Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 januari 2009
Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 5 december jl. (2008D20369) bericht ik u als volgt.
In vervolg op mijn eerdere brief aan uw Kamer (van 18 november 2008, 31 704, nr. 68) kan ik u melden dat met de organisaties van artsen (KNMG) en CAM-artsen contact is gelegd en dat op korte termijn overleg met hen zal gaan plaatsvinden. Vervolgens zal ook met andere organisaties van beroepsbeoefenaren van alternatieve zorg overleg worden gevoerd, waaronder die van chiropractoren en osteopaten.
Op basis van de resultaten van deze overleggen zal bezien worden welke onderscheidende criteria er zijn, op grond waarvan btw-vrijstelling voor individuele complementaire/alternatieve gezondheidszorg kan worden toegekend, dit conform de wens van de Tweede Kamer.
Zoals door de staatssecretaris van Financiën tijdens het plenaire debat van 19 november jl. over het Belastingplan 2009 is toegezegd streef ik er naar om uw Kamer medio mei 2009 over deze kwestie nader te berichten.