Ontvangen 12 mei 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel Q, punt 1, wordt het eerste lid, onderdeel b, vervangen door:
b. een beschrijving van de voorgenomen activiteit, alsmede van de alternatieven daarvoor, die redelijkerwijs in beschouwing dienen te worden genomen, en de motivering van de keuze voor de in beschouwing genomen alternatieven, tot welke alternatieven in ieder geval behoort het alternatief waarbij de nadelige gevolgen voor het milieu worden voorkomen, dan wel, voor zover dat niet mogelijk is, deze met gebruikmaking van de beste bestaande mogelijkheden ter bescherming van het milieu, zoveel mogelijk worden beperkt;.
In onderdeel KK wordt artikel 7.23. eerste lid, onderdeel b, vervangen door:
b. een beschrijving van de voorgenomen activiteit en van de wijze waarop zij zal worden uitgevoerd, alsmede van de alternatieven daarvoor, die redelijkerwijs in beschouwing dienen te worden genomen, en de motivering van de keuze voor de in beschouwing genomen alternatieven, tot welke alternatieven in ieder geval behoort het alternatief waarbij de nadelige gevolgen voor het milieu worden voorkomen, dan wel, voor zover dat niet mogelijk is, deze met gebruikmaking van de beste bestaande mogelijkheden ter bescherming van het milieu, zoveel mogelijk worden beperkt;.
Het amendement zorgt ervoor dat in het M.E.R. een alternatief wordt opgenomen waarin de gevolgen voor het milieu zo klein mogelijk zijn, ook als dit om welke reden dan ook geen reële optie is. In het verleden zijn vaak elementen uit het Meest Milieuvriendelijke Alternatief gebruikt om andere opties te verbeteren. Daarom levert het opnemen van een alternatief dat de milieuschade zo ver mogelijk beperkt een waardevolle bijdrage aan de besluitvorming.
Van Gent