Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 oktober 2012
In mijn brief van 4 juni 2012 bij de antwoorden1 op de vragen van het lid Schouw over het verstrekken van biometrische gegevens aan de Verenigde Staten, heb ik uw Kamer gemeld dat het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan het bedrijf Morpho BV (verder Morpho) heeft gevraagd maatregelen te treffen die ook voorzien in het theoretische geval dat persoonsgegevens aan Amerikaanse autoriteiten moeten worden verstrekt. Ik heb daarbij aangegeven, dat Morpho zich bereid had verklaard in samenwerking met het ministerie van BZK na te gaan of zulke maatregelen getroffen zouden kunnen worden. Bij de regeling van de werkzaamheden op 24 oktober 2012 is gevraagd uw Kamer te informeren over de voortgang van deze besprekingen.
Ik kan de Kamer melden dat de afgelopen maanden intensieve besprekingen zijn gevoerd met vertegenwoordigers van Morpho en van de aandeelhouder van Morpho. Het overleg is nog steeds gaande. Dat de gesprekken zoveel tijd nemen heeft enerzijds te maken met de (juridische) complexiteit van de materie en anderzijds met het aantal betrokkenen partijen, waarvan een deel in het buitenland is gevestigd. Dat laatste leidt er bijvoorbeeld toe dat de communicatie langs meerdere schijven moet lopen en lang duurt. Ik verwacht nog enkele weken nodig te hebben om de besprekingen af te ronden en uw Kamer over de uitkomsten daarvan te kunnen berichten.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies