Ontvangen 19 maart 2009
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel AAA, wordt in het eerste punt «dertig» vervangen door: vijfentwintig.
Dit amendement strekt ertoe om het budget voor de versterking van het media-aanbod van de landelijke publieke mediadienst op vijfentwintig procent te stellen van het totaal van de budgetten van de landelijke publieke mediadienst.
In het wetsvoorstel wordt het budget voor nieuwe media toegevoegd aan het programmaversterkingsbudget, dat hiermee feitelijk op 30 procent komt. De afgelopen jaren is het geld steeds buiten de reguliere geldstroom toegekend op basis van het experimentele karakter van de nieuwe mediavormen. Intussen maakt al het publieke media-aanbod, ook digitale radio en televisiekanalen, Uitzending Gemist en ander internetaanbod, onlosmakelijk deel uit van de publieke taak en zijn de «nieuwe diensten» geïntegreerd in de hoofdtaak van de publieke omroep.
De indieners zijn van mening dat het dan ook voor de hand ligt het budget voor nieuwe diensten op dezelfde wijze toe te kennen als de budgetten voor radio en televisie. Dit is in lijn met het multimediale uitgangspunt van de mediawet en eerdere uitlatingen van de Minister van OCW waarin deze aangaf dat naarmate andere distributievormen dan de klassieke 5 radio- en 3 tv-netten een meer geïntegreerd deel van het totale aanbod gaan vormen, het voor de hand ligt een deel van het budget voor nieuwe diensten op dezelfde wijze toe te kennen als de budgetten voor radio en televisie.
Voordewind
Atsma