Vastgesteld 18 maart 2009
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
1. Inleiding 1
2. Beleidskader 2
3. Draagvlak 2
4. Interne en regionale samenhang en evenwicht 3
5. Financiële aspecten 4
De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het voorliggende voorstel.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van dit wetsvoorstel. Er leeft nog een aantal vragen.
De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van dit voorstel tot gemeentelijke herindeling.
De leden van de VVD-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Helden, Kessel, Maasbree en Meijel.
De leden van de PVV-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel en willen de regering nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie vragen of de regering een opvatting heeft over de nagestreefde schaalgrootte van 40 000 inwoners. Is dat inderdaad een beleidslijn?
Deelt de regering de analyse van de leden van de SP-fractie dat decentralisatie van rijkstaken aanleiding is voor gemeentelijke herindelingen? Vindt zij dit een gewenste ontwikkeling? Deelt zij de zorg van deze leden dat herindelingen niet zozeer worden ingegeven door de wens van de bewoners, maar veel meer door het door de regering gekozen beleid van decentralisering?
De leden van de PVV-fractie vragen welke herindelingsversies er bij deze herindeling betrokken zijn geweest en waarom specifiek voor deze herindeling is gekozen.
Uit het op 6 maart jl. afgelegde werkbezoek is de leden van de CDA-fractie gebleken dat er voor de herindeling een groot draagvlak bestaat, ook onder burgers van de betreffende gemeenten. Tegen het voorstel als zodanig werd tijdens de hoorzitting geen bezwaar gemaakt. Wel bestond er bij een insprekende partij bezwaar over de doorlopen procedure. Daarom zouden de leden van de CDA-fractie graag willen weten, welke consequenties het niet op de gebruikelijke wijze ter inzage leggen van het herindelingsontwerp in de gemeente Meijel kan hebben voor mogelijke procedures.
Voor deze leden is het gegeven dat deze herindeling de instemming heeft van alle vier de betrokken gemeenteraden van groot belang. De wijze waarop het herindelingsvoorstel, van onderop, tot stand is gekomen spreekt deze leden aan.
Uit het toegezonden herindelingsvoorstel valt, in tegenstelling tot andere herindelingsvoorstellen, niet af te lezen wat de stemverhoudingen in de verschillende gemeenteraden waren. De leden van de CDA-fractie ontvangen daarom gaarne informatie over de stemverhoudingen in de gemeenteraden rond dit herindelingvoorstel.
De leden van de PvdA-fractie vragen een inschatting van het risico dat in een eventuele zaak voor de bestuursrechter de gemeente Meijel alsnog zou worden veroordeeld tot de ter inzage legging van het herindelingsontwerp. Zou dit ook gevolgen kunnen hebben voor dit wetsvoorstel, procedureel of inhoudelijk, zo vragen zij.
Belangrijke criteria ter beoordeling van de noodzaak van herindeling zijn voor de leden van de SP-fractie de bestuurskracht van gemeenten en, in de eerste plaats, het draagvlak onder de bevolking. Ook de regering zegt dat herindelingen alleen plaats moeten vinden van onderaf, als hiervoor voldoende steun is van de bevolking.
De regering stelt dat het onderzoek naar het draagvlak onder de bevolking voor een herindeling een verantwoordelijkheid is van de gemeenten zèlf. Naar de opvatting van de leden van de SP-fractie is een herindeling van zodanig ingrijpende aard dat louter goedkeuring door de gemeenteraad onvoldoende is. Hoe is in de betreffende gemeenten het draagvlak onder de bevolking gemeten?
In de gemeente Meijel waren de reacties van de inwoners op de voorgenomen herindeling wisselend. De gemeenteraad van Meijel koos aanvankelijk voor behoud van zelfstandigheid, zo constateren de leden van de SP-fractie. Een aantal maanden later veranderde de gemeenteraad echter van keuze. Hoe verklaart de regering deze ommezwaai? Hoe waardeert de regering in dit verband het vertrek van een aantal raadsleden? Deelt zij de opvatting van deze leden dat hier nauwelijks sprake is geweest van een evenwichtige discussie over de toekomst van Meijel?
De gemeente Meijel heeft verzuimd om het herindelingsontwerp op de gebruikelijke wijze bekend te maken. Toch wordt gesteld dat er voldoende mogelijkheden zijn geweest tot inspraak. De leden van de SP-fractie ontvangen graag een nadere toelichting van de regering waarom naar haar opvatting op een verantwoorde manier is afgeweken van de wettelijke procedure. Deze leden vragen of de tijd rijp is voor besluitvorming, of dat alsnog de juiste procedure van inspraak gevolgd zou dienen te worden.
Uit de hoorzitting en de vele gesprekken is de leden van de VVD-fractie gebleken dat deze samenvoeging kan rekenen op steun van alle betrokken gemeenten. Slechts op één punt hebben deze leden behoefte aan een nadere uiteenzetting van de regering. Gebleken is namelijk dat bij de gemeente Meijel de procedure niet vlekkeloos is verlopen. De gemeenteraad heeft in een laat stadium een besluit genomen dat afweek van eerdere opvattingen. Nadien is dit besluit niet meer ter inzage gelegd. De leden van de VVD-fractie worden door de regering gaarne geïnformeerd of met de handelwijze van het gemeentebestuur uiteindelijk wel binnen de wet is geopereerd.
De leden van de PVV-fractie vragen of er referenda of peilingen of volksraadsplegingen zijn geweest in de betreffende gemeenten en zo ja, wat daarvan de uitkomsten waren?
Voorts vragen zij wat de stemverhoudingen zijn geweest in de verschillende gemeenteraden en welke partijen voor of tegen het nu voorliggende voorstel hebben gestemd? Hoe was de stemverhouding in de Provinciale Staten en welke partijen hebben daar voor of tegen gestemd?
4. Interne en regionale samenhang en evenwicht
Graag ontvangen de leden van de CDA-fractie een overzicht waaruit blijkt wanneer de betrokken gemeenten voor het laatst met een herindelingsoperatie te maken hebben gehad. Het is namelijk niet voor het eerst dat de betrokken gemeenten met een herindeling te maken hebben. Ook zouden deze leden graag inzicht hebben in de kosten die daarmee gemoeid zijn geweest. In hoeverre spelen dat soort factoren een rol bij nieuwe herindelingen?
Het onderhavige wetsvoorstel en de voorstellen 31 815 en 31 818 betreffen Noord- en Midden-Limburg. Een wetsvoorstel tot samenvoeging van Mook en Middelaar, Bergen en Gennep is in voorbereiding. Wanneer denkt de regering dit aan de Kamer aan te bieden, zo vragen de leden van de PvdA-fractie. Dan is de herindeling in Noord-Limburg voltooid in de zin dat zodanige gemeenten zijn gevormd dat de schaal geen belemmering meer hoeft te zijn voor krachtig bestuur en effectieve samenwerking in de regio. In dit verband blijft Beesel als enige kleine gemeente in het gebied over. Waarom is deze gemeente thans niet betrokken bij de herindeling in dit gebied? Is deze gemeente ook op langere termijn in staat om voldoende bestuurskracht op te brengen? Is de regering van oordeel dat deze gemeente volwaardig kan blijven deelnemen aan de regionale samenwerking? Zullen de omliggende grotere gemeenten de belangen van deze gemeente nog voldoende recht doen?
Is de regering bereid om 2 jaar na inwerkingtreding van de herindeling en samenvoegingen in Noord-Limburg de situatie te doen evalueren, zodat helder wordt of deze hebben opgeleverd wat ervan verwacht wordt? Is de regering bereid daarbij de regionale samenwerking te betrekken met het oog op de positie van Beesel?
De leden van de PvdA-fractie hechten sterk aan lokale identiteit en gemeenschapszin. Herindeling leidt soms tot een gevoel van verlies daarvan. De nieuwe gemeentebesturen zullen zich moeten inspannen deze te borgen, juist nu zij op grotere afstand van kernen en dorpen komen te staan. Dit kan op uiteenlopende wijze. Deelt de regering de mening dat de nieuwe gemeente expliciet deze opdracht op zich moet nemen? Wil zij dit bij hen aan de orde stellen, eventueel door tussenkomst van de provincie?
Is de regering bereid om de herindeling over 3 jaar ook op dit punt te doen evalueren?
De leden van de SP-fractie wijzen op het feit dat deze herindeling onderdeel uit maakt van een groter geheel, waarbij de stad Venlo van ongeveer 100 000 inwoners omgeven wordt door een aantal gemeenten van ongeveer 40 000 inwoners. Waarom is 40 000 inwoners een logische omvang van een gemeente? Waarom is dit niet 10 000 inwoners, of 20 000 inwoners, of 100 000? Hoe zijn bewoners betrokken bij de discussie over de logische omvang van hun gemeente? Deze leden ontvangen graag een toelichting van de regering op deze punten.
De leden van de CDA-fractie weten dat de nieuwe gemeente een eenmalige extra uitkering ontvangt in het kader van deze herindeling. Hoe groot is de efficiencykorting die de gemeente in de volgende jaren tegemoet kan zien? Hebben of krijgen gemeenten standaard inzicht in de financiële consequenties van herindelingsbeslissingen – zowel op de korte als op de lange termijn? Deze leden ontvangen op deze punten graag een toelichting van de regering.
De leden van de PvdA-fractie vragen of de nieuw te vormen gemeente al in aanmerking komt voor het in de decembercirculaire aangekondigde ruimere kader voor de maatstaf herindeling. Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie merken op dat de regering aangeeft dat de nieuwe gemeente € 1,4 mln. minder zal ontvangen uit de algemene uitkering uit het gemeentefonds dan nu het geval is bij de som van de algemene uitkeringen. Zij verwacht dat deze structurele verlaging opgevangen wordt door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere synergievoordelen. Maar wat gebeurt er, zo vragen deze leden, als deze verwachtingen uitblijven? Herindelingen kosten geld, zo beklemtonen deze leden. Wat als later blijkt dat als gevolg van de herindeling toch een tekort ontstaat op de begroting?
De leden van de PVV-fractie vragen welke omvang de begrotingen over 2008 van de betrokken gemeenten beliepen en hoe hoog de verwachte begroting van de nieuwe gemeente naar verwachting zal worden.
Voorts vragen zij of al duidelijk is in welk(e) dorp(en) de gemeentelijke diensten alsmede overige gemeentelijke instellingen komen te zitten en wat er zal gebeuren met overbodig geworden panden.
Samenstelling:
Leden: Van Beek (VVD), Halsema (GL), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Gerkens (SP), Sterk (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA), Anker (CU) en Vacature (CDA).
Plv. leden: Teeven (VVD), Heemelaar (GL), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Smilde (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA), Cramer (CU) en Knops (CDA).