Vastgesteld 29 juni 2009
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij brief van 17 juni 2009 inzake verspreid liggend glas (2009Z10918/2009D30447).
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 26 juni 2009. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
Kent u het voornemen van uw collega van VROM om de komende tien jaar een percentage tussen de 8 en 10 van het totale areaal aan glas in de glastuinbouw te verplaatsen? Heeft ze hierover met u overleg gevoerd?
Ja.
Op dit moment bereiden mijn collega Cramer en ik een Kamerbrief voor waarin onze aanpak voor verspreid liggend glas wordt toegelicht.
Is het zo dat het hier gaat om het zogenaamde «verspreid liggend glas» waarbij ondernemers in staat worden gesteld om te verkassen naar zogenaamde «erkende glastuinbouwgebieden»? Wat wordt hierbij precies verstaan onder «verspreid liggend glas?
Ja, dat is zo. Verspreid glas is al het glas buiten de bundelingsgebieden voor de glastuinbouw uit de Nota Ruimte en de regionale bundelingslocaties die door de provincies zijn aangewezen. Op deze bundelingslocaties hebben ondernemers de ruimte om te groeien.
Is er overleg gevoerd, of staat dit wellicht nog te gebeuren, met de provincies en betrokken gemeenten om de mogelijkheden van co-financiering te bezien, zodat het rendement van de plannen van de minister van VROM én voor het milieu (landschap en energie) én voor de betrokken ondernemers (bedrijfsresultaat) zo hoog mogelijk is?
Het doel van de kabinetsinspanning is een maximaal rendement voor ondernemers, landschap en energie. Om dit te realiseren wordt intensief overleg gevoerd over de aanpak van verspreid glas met IPO, VNG, LTO en SNM.
Is er overleg gevoerd, of staat dit wellicht nog te gebeuren, met LTO Glaskracht over de mogelijke consequenties voor de bedrijfsvoering van de betrokken ondernemers? In het desbetreffende artikel staat weliswaar dat geen sprake zal zijn van gedwongen verkassen, maar gelet op de huidige economische situatie
– waarbij ondernemers weinig of geen investeringsruimte hebben
– maken de plannen van de minister van VROM weinig kans tenzij de bijdrage vanuit de overheidskas (Rijk, provincie en gemeente) zodanig is dat de ondernemer, bijvoorbeeld door energiebesparing, het bedrijfsresultaat kan verbeteren.
Ja, er is overleg met LTO – zie antwoord vraag 3. Via gezamenlijke inzet van partijen worden middelen gegenereerd middels de ruimte voor ruimteregelingen en aanvullende overheidsmiddelen.
Ziet u in de plannen van de minister van VROM mogelijkheden om tuinders te interesseren voor locaties die om verschillende redenen minder goed lopen, zoals het Rundedal in Emmen?
Het kiezen van een vestigingsplaats is een ondernemerskeuze; acquisitie is aan de ontwikkelaar van een locatie. De rijksoverheid draagt middels de Stimuleringsregeling Duurzame Glastuinbouwgebieden wel bij aan het creëren van optimale vestigingscondities in bundelingslocaties, zoals het Rundedal.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Ondervoorzitter Schreijer-Pierik (CDA), Atsma (CDA), Voorzitter Poppe (SP), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Jager (CDA), Ormel (CDA), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Neppérus (VVD), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Cramer (CU), Koppejan (CDA), Graus (PVV), Zijlstra (VVD), Thieme (PvdD), Dibi (GL), Polderman (SP), Elias (VVD) en Linhard (PvdA).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Luijben (SP), Tang (PvdA), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Biskop (CDA), Pieper (CDA), Koşer Kaya (D66), Van Leeuwen (SP), Eijsink (PvdA), Depla (PvdA), Vacature (algemeen), Kant (SP), Blom (PvdA), Ortega-Martijn (CU), Van Heugten (CDA), Brinkman (PVV), Ten Broeke (VVD), Ouwehand (PvdD), Vendrik (GL), Lempens (SP), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) en Van Dam (PvdA).