Ontvangen 8 april 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b. komt te luiden:
b. indien hij zich in de leeftijdscategorie van 21 jaar tot en met 26 jaar bevindt: € 636,69.
2. Onderdeel c. vervalt.
In artikel 60 wordt artikel 475d, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b. komt te luiden:
b. echtgenoten of geregistreerde partners zonder ten laste komende kinderen waarvan de oudste echtgenoot zich in de leeftijdscategorie van 21 jaar tot en met 26 jaar bevindt: 90 procent van de norm genoemd in artikel 28, eerste lid, onderdeel b, van de Wet investeren in jongeren;
2. Onderdeel c. vervalt.
3. Onderdeel e. komt te luiden:
e. echtgenoten of geregistreerde partners met een of meer ten laste komende kinderen waarvan de oudste echtgenoot zich in de leeftijdscategorie van 21 jaar tot en met 26 jaar bevindt: 90 procent van de norm genoemd in artikel 28, tweede lid, onderdeel b, van de Wet investeren in jongeren;
4. Onderdeel f. vervalt.
5. Onderdeel i. komt te luiden:
i. een alleenstaande die zich in de leeftijdscategorie van 21 jaar tot en met 26 jaar bevindt: 90 procent van de norm genoemd in artikel 26, onderdeel b, van de Wet investeren in jongeren.
6. Onderdeel j. vervalt.
Dit amendement strekt ertoe dat de inkomensvoorziening voor alleenstaanden van 21 en 22 jaar aansluiten bij de huidige normbedragen in de Wet Werk en Bijstand. In de toekomstige situatie wijkt de inkomensnorm voor alleenstaanden van 21 en 22 jaar af van de huidige inkomensnorm. Hiermee levert deze doelgroep ten opzicht van de huidige situatie (WWB) 20% in van het netto minimumloon. Met dit amendement wordt deze inkomensachteruitgang voor alleenstaande 21 en 22 jarigen uit het wetsvoorstel geschrapt.
Karabulut