Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2009
Hierbij ontvangt u, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), een reactie op de motie van het lid Atsma c.s. (TK 2008–2009, 31 700 XIV, nr. 81).
In deze motie wordt de regering verzocht te onderzoeken of een stimuleringsregeling in het leven kan worden geroepen voor agrarische ondernemers die geen alternatief hebben voor een breedbandinternetaansluiting, en die willen investeren in breedbandinternet via de satelliet. Voorts verzoekt de motie de regering om te onderzoeken of hiervoor modulatie- of POP-gelden beschikbaar kunnen worden gesteld. Omdat de problematiek die in de motie wordt geschetst niet alleen agrarische ondernemers betreft, maar alle plattelandsbewoners die niet aangesloten zijn op een breedbandig netwerk, heeft de minister van LNV mij verzocht mede namens haar te reageren op deze motie.
Het kabinet onderkent dat de mogelijkheid van toegang tot breedbanddiensten van groot belang is voor ondernemers en huishoudens, ook in de buitengebieden. Daarom voert het kabinet een beleid dat gericht is op het bevorderen van een markt voor breedband, en treft maatregelen om breedbanddiensten te ontwikkelen, vraag en aanbod samen te brengen (vraagbundeling), en consumentenvertrouwen en ICT-vaardigheden op te bouwen. Dit beleid is technologieneutraal; de overheid verkiest niet één bepaalde technologie, zoals satelliet, boven andere mogelijkheden voor breedbandtoegang.
De overheid zorgt dus voor voldoende verkeer om de aanschaf en uitrol van breedbandinternet aantrekkelijk te maken. Het ligt echter niet in de lijn van dit beleid om de uitrol of aanschaf van een breedbandinternetaansluiting rechtstreeks te (co)financieren. Dit zou de werking van de markt kunnen verstoren, daar waar verschillende marktpartijen (waaronder satellietaanbieders) reeds actief zijn.
Het gaat er uiteindelijk om dat er voldoende mogelijkheden zijn voor toegang tot breedbanddiensten, ook op het platteland. Ik wil daarom in de geest van uw motie bezien of maatregelen uit ons huidige breedbandbeleid, zoals vraagbundeling en de ontwikkeling van ICT-vaardigheden, specifieker gericht kunnen worden op de buitengebieden. Tevens kunnen hierbij andere belanghebbenden, zoals LTO Nederland en lagere overheden, een belangrijke rol spelen.
Verder zal ik bezien of de middelen, die vanuit het Europees Economische Herstelplan vrijkomen ten behoeve van breedbandinvesteringen en nieuwe uitdagingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (voor Nederland naar verwachting ongeveer EUR 5 miljoen), voor dit doel en in lijn met bovenstaande kunnen worden ingezet, afhankelijk van de uitvoeringsverordening die de Commissie nog moet uitbrengen. De minister van LNV zal u, in samenspraak met mij, hierover informeren in een brief waarin de nationale bestemming van de middelen uit het Herstelplan uiteen wordt gezet. Deze brief zult u, zoals door de minister van LNV reeds eerder toegezegd, voor 1 mei ontvangen.
Nederland bevindt zich in een bijzondere positie met een buitengewoon hoge beschikbaarheid (en gebruik) van breedband via onder andere KPN’s DSL-netwerk en het kabelnet. Huishoudens en ondernemers, die geen toegang hebben tot deze breedbandnetwerken, bevinden zich voornamelijk in buitengebieden, waar investeringen in deze draadgebonden netwerken soms niet rendabel zijn. Voor deze bewoners is breedband via de satelliet reeds beschikbaar. De initiële kosten voor satelliet zijn aanzienlijk vergeleken met andere breedbanddiensten (ongeveer € 500 voor de aanschaf van een schotelantenne). Echter, voor agrarische ondernemers kan een dergelijk bedrag nauwelijks een belemmering vormen, mede gezien de fiscale mogelijkheden (aftrekbare bedrijfskosten). Daarnaast kan de schotel tevens gebruikt worden voor digitale televisie en telefonie, waardoor de maandelijkse kosten voor elektronische communicatie aanzienlijk kunnen afnemen.
Andere draadloze breedbandnetwerken maken bovendien een snelle ontwikkeling door. Verschillende mobiele aanbieders zijn hun UMTS-netwerk actief aan het opwaarderen naar HSDPA. Met deze technologie kan draadloos internet met een snelheid van 7Mbps worden aangeboden, vergelijkbaar met een DSL-aanbod. De dekking van deze mobiele netwerken wordt in hoog tempo uitgebreid. Zo heeft KPN’s mobiele breedbandnetwerk naar eigen indicatie inmiddels een dekkingsgraad van 98,7%.
Door de veiling van de 2,6 GHz-frequenties (gepland begin 2010) komen nog meer frequenties beschikbaar voor mobiele breedbanddiensten zoals WiMAX of LTE. De veiling is zo opgezet dat er ruimte is voor ten minste drie nieuwkomers op de markt. Die zullen naar verwachting draadloze breedbandige netwerken gaan uitrollen, juist ook in die gebieden waar nu nog geen draadgebonden netwerken liggen.