Voorgesteld 14 mei 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de bescherming van cultuurhistorische waarden onderdeel uitmaakt van de MER;
overwegende, dat de wijze van beoordeling van de cultuurhistorische waarde in de MER vrijblijvend in de wet is geformuleerd;
van mening, dat in elke MER een beoordeling van cultuurhistorische waarde moet zijn opgenomen die is uitgevoerd door ter zake deskundige instanties;
verzoekt de regering voor elke uitgevoerde MER de verplichting op te nemen dat een door ter zake deskundige instantie uitgevoerde beoordeling is opgenomen van de cultuurhistorische waarden en de mate van bescherming,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Leeuwen