Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2008
Bij de behandeling van de Jeugd en Gezin begroting voor 2009 in uw Kamer is een aantal moties ingediend. Tijdens het debat op woensdag 12 november jongstleden heb ik aangegeven op een aantal moties nog schriftelijk te zullen terugkomen, op de overige moties ben ik tijdens het debat al ingegaan. In deze brief geef ik (nogmaals) mijn eindoordeel alle ingediende moties.
Daarnaast heb ik uw Kamer toegezegd schriftelijk terug te komen op de amendementen die zijn ingediend door uw Kamer. In verband met aangekondigde nadere amendering zal ik daar op een later moment schriftelijk op terugkomen.
Motie-Langkamp over het schrappen van marktwerking uit de financieringssystematiek (31 700 XVII, nr. 8)
Ik ontraad de aanvaarding van deze motie.
Motie-Langkamp over het garanderen van de noodzakelijke zorg voor kinderen, jongeren en ouders (31 700 XVII, nr. 9)
Ik ontraad de aanvaarding van deze motie.
Motie-Langkamp over het in stand houden van gespecialiseerde verpleegkundige kinderdagverblijven (31 700 XVII, nr. 10)
Ik ontraad de aanvaarding van deze motie.
Uitgangspunt voor de staatssecretaris van VWS is dat kinderen die gespecialiseerde verpleegkundige zorg nodig hebben die ook krijgen. Geen van de systeemwijzigingen in Zvw of AWBZ van de afgelopen jaren hebben de bedoeling gehad hierin verandering te brengen. Het streven van de staatssecretaris van VWS is dan ook om nog dit jaar een besluit te nemen hoe hiermee om te gaan.
De verpleegkundige dagverblijven in deze motie betreffen een voorziening waarvan de vraag mogelijk afneemt als gevolg van de AWBZ-maatregel waarover u op 16 september een brief van de staatssecretaris van VWS heeft ontvangen. Door de AWBZ-maatregel kan de vraag naar voorzieningen van aanpalende domeinen, zoals de Wet op de jeugdzorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning, toenemen. Het kabinet heeft daarom een bedrag van € 50 miljoen in 2009 en € 150 miljoen in 2010 gereserveerd voor eventuele uitzonderingen en voor het beroep op andere domeinen als gevolg van de pakketmaatregel AWBZ. Met de staatssecretaris van VWS zal ik nagaan in hoeverre voor sommige kinderen die geen aanspraak meer kunnen doen op de AWBZ, afhankelijk van de aard en de ernst van de problematiek, een beroep op jeugdzorg op grond van de Wet op de jeugdzorg dan wel de Wmo mogelijk blijft.
Motie-Sterk c.s. over één integrale aanpak inzake de wachtlijsten in de jeugd-ggz (31 700 XVII, nr. 11)
Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.
Motie-Dezentjé Hamming-Bluemink/Voordewind over invoering van de protocollen voor oudermeldingen (31 700 XVII, nr. 12)
Het protocol waar u op doelt is mij bekend. In juni 2008 ben ik persoonlijk door de ziekenhuizen over hun aanpak en de resultaten daarvan geïnformeerd.
De motie komt echter te vroeg. Op dit moment ben ik met veldpartijen in gesprek over het hebben en gebruiken van een meldcode, daarbij wordt ook het Haagse protocol aan de orde gesteld. Vooral de Stuurgroep Aanpak Kindermishandeling (Stuurgroep Opstelten) speelt in de gesprekken hierbij een actieve rol.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) betrekt het Haagse protocol bij de toezichtronde die in 2009 bij alle ziekenhuizen wordt uitgevoerd. Doel is om te kijken of ziekenhuizen daadwerkelijk sinds 2007 een verbetering hebben doorgevoerd in het signaleren en melden van kindermishandeling. De ziekenhuizen zullen door de IGZ actief bevraagd worden op melding via volwassenen.
Ik ben nog in overleg met minister Klink en de IGZ over een mogelijke landelijke invoering van een dergelijke aanpak. De motie loopt op een en ander vooruit en om die reden wil ik aanvaarding ervan ontraden.
Motie-Dezentjé Hamming-Bluemink/Dibi over een midterm review over medebetrokkenheid bij beleidsterreinen waarvoor andere bewindspersonen primair verantwoordelijk zijn (31 700 XVII, nr. 13)
Ik ontraad de aanvaarding van deze motie.
motie-Dezentjé Hamming-Bluemink over invoering van een meldplicht voor professionals die met kinderen werken (31 700 XVII, nr. 14)
Ik ontraad de aanvaarding van deze motie.
Motie-Dezentjé Hamming-Bluemink c.s. over een actieplan voor terugdringing van de tekorten aan zorgverleners (31 700 XVII, nr. 15)
Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.
Motie-Dezentjé Hamming-Bluemink c.s. over het niet uitkeren van kinderbijslag voor kinderen uit polygame huwelijken (31 700 XVII, nr. 16)
In mijn antwoorden van 21 oktober jongstleden op schriftelijke vragen van de leden Dezentjé Hamming en Blok (2080901510) over dit onderwerp heb ik aangegeven hoe de SVB (Sociale Verzekerings Bank) omgaat met export van kinderbijslag in geval van kinderen uit polygame huwelijken. Wat betreft de rechtmatigheid van de verstrekking van kinderbijslag in deze gevallen verwijs ik daarnaar.
Op 11 november jongstleden heeft de Tweede Kamer de motie Ormel c.s. aanvaard. In die motie wordt de regering verzocht onderzoek te doen naar de mogelijkheid van het beperken van de export van kinderbijslag en kindertoeslag/kindgebondenbudget. In aansluiting bij mijn beantwoording in tweede termijn zal ik de motie van mevrouw Dezentjé Hamming c.s. betrekken bij dat onderzoek. Tevens zal ik het onderzoek bezien in samenhang met het door de staatssecretaris van Justitie aangekondigde onderzoek naar de werking van het openbare-orde-criterium in verband met polygame huwelijken.
Motie-Bouchibti over het ontkokeren en ontschotten van het lokale jeugdbeleid (31 700 XVII, nr. 17)
Ik beschouw deze motie als ondersteuning van het beleid.
Ik laat het oordeel over de motie aan de Kamer.
Motie-Bouchibti over een apart hoofdstuk in de jeugdcultuurnota over de problematiek van meisjes (31 700 XVII, nr. 18)
Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.
Motie-Bouwmeester c.s. over een visie op het tijdens en na detentie van de moeder beperken van de schade voor haar kinderen (31 700 XVII, nr. 19)
Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.
Motie-Bouwmeester over een actieplan jeugd en genotsmiddelen (31 700 XVII, nr. 20)
De Minister van VWS heeft tijdens het drugsdebat in maart van dit jaar toegezegd een drugspreventienota te ontwikkelen, waarin wordt ingegaan op het drugsgebruik onder jongeren. Met de brief van 4 november (kenmerk: VGP/ADT 2887941) hebben de ministers van VWS, Justitie en BZK aangegeven deze nota te betrekken bij de interdepartementale drugsnota, omdat drugspreventie niet los kan worden gezien van de visie op het drugsbeleid. Tijdens de begrotingsbehandeling van Justitie heeft uw Kamer een motie aangenomen waarin wordt gevraagd om de drugsnota niet medio 2010 aan de Kamer te sturen, maar in de eerste helft van 2009. De minister van Justitie heeft hierop de toezegging gedaan dat hij de totstandkoming van de drugsnota zoveel als mogelijk zal bespoedigen. De in de motie aangegeven onderwerpen zullen zoveel mogelijk worden betrokken bij de interdepartementale drugsnota.
Met betrekking tot het alcoholbeleid zijn de afgelopen jaren een Alcohol en Jongerenbrief (2005) en een Hoofdlijnenbrief alcoholbeleid (2007) naar uw Kamer gestuurd, waarin uitvoerig is ingegaan op de problematiek van alcohol en jongeren. De minister van VWS heeft momenteel, samen met mij en de minister van BZK, een wijziging van de Drank- en Horecawet in voorbereiding, die volgens planning in het voorjaar naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. Deze wetswijziging zal ook een aantal maatregelen bevatten om het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen.
Daarnaast verwijs ik naar de aangekondigde nota preventie jeugd/jeugdcultuur waarin eveneens aandacht zal worden geschonken aan thema’s als alcohol, overgewicht en een gezonde leefstijl.
Kijkend naar de vele beleidsstukken die op deze onderwerpen reeds met u zijn besproken en nog in ontwikkeling zijn ben ik van oordeel dat het kabinet tegemoetkomt aan de bedoeling van de motie. Daarmee is zij overbodig.
Motie-Agema over een aanvalsplan voor de bestrijding van loverboys (31 700 XVII, nr. 21)
Ik ontraad de aanvaarding van deze motie.
Motie-Voordewind c.s. over het indienen van projecten door de landelijke organisaties en verenigingen die nu gebruikmaken van de tijdelijke regeling vrijwilligerswerk (31 700 XVII, nr. 22)
Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.
Motie-Voordewind over verhoging van de leeftijd voor de verkoop van softdrugs (31 700 XVII, nr. 23)
Het gevraagde onderzoek lijkt mij onderzoekstechnisch dermate problematisch dat ik het niet opportuun acht aan dit deel van de motie uitvoering te geven. Wel ben ik bereid te bevorderen dat de suggestie van verhoging van de leeftijdsgrens voor verkoop van softdrugs in coffeeshops zal worden betrokken bij de op te stellen drugsnota. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.
Motie-Dibi c.s. over verdeling van de verantwoordelijkheid voor het wegwerken van de wachtlijsten in de jeugdzorg (31 700 XVII, nr. 24)
Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.
Motie-Dibi over aanpassing van kerndoel 34 in het basisonderwijs ten behoeve van meer seksuele voorlichting (31 700 XVII, nr. 25)
Ik ontraad de aanvaarding van deze motie.
Motie-Dibi over de mogelijkheid voor jongeren om na een uitspraak van de kinderrechter in hoger beroep te gaan (31 700 XVII, nr. 26)
Ik ontraad de aanvaarding van deze motie.
Motie-Koşer Kaya/Dibi over het niet meer dan twee bestuurslagen verantwoordelijk maken voor het welzijn van kinderen (31 700 XVII, nr. 27)
Ik ontraad de aanvaarding van deze motie.
Motie-Koşer Kaya over een onderzoek door de Algemene Rekenkamer naar de inzet van de extra middelen in de jeugdzorg (31 700 XVII, nr. 28)
Ik ontraad de aanvaarding van deze motie.
Tot slot wil ik u hierbij melden dat in mijn brief van 11 november 2008 over prestatieafspraken met provincies en grootstedelijke regio’s een fout is geslopen in tabel 1 met de extra bedragen voor 2008 en 2009 vanuit provincies en Rijk. Naar nu blijkt zijn de bedragen voor Utrecht en Flevoland verwisseld. De tabellen met de prestaties per provincie in bijlage bij dezelfde brief zijn wel correct weergegeven.