Kamerstuk 31804-20

Amendement van de leden Voordewind en Atsma om het budget voor de versterking van het media-aanbod van de landelijke publieke mediadienst op vijfentwintig procent te stellen van totaal budgetten landeleijke publieke mediadienst

Dossier: Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met onder meer de erkenning en financiering van de publieke omroep

Gepubliceerd: 19 maart 2009
Indiener(s): Joël Voordewind (CU), Joop Atsma (CDA)
Onderwerpen: cultuur en recreatie media
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31804-20.html
ID: 31804-20

33,3 %
60,7 %

SP

CU

Verdonk

SGP

CDA

PvdA

GL

D66

PvdD

PVV

VVD


31 804
Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met onder meer de erkenning en de financiering van de publieke omroep

nr. 20
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VOORDEWIND EN ATSMA

Ontvangen 19 maart 2009

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel AAA, wordt in het eerste punt «dertig» vervangen door: vijfentwintig.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe om het budget voor de versterking van het media-aanbod van de landelijke publieke mediadienst op vijfentwintig procent te stellen van het totaal van de budgetten van de landelijke publieke mediadienst.

In het wetsvoorstel wordt het budget voor nieuwe media toegevoegd aan het programmaversterkingsbudget, dat hiermee feitelijk op 30 procent komt. De afgelopen jaren is het geld steeds buiten de reguliere geldstroom toegekend op basis van het experimentele karakter van de nieuwe mediavormen. Intussen maakt al het publieke media-aanbod, ook digitale radio en televisiekanalen, Uitzending Gemist en ander internetaanbod, onlosmakelijk deel uit van de publieke taak en zijn de «nieuwe diensten» geïntegreerd in de hoofdtaak van de publieke omroep.

De indieners zijn van mening dat het dan ook voor de hand ligt het budget voor nieuwe diensten op dezelfde wijze toe te kennen als de budgetten voor radio en televisie. Dit is in lijn met het multimediale uitgangspunt van de mediawet en eerdere uitlatingen van de Minister van OCW waarin deze aangaf dat naarmate andere distributievormen dan de klassieke 5 radio- en 3 tv-netten een meer geïntegreerd deel van het totale aanbod gaan vormen, het voor de hand ligt een deel van het budget voor nieuwe diensten op dezelfde wijze toe te kennen als de budgetten voor radio en televisie.

Voordewind

Atsma