Ontvangen 11 november 2008
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 47, onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, een nieuw lid ingevoegd, luidende:
2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het eerste lid van overeenkomstige toepassing is bij een dienstbetrekking met een werknemer, die behoort tot een nader te bepalen categorie van personen, die onmiddellijk voorafgaand aan de aanvang van de dienstbetrekking recht hebben op een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet.
In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 47, derde lid (nieuw), «het eerste lid niet van toepassing is» vervangen door: het eerste of tweede lid niet van toepassing is.
In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 47, vierde lid (nieuw), na «Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,» ingevoegd «de Sociale verzekeringsbank,» wordt «bedoeld in het eerste lid» vervangen door «bedoeld in het eerste of tweede lid» en wordt na «als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a» toegevoegd: of voldoet aan het tweede lid.
In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 48, eerste lid, «eerste en tweede lid» vervangen door: eerste en derde lid.
In artikel I, onderdeel P, wordt in artikel 122b, eerste lid, «tweede lid» vervangen door: derde lid.
Artikel VII komt te luiden:
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Bij de behandeling van dit wetsvoorstel is vastgesteld, dat het wenselijk kan zijn, dat voor werknemers, die direct voorafgaande aan de dienstbetrekking een nabestaandenuitkering ontvingen, ook premiekorting kan worden toegepast. Echter voor personen, die een nabestaandenuitkering ontvangen bestaat geen verplichting actief mee te werken aan re-integratie of zich te registreren als werkzoekende en gangbare arbeid te aanvaarden. In die zin is het niet direct noodzakelijk werkgevers met een premiekorting te stimuleren personen met een nabestaandenuitkering in dienst te nemen. Anderzijds kunnen nabestaanden in omstandigheden verkeren, die verlicht kunnen worden, indien ze enige tijd na het overlijden van de partner ook inkomen kunnen verwerven met het verrichten van arbeid en is het wenselijk dat werkgevers daartoe gestimuleerd kunnen worden.
Deze nota van wijziging voegt daarom de mogelijkheid toe om voor een nader te bepalen categorie van werknemers met een nabestaandenuitkering premiekorting toe te passen. Voor deze doelgroep moet nog een nadere omschrijving worden vastgesteld. Het zal daarbij kunnen gaan om personen die werk zoeken en een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Deze invulling gebeurt bij algemene maatregel van bestuur. Hiertoe zal nader overlegd worden met de Sociale verzekeringsbank (SVB). De SVB draagt zorg voor de verklaring of de werknemer met de nabestaandenuitkering aan de vereisten die in de algemene maatregel van bestuur worden opgenomen voldoet. Dit betekent, dat het toepassen van de premiekorting voor het in dienst nemen van deze uitkeringsgerechtigden niet al vanaf 1 januari 2009, de beoogde datum van inwerkingtreding van deze wet, zou kunnen gelden. Daartoe is de inwerkingtredingsbepaling (artikel VII) aangepast, zodat het hierbij toegevoegde onderdeel in het wetsvoorstel (het nieuwe tweede lid van artikel 47) op een later tijdstip in werking kan treden.