Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2008
Op 6 juni 2008 heb ik mede namens mijn ambtgenoot van Buitenlandse Zaken de Kamer geïnformeerd over de Nederlandse deelneming aan het Strategic Airlift Capability (SAC) C-17 initiatief van de Navo (Kamerstuk 31 200 X, nr. 125). In mijn brief van 4 juli 2008 over de formele bijeenkomst op 12 en 13 juni jl. van de Noord-Atlantische Raad heb ik u nader geïnformeerd over de wijze waarop aansprakelijkheid, verzekering van personeel en onderhoud van de C-17 zijn geregeld (kamerstuk 28 676, nr. 61). De vaste commissie voor Defensie heeft mij 8 september 2008 (08-DEF-B-137) om informatie verzocht over de stand van zaken van de deelneming aan het initiatief en heeft gevraagd ook in te gaan op de deelnemende landen. Met deze brief voldoe ik aan dat verzoek.
Op 12 juni 2008 heb ik het Memorandum of Understanding (MoU) SAC C-17 ondertekend. Het MoU zou van kracht worden wanneer de deelnemende landen zich gezamenlijk committeren aan ten minste 3500 vlieguren. De twaalf landen die het MoU hebben ondertekend zijn:
de Verenigde Staten (1000 vlieguren)
Zweden (550 vlieguren)
Nederland (500 vlieguren)
Noorwegen (400 vlieguren)
Roemenië (200 vlieguren)
Polen (150 vlieguren)
Finland (100 vlieguren)
Bulgarije (65 vlieguren)
Slovenië (60 vlieguren)
Hongarije (50 vlieguren)
Estland (45 vlieguren)
Litouwen (45 vlieguren)
Door de terugtreding van Letland (45 vlieguren), de vermoedelijke terugtreding van Tsjechië (40 uren) en het uitstel van een definitief besluit tot december a.s. door Italië (300 vlieguren), komt de participatie in totaal op 3165 vlieguren in plaats van de voorziene 3550 vlieguren. Door het tekort aan vlieguren (335 op de minimaal benodigde 3500) kon het MoU niet zonder aanpassingen van kracht worden.
Met het oog op de geplande verwerving van de drie C-17 vliegtuigen door de NATO Airlift Management Agency (NAMA) is het van groot belang dat het MoU nog in het najaar van 2008 van kracht wordt. Bovendien hebben enkele landen gemeld dat zij de toegezegde financiële bijdragen niet kunnen uitstellen. Alle landen hebben er bovendien belang bij dat de bijzondere luchttransportcapaciteit op korte termijn beschikbaar komt. Een te grote vertraging zou de continuering van het initiatief dus ernstig in gevaar brengen.
Om het MoU alsnog tijdig van kracht te laten worden hebben de landen afgesproken een Letter of Confirmation op te stellen en die als side letter bij het MoU te voegen. Door enkele ombuigingen in het programma die de kosten enigszins verlagen, is de voortgang van het initiatief verzekerd. De 335 resterende vlieguren worden nu bestemd als programme contingency flight hours die de landen naar rato van hun deelneming als extra vlieguren kunnen aanwenden. De overeengekomen ombuigingen hebben geen gevolgen voor de financiële bijdragen van de landen en zij zijn operationeel en logistiek verantwoord. Het gaat vooral om het extra elektronische zelfbeschermingssysteem (Direct Infra Red Counter Measures, DIRCM) dat in de loop van de komende jaren beschikbaar zal komen. Deze en overige, geringere ombuigingen zullen door toekomstige financiële bijdragen van nieuw toetredende landen of door het alsnog toetreden van Italië, zoveel mogelijk weer worden tenietgedaan. Enkele landen hebben al interesse getoond voor deelneming aan de C-17 pool.
Op 12 september jl. heb ik de Letter of Confirmation ondertekend. Ook de andere landen hebben inmiddels getekend, waarmee aan alle voorwaarden is voldaan om het project in gang te zetten. Het MoU SAC C-17 is op 23 september jl. in werking getreden. Verwacht wordt dat het eerste C-17 toestel in het voorjaar en de beide andere toestellen in de zomer van 2009 aan de NAMA worden geleverd.