Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 maart 2009
Bij de regeling van werkzaamheden op 17 maart 2009 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 64) heeft het lid Van der Ham (D66) gevraagd om een brief met de stand van zaken met betrekking tot de financiering van lokale publieke omroep. Specifiek wordt gevraagd naar de uitkomst van het overleg met de VNG over dit onderwerp. Bij deze voldoe ik aan dit verzoek.
Er is de afgelopen maanden (ambtelijk) overleg met de VNG gevoerd over het verzoek van de Tweede Kamer om met een oplossing te komen voor de financiering van lokale publieke omroep. De VNG heeft mij bij brief van 8 december 2008 geïnformeerd over het VNG-standpunt ten aanzien van de financiering. Dit standpunt houdt in dat de VNG voorstelt om de middelen voor lokale omroep gedurende een aantal jaren via een integratie-uitkering te verdelen. Dit betekent in feite een voorstel om te monitoren. Wat de VNG wil laten zien is de hoeveelheid rijksgeld en het bestedingsdoel. Op 13 februari heeft het lid Atsma vragen gesteld over dit standpunt van de VNG. In mijn reactie hierop heb ik aangegeven dat de Tweede Kamer in een motie heeft gevraagd te waarborgen dat de bedoelde middelen voortaan bij de lokale omroepen terechtkomen en dat het standpunt van de VNG onvoldoende aan deze wens tegemoet lijkt te komen1.
Daarnaast heb ik ook overleg gehad met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over dit onderwerp. Dit heeft geresulteerd in overeenstemming over een oplossing die naar ik hoop tegemoet komt aan de wens van de Tweede Kamer.
Ik heb het voornemen om deze oplossing, na overleg met de VNG, in een separaat wetsvoorstel op te nemen dat ik zo spoedig mogelijk bij de Tweede Kamer zal indienen.