Voorgesteld 3 maart 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat op grond van de Richtlijn passende arbeid 2008 het UWV dient na te gaan of het aangeboden werk in redelijkheid van de betrokkene kan worden gevraagd;
van mening, dat het begrip redelijkheid niet concreet is en daarom tot discussie kan leiden met de werkzoekende;
van mening, dat een werkzoekende vooraf moet kunnen weten wat zijn of haar rechten en plichten zijn;
verzoekt de regering het UWV op te dragen het begrip redelijkheid in het kader van passende arbeid nader te concretiseren en werkzoekenden hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ortega-Martijn