Ontvangen 22 oktober 2008
In het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaat van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2009 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 700 hoofdstuk VIII, nrs. 1 en 2) wordt de begrotingsstaat als volgt gewijzigd.
Art. | Omschrijving artikel | Stand ontwerpbegroting vóór Nota van wijziging | Stand ontwerpbegroting na Nota van wijziging | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplich-tingen | Uitgaven | Ontvang-sten | Verplich-tingen | Uitgaven | Ontvangsten | ||
TOTAAL | 34 675 736 | 35 127 202 | 1 971 034 | 34 736 882 | 35 173 348 | 1 971 034 | |
Beleidsartikelen | |||||||
1 | Primair onderwijs | 9 111 972 | 9 113 188 | 21 936 | 9 111 972 | 9 113 188 | 21 936 |
3 | Voortgezet onderwijs | 6 493 710 | 6 525 202 | 56 383 | 6 493 710 | 6 525 202 | 56 383 |
4 | Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | 3 277 268 | 3 276 261 | 10 000 | 3 327 268 | 3 311 261 | 10 000 |
5 | Technocentra | 9 433 | 9 434 | 9 136 | 9 433 | 9 434 | 9 136 |
6 | Hoger beroepsonderwijs | 2 241 242 | 2 229 452 | 6 017 | 2 241 242 | 2 229 452 | 6 017 |
7 | Wetenschappelijk onderwijs | 3 692 102 | 3 664 366 | 20 082 | 3 692 102 | 3 664 366 | 20 082 |
8 | Internationaal beleid | 17 970 | 19 018 | 99 | 17 970 | 19 018 | 99 |
9 | Arbeidsmarkt en personeelsbeleid | 185 839 | 185 839 | 0 | 195 839 | 195 839 | 0 |
11 | Studiefinanciering | 4 003 492 | 4 003 492 | 466 900 | 4 003 492 | 4 003 492 | 466 900 |
12 | Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten | 210 772 | 210 772 | 10 500 | 210 772 | 210 772 | 10 500 |
13 | Lesgelden | 6 098 | 6 098 | 191 200 | 6 098 | 6 098 | 191 200 |
14 | Cultuur | 571 024 | 916 781 | 23 416 | 581 024 | 926 781 | 23 416 |
15 | Media | 867 091 | 867 837 | 231 634 | 867 091 | 867 837 | 231 634 |
16 | Onderzoek en wetenschappen | 999 530 | 1 110 504 | 194 450 | 999 530 | 1 110 504 | 194 450 |
24 | Kinderopvang | 2 807 017 | 2 807 017 | 726 736 | 2 807 017 | 2 807 017 | 726 736 |
25 | Emancipatie | 16 196 | 16 961 | 0 | 16 196 | 16 961 | 0 |
Niet-beleidsartikelen | |||||||
17 | Nominaal en onvoorzien | – 27 688 | – 27 688 | 1 978 | – 36 542 | – 36 542 | 1 978 |
18 | Ministerie algemeen | 122 768 | 122 768 | 567 | 122 768 | 122 768 | 567 |
19 | Inspecties | 62 526 | 62 526 | 0 | 62 526 | 62 526 | 0 |
20 | Adviesraden | 7 374 | 7 374 | 0 | 7 374 | 7 374 | 0 |
De (sub-)totaaltellingen in de begrotingsstaat worden met deze wijzigingen in overeenstemming gebracht.
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen heeft de Tweede Kamer een drietal moties aangenomen. Daarvan hebben twee moties betrekking op de begroting van het ministerie van OCW. Het betreft de motie-Hamer c.s. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 700, nr. 15) en de motie-Slob c.s. (Tweede Kamer 2008–2009, 31 700, nr. 17).
De motie-Hamer c.s. stelt voor:
• het beroepsonderwijs de financiële mogelijkheid te geven om schooluitval tegen te gaan door uitbreiding van het schoolmaatschappelijk werk;
• om experimenten met sport op het mbo te starten;
• de wijkaanpak extra te verbreden en financieel te ondersteunen door bestaande verzoeken van scholen voor conciërges te honoreren;
• de basisinfrastructuur van cultuur extra te versterken.
De motie-Slob c.s. stelt voor dat meerjarig middelen moeten worden toegevoegd aan de begroting van OCW om de kosten van openbaar vervoer voor mbo-leerlingen onder de 18 jaar verder omlaag te brengen.
De dekking van deze moties – voor het deel dat betrekking heeft op de begroting van het ministerie van OCW – bestaat uit een taakstelling op subsidies en een taakstelling inhuur externen.
Met deze nota wordt aan bovenstaande moties uitvoering gegeven. Ook wordt hiermee antwoord gegeven op de brief van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 oktober 2008 met kenmerk 2008Z03257/2008D09429.
Artikel 4: Beroeps- en volwasseneneducatie
Dit artikel wordt verhoogd met € 35,0 miljoen. Dit bedrag wordt als volgt besteed:
• € 15,0 miljoen voor de uitbreiding van het schoolmaatschappelijk werk om schooluitval in het MBO voorkomen. De invulling van de motie richt zich met name op de aparte positie van deelnemers aan de AKA-opleiding (arbeidsmarktgekwalificeerd assistent), vanwege de daarmee verbonden grootstedelijke problematiek;
• € 5,0 miljoen voor sportcoördinatoren op MBO-instellingen. De inzet van de middelen wordt ingevuld in overleg met de MBO-raad. Een aantal MBO-instellingen heeft momenteel sprintpremies ingezet voor het aanstellen van sportcoördinatoren die als linking pin fungeren tussen de onderwijsinstelling en omgevende (sport)instellingen. Deze maatregel is succesvol gebleken. Het kabinet onderzoekt de mogelijkheid om dit te versterken door meerdere MBO-instellingen de mogelijkheid te bieden sportcoördinatoren aan te stellen. De sportcoördinatoren zullen een spilfunctie vervullen in het ontwikkelen van een integraal sport- en bewegingsbeleid in de ROC’s in samenwerking vanuit de school met gemeenten, sportverenigingen en andere relevante partijen.
• € 15,0 miljoen om de uitgaven voor openbaar vervoer van MBO-scholieren binnen het geboden budgettaire kader verder omlaag te brengen. Bij de afweging van modaliteiten wordt rekening gehouden met effectiviteit, uitvoerbaarheid, invoeringstermijn, kosten en opvattingen van de doelgroep en andere betrokkenen. Ten behoeve van het Algemeen Overleg schoolkosten op 6 november zal uw Kamer worden geïnformeerd over het plan van aanpak.
Artikel 9: Arbeidsmarkt en personeelsbeleid
Dit artikel wordt verhoogd met € 10,0 miljoen.
De bestaande regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen wordt verruimd, waardoor het totale budget op € 30 miljoen komt. Hiermee kunnen alle liggende aanvragen voor een conciërge worden gehonoreerd. Na sluiting van de aanvraagtermijn op 30 juni 2008 ontvingen 1700 basisscholen bericht dat hun subsidieaanvraag was toegewezen. 800 basisscholen werden in eerste instantie afgewezen omdat het subsidieplafond, dat toen nog op € 20 miljoen lag, was bereikt. De aanvragen van deze 800 scholen worden nu, door de verruiming van de regeling, alsnog gehonoreerd. Deze scholen hoeven hiervoor niet opnieuw een aanvraag in te dienen of aan aanvullende voorwaarden te voldoen. Zij zullen in november van CFI een beschikking ontvangen.
Om de loonkostensubsidie voor alle aanvragers al in het najaar van 2008 te kunnen laten ingaan (eerste tranche in december 2008), zal bezien worden hoe de daarvoor aanvullend benodigde middelen kunnen worden vrijgespeeld. De Kamer wordt hierover bij 2e suppletoire begroting 2008 geïnformeerd.
Dit artikel wordt verhoogd met € 10,0 miljoen ten behoeve van de impuls basisinfrastructuur cultuur. Dit bedrag wordt als volgt besteed:
• € 6 miljoen wordt ingezet om voor de vierjarig gesubsidieerde instellingen een groter deel van de door de Raad voor Cultuur geadviseerde verhogingen door te voeren. Hierdoor ontvangen de instellingen in de Randstad ruim driekwart van de geadviseerde verhogingen; voor de regio was dat al 100%;
• € 3,7 miljoen wordt naar rato toegevoegd aan de subsidies van de langjarig gesubsidieerde orkesten, dans- en operagezelschappen. Het Koninklijk Concertgebouw Orkest wordt uitgezonderd van deze verhoging, omdat dit orkest in het kader van de internationale excellentie al een extra subsidie van 1,5 miljoen ontvangt;
• € 0,3 miljoen wordt besteed aan de sectorinstituten.
Artikel 17: Nominaal en onvoorzien
Dit artikel wordt verlaagd met € 8,9 miljoen in verband met een taakstelling op subsidies (€ 8,1 miljoen) en een taakstelling op inhuur externen (€ 0,8 miljoen).
De subsidietaakstelling en de taakstelling inhuur externen zullen vooralsnog op artikel 17 Nominaal en onvoorzien worden geparkeerd. In het voorjaar 2009 zal de meerjarige doorwerking van betreffende moties worden verwerkt.
Ten slotte is er nog een feitelijke verbetering die geen gevolgen heeft voor de omvang van de begrotingstotalen. In artikel 25 Emancipatie is op bladzijde 213 een onjuist subsidieplafond vermeld voor de Stichting Internationaal Homo/Lesbisch Informatiecentrum en Archief. Het bedrag van € 100 000 moet worden gewijzigd in € 134 000.