Ontvangen 14 april 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt de zinsnede» , die een aanvraag als bedoeld in artikel 14 heeft ingediend,».
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «, te rekenen vanaf de datum van de aanvraag, bedoeld in artikel 14» vervangen door: , te rekenen vanaf de datum van de aanvraag, bedoeld in artikel 25, eerste lid.
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het college stelt het recht op een inkomensvoorziening op aanvraag vast.
2. In het tweede lid vervalt het woord «ambtshalve».
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Indien de jongere een aanvraag als bedoeld in artikel 14 heeft gedaan, stelt het college ambtshalve het recht op een inkomensvoorziening vast gelijktijdig met de vaststelling van het recht op werkleeraanbod. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.
In artikel 36, eerste lid, wordt de zinsnede «de aanvraag, bedoeld in artikel 14» vervangen door: de aanvraag, bedoeld in artikel 14 dan wel artikel 25, eerste lid,.
In artikel 40, eerste lid, wordt de zinsnede «bedoeld in hoofdstuk 5» vervangen door: bedoeld in artikel 43.
Artikel 41, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel a vervalt.
2. In onderdeel c wordt de zinsnede «bedoeld in hoofdstuk 5» vervangen door: bedoeld in artikel 43.
3. De onderdelen f en i vervallen.
Dit amendement strekt ertoe dat het recht op een inkomensvoorziening blijft gehandhaafd en aansluit op de huidige criteria in de Wet Werk en Bijstand. De indiener van dit amendement is van mening dat ook jongeren onder de 27 jaar een recht moeten houden op het sociale vangnet, een inkomensvoorziening via de bijstand. Volgens de grondwet heeft elke Nederlander recht op bijstand. Deze bepaling is voor de indiener fundamenteel, ook voor jongeren onder de 27 jaar.
Karabulut