Voorgesteld 5 maart 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de Kamer bij motie-Eijsink c.s. (26 488, nr. 87) de regering in mei 2008 verzocht heeft om een onafhankelijk en transparant onderzoek naar de endlife-update van de F-16;
van mening, dat de brief van de staatssecretaris van Defensie van 18 december jl. daar niet aan voldoet, omdat deze onder andere geen feitelijke informatie bevat over de concrete mogelijkheden en kosten van een eventuele endlife-update van de F-16;
tevens overwegende, dat daarna pas in derde instantie door de regering is aangegeven dat voor de komende jaren alsnog dient te worden uitgegaan van een substantieel verhoogd aantal vlieguren van 200 per jaar per F-16;
ook overwegende, dat de Kamer tot 2003 cijfermatig op de hoogte is gehouden van zowel het aantal geplande als het aantal gerealiseerde vlieguren van de F-16’s per kalenderjaar;
verzoekt de regering de Kamer voor 1 april a.s. in ieder geval nog de feitelijke gegevens te verschaffen over de ontwikkeling van zowel het aantal geplande als het aantal gerealiseerde vlieguren van de F-16’s per kalenderjaar sinds 2003 en in dat licht een verdere onderbouwing te geven van de verwachting dat nu voor de komende jaren alsnog dient te worden uitgegaan van gemiddeld 200 gerealiseerde vlieguren per jaar per toestel,
en gaat over tot de orde van de dag.
Eijsink
Van Velzen
Brinkers
Peters