Kamerstuk 31700-XIV-119

Onderzoeksrapport m.b.t. de optredende bijensterfte

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2009

Gepubliceerd: 16 december 2008
Indiener(s): Gerda Verburg (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CDA)
Onderwerpen: begroting dieren financiƫn landbouw
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31700-XIV-119.html
ID: 31700-XIV-119

31 700 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2009

nr. 119
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2008

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft in haar procedurevergadering van 11 november 2008 gesproken over een onderzoeksrapport van het Nederlands Centrum voor Bijenonderzoek (NCB) over de bijensterfte op Texel. De VKC vraagt me naar aanleiding daarvan of ik van plan ben het in dat rapport aangekondigde vervolgonderzoek te honoreren. Ik kan daarop nu nog geen antwoord geven, omdat ik de inhoud van dat vervolgonderzoek nog niet ken.

Ik heb al eerder gemeld de bijensterfte een serieus probleem te vinden. Het genoemde onderzoek van het NCB is niet het enige onderzoek dat wordt gedaan naar de bijensterfte. Op mijn verzoek brengt momenteel Plant Research International, onderdeel bijenwur, de mogelijke oorzaken van bijensterfte en de huidige toestand van de bijenhouderij in Nederland en daarbuiten in kaart. Tevens worden de zwakten en sterkten, en de bedreigingen en kansen in beeld gebracht en worden aanbevelingen gedaan voor verder onderzoek. Dit onderzoek van bijenwur vindt plaats in nauw overleg met de belangrijkste betrokkenen uit de sector.

Ik vind het van groot belang, dat onderzoekers zowel nationaal als internationaal gecoördineerd samenwerken, temeer daar het vraagstuk zich niet beperkt tot Nederland of Europa. Het onderzoek van bijenwur zal binnenkort worden afgerond, waarna ik komend voorjaar met een reactie hierop zal komen. Op dat moment ook zal ik het voorstel van de NCB in samenhang met overige onderzoeksvragen bezien.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg