel houdt de opdracht in om primair te bezien of het maatschappelijke probleem kan worden opgelost door een decentraal bestuursorgaan. Dit vraagt om een brede beleidsinhoudelijke en bestuurlijke afweging. In het coalitieakkoord is overeengekomen de decentralisatie van taken en bevoegdheden naar gemeenten en provincies te bevorderen. Dit onderdeel uit het coalitieakkoord is uitgewerkt in de bestuursakkoorden met provincies en gemeenten. De regering acht dit een gewenste ontwikkeling, omdat zo het bestuur dichterbij de burger wordt gebracht. Voor een doelmatige en doeltreffende taakuitoefening is vereist dat gemeenten voldoende bestuurskrachtig zijn. Er bestaat een relatie tussen de inhoud van de taken van een gemeente en de daarvoor benodigde bestuurskracht. Daarnaast komt de bestuurskracht van een gemeente ook tot uiting in de wijze waarop deze functioneert als gemeenschap, als dienstverlener, als effectieve en efficiënte organisatie en als medeoverheid in de regio. De afweging of een gemeente voldoende bestuurskracht heeft, ligt primair bij de gemeenten zelf. Gemeenten kunnen op verschillende wijze hun bestuurskracht een impuls geven en versterken onder meer door kwaliteitsverbetering van de eigen organisatie, door intensivering van de samenwerking of door gemeentelijke herindeling. Zo gezien is deze herindeling niet zozeer ingegeven vanwege het gevoerde decentralisatiebeleid, maar betreft het hier een vrijwillige keuze van de betrokken gemeenten.
De leden van de CDA-fractie hebben tijdens het op 6 maart 2009 afgelegde werkbezoek opgemerkt dat voor de onderhavige herindeling een groot draagvlak bestaat, ook onder burgers van de betreffende gemeenten. Tegen het voorstel als zodanig werd tijdens de hoorzitting geen bezwaar gemaakt. Wel bestond er bij een insprekende partij bezwaar over de doorlopen procedure.
Daarom zouden de leden van de CDA-fractie graag willen weten, welke consequenties het niet op de gebruikelijke wijze ter inzage leggen van het herindelingsontwerp in de gemeente Meijel kan hebben voor mogelijke procedures.
De leden van de SP-fractie ontvangen graag een nadere toelichting van de regering waarom naar haar opvatting op een verantwoorde manier is afgeweken van de wettelijke procedure. De gemeente Meijel heeft verzuimd om het herindelingsontwerp op de gebruikelijke wijze bekend te maken. Toch wordt gesteld dat er voldoende mogelijkheden zijn geweest tot inspraak. Deze leden vragen of de tijd rijp is voor besluitvorming, of dat alsnog de juiste procedure van inspraak gevolgd zou dienen te worden.
De leden van de VVD-fractie stelden dat uit de hoorzitting en de vele gesprekken is gebleken dat deze samenvoeging kan rekenen op steun van alle betrokken gemeenten. Slechts op één punt hebben deze leden behoefte aan een nadere uiteenzetting van de regering. Gebleken is namelijk dat bij de gemeente Meijel de procedure niet vlekkeloos is verlopen. De gemeenteraad heeft in een laat stadium een besluit genomen dat afweek van eerdere opvattingen. Nadien is dit besluit niet meer ter inzage gelegd. De leden van de VVD-fractie worden door de regering gaarne geïnformeerd of met de handelwijze van het gemeentebestuur uiteindelijk wel binnen de wet is geopereerd.
De leden van de PvdA-fractie vragen een inschatting van het risico dat in een eventuele zaak voor de bestuursrechter de gemeente Meijel alsnog zou worden veroordeeld tot de ter inzage legging van het herindelingsontwerp. Zou dit ook gevolgen kunnen hebben voor dit wetsvoorstel, procedureel of inhoudelijk, zo vragen zij.
De gemeente Meijel heeft de terinzagelegging van het herindelingsontwerp niet op de in de gemeente gebruikelijke wijze bekendgemaakt, te weten door middel van een aankondiging in het plaatselijke weekbericht. Wel is de terinzagelegging bekendgemaakt op de website van de gemeente Meijel waarop tevens het herindelingsontwerp is geplaatst. In artikel 5, tweede lid, van de Wet algemene wet regels herindeling (Wet arhi) wordt de terinzagelegging en de plicht tot bekendmaking daarvan geregeld. Het artikellid bepaalt dat burgemeester en wethouders het herindelingsontwerp gedurende acht weken op de gemeentesecretarie ter inzage leggen en dat de terinzagelegging bekend wordt gemaakt. De Wet arhi schrijft dus niet voor op welke wijze de bekendmaking dient te geschieden. Het publiceren op het internet acht ik een adequate wijze van bekendmaking. De conclusie van de SP-fractie dat hiermee is afgeweken van de van de wettelijke procedure deel ik daarom niet. Dat laat onverlet dat het voor de hand had gelegen om de terinzagelegging tevens via een aankondiging in het plaatselijke weekbericht bekend te maken. Het gemeentebestuur van Meijel en het provinciebestuur van Limburg hebben dat ook erkend. Zij wijzen er echter tevens op dat de burgers op vele andere manieren kennis konden hebben van de herindeling en van de mogelijkheden tot inspraak. Op de gemeentelijke website alsmede in het plaatselijke weekblad is diverse malen bekendheid gegeven aan de procedure van herindeling en aan de besluitvorming over het herindelingsontwerp. Dit heeft ook daadwerkelijk geresulteerd in een actieve betrokkenheid van de inwoners welke tot uiting is gekomen op de informatie- en burgeravonden in het najaar van 2007.
Op 25 februari 2008 is de besluitvorming in de gemeenteraad van Meijel inzake de samenvoeging uitgesteld, omdat de FWM-PvdA-fractie de burgers wilde raadplegen tijdens een zogenoemde burgeravond. In de berichtgeving over de burgeravond was op te maken dat de beslissing tot samenvoeging geagendeerd was op 10 maart 2008.
Daarnaast is in het plaatselijke weekbericht van de gemeente Meijel van 19 maart 2008 een overzicht geplaatst van de belangrijkste besluiten van het gemeentebestuur van Meijel waarin het herindelingsontwerp wordt genoemd en tevens melding wordt gemaakt dat dit ter inzage zal worden gelegd. Daarnaast hebben diverse thema-avonden en een bijeenkomst «dag van de toekomst» inzake de beoogde samenvoeging plaatsgevonden.
Deze afwijkende wijze van de bekendmaking zal geen verdere juridische consequenties kunnen hebben, omdat een vaststelling van het herindelingsadvies door de gemeenteraad niet vatbaar is voor beroep bij de bestuursrechter.
Voorts geven de leden van de CDA-fractie aan dat de instemming van alle vier de betrokken gemeenteraden van groot belang is. De wijze waarop het herindelingsvoorstel, van onderop, tot stand is gekomen spreekt deze leden aan. Uit het toegezonden herindelingsvoorstel valt, in tegenstelling tot andere herindelingsvoorstellen, niet af te lezen wat de stemverhoudingen in de verschillende gemeenteraden waren. De leden van de CDA-fractie ontvangen daarom gaarne informatie over de stemverhoudingen in de gemeenteraden rond dit herindelingvoorstel.
In de gemeenten Helden, Kessel en Maasbree was het raadsbesluit unaniem en in de gemeente Meijel was de stemverhouding zes stemmen voor en vijf stemmen tegen.
Belangrijke criteria ter beoordeling van de noodzaak van herindeling zijn voor de leden van de SP-fractie de bestuurskracht van gemeenten en, in de eerste plaats, het draagvlak onder de bevolking. Ook de regering zegt dat herindelingen alleen plaats moeten vinden van onderaf, als hiervoor voldoende steun is van de bevolking. De regering stelt dat het onderzoek naar het draagvlak onder de bevolking voor een herindeling een verantwoordelijkheid is van de gemeenten zelf. Naar de opvatting van de leden van de SP-fractie is een herindeling van zodanig ingrijpende aard dat louter goedkeuring door de gemeenteraad onvoldoende is. Hoe is in de betreffende gemeenten het draagvlak onder de bevolking gemeten?
De gemeenteraad is het besluitvormende orgaan als het gaat om de vaststelling van een herindelingsontwerp en herindelingsadvies indien de gemeente daartoe zelf het initiatief neemt. Bij het bepalen van het maatschappelijke draagvlak is het is de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur de inwoners en andere belanghebbenden te betrekken bij het herindelingsproces. In de vier betrokken gemeenten hebben twee gespreksronden met de inwoners plaatsgevonden. Dit is gebeurd via een door de gemeenteraden zelf gekozen onafhankelijke gespreksleider. In de eerste ronde is het voornemen tot fusie bediscussieerd aan de hand van stellingen over drie opties, de huidige zelfstandige positie van de gemeenten continueren, een samenwerkingsmodel invoeren of samenvoeging. In de tweede ronde in september 2007 hebben de burgers zich kunnen uitspreken over de vraag of zij het eens waren met het voorgenomen besluit om te fuseren. Vanuit de gemeenten Helden, Kessel en Maasbree was de overwegende reactie voor samenvoeging. In Meijel waren de reacties wisselend.
De leden van de PVV-fractie vroegen welke herindelingsversies er bij deze herindeling betrokken zijn geweest en waarom specifiek voor deze herindeling is gekozen.
In de gemeente Meijel waren de reacties van de inwoners op de voorgenomen herindeling wisselend. De gemeenteraad van Meijel koos aanvankelijk voor behoud van zelfstandigheid, zo constateren de leden van de SP-fractie. Een aantal maanden later veranderde de gemeenteraad echter van keuze. Hoe verklaart de regering deze ommezwaai? Hoe waardeert de regering in dit verband het vertrek van een aantal raadsleden? Deelt zij de opvatting van deze leden dat hier nauwelijks sprake is geweest van een evenwichtige discussie over de toekomst van Meijel?
De afgelopen jaren is verschillende malen onderzoek verricht naar de samenwerking tussen de gemeenten in de regio Peel en Maas. De vier betrokken gemeenten werken op diverse terreinen intensief samen. Knelpunten in de samenwerking kosten de gemeenten veel energie en frustreren de ambities in de regio. De onvrede over de regionale samenwerking is een belangrijke reden voor het onderhavige herindelingsvoorstel. Op 26 april 2007 hebben de colleges van de betrokken gemeenten besloten tot een inventarisatie van de samenwerkingsvormen en het vermogen van de gemeentelijke organisaties om de huidige en toekomstige gemeentelijke opgaven in samenwerking of afzonderlijk uit te voeren. Dit heeft er toe geleid dat de gemeenten Helden, Kessel en Maasbree op 2 oktober 2007 hebben gekozen voor samenvoeging. De gemeente Meijel heeft in eerste instantie gekozen voor zelfstandigheid. Het college van de gemeente Meijel heeft vervolgens de gevolgen van het besluit tot behoud van zelfstandigheid in kaart gebracht. De gemeenteraad van Meijel heeft op 10 maart 2008 op basis van het onderzoeksrapport «Een zelfstandige gemeente Meijel», de concept toekomstvisie Meijel 2020 «Prachtdorp in de Peel» en de «notitie positionering samenwerkingsverbanden HKMM in relatie tot de gemeente Meijel» het besluit genomen om alsnog deel te nemen aan de samenvoeging.
Zoals is aangegeven in antwoord op de eerdere vraag van de leden van de SP-fractie is de gemeenteraad het besluitvormende orgaan als het gaat om een gemeentelijk initiatief tot een herindelingsvoorstel. Dit staatsrechtelijke gegeven, en uit respect voor de lokale representatieve democratie, brengt met zich dat ik geen conclusies trek over de afwegingen die door de gemeenteraad van Meijel zijn gemaakt. In het verlengde daarvan acht ik het niet mijn taak of verantwoordelijkheid om uitspraken te doen over individuele raadsleden.
De leden van de PVV-fractie vragen of er referenda of peilingen of volksraadplegingen zijn geweest in de betreffende gemeenten en zo ja, wat daarvan de uitkomsten waren? Voorts vragen zij wat de stemverhoudingen zijn geweest in de verschillende gemeenteraden en welke partijen voor of tegen het nu voorliggende voorstel hebben gestemd? Hoe was de stemverhouding in de provinciale staten en welke partijen hebben daar voor of tegen gestemd?
Er hebben geen referenda of peilingen plaatsgevonden, maar de gemeenten hebben wel burgeravonden georganiseerd. Het betreft hier een herindelingsadvies dat door de betrokken gemeenteraden is vastgesteld. In dat geval behoeft het herindelingsadvies niet door provinciale staten te worden vastgesteld. Wel hebben gedeputeerde staten overeenkomstig de Wet algemene regels herindeling een zienswijze gegeven waarin zij concluderen dat de samenvoeging goed past binnen het provinciaal beleid voor de bestuurlijke organisatie in de regio en waarin zij van oordeel zijn dat het zal leiden tot vermindering van de bestuurlijke drukte.
4. Interne en regionale samenhang en evenwicht
Graag ontvangen de leden van de CDA-fractie een overzicht waaruit blijkt wanneer de betrokken gemeenten voor het laatst met een herindelingsoperatie te maken hebben gehad. Het is namelijk niet voor het eerst dat de betrokken gemeenten met een herindeling te maken hebben. Ook zouden deze leden graag inzicht hebben in de kosten die daarmee gemoeid zijn geweest. In hoeverre spelen dat soort factoren een rol bij nieuwe herindelingen?
De betrokken gemeenten zijn niet eerder betrokken geweest bij een gemeentelijke herindeling. De frictiekosten die het gevolg zijn van de herindeling, zijn incidenteel van aard. Deze worden binnen het gemeentefonds gecompenseerd door de tijdelijke uitkering op grond van de verdeelmaatstaf herindeling.
Het onderhavige wetsvoorstel en de voorstellen 31 815 en 31 818 betreffen Noord- en Midden-Limburg. Een wetsvoorstel tot samenvoeging van Mook en Middelaar, Bergen en Gennep is in voorbereiding. Wanneer denkt de regering dit aan de Kamer aan te bieden, zo vragen de leden van de PvdA-fractie. Dan is de herindeling in Noord-Limburg voltooid in de zin dat zodanige gemeenten zijn gevormd dat de schaal geen belemmering meer hoeft te zijn voor krachtig bestuur en effectieve samenwerking in de regio. In dit verband blijft Beesel als enige kleine gemeente in het gebied over. Waarom is deze gemeente thans niet betrokken bij de herindeling in dit gebied? Is deze gemeente ook op langere termijn in staat om voldoende bestuurskracht op te brengen? Is de regering van oordeel dat deze gemeente volwaardig kan blijven deelnemen aan de regionale samenwerking? Zullen de omliggende grotere gemeenten de belangen van deze gemeente nog voldoende recht doen?
Is de regering bereid om 2 jaar na inwerkingtreding van de herindeling en samenvoegingen in Noord-Limburg de situatie te doen evalueren, zodat helder wordt of deze hebben opgeleverd wat ervan verwacht wordt? Is de regering bereid daarbij de regionale samenwerking te betrekken met het oog op de positie van Beesel?
Gedeputeerde staten hebben het initiatief genomen tot een herindelingvoorstel met betrekking tot de gemeenten Bergen, Gennep en Mook en Middelaar. Het herindelingsadvies is op 13 februari 2009 door provinciale staten vastgesteld en aan mij toegezonden. Over het in procedure nemen van een wetsvoorstel heb ik nog geen standpunt ingenomen.
Gedeputeerde staten van Limburg hebben na een brede omgevingsanalyse en in overleg met het gemeentebestuur van Beesel geconcludeerd dat de gemeente Beesel niet in een Arhi procedure zal worden opgenomen. Argumenten die daarbij een rol hebben gespeeld zijn onder meer de gezonde financiële positie van Beesel en de uitkomsten van het bestuurskrachtonderzoek, dat in de periode 2006–2007 door een onafhankelijke visitatiecommissie werd uitgevoerd. De provincie Limburg en de gemeente Beesel hebben afgesproken dat de gemeente Beesel structureel werk maakt van verdere versterking van haar bestuurskracht. De gemeente Beesel doet dit langs twee ontwikkelsporen. Het eerste spoor is een continue dialoog met het maatschappelijk middenveld. Deze continue dialoog geeft de gemeente Beesel concreet vorm door regelmatige herijking van de toekomstvisie, klanttevredenheidsonderzoeken (over de hele breedte van de dienstverlening en gefocust op onderdelen) en door gesprekken met belangengroeperingen over relevante maatschappelijke thema’s. Het tweede spoor richt zich op versterking van de kwaliteit van de ambtelijke organisatie.
Voorts bestaat geen aanleiding om te veronderstellen dat de gemeente Beesel niet als volwaardig partner kan blijven deelnemen in de regionale samenwerking. Uit de resultaten van de bestuurskrachtmonitor blijkt dat de gemeente Beesel voldoende samenwerkt in de regio. In maart 2007 heeft de gemeente Beesel een strategische visie op samenwerking vastgesteld. De gemeente Beesel maakt hierbij onderscheid in gezamenlijke beleidsontwikkeling en strategische allianties. Bij gezamenlijke beleidsontwikkeling spant de gemeente Beesel zich in om actief te sturen in samenwerking met partners. Bij strategische allianties wil de gemeente Beesel naar vermogen een bijdrage leveren. Ook wordt erop gewezen dat de gemeente Beesel een accountmanager/aanspreekpunt voor strategische regionale zaken heeft aangesteld. Op basis van de huidige inzichten is er geen aanleiding om op voorhand een evaluatie te plannen.
Daarnaast is het de primaire taak van de gemeentebesturen van de Noord-Limburgse regio om te monitoren of de herindelingen gebracht hebben wat er van werd verwacht, zoals de leden van de PvdA-fractie stelden. Het is niet aan mij om specifieke herindelingen te evalueren. Dit is een verantwoordelijkheid van de gemeenteraden.
De leden van de PvdA-fractie hechten sterk aan lokale identiteit en gemeenschapszin. Herindeling leidt soms tot een gevoel van verlies daarvan. De nieuwe gemeentebesturen zullen zich moeten inspannen deze te borgen, juist nu zij op grotere afstand van kernen en dorpen komen te staan. Dit kan op uiteenlopende wijze. Deelt de regering de mening dat de nieuwe gemeente expliciet deze opdracht op zich moet nemen? Wil zij dit bij hen aan de orde stellen, eventueel door tussenkomst van de provincie? Is de regering bereid om de herindeling over 3 jaar ook op dit punt te doen evalueren?
Het gaat om een herindelingsvoorstel op initiatief van de betrokken gemeenten. De betrokken gemeenten hebben in het herindelingsadvies aangetoond hoe zij op zorgvuldige wijze invulling zullen geven aan aspecten als leefbaarheid en integratie met behoud van identiteit van de onderscheidenlijke dorpskernen. Dit is een taak waar gemeentebesturen zelf verantwoordelijk voor zijn. Het is niet aan mij om specifieke herindelingen te evalueren. Dit is een verantwoordelijkheid van de gemeenteraad.
De leden van de CDA-fractie weten dat de nieuwe gemeente een eenmalige extra uitkering ontvangt in het kader van deze herindeling. Hoe groot is de efficiencykorting die de gemeente in de volgende jaren tegemoet kan zien? Hebben of krijgen gemeenten standaard inzicht in de financiële consequenties van herindelingsbeslissingen – zowel op de korte als op de lange termijn? Deze leden ontvangen op deze punten graag een toelichting van de regering.
Er is geen sprake van een efficiencykorting bij de uitkering uit het gemeentefonds aan heringedeelde gemeenten. In de memorie van toelichting is de hoogte aangegeven van de algemene uitkering die de nieuwe gemeente Peel en Maas, zal ontvangen in vergelijking met de som van de algemene uitkering van de huidige gemeenten Helden, Kessel, Maasbree en Meijel. Dit levert voor de nieuwe gemeente een structureel iets lagere uitkering op als gevolg van met name de vaste bedragen en de maatstaven schaalfactoren sociale dienst. Zoals in de memorie van toelichting is aangegeven, zal het verschil kunnen worden opgevangen door per saldo lagere bestuurskosten en door het realiseren van synergievoordelen. De frictiekosten bij herindeling worden vergoed via de verdeelmaatstaf herindeling. Deze maatstaf is verruimd, omdat de vaste voet (het vaste bedrag) in het vervolg op basis van twee raadsperioden wordt vastgesteld.
Gemeenten die betrokken zijn bij een herindelingsproces kunnen op verschillende manieren inzicht krijgen in de financiële consequenties voor en na de herindeling. In de eerste plaats wordt in de memorie van toelichting van elk wetsvoorstel tot gemeentelijke herindeling, volgens de meest recente inzichten, de hoogte aangegeven van de algemene uitkering die de nieuw te vormen gemeente zal ontvangen. Tevens wordt de hoogte van de uitkering op grond van de maatstaf herindeling aangegeven.
Daarnaast kunnen gemeenten, die zich oriënteren op herindeling of op enig moment betrokken zijn bij een herindelingsproces, een verzoek doen tot het laten uitvoeren van een herindelingsscan door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in samenwerking met de provincie. Voor de herindelingsscan wordt uitgegaan van de nieuw te vormen (fictieve) gemeente. Aan de hand van de herindelingsscan kunnen gerichte aandachtspunten voor het (bestuurlijk en financieel) beleid van de nieuwe gemeente worden bepaald. In aanvulling op een reguliere begrotingsscan wordt in een herindelingsscan onder andere aandacht besteed aan: de effecten van de herindeling op de algemene uitkering, de berekening van de maatstaf herindeling en duiding van mogelijke frictiekosten, de mogelijke effecten op de belastingen en tarieven en de financiële positie van de afzonderlijke gemeenten.
De leden van de PvdA-fractie vragen of de nieuw te vormen gemeente al in aanmerking komt voor het in de decembercirculaire aangekondigde ruimere kader voor de maatstaf herindeling. Zo nee, waarom niet?
De nieuwe gemeente komt, conform de decembercirculaire 2008, in aanmerking voor het aangekondigde ruimere kader van de verdeelmaatstaf herindeling. Volgens de richtlijnen zal de nieuwe gemeente Peel en Maas per 1 januari 2010 een tijdelijke aanvullende uitkering ontvangen van circa € 11,7 miljoen in plaats van het bedrag € 8,8 miljoen, zoals is aangegeven in de memorie van toelichting.
De leden van de SP-fractie merken op dat de regering aangeeft dat de nieuwe gemeente € 1,4 miljoen minder zal ontvangen uit de algemene uitkering uit het gemeentefonds dan nu het geval is bij de som van de algemene uitkeringen. Zij verwacht dat deze structurele verlaging opgevangen wordt door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere synergievoordelen. Maar wat gebeurt er, zo vragen deze leden, als deze verwachtingen uitblijven? Herindelingen kosten geld, zo beklemtonen deze leden. Wat als later blijkt dat als gevolg van de herindeling toch een tekort ontstaat op de begroting?
Voorafgaand aan de besluitvorming tot samenvoeging is een financieel verdiepingsonderzoek uitgevoerd door de provincie Limburg. De provincie Limburg is tot het oordeel gekomen dat de financiële positie van Helden, Kessel, Maasbree en Meijel voldoende tot goed is. Concluderend kan gesteld worden dat gegeven de financiële situatie van de gemeenten de levensvatbaarheid van de nieuwe gemeente voldoende is verzekerd.
Verder volgt de lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds de veronderstelde efficiencywinst die de nieuwe gemeente kan bereiken door de toegenomen schaal. Eerdere herindelingen laten zien dat, zeker als daar bewust op wordt gestuurd, de bestuurskosten inderdaad na verloop van tijd minder zijn en er synergievoordelen worden behaald. In wezen krijgt de nieuwe gemeente eenzelfde bedrag als een bestaande gemeente met dezelfde kenmerken. De frictiekosten die het gevolg zijn van de herindeling, zijn incidenteel van aard. Deze worden binnen het gemeentefonds gecompenseerd door de tijdelijke uitkering op grond van de maatstaf herindeling. Mocht er dan als nog sprake zijn van een begrotingstekort dan is het aan de gemeente om het tekort te dekken of kan op enig moment preventief toezicht door gedeputeerde staten worden ingesteld.
De leden van de PVV-fractie vragen welke omvang de begrotingen over 2008 van de betrokken gemeenten beliepen en hoe hoog de verwachte begroting van de nieuwe gemeente naar verwachting zal worden.
De omvang van de begrotingen van 2008 van de vier gemeenten zijn als volgt:
Helden € 37 642 000
Kessel € 7 333 000
Maasbree € 18 439 000
Meijel € 8 796 000
De omvang van de nieuwe begroting 2010 voor de nieuw te vormen gemeente is mij niet bekend. Ik beschik ook niet over informatie op welke wijze het financiële integratieproces in de betrokken gemeenten momenteel wordt vormgegeven en daarmee over de omvang van de nieuwe begroting. Ik merk overigens op dat de omvang van de begroting van een heringedeelde gemeente ook bepaald wordt door de beleidsmatige keuzes die de nieuw gekozen gemeenteraad maakt voor de gehele gemeente.
Voorts vragen zij of al duidelijk is in welk(e) dorp(en) de gemeentelijke diensten alsmede overige gemeentelijke instellingen komen te zitten en wat er zal gebeuren met overbodig geworden panden.
De gemeenteraden hebben unaniem besloten dat er één centrale huisvesting komt in de kern Panningen. Er is nog geen besluit genomen over de huisvesting van de buitendienst. De (vrijwillige) brandweerposten blijven in de diverse dorpen gehandhaafd. Door zijn centrumvoorzieningen als ook vanwege zijn geografische ligging in het gebied is Panningen een natuurlijke keuze. De raden van de vier gemeenten hebben in juli 2008 al het besluit genomen dat er centrale huisvesting komt. Voor de overtollige gebouwen, meer in bijzonder de voormalige gemeentehuizen, worden alternatieve bestemmingen gezocht waarna ze zullen worden afgestoten. De opbrengst van de gebouwen zal worden gebruikt voor de realisatie van het nieuwe gemeentekantoor in Panningen.