Ontvangen 3 november 2008
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 47, eerste lid, onderdeel a, na de zinsnede «de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen» ingevoegd:, artikel 14, eerste lid, onderdelen a en c, en artikel 67, eerste lid, van de Algemene nabestaandenwet.
Met dit amendement wil de indiener het mogelijk te maken dat werkgevers ook gebruik kunnen maken van een premiekorting als zij een 50-plusser in dienst nemen die recht heeft op een algemene nabestaandenuitkering (hierna: ANW-uitkering). Dit is van belang voor twee groepen mensen:
(1) Mensen die zijn geboren tussen 1 januari 1947 en 1 januari 1950, van wie de partner is overleden. Bij de invoering van de Algemene nabestaandenwet is vastgelegd dat mensen die zijn geboren voor 1950 in aanmerking komen voor een ANW-uitkering als hun partner is overleden, ongeacht de aanwezigheid van minderjarige kinderen. Voor zover zij geboren zijn vóór 1 januari 1947, vallen zij onder de regeling voor 62-plussers, die niet afhankelijk is van een uitkeringssituatie.
(2) Alleenstaande ouders van wie de partner is overleden, en van wie het jongste kind jonger is dan 18 jaar, en die bovendien ouder zijn dan 50.
Voor beide groepen geldt dat zij geen aanspraak maken op een WWB-uitkering (die recht zou geven op een premiekorting), maar wel op een ANW-uitkering (die geen recht zou geven op premiekorting). Uitsluiting van ANW’ers is daarmee een onwenselijke beperking van hun arbeidsmarktkansen. Het simpele feit dat ANW’ers geen re-integratieverplichtingen hebben, mag uiteraard niet betekenen dat zij een slechtere arbeidsmarktpositie krijgen dan andere uitkeringsgerechtigden met dezelfde leeftijd.
ANW’ers zonder minderjarige kinderen, maar met een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van ten minste 45%, komen overigens vanwege hun arbeidsongeschiktheidsuitkering in aanmerking voor premiekorting.
Tichelaar