Vastgesteld 15 december 2008
De vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van een vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
1b, 3d: Wat is thans de totale omvang van de wetgevingscapaciteit voor het transitieproces rondom de staatkundige vernieuwingen?
Bij het transitieproces zijn vrijwel alle ministeries betrokken. Een (globale) schatting geeft het volgende beeld:
2008 | 2009 | |
---|---|---|
BZK | 8,5 fte (incl. ondersteuning en leiding) | 8,5 fte (incl. ondersteuning en leiding) |
DEF | n.b. | n.b. |
EZ | 2 fte | 2 fte |
J&G | 0,1 fte | 0,1 fte |
JUS | 6,2 fte (incl. ondersteuning en leiding) | 7,2 fte (incl. ondersteuning en leiding) |
FIN | 6,5 fte | 6,5 fte |
LNV | 0,8 fte | 0,7 fte |
OCW | 2 fte | 8 fte |
SZW | 2 fte | 4 fte |
V&W | 1 fte | 3 fte |
VWS | n.b. | n.b. |
VROM/WWI | 0,5 fte | 0,5 fte |
2c, 3c: Wat is de officiële benaming van de RSC: «Rijks Service Centra» (Toelichting) of «Regionaal Service Centrum» (Beleidsartikel zelf)?
De officiële benaming is: «Regionaal Service Centrum». Het betreft een Regionaal Service Centrum, met vestigingen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het instellingsbesluit Regionaal Service Centrum BES-eilanden is bekendgemaakt in de Staatscourant van 26 november 2008, nr. 964.
2d: Hoe is de verdeling van de € 20 mln. middelen voor Sociaal Economische Initiatieven over de vier genoemde eilandgebieden? Wat is het voor 2008 totaal beschikbare bedrag en wat is de oorzaak van het «niet tot besteding komen»?
De € 20 miljoen is tot stand gekomen op basis van een prognose van de bestedingen in het kader van het Sociaal Economische Initiatief door de vier genoemde eilandgebieden. Daarbij is geen expliciete onderverdeling per eilandgebied gemaakt. De oorzaak van het niet tot besteding komen ligt in het feit dat de start van de uitvoering van de SEI’s enige vertraging heeft gekend. De verwachting is dat deze achterstand in 2009 grotendeels zal worden ingehaald.
2e: Waarom blijft in 2008 van de middelen voor de schuldsanering Aruba € 14.1 mln. over? Ligt het – mede gelet op de gevoerde discussie over de verdeling van de opbrengsten van het Plant Hotel – eigenlijk wel voor de hand dit bedrag voor latere jaren te reserveren dan wel dan te betalen?
Bij gelegenheid van de voorjaarsnota 2008 is € 25,2 mln. (tranches tot en met 2007) aan nog niet tot besteding gekomen schuldsaneringsmiddelen, die onderdeel zijn van de zogenoemde Arubadeal, toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties. Van deze middelen is ongeveer € 11 mln. gestort in het FDA als een eerste bijdrage van Nederland voor de financiering van het programma rechtshandhaving. Het restant van de middelen (€ 14,1 mln.) wordt doorgeschoven naar 2009 conform bestaande afspraken. De tranches 2008 en 2009 worden betrokken bij de afspraken over de opbrengsten van het Planthotel.
2f: Kan nader inzicht worden gegeven in de oorzaken van het ontstaan en in de verdeling van de betalingsachterstanden van € 203 mln. over de drie entiteiten?
De verdeling van de betalingsachterstanden over de drie entiteiten is als volgt: maximaal NAf 148,9 miljoen voor Curaçao, maximaal NAf 151,4 miljoen voor het Land NA en maximaal NAf 183,3 miljoen voor Sint Maarten. De oorzaken zijn onder meer gelegen in het niet nakomen van verplichtingen en/of het niet betalen van rekeningen. Mogelijk lagen hier ook tekorten aan liquide middelen aan ten grondslag.
3b: Kan nader inzicht worden gegeven in de ontstaansgeschiedenis van het totale bedrag van de te saneren betalingsachterstand van Bonaire van € 19 802 mln.? Uit welke jaren dateren die achterstanden? Kan de review van de auditdienst van BZK aan de Tweede Kamer worden aangeboden?
Uitgangspunt voor het bepalen van de maximale omvang van de betalingsachterstanden van Bonaire was de crediteurenpositie op 31 december 2005, zoals vastgesteld in de rapportage financieel beheer van de werkgroep Algemene Financiële Positie. De betalingsachterstanden zullen mede zijn ontstaan door het niet nakomen van verplichtingen en/of het niet betalen van rekeningen. De betalingsachterstanden hebben betrekking op de periode 2000–2005. Er is nog geen definitieve rapportage van de accountant van Bonaire. Daarom is de review nog niet afgerond.
Samenstelling:
Leden: Van Beek (VVD), voorzitter, Van Gent (GL), Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Blok (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Remkes (VVD), Van Bochove (CDA), Van Velzen (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Sterk (CDA), Leerdam (PvdA), ondervoorzitter, Van Hijum (CDA), Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Ortega-Martijn (CU), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Gill’ard (PvdA), Lempens (SP), Ouwehand (PvdD), Kuiken (PvdA) en De Rouwe (CDA).
Plv. leden: Ten Broeke (VVD), Halsema (GL), Van Leeuwen (SP), Van der Vlies (SGP), Zijlstra (VVD), Wolbert (PvdA), Weekers (VVD), De Nerée tot Babberich (CDA), Poppe (SP), Vacature (CDA), Vacature (CDA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Vacature (CDA), Van Miltenburg (VVD), Spekman (PvdA), Vacature (CDA), Voordewind (CU), Graus (PVV), Koşer Kaya (D66), Vacature (SP), Bouchibti (PvdA), Van Dijk (SP), Thieme (PvdD), Kalma (PvdA) en Vacature (CDA).