Kamerstuk 31706-58

Kabinetsplannen t.a.v. de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen (MKOB) en de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (AO-tegemoetkoming) ingevolge de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg)

Dossier: Regeling van een tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten (Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten)

Gepubliceerd: 24 mei 2013
Indiener(s): Jetta Klijnsma (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen: belasting financiƫn organisatie en beleid sociale zekerheid ziekte en arbeidsongeschiktheid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31706-58.html
ID: 31706-58

Nr. 58 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 mei 2013

Met deze brief informeren wij u over de kabinetsplannen ten aanzien van de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen (MKOB) en de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (AO-tegemoetkoming) ingevolge de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg). In 2010 heeft het toenmalige kabinet besloten tot een besparing van 120 miljoen op de AOW-tegemoetkoming, in te vullen door het vervangen van deze regeling door de MKOB. Deze besparing werd gerealiseerd door aan het ontvangen van de MKOB de eis te verbinden dat men voor minstens 90% van het wereldinkomen belastingplichtig is in Nederland. Hierdoor wordt de MKOB nauwelijks geëxporteerd. Voor zowel de MKOB als de AO-tegemoetkoming heeft de Europese Commissie een infractieprocedure ingesteld omdat zij onze mening niet deelt dat het gaat om fiscale regelingen en stelt dat zij geëxporteerd moeten worden binnen de Europese Unie/Europese Economische Ruimte/Zwitserland (hierna: EU/EER/Zwitserland). Daarnaast heeft de Nederlandse rechtbank reeds geoordeeld dat de MKOB een uitkering bij ouderdom is die geëxporteerd moet worden.

Voor beide tegemoetkomingen geldt dat het kabinet zich genoodzaakt ziet om deze tegemoetkomingen te gaan exporteren naar personen die wonen in de EU/EER/Zwitserland of een verdragsland, die op dit moment deze tegemoetkomingen nog niet ontvangen. Deze export geldt met terugwerkende kracht vanaf het moment dat deze tegemoetkomingen in het leven zijn geroepen.

Het kabinet heeft tot export besloten omdat het het oplopende financiële risico dat gepaard gaat met het voeren van de procedures rondom het niet-exporteren van de MKOB en AO-tegemoetkoming onwenselijk acht.

In het navolgende zullen wij apart ingaan op de consequenties voor de MKOB en de AO-tegemoetkoming.

MKOB

Op 1 juni 2011 is de MKOB in werking getreden. De MKOB heeft als doel oudere belastingplichtigen compensatie te bieden voor koopkrachtvermindering als gevolg van beleidsmaatregelen in de fiscale sfeer. Alle binnenlandse belastingplichtigen en tevens buitenlandse belastingplichtigen van wie ten minste 90% van het wereldinkomen, na toepassing van regelingen ter voorkoming van dubbele belasting, in Nederland aan de belastingheffing naar het inkomen is onderworpen en die de leeftijd hebben bereikt waarop recht op de ouderenkorting kan ontstaan, hebben – ongeacht de vraag of ze ook recht op AOW-pensioen hebben – recht op de koopkrachttegemoetkoming op grond van de MKOB. De koopkrachttegemoetkoming bedraagt in 2013 € 28,14 per maand (brutobedrag) en komt toe aan 2,8 miljoen gerechtigden.

De MKOB is in juni 2011 als alternatief geïntroduceerd voor de AOW-tegemoetkoming. Het doel van dit alternatief was tweeledig: de export van de AOW-tegemoetkoming beëindigen en een bezuiniging. Met de introductie van de MKOB werd een besparing van ongeveer € 120 miljoen per jaar gerealiseerd. Doordat het MKOB bedrag is verlaagd vanaf 1 januari 2013, is het bedrag dat kan worden toegerekend aan het niet exporteren nu lager, namelijk € 90 miljoen per jaar.

Het niet exporteren van de koopkrachttegemoetkoming heeft in Nederland tot rechtszaken geleid. Daarnaast heeft de Europese Commissie op 21 februari 2013 bekend gemaakt een infractieprocedure tegen Nederland te starten bij het Hof van Justitie van de Europese Unie wegens mogelijke strijdigheid van de MKOB met Verordening (EG) nr. 883/20041. Bij zowel de rechtszaken als de infractieprocedure wordt bestreden dat de MKOB een fiscale maatregel is. In plaats daarvan wordt gesteld dat sprake is van een uitkering bij ouderdom die valt onder de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 883/2004 en de bilaterale sociale zekerheidsverdragen. Als dit het geval zou zijn, betekent het dat de koopkrachttegemoetkoming ook geëxporteerd moet worden naar AOW-gerechtigden van wie niet ten minste 90% van het wereldinkomen, na toepassing van regelingen ter voorkoming van dubbele belasting, in Nederland aan de belastingheffing naar het inkomen is onderworpen en die wonen in de Europese Unie/Europese Economische Ruimte/Zwitserland (hierna: EU/EER/Zwitserland) of een verdragsland.

De kans dat de hoogste (Europese) rechter tot een dergelijk oordeel zal komen is zeker aanwezig in aanmerking nemend dat de rechtbank Haarlem in diverse uitspraken al heeft beslist dat de MKOB een uitkering bij ouderdom is die valt onder de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 883/2004 en de bilaterale sociale zekerheidsverdragen.2 Vanwege de tijd die verstrijkt alvorens de hoogste (Europese) rechter uitsluitsel zal geven of de MKOB geëxporteerd moet worden en de financiële risico’s die dit met zich meebrengt, ziet het kabinet zich genoodzaakt een bedrag ter hoogte van de koopkrachttegemoetkoming met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2011 – de datum van inwerkingtreding van de MKOB – alsnog te doen toekomen aan alle AOW-gerechtigden woonachtig in de EU/EER/Zwitserland en verdragslanden die niet MKOB-gerechtigd zijn. Het bedrag dat zij ontvangen wordt verhoogd met de wettelijke rente. De reden hiervoor is dat het kabinet het oplopende financiële risico dat gepaard gaat met het voeren van de procedures rondom het niet-exporteren van de koopkrachttegemoetkoming onwenselijk acht. Om dit mogelijk te maken zal een ministeriële regeling worden opgesteld. De SVB zal worden gevraagd om nog in 2013 de tegemoetkoming toe te kennen. Het met terugwerkende kracht uitkeren van deze tegemoetkoming kost eenmalig € 300 mln. De dekking van dit eenmalige bedrag van € 300 miljoen in 2013 heeft onderdeel uitgemaakt van de voorjaarsbesluitvorming.

Voor de MKOB is in 2013 een bedrag van € 970 miljoen beschikbaar. Door het huidige bedrag van de MKOB ook uit te keren aan AOW-gerechtigden in de EU/EER/Zwitserland en verdragslanden wordt het beschikbare budget structureel met € 90 miljoen overschreden. Het kabinet lost dit op door het huidige MKOB-bedrag van € 28,14 per maand generiek te korten. Het nieuwe MKOB-bedrag wordt dan € 25,16 per maand. Om dit snel te realiseren zal meteen algemene maatregel van bestuur het MKOB-bedrag worden verlaagd.

Naast deze maatregelen zal zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel worden ingediend waarin er een AOW-tegemoetkoming is uitgewerkt die voor alle AOW-gerechtigden geldt en waarin de MKOB wordt ingetrokken. Bij het inwerking treden van dit wetsvoorstel zal ook de ministeriële regeling waarmee een bedrag ter hoogte van de MKOB is toegekend aan AOW-gerechtigden woonachtig in de EU/EER/Zwitserland en verdragslanden die niet MKOB-gerechtigd zijn ingetrokken worden.

AO-tegemoetkoming

Op 1 januari 2009 is de Wtcg in werking getreden. Onderdeel van deze wet is de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (AO-tegemoetkoming).

De AO-tegemoetkoming biedt een jaarlijkse tegemoetkoming aan personen die minimaal 35% arbeidsongeschikt zijn en die in verband daarmee recht hebben op een uitkering en aan mensen die recht hebben op arbeidsondersteuning ingevolge de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong).

De AO-tegemoetkoming bedraagt in 2013 € 350 per jaar (netto bedrag) en komt toe aan 750.000 gerechtigden.

De AO-tegemoetkoming is in januari 2009 als alternatief geïntroduceerd voor arbeidsongeschikten die AWBZ-verzekerd zijn vanwege het vervallen van de Buitengewone Uitgavenregeling in de belastingwetgeving. Er waren twee redenen om af te stappen van deze forfaitaire belastingaftrek. Aan de ene kant was er sprake van niet-gebruik onder de doelgroep doordat men zelf een aanvraag moest doen en dat vaak achterwege bleef. Aan de andere kant was er sprake van over-gebruik door mensen voor wie de regeling eigenlijk niet was bedoeld. Het budgettaire beslag nam hierdoor sterk toe.

Omdat de Buitengewone Uitgavenregeling niet exporteerbaar was, is er voor gekozen de AO-tegemoetkoming ook niet te exporteren.

De Europese Commissie heeft in 2012 een met redenen omkleed advies uitgebracht met betrekking tot de exporteerbaarheid van de AO-tegemoetkoming wegens mogelijke strijdigheid met Verordening (EG) nr. 883/2004. De Europese Commissie bestrijdt dat de AO-tegemoetkoming een fiscale maatregel is. In plaats daarvan wordt gesteld dat sprake is van een uitkering bij arbeidsongeschiktheid die valt onder de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 883/2004.

Zou dit laatste het geval zijn dan zouden ook arbeidsongeschikten die in verband daarmee een Nederlands uitkeringsrecht hebben en woonachtig zijn in de EU/EER/Zwitserland recht hebben op de AO-tegemoetkoming. Gezien de mogelijke duur van de infractieprocedure en een eventuele rechtszaak bij het Europese hof en de financiële risico’s die hiermee samenhangen, ziet het kabinet zich genoodzaakt een bedrag ter hoogte van de AO-tegemoetkoming met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009 te doen toekomen aan alle personen die in verband met hun arbeidsongeschiktheid van minimaal 35% een Nederlands uitkeringsrecht hebben en die wonen in de EU/EER/Zwitserland, die geen recht hebben op de AO-tegemoetkoming. Dit zal ook gelden voor alle personen die in verband met hun arbeidsongeschiktheid van minimaal 35% een Nederlands uitkeringsrecht hebben en die wonen in een verdragsland. Het bedrag dat zij ontvangen wordt verhoogd met de wettelijke rente.

Om dit mogelijk te maken zal een ministeriële regeling opgesteld worden en zal het UWV gevraagd worden deze tegemoetkoming toe te kennen. Het met terugwerkende kracht uitkeren van deze tegemoetkoming kost eenmalig € 50 mln. De dekking van dit eenmalige bedrag heeft onderdeel uitgemaakt van de voorjaarsbesluitvorming.

Voor de AO-tegemoetkoming is in 2013 een bedrag van € 400 miljoen beschikbaar. Door de AO-tegemoetkoming te gaan exporteren naar personen woonachtig in de EU/EER/Zwitserland en verdragslanden wordt het beschikbare budget structureel met € 10 miljoen overschreden. Het kabinet lost dit op door het huidige AO-tegemoetkomingsbedrag van netto € 350,– per jaar met ingang van 1 juli 2013 generiek met ongeveer 2,5% te korten. Het nieuwe AO-tegemoetkomingsbedrag wordt netto € 342 per jaar. Om dit snel te realiseren zal een algemene maatregel van bestuur worden opgesteld, waarmee de AO-tegemoetkoming wordt verlaagd.

Om de export van de AO-tegemoetkoming voor de toekomst te regelen zal via een wetsvoorstel de AO-tegemoetkoming worden aangepast, in die zin dat de bepaling die nu is opgenomen in de Wtcg zal worden opgenomen in de sociale zekerheidswetten die een uitkering bieden bij arbeidsongeschiktheid (de materiewetten), waar deze tegemoetkoming betrekking op heeft. Op die manier is gewaarborgd dat de AO-tegemoetkoming exporteerbaar is naar personen die recht hebben op een uitkering ingevolge die materiewetten en die woonachtig zijn in de EU/EER/Zwitserland en verdragslanden. Bij het inwerking treden van dit wetsvoorstel zal de ministeriële regeling waarmee een bedrag ter hoogte van de AO-tegemoetkoming is toegekend worden ingetrokken.

Afschrift van deze brief is verzonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma