Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2009
Ik heb de afgelopen weken diverse malen contact gehad met de Europese Commissie over het Nederlandse Aalbeheerplan. Ik heb uw Kamer daarover recent geïnformeerd (Kamerstuk 21 501-32, nr. 345). In deze brief ga ik in op het resultaat van deze besprekingen en de conclusies die ik hier uit trek. Ook geef ik een toelichting op de beoordeling van het Nederlandse aalbeheerplan door de organisatie van internationale marine biologen (ICES).
Op verzoek van de Europese Commissie is in week 27 en 28 aanvullende (wetenschappelijke) informatie aangeleverd. Deze informatie had betrekking op de berekening van de uittrekdoelstelling van schieraal (het «streefbeeld»), het effect van de maatregelen, de herstelperiode en de lokaties waar wij glasaal willen gaan uitzetten. ICES heeft het Nederlandse aalbeheerplan en de aanvullende informatie beoordeeld. Maandag 13 juli heb ik in een gesprek met Commissaris Borg het standpunt van de Commissie vernomen.
Volgens ICES is het Nederlandse streefbeeld voor schieraaluittrek te laag ingeschat. In het aangepaste beheerplan dat in april naar de Commissie en uw Kamer is gezonden werd dit streefbeeld, mede naar aanleiding van discussies met uw Kamer en het advies van de commissie Eijsackers, naar beneden bijgesteld. ICES geeft aan dat de oorspronkelijke schatting zoals werd opgenomen in de eerste versie van het beheerplan (december 2008) in de juiste orde van grootte ligt.
Door een te laag streefbeeld als uitgangspunt te nemen resulteren de maatregelen in een onvoldoende effect. Volgens ICES zijn zeer vergaande maatregelen nodig om een herstel van het aalbestand te bewerkstelligen. Dat geldt voor heel Europa, en dus ook voor Nederland. Gegeven de huidige situatie is ICES van mening dat alleen een vergaande vermindering van de visserij-inspanning een reële optie is. Maatregelen als bijvoorbeeld extra uitzet van glasaal zullen in een onvoldoende effect resulteren.
Overleg met Europese Commissie
Op basis van dit advies van ICES heeft Commissaris Borg aangegeven dat de Europese Commisie het Nederlandse aalbeheerplan in de huidige staat niet kan goedkeuren. De Commisaris heeft mij gezegd dat er meer, of strengere maatregelen in het huidige Nederlandse aalbeheerplan opgenomen moeten worden, zodat een hogere uittrek van schieraal gerealiseerd kan worden. Een beperkte aanpassing van ons plan volstaat niet. Commissaris Borg maakt zich grote zorgen over de aalstand. Hij wees mij er al eerder op dat de glasaalintrek in het afgelopen jaar opnieuw is gedaald. Dat maakt dat de veronderstelde herstelperiode voor het bestand nog langer wordt.
Met de Commissaris heb ik gesproken over mogelijke aanpassingen van ons plan. Hij heeft mij informeel laten weten dat, indien wij een visverbod van 3 maanden opnemen, van 1 september tot 1 december, het plan voor de Commissie wel aanvaardbaar is. Daarmee worden de Nederlandse maatregelen meer in lijn gebracht met die van de andere Lidstaten. Echter, indien hiervoor gekozen wordt is het uitzetten van schieraal door de vissers niet meer aan de orde. Het is immers praktisch niet uitvoerbaar om een hoeveelheid schieraal uit te zetten die overeenkomt met een visverbod van meer dan 2 maanden. De beroepsvissers hebben al moeite om de 157 ton schieraal te realiseren. Ik besef dat dit een enorme tegenvaller en een grote teleurstelling is voor de sector. Er is de afgelopen maanden heel hard gewerkt, ook in goed overleg met LNV, aan het uitzetplan.
Met de Commissaris heb ik ook gesproken over de inwerkingtreding van het plan. Formele goedkeuring kan alleen worden verkregen na stemming in het beheercomité voor de Visserij. De eerstvolgende bijeenkomst van dit Europese comité is op 22 en 23 september 2009.
Overwegende de beoordeling van ons plan door ICES, de gesprekken met Commissaris Borg en de zeer slechte toestand van de aal, heb ik besloten het voorstel tot sluiting van 1 september tot 1 december aan de Commissaris voor te leggen. Deze heeft aangegeven dit voorstel te kunnen accepteren. Daarmee vervalt de uitzet van schieraal door beroepsvissers. Ik kan daarmee ook de motie Koppejan (Kamerstukken II, 2008/09, 29 675, nr. 72) niet uitvoeren. Ik besef terdege dat het besluit tot een vangstverbod van drie maanden voor een aantal bedrijven grote gevolgen zal hebben in een periode waar de situatie voor de meeste visserijbedrijven toch al moeilijk is. Ik zie echter geen alternatieven. Om de gevolgen van de maatregel deels op te vangen heb ik € 700 000 gereserveerd. Ook heb ik bij Commissaris Borg gepleit voor meer mogelijkheden om met Europese fondsen de binnenvisserij te saneren. Veel binnenvisserijbedrijven zijn afhankelijk van de aalvisserij en hebben geen mogelijkheden andere soorten te bevissen, of op een andere wijze voldoende inkomsten uit de visserij te verkrijgen. Maar evenzeer geldt dat op termijn het vooral de visserijbedrijven zelf zijn die belang hebben bij een gezonde aalstand. De maatregelen die ik nu zal nemen hebben tot doel deze situatie dichterbij te brengen.
In afwachting van formele goedkeuring van het Nederlandse aalbeheerplan door de Europese Commissie sluit ik de aalvisserij dit jaar met ingang van 1 oktober tot 1 december. Vanaf 2010 zal de sluiting van 1 september tot 1 december van kracht zijn. Dit heb ik ook zo met Commissaris Borg besproken, die naar verwachting dit voorstel eind september officieel zal goedkeuren.