Kamerstuk 31700-VII-60

Reactie op motie Schinkelshoek inzake Nationaal Instituut voor de Rechten van de Mens

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2009

Gepubliceerd: 10 februari 2009
Indiener(s): Guusje ter Horst (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn recht staatsrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31700-VII-60.html
ID: 31700-VII-60

31 700 VII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2009

nr. 60
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2009

Het kabinetsstandpunt inzake het Nationaal Instituut voor de Rechten van de Mens1 (NIRM) is op 2 en 18 december 2008 met uw Kamer besproken. Op 2 december 2008 is overlegd met de Commissie BZK2 en op 18 december 2008 vond een plenaire vergadering plaats. Op laatstgenoemde datum is een motie3 van het lid Schinkelshoek aanvaard. In de motie wordt de regering verzocht om bij de uitwerking van de Paris Principles, bij wijze van alternatief, uitdrukkelijk te onderzoeken of de benoemde taken – advisering, toezicht, internationale samenwerking, onderzoek, onderwijs, voorlichting en training – ondergebracht kunnen worden bij bestaande instellingen en organisaties.

Het kabinet streeft naar het verkrijgen van de A-status binnen VN-verband. Hiertoe toetst het bureau van de Hoge Commissaris van de mensenrechten of het aanvragende land voldoet aan de Paris Principles. In deze beginselen worden de taken en functie van het NIRM beschreven. Globaal komen de taken overeen met de opsomming in de motie.

Het kabinet heeft, onder leiding van mijn ministerie, een interdepartementale stuurgroep opgericht die, in overleg met de Nationale Ombudsman, de voorzitter Commissie Gelijke Behandeling, de voorzitter Commissie Bescherming Persoonsgegevens en de directeur van het Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten, de concrete consequenties van de inrichtingseisen uit het kabinetsstandpunt NIRM uitwerkt en de realisatie van het NIRM voorbereidt.

De nadere invulling van de taken van het NIRM zal eveneens worden uitgewerkt door de stuurgroep. Door het NIRM te verbinden aan het bureau van de Nationale Ombudsman kunnen diverse facilitaire voorzieningen mede gebruikt worden door het NIRM. Deze verbinding heeft dan ook nog steeds de voorkeur van het kabinet.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst


XNoot
1

Kabinetsstandpunt 31 700 VII-55.

XNoot
2

Tweede Kamer 2008–2009, 31 700 VII, nr. 55.

XNoot
3

Tweede Kamer 2008–2009, 31 700 VII, nr. 52.