Kamerstuk 31700-VII-49

Verslag van een wetgevingsoverleg over het onderdeel Politie van de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2009

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2009

Gepubliceerd: 15 december 2008
Indiener(s): John Leerdam (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31700-VII-49.html
ID: 31700-VII-49

31 700 VII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2009

nr. 49
VERSLAG VAN EEN WETGEVINGSOVERLEG

Vastgesteld 13 november 2008

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft op 10 november 2008 overleg gevoerd met minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister Hirsch Ballin van Justitie over het onderdeel Politie van de begroting voor 2008.

Van het overleg brengt de commissie bijgaand stenografisch verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Leerdam

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Van Leiden

Stenografisch verslag van een wetgevingsoverleg van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Maandag 10 november 2008

17.30 uur

De voorzitter: De Krom

Aanwezig zijn 8 leden der Kamer, te weten:

Anker, Brinkman, Çörüz, Griffith, De Krom, Kuiken, Van Raak en Van der Staaij,

en mevrouw Ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en de heer Hirsch Ballin, minister van Justitie.

Aan de orde is de behandeling van:

de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2009 (31700-VII);

de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 9 juli 2008 betreffende ontwikkeling politiesterkte in 2007 (28824, nr. 36);

de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 8 juli 2008 betreffende inkomensgevolgen die politieambtenaren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering kunnen ondergaan als gevolg van onder meer Toeslag Bezwarende Functies (TBF) (29628, nr. 96);

de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 9 juli 2008 betreffende aanbieding en beleidsreactie op het SCP-rapport "Sociale Veiligheid ontsleuteld" (28684, nr. 161);

de brief van de minister van Justitie d.d. 30 juni 2008 betreffende Tweede voortgangsrapportage (april 2008) (30880, nr. 8);

de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 11 september 2008 betreffende reactie op verzoek van de heer Van Raak (3 juni 2008) inzake extra bonnen in verband met politiestakingen (29628, nr. 98);

de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 13 oktober 2008 betreffende reactie op verzoek van de heer Teeven over bewapening parketpolitie en beveiliging Tweede Kamer (29628, nr. 100);

de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 4 november 2008 betreffende reactie op verzoek van de heer Van Raak betreffende onderzoeksrapport vtsPN (29628, nr. 104).

De voorzitter:

Ik open de vergadering en heet de ministers en de hun vergezellende medewerkers van harte welkom, evenals de aanwezigen op de publieke tribune en de mensen die meeluisteren. Ook heet ik de collega's van harte welkom. In de loop van dit wetgevingsoverleg kunnen moties en amendementen worden ingediend. Het streven is, dit overleg om 23.00 uur te sluiten. Daar wil ik mij strikt aan houden. Ik hoop dat de collega's daar bij hun inbreng rekening mee willen houden. De plenaire afronding van dit debat zal volgende week zijn.

De heerVan Raak(SP)

Voorzitter. In het politieblad Blauw van oktober vertelt een agent over een aanrijding met een konijntje. Dat was tragisch. Met zijn dienstpistool heeft hij dit beestje uit zijn lijden moeten verlossen. Een mutatieformulier zou hiervoor voldoende moeten zijn. Maar nee, er moest een geweldsrapportage worden gemaakt die naar de officier van justitie moest worden gestuurd. Die had nog wel wat vragen: of er nog kans was op herstel van het konijntje en of de politieagent ook geschoten zou hebben als het een muis was geweest. De betrokken agent, diens chef, de teamchef, de districtschef, de regionale klachtencoördinator, de officier van justitie en diens medewerkers hebben vijftien à twintig uur aan deze zaak besteed om de boel op te stellen, te controleren, in te boeken en te versturen. Een dossiertje van twintig A4'tjes. Vorig jaar heb ik een aantal voorstellen gedaan om de bureaucratie bij de politie terug te dringen. De minister wilde daar toen niet over praten. Wij zijn nu een jaar verder. Wat zijn de voorstellen van de minister?

De zwaailichten gloeien, de sirenes loeien en er dreigen tekorten bij de politie: een tekort op de werkvloer, een tekort op straat en een tekort in de portemonnee. Het korps Brabant Zuid-Oost kampt dit jaar met een tekort van 2,1 mln., het korps Haaglanden met een tekort van 4,5 mln. en het korps Amsterdam-Amstelland met een tekort van 5 mln. Als ik het overzicht van de minister moet geloven valt het wel mee met de tekorten. Uit een overzicht van de Raad van Hoofdcommissarissen blijkt echter dat wij rekening moeten houden met een tekort van 137 mln. in 2011. Oud-korpschef Eric Nordholt noemde dit onbegrijpelijk, uiterst curieus en een treurige zaak. Hoe is het mogelijk dat deze tekorten zijn ontstaan? Wat gaat de minister hieraan doen?

De minister wil dat korpsen meer gaan samenwerken en dat bureaus efficiënter worden. Zij noemt bijvoorbeeld de voorziening tot samenwerking Politie Nederland als een manier om efficiënter en goedkoper te gaan werken. Vanochtend zagen wij al dat deze voorziening een puinhoop is. Die moet zelf eerst efficiënter en goedkoper worden. Bovendien waren efficiency en goedkoper werken ook al de doelstellingen om de bezuinigingstaakstelling van de minister van 100 mln. mogelijk te maken. Moeten agenten dan twee keer efficiënter en goedkoper gaan werken om niet 100 mln. maar 237 mln. te bezuinigen?

Het grootste deel van de kosten van de politie bestaat uit personeelsuitgaven, zo zegt ook de minister. Minder geld betekent simpelweg minder agenten, linksom of rechtsom. De korpsen moeten ook interen op hun reserves. Maar wat betekent dit? Welke investeringen kunnen zij niet doen?

Wij stellen steeds hogere eisen aan de politie en dat mag. Agenten willen ook zelf graag meer kwaliteit leveren, meer taken uitvoeren en betere resultaten behalen. Het werk is de afgelopen jaren echter zwaarder geworden door allerlei nieuwe taken op het gebied van preventie en bestrijding van terrorisme, asieltaken, door het meedraaien in allerlei overlegvormen, zoals preventieteams en veiligheidshuizen. Dat moet allemaal voor hetzelfde geld in dezelfde tijd. Dat kan natuurlijk niet. Veel agenten zijn ook nog steeds boos over de afloop van de onderhandelingen over de politie-cao. Zij vragen zich af: hoe krijgen wij nieuwe collega's, wie wil dit werk nog doen?

Er ontstaat een steeds grotere kloof tussen de papieren werkelijkheid van de ambtenaar op het ministerie en de praktijk van de agenten op straat. Ik zie telkens andere beelden. De papieren geven een ander beeld dan de gesprekken die ik voer op de bureaus. De NPB zegt dat de basispolitiesterkte op crepeersterkte is. Elke dag krijgt de bond alarmerende berichten over de beschikbaarheid van agenten op straat en in de noodhulp. Die berichten krijgen wij ook. Dit hoor ik op bijna elk bureau dat ik binnenstap. Bij de Dienst Specialistische Interventies staan 35 van de 100 vacatures open, bij de Nationale Recherche 180 op de 1100, bij de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging 200 op de 600, aldus de vakbond. Google eens op "personeelstekort politie Nederland" en je krijgt duizenden hits. In Heemstede en Zandvoort zijn politiebureaus minder lang open. Het korps Kennemerland doet vanwege personeelstekort niet mee aan de open dag van de politie. In Midden- en West-Brabant staan 96 vacatures open. Het politiekorps Haaglanden kampt met 15% tot 20% te weinig agenten. Door de druk op de roosters kunnen nooddiensten steeds moeilijker worden ingevuld. Wijkagenten kunnen hun taken niet meer naar behoren uitvoeren. Zaken blijven op de plank liggen. Wat gaat de minister eraan doen om de sterkte op peil te brengen? Hoe wil zij snel het aantal vacatures vervullen?

Deze minister mag de problemen niet op het bordje van de korpsen leggen. Ik voel mij hierin ook gesterkt door een brief van de Coöperatieve Ondernemingsraden Politie. Ook zij zeggen dat het werk wordt bedreigd door de toenemende prestatieverplichtingen, de invoering van grote landelijke projecten en door de grote bureaucratie en financiële tekorten. Dat zijn landelijke zaken. Eigenlijk is iedereen die ik spreek het met mij eens dat de voorgenomen bezuiniging van 100 mln. op dit moment onverantwoord is. Is de minister bereid deze voorgenomen bezuiniging terug te draaien? Wij overwegen hierover een motie in te dienen.

Veel politieagenten ergeren zich aan het georganiseerde wantrouwen, bijvoorbeeld dat zij nog steeds – jawel, nog steeds – worden afgerekend op het aantal bonnen dat zij uitschrijven. Ik weet het, minister, de prestatieafspraken laten dat niet meer toe, maar het gebeurt nog heel vaak in veel korpsen en op veel bureaus. Bij andere korpsen en bureaus niet. Dus er is ook nog een tweedeling. Maar op veel bureaus gebeurt het wel, omdat de politiemanagers er gewoon mee doorgaan. Een politieagent vertelde mij dat hij nog tijdens zijn recent gehouden beoordelingsgesprek moest verantwoorden waarom hij zo weinig snelheidsbekeuringen had uitgedeeld en hoe hij dacht die achterstand in te kunnen halen. Wij hebben besloten om die bonnen uit de prestatienormen te halen. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat agenten niet meer worden afgerekend op het aantal bonnen dat zij uitdelen? Ik heb deze vraag eerder gesteld, maar er nooit een antwoord op gekregen.

Onlangs werd bekend dat ongeveer 1800 jeugdgroepen overlast geven. Een klein deel van deze groepen is crimineel, maar een groot deel van deze groepen lijkt op het punt te staan om bendes te vormen. De politie verwacht dat onze buurten in de toekomst meer last zullen krijgen van deze bendes. Om deze bendes aan te pakken, heeft de politie enkele honderden agenten extra nodig. Het voorkomen dat deze jeugdgroepen jeugdbendes worden is een zaak van mensen, de politie op straat. Hoe wil de minister voorkomen dat deze jeugdgroepen die overlast geven, jeugdbendes worden die crimineel zijn.

De frustratie over de cao-onderhandelingen is bij veel agenten bepaald niet minder geworden. De uitkomst van de strijd heeft gevolgen voor de betrokkenheid van agenten. Een agent schreef mij: ik merk zelf dat wij in een gevaarlijk gebied terechtkomen, namelijk dat de loyaliteit aan het verdwijnen is; het interesseert de mensen zo langzamerhand niet meer, de betrokkenheid raakt weg. Een ander schreef: mensen gaan weg uit onvrede, er zijn geen doorgroeimogelijkheden, de taken nemen toe terwijl het salaris achterblijft. Een andere agent vertelde mij: wij zullen het niet gauw zeggen, maar de loyaliteit neemt af. Dat zijn alarmerende geluiden. Ik vrees dat deze loyaliteit, die heel wat korpsen en bureaus bij elkaar houdt, de komende jaren nog verder zal afnemen en dat wij op een breekpunt komen te staan. Des te zuurder is het dat de nieuwe reiskostenvergoeding voor veel mensen alsnog tot een achteruitgang in inkomen heeft geleid. Deze reiskostenvergoeding is voor mensen die dichter bij het werk wonen gunstig. Voor die mensen moet zij in stand blijven. Maar mensen die ver van hun werk wonen, gaan erop achteruit. Ik hoor dat bij het KLPD zo'n 10% van de medewerkers er per maand € 100 op achteruit is gegaan. Ook bij andere korpsen zeggen agenten dat zij flink moeten inleveren. Dat lijkt mij niet de bedoeling van deze nieuwe reiskostenregeling. Kent de minister de problemen met de nieuwe reiskostenvergoeding? Hoe gaat zij ervoor zorgen dat agenten er met deze nieuwe reiskostenvergoeding niet op achteruitgaan? Ook op dit punt overwegen wij een motie in te dienen.

De heerÇörüz(CDA)

Voorzitter. Dagelijks zijn duizenden politiemannen en politievrouwen keihard aan het werk in Nederland. Namens de CDA-fractie wil ik daarom allereerst mijn waardering uitspreken voor hun werk en inzet. Het CDA koestert de Nederlandse politie, maar helaas signaleren wij ook dat binnen de organisatie nog een aantal zaken dringend de aandacht behoeft.

Wij hebben met elkaar een doelstelling afgesproken van 25% minder criminaliteit aan het einde van deze kabinetsperiode. Als je dat wilt realiseren, moet je samenwerken. Ik zal een aantal voorbeelden uit de praktijk geven.

Als de politieacademie in Apeldoorn is uitgerust met 100 fte's voor de werving en selectie van agenten, begrijp ik eerlijk gezegd niet waarom veel korpsen in dit land dat werk nog dunnetjes moeten overdoen. Alles wat daarin wordt geïnvesteerd, gaat niet naar meer blauw op straat. De opleiding van politieagenten is centraal geregeld in de politieacademie waar circa 1800 man werken. Menig politiekorps heeft echter alsnog een interne opleiding. Maar ook beleidsmatig geldt dit. Projecten die regionaal zijn uitgezet, zoals het project eergerelateerd geweld, die goede uitkomsten hebben, zouden uniform moeten worden overgenomen. Hetzelfde geldt voor projecten voor huiselijk geweld of kinderontvoering. In de praktijk zien wij nog veel te vaak dat de regio's dit werk dunnetjes over doen. Wij willen niet dat het wiel elke keer opnieuw wordt uitgevonden. Wij willen dat er meer blauw op straat komt. De minister zou een dergelijke centrale aanpak op deze onderdelen sterk moeten stimuleren. Wat in Apeldoorn gebeurt, hoeft niet nog eens dunnetjes in de regio overgedaan te worden. Dat scheelt heel veel blauw.

De wijkagent speelt 24 uur per dag en zeven dagen per week een cruciale rol in de preventie van geweld, jeugdcriminaliteit, overlast en het ontstaan van jeugdbendes. Die cruciale rol vertaalt zich niet in de beloningssystematiek. In de praktijk wordt iemand wijkagent na het verlaten van de academie. Eigenlijk zouden wij onze beste mensen in de wijken moeten hebben. Juist als je carrière wilt maken, zou je wijkagent moeten zijn. Die wijkagent zou ook moeten kunnen doorpakken als hij de eerste signalen van bendes of overlast ziet en zonder meer mensen tot zijn beschikking moeten krijgen om de problemen op te lossen. Een goed voorbeeld hiervan is het project "Safer Neighbourhoods" in Maastricht. Wij moeten de wijkagent veel meer koesteren. Dat kan ook door hem goed preventief in te zetten. Dan is het beter mogelijk om de vinger aan de pols te houden. Dat kan extra investeringen voorkomen als de ellende veel te groot is.

Bij de recherche is sprake van onderbezetting. Hoewel de minister schrijft dat er druk is op het recherchewerk, zien wij in het veld dat de onderbezetting van de recherche nijpend wordt. Ik vraag de aandacht van de minister voor het goede werk van rechercheurs.

De politie heeft aan de ene kant de taak om de rechtsorde te handhaven en aan de andere kant om hulp te bieden. Dat bieden van hulp – en dan doel ik specifiek op de elektronische aangifte – gaat nog niet goed. Ik geef een aantal voorbeelden die ik de afgelopen dagen voor mij heb gekregen. Een vrouw wordt in Amsterdam 's avonds met het mes op de keel beroofd van haar tas waar ook haar gegevens in zitten. Zij gaat in paniek naar het politiebureau. Het verhaal is: komt u morgen maar terug. Een man wil aangifte doen van het feit dat zijn vrouw zich schuldig maakt aan de ontvoering van de gezamenlijke kinderen. Kennelijk is het juridisch te ingewikkeld. Hij wordt naar huis gestuurd en wel met de weigering om de aangifte op te nemen. Recentelijk wordt een man in elkaar geslagen door zes mannen. Hij wil aangifte doen. Het verhaal is: kunt u ze herkennen? Zo niet, dan heeft het geen zin om aangifte te doen. Daar tegenover staat dat men een half uur de tijd neemt voor een gestolen groene container.

Dit zijn voorbeelden uit het dagelijks leven. Zo zijn er nog veel meer te geven. Zou het op die manier moeten? De minister heeft toch aangegeven dat de elektronische aangifte veel beter en effectiever zou moeten zijn? Laten wij dat dan ook met elkaar afspreken. De agenten die de aangifte opnemen zouden veel sterker moeten doorvragen, bijvoorbeeld in geval van discriminatie van homo's. Mijn collega Corien Jonker heeft daar bij de behandeling van de Emancipatienota ook over gesproken. Omdat men niet snel in de gaten heeft waar het over gaat, vraagt men niet door en komt men niet tot de conclusie dat er sprake is van discriminatie. Er zou worden ingezet op deskundigheidsbevordering. Hoe staat het daarmee? Niet goed doorvragen leidt tot een slecht proces-verbaal, dat ertoe kan leiden dat de bewijsvoering niet rond komt.

De CDA-fractie wil de politie ook mogelijkheden geven. Wij willen dat de politie adequate instrumenten moet hebben om boeven te vangen. Ook hier kan ik een aantal voorbeelden geven. Ik noem de opstapeling van allerlei onderzoeken bij het NFI. Daar liggen 100 toxicologische onderzoeken te wachten om uitgezocht te worden. Tellen wij daar de drugstesten van onze verkeersminister Camiel Eurlings bij op en willen wij van onze agenten dat zij zaken oplossen, dan moet er linksom of rechtsom iets gebeuren. Ik ben blij dat er wordt gezocht naar oplossingen. Wellicht moet er een andere of concurrerende organisatie een rol spelen. Wij kunnen natuurlijk niet aan de ene kant zeggen dat de politie boeven moet vangen en aan de andere kant zeggen dat het bij het NFI vastloopt. Kan de minister de toezegging doen dat dit in orde komt?

Tijdens een werkbezoek aan het politiekorps IJsselland was ik gecharmeerd van het cameratoezicht op de snelweg. Ik vind dat dit een landelijke uitrol moet krijgen. Mogelijk zijn er privacyregels die dit belemmeren. Die moeten wij dan maar onder de loep nemen. Ik heb mij laten vertellen dat dit instrument zo adequaat kan werken, dat dreiging van kinderontvoering teniet kan worden gedaan.

De politie Gelderland is in samenwerking met de Radboud Universiteit bezig om met een kleurencode jeugdige criminelen en jeugdbendes snel op te sporen. Ook voor dit project zien wij graag een landelijke uitrol.

Voorzitter. Dan het diversiteitsbeleid en de vacatures. Met alle respect, de laatste brief van de minister is aan de ene kant duidelijk, maar aan de andere kant niet. Ik mag ervan uitgaan dat wij de streefcijfers uit de begroting gaan halen en dat er 500 extra wijkagenten komen, waarvan 125 volgend jaar. Ik krijg echter ook berichten dat er mensen uit moeten. Hoe zit dat? Kan de minister klip-en-klaar stellen dat er meer blauw op straat komt en minder mensen achter de bureaus? Als het aan de CDA-fractie ligt moet dit in de "carrièremove" nadrukkelijk een rol spelen. De minister heeft vrij hoog ingezet wat het diversiteitsbeleid betreft op allochtonen en vrouwen. Toch zijn er nog vacatures die niet ingevuld worden. Moet dit dan vanwege de emancipatie zo rigide doorgevoerd worden? Lopen wij dan niet het risico dat op een gegeven moment de blanke man van vijftig zegt: nou, dank u wel, dan ga ik verder zoeken?

Vervolgens wil ik het hebben over onze politieorganisatie in een tijdperk dat soms nog gevaarlijker is dan de snelweg: namelijk de digitale snelweg. In de klassieke politieorganisatie heb je een wijkagent, een chef-wijkagent, daarboven de chef en zo gaat de lijn naar boven. Tegenwoordig willen jonge mensen met een hbo-opleiding of een universiteitsgraad, die digitaal deskundig zijn, in netwerken functioneren. Het is een werkgroep hier en een werkgroep daar, het snel nemen van verantwoordelijkheid en zelfstandig werken. Zij lopen vast in de traditionele klassieke politiestructuur. Dus het binnenhalen van mensen is een kunst, maar het binnenhouden is een nog grotere kunst. Hoe gaat de politie daarmee om? Dit is misschien een wat negatieve invalshoek maar de digitale snelweg kan ook uitdagingen met zich brengen. Zo hoorde ik dat een wijkagent met toestemming van de korpsleiding op Hyves zat. Een wijkagent op Hyves, dat moet volgens mij de nieuwe werkwijze van de politie zijn. Hij heeft door de contacten met jeugdigen een aantal jeugdcriminaliteitszaken kunnen oplossen. Vorige week had ik vijf wijkagenten op bezoek. Een aantal van hen vertelde mij dat zij pas sinds een half jaar op het internet kunnen. Zij zeiden: als wij wilden achterhalen of een fiets op Marktplaats.nl staat, konden wij dat niet, want wij konden niet op het internet. Ik wilde dat bijna niet geloven. Als wij meewillen op die digitale snelweg moeten wij onze agenten ook de juiste instrumenten geven.

Voorzitter. Ik kom bij de financiële situatie van onze korpsen. De afgelopen jaren zijn er honderden miljoenen naar onze korpsen gegaan. Dat waren extra miljoenen. Bijna 75% van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gaat op aan politie. Als ik mij niet vergis gaat het om 4,7 mld. Nu is er een taakstelling van 100 mln. Daar zijn wat problemen over, maar de minister heeft duidelijk gemaakt dat die bezuinigingen betrekking hebben op de samenwerking, op overhead, etc. Ik ga daar ook van uit, maar ik wil wel weten hoe het kan dat een aantal van onze korpsen op dit moment in de financiële problemen zit en in de komende jaren in de financiële problemen komt. Ik wil de onderste steen boven hebben, want een gezonde politieorganisatie betekent ook een gezonde financiële basis. Het kan toch niet zo zijn dat het ene na het andere korps in de financiële problemen dreigt te geraken.

MevrouwGriffith(VVD)

Hoor ik de CDA-fractie ook zeggen dat die taakstelling van 100 mln. teruggedraaid moet worden omdat politiekorpsen niet rond kunnen komen en grote financiële problemen hebben? Met een doelstelling voor het terugbrengen van de criminaliteit met 25% kan de korpsen toch geen bezuiniging van 100 mln. worden opgelegd? Is de heer Çörüz bereid om het regeerakkoord open te breken?

De heerÇörüz(CDA)

Nee, dat hoort mevrouw Griffith mij niet zeggen. Er wordt 4,7 mld. uitgetrokken voor de politie. Overigens is die taakstelling van 100 mln. niet alleen voor de politie. Dat is een efficiencytaakstelling. Als korpsen er niet in kunnen slagen om die taakstelling in te vullen, heb ik daar wel moeite mee. Ik ga ervan uit dat de afspraken die met de minister zijn gemaakt gewoon worden nagekomen. Ik vind niet dat wij meteen de portemonnee moeten trekken als men even piept. Nee, ik ben gekozen om te controleren. Ik wil wel dat de onderste steen boven komt als het gaat om de vraag waarom sommige korpsen in de financiële problemen dreigen te komen of zijn gekomen. Ik zeg niet meteen: trek de portemonnee maar. Misschien wil mevrouw Griffith dat wel.

MevrouwGriffith(VVD)

Ik heb helemaal niet gezegd "trek de portemonnee maar". Ik heb juist gevraagd wat de opstelling van de CDA-fractie betekent voor de opgelegde taakstelling.

De heerÇörüz(CDA)

Concreet betekent dit dat ik ervan uitga dat die taakstelling wordt gehaald. Het heeft natuurlijk weinig zin om taakstellingen met elkaar af te spreken als wij bij de minste of geringste tegenbeweging zeggen: doe maar niet of draai maar terug.

De heerVan Raak(SP)

Ja, maar dan ben je wel ziende blind. Iedereen die ermee te maken heeft vindt dat die taakstelling niet gehaald kan worden. De ondernemingsraden en de bonden zeggen dat. Kosten bij de politie zijn voor een groot deel personeelskosten. Ik ben ervan overtuigd dat er efficiënter kan worden gewerkt, maar er is nu brand en die moet nu geblust worden. Is het dan niet een beetje vreemd dat wij op het moment dat de brand dreigt uit te slaan olie op het vuur gooien? Er dreigen veel tekorten. Korpsen dreigen om te vallen. Dan kun je toch geen taakstelling van 100 mln. opleggen? Daar zit toch geen logica achter?

De heerÇörüz(CDA)

Voorzitter. De wijze waarop de SP-fractie blust is: trek de portemonnee maar. Daar komt het de facto op neer. Ik ben als Kamerlid gekozen om te controleren. Ik wil weten wat er met al die miljoenen extra gebeurt. In de periode 2004-2006 zijn de middelen met 23% of 28% toegenomen. Dan is het terecht om eerst na te gaan wat er met al die miljoenen of miljarden wordt gedaan voordat wij bij het minste of geringste signaal zeggen: portemonnee open.

De heerVan Raak(SP)

Er dreigt een tekort van om en nabij de 130 mln. Ik zeg niet dat de portemonnee moet worden getrokken. Mijn vraag is of wij geld uit de portemonnee van de politie moeten halen, of wij 100 mln. moeten bezuinigen. Ik vind het totaal onverantwoord om op het moment dat de portemonnee bijna leeg is, daar nog eens uit te graaien.

De heerÇörüz(CDA)

Wilt u niet net als ik eerst weten waar wij al die miljoenen en miljarden aan besteed hebben? Die volgorde der dingen wil ik volgen, voordat ik meteen besluit tot het trekken van de portemonnee omdat er verzet is. De facto komt het daar natuurlijk op neer. Ik wil weten wat er met dat geld is gedaan en dat vraag ik klip-en-klaar aan deze ministers. Er ligt een brief waaruit blijkt dat de taakstelling niet gezocht wordt in minder personeel maar in een betere samenwerking en overhead.

De heerBrinkman(PVV)

Ik wil de heer Çörüz graag helpen. Het verschil met de taakstelling bij andere departementen is dat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering daarvan gelegd wordt bij de 26 korpschefs, bij de 25 regio's en het KLPD. Hoe die hoge heren dat gaan uitvoeren, is aan hen. Dus of zij nu inderdaad die slag maken om de beleidsmedewerker weg te saneren en meer blauw op straat te krijgen, kunnen wij niet controleren. Dat kan de minister ook niet, want zij laat het aan de korpschefs over. Dat lijkt mij het probleem waar wij hier mee zitten.

De heerÇörüz(CDA)

Nee, voorzitter. De minister heeft heel helder in haar brief gesteld dat de volgorde waarin de zaken moeten worden aangepakt is: overhead, betere samenwerking, etc. Dat is volgens mij wel binnen de parameters die de minister heel duidelijk aan de korpsleiding heeft geschreven. Die brief hebben wij gekregen. De korpschefs willen toch altijd zo mans zijn dat zij hun eigen regio bestieren? Dan moeten zij ook zo moedig en verantwoordelijk zijn om die 100 mln. te vinden.

De heerBrinkman(PVV)

Dat vind ik toch erg naïef van de heer Çörüz. Hij weet ook dat deze korpschefs al sinds jaar en dag koning zijn in hun eigen koninkrijk. Hij weet ook donders goed dat die korpschefs hun eigen invulling geven aan de taakstelling en dat zij geen nieuwe mensen meer naar de opleidingen sturen, dat vacatures niet ingevuld worden. Dat zijn allemaal vacatures en banen om meer blauw op straat te krijgen. Het aantal hoge heren wordt niet minder. Er zijn nog steeds meer commissarissen binnen de politie aangesteld dan voor die tijd. Waarom kijkt de heer Çörüz daar niet naar?

De heerÇörüz(CDA)

Als ik het voor het zeggen had, zou ik de wijkagent veel meer "in the picture" brengen. Ik zei al dat ik het goed zou vinden dat men promotie maakt door wijkagent te worden. Voor die lijn kies ik. Maar als de hoge heren er met hun koninkrijkjes niet in slagen om 100 mln. te vinden op een begroting van 4,7 mld. heb ik daar toch echt mijn bedenkingen bij. Dat moet volgens mij kunnen. De minister heeft gezegd dat het via overhead en samenwerking moet gebeuren. Met de samenwerking kan het vele malen beter. Daar vallen miljoenen op in te verdienen.

De heerVan der Staaij(SGP)

Ik hoor de heer Çörüz zeggen dat hij een gezonde financiële positie voor de politie wil, dat er niet gesneden mag worden in blauw op straat en dat de bezuinigingen onvoorwaardelijk moeten worden ingeboekt en gerealiseerd. Hoe weet hij of dat tegelijkertijd kan?

De heerÇörüz(CDA)

Volgens mij is er nog een wereld te winnen door beter in te kopen en meer samen te werken. Men moet het werk dat op de politieacademie in Apeldoorn wordt gedaan niet dunnetjes overdoen in de regio. Men moet geen PDA aanschaffen, zoals de korpsleiding in Groningen, en vervolgens voor de voorziening tot samenwerking nog eens een ander systeem aanschaffen terwijl die systemen niet met elkaar kunnen communiceren. Dat zijn allemaal kostenposten waarop heel goed kan worden bespaard, opdat men kan investeren in meer blauw op straat.

De heerVan der Staaij(SGP)

Denkt u dat dit 100 mln. oplevert?

De heerÇörüz(CDA)

Misschien wel meer. Met het zodanig inrichten van een informatiesysteem dat gecommuniceerd kan worden met alle korpsen kunnen miljoenen worden inverdiend. Dan hoeven de andere korpsen niet opnieuw het wiel uit te vinden. Op een begroting van 4,7 mld. moet toch 100 mln. te verdienen zijn?

De heerVan Raak(SP)

Ik vind het heel dubbel. Aan de ene kant pleit de CDA-fractie voor meer wijkagenten en aan de andere kant zegt zij: wij kunnen best 100 mln. bezuinigen. Iedereen die je spreekt bij de politie zegt dat die 100 mln. niet bezuinigd kan worden zonder er politieagenten uit te gooien. Dat is onmogelijk. Volgens mij is de heer Çörüz de enige die zegt dat het wel kan. Misschien moet hij maar korpsleider worden. Hij leeft toch echt in een andere wereld dan in de werkelijkheid van de politie.

De heerÇörüz(CDA)

Ik kan mijn argumenten herhalen. De heer Van Raak herhaalt zichzelf ook. Het komt erop neer dat de portemonnee open moet. Als onze 26 korpsen op een begroting van 4,7 mld. niet 100 mln. kunnen vinden, is er iets ernstig mis in dit land.

Ik kom bij de voorziening tot samenwerken Politie Nederland. Ik gaf het voorbeeld van de PDA's. Wij hebben de voorziening tot samenwerking juist opgericht om zaken als inkoop niet dubbel te doen. Hoe kan het dan toch dat zo'n PDA – het is maar een voorbeeld – in Groningen en nog een andere regio wordt aangeschaft en dat vervolgens de voorziening tot samenwerking Politie Nederland een ander systeem aanschaft? Vervolgens kunnen de systemen niet met elkaar samenwerken. Ja, dat gaat natuurlijk miljoenen kosten.

Er worden dure externen ingehuurd. Hoe kan dat? Een externe kost ongeveer een factor drie en dan vooral op het gebied van de ICT. De inhuur bij Gelderland had weliswaar een andere reden – de afkoopregeling voor de korpschef daar kon niet worden geregeld – maar er moest een tijdelijke vervanger komen. Hij heeft daar anderhalf jaar gezeten als externe. Is het nu zo dat daadwerkelijk eerst de oude korpschef weg moet en afgekocht moet zijn voordat de nieuwe, een externe met een kostenfactor drie, kan beginnen? Als het een wettelijk beletsel is, moeten wij naar die regels kijken. Het is niet alleen een financieel plaatje, het heeft zijn weerslag op de hele leiding. Het ontbreken van een korpschef werkt vervolgens door in de hele lijn naar beneden.

Ik vraag de minister ook te kijken naar de overhead bij de politie. Ik heb mij laten vertellen dat de overhead bij sommige korpsen 20% is. Dat is een veel te hoog percentage.

Ik begon mijn betoog met het koesteren van onze politie en ik eindig met een herhaling van die koestering. Ik wil die lijn doortrekken en ben blij dat de minister van Justitie hier is. Als onze agenten worden geslagen, als onze agenten een klap in het gezicht krijgen, vind ik dat een klap in het gezicht van onze rechtsstaat. Dat moet in het vervolg worden bestraft met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Zoals het nu is, komt men te veel weg met een geldboete of een taakstraf.

De heerBrinkman(PVV)

Ik ben het geheel eens met de heer Çörüz dat de politie veel efficiënter kan werken. Ziet hij ook de vtsPN als een extra schaal in de lijn van opdrachtverstrekking? Eerst verstrekten de regio's direct een opdracht voor een Motorola portofoon. Nu moet dat via de vtsPN en als een ander een Nokia wil hebben, kan hij ook een Nokia krijgen. Is de CDA-fractie nog steeds voorstander van een nationale politie?

De heerÇörüz(CDA)

Om met dat laatste te beginnen: dat staat klip en klaar in ons verkiezingsprogramma. Het gaat ons echter niet om een nationale politie als doel. Wij willen een gezonde politie die goed kan samenwerken en een goede en efficiënte inkoop doet. Zoals de voorziening tot samenwerking op dit moment werkt, werkt het niet goed. Wij willen dat de minister daar veel meer bovenop zit, want het kan veel tijd en geld schelen en dubbel werk verminderen.

MevrouwKuiken(PvdA)

Ik heb een vraag over de onvoorwaardelijke straffen die de heer Çörüz opgelegd wil zien bij geweld tegen politieagenten. Uiteraard moet geweld tegen politieagenten en andere hulpverleners streng worden bestraft. Het valt mij echter wel op dat de CDA-fractie eerst al bij de taakstraffen en nu weer bij het geweld tegen politieagenten bijna op het tracé zit van de invoering van minimumstraffen. Is de CDA-fractie daarvan voorstander?

De heerÇörüz(CDA)

Wij hebben nu gezegd: bij geweld tegen al onze hulpverleners dubbele straf. Mevrouw Kuiken hoorde met mij drie weken geleden de plaatsvervangend korpschef Haaglanden. Hij had een terecht punt. Hij zei dat mensen veel te vaak wegkwamen met een geldboete of een taakstraf. De vraag is of je degenen die het geweldsmonopolie kunnen gebruiken en die het visitekaartje zijn van onze rechtsstaat niet beter zou moeten beschermen door te zeggen: als u een agent slaat, ervaren wij dat als klap in ons eigen gezicht en bestraffen wij dat met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Dat zou de facto neerkomen op een minimumstraf voor geweld tegen politiemensen.

MevrouwKuiken(PvdA)

Uit de reactie van de officier van justitie bleek dat de plaatsvervangend korpschef niet helemaal de juiste gegevens voor zich had. Wij geloven ook niet in het beginsel dat een geldboete het geëigende middel is, maar u pleit nu voor minimumstraffen.

De heerÇörüz(CDA)

Voor dit geval komt het daar de facto op neer. Een politieagent kun je niet vergelijken met een ander. Als wij dat accepteren, tolereren wij eigenlijk een klap in ons eigen gezicht en in het gezicht van de rechtsstaat. Dat moet in mijn ogen op de meest geëigende manier worden bestraft, in dit geval met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

De voorzitter:

Ik maak de leden erop attent dat alle tijd die zij gebruiken om met elkaar te debatteren afgaat van de tijd die zij straks met het kabinet kunnen wisselen.

MevrouwGriffith(VVD)

Wij hebben een maand geleden nog met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gesproken over de Voortgangsrapportage Veilige Publieke Taak. Daarbij hebben wij gezegd dat de Polaris-richtlijn nog moet worden aangepast. Het verbaast mij dat u nu met minimumstraffen komt, omdat dat programma nog in ontwikkeling is. Vindt u alleen maar op basis van één uitspraak nu opeens dat er minimumstraffen moeten komen? Is het niet gebruikelijk dat wij vasthouden aan onze afspraak dat de strafmaat verdubbeld wordt en dat wij afwachten hoe dit in de praktijk werkt? Welke extra argumenten heeft u nu om af te wijken van de afspraak die wij met elkaar hebben gemaakt en nu te pleiten voor minimumstraffen? Dat kan ik even niet volgen, ik zoek naar de argumenten.

De heerÇörüz(CDA)

Het is overigens niet alleen het geval van de korpschef die ik heb genoemd. Er zijn natuurlijk meerdere argumenten. De BOS/Polaris-regeling wordt nu geëvalueerd. Ik denk dat het heel goed is om nu vanuit de CDA-fractie een duidelijk statement te maken. Als een agent een klap in zijn gezicht krijgt, ervaren wij dat als een klap in ons gezicht.

MevrouwGriffith(VVD)

Ik vroeg naar de argumenten.

De heerÇörüz(CDA)

Laten wij dat meenemen, want ik weet dat de BOS/Polaris-regeling wordt geëvalueerd. U hoort mij overigens niet pleiten voor minimumstraffen in het algemeen, maar in dit specifieke geval van geweld tegen agenten moet wel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf worden gevorderd.

MevrouwGriffith(VVD)

Ik zoek naar de argumenten. Als het meer is dan alleen de uitspraak van de korpschef, wat zijn dan de andere argumenten die de CDA-fractie zo ver hebben gebracht om nu te pleiten voor minimumstraffen?

De heerÇörüz(CDA)

De voorbeelden zijn legio. Onze agenten worden regelmatig fysiek geïntimideerd en lastiggevallen. Als zij fysiek in elkaar worden geslagen, komt er een moment dat wij als politiek zeggen: nu is de maat vol, dat wordt bestraft met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Dat doen wij als CDA-fractie.

De heerBrinkman(PVV)

Ik vind dit zo mooi klinken van het CDA dat ik nog een kleine verhelderende vraag heb. Bestraffen van fysiek geweld snap ik en juich ik buitengewoon toe. Wat vindt u dan van verbaal geweld? Vindt u dat de politie daar ook eerder tegen zou moeten optreden dan maar de lieve vrede te bewaren en te hopen dat de boel niet escaleert?

De heerÇörüz(CDA)

Als ik hier heel duidelijk politiek uitspreek dat wij onze agenten moeten beschermen – zij zijn ons visitekaartje van de rechtsstaat – dan is het natuurlijk aan de uitvoerder ter plekke om te bezien wat er in zo'n situatie moet worden gedaan. Ik kan hiervandaan niet overzien wat verstandig is. Als er fysiek geweld tegen onze agenten wordt gebruikt, is wat de CDA-fractie betreft de maat vol en moet dat bestraft worden met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

MevrouwGriffith(VVD)

Voorzitter. Laat ik beginnen met een algemene opmerking over de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De beleidsprestaties worden daarin goed beschreven, maar de effecten en de kosten ervan ontbreken veelal. De Algemene Rekenkamer heeft daar eerder op gewezen. Nu zegt ook het Sociaal en Cultureel Planbureau dat de effecten en de kosten nogal onduidelijk zijn. Het is dus onduidelijk welke maatregelen tot welk resultaat hebben geleid. Kan de minister hierop reageren? Bij de volgende begrotingsbehandeling zouden wij het zeer op prijs stellen als er meer wordt gekeken naar evaluatieonderzoeken, juist om te weten welke specifieke maatregelen in een concreet geval leiden tot welk resultaat.

De politiecapaciteit komt steeds meer onder druk te staan, net als de prestatie. Taken bij de politie komen onder druk te staan. Wat moet de politie daadwerkelijk doen, rekeninghoudend met actuele en toekomstige ontwikkelingen? Wat is een taak voor de politie en wat niet? Wat behoort tot de basispolitiezorg? Wat is precies een hulpverleningstaak? Moet de politie bijvoorbeeld hennepkwekerijen na ontdekking opruimen, of dit overlaten aan gespecialiseerde opruimingsdiensten of de gemeente? Moet de politie bij stakingen in gevangenissen mankracht vrijmaken, of moet dit aan externen worden overgelaten? Moet de politie zorgen voor opvang van daklozen, psychiatrische patiënten en dronken mensen?

Ik begrijp dat er op dit moment een visiedocument ligt, een document van de Raad van Hoofdcommissarissen. Volgens de VVD-fractie ontbreekt er nog steeds landelijk een gemeenschappelijk gedeelde visie en aanpak. Ik begrijp dat de gemeente Arnhem op dit moment bezig is met het afstoten van oneigenlijke taken. In hoeverre vindt de minister dat ook moet worden gekeken naar andere gemeenten, als één gemeente dit doet? Je kunt niet tegen de burger zeggen dat psychiatrische patiënten in de Arnhem niet meer zullen worden opgehaald, omdat dit door een andere instantie moet worden gedaan, terwijl dit bijvoorbeeld in Den Haag wel een politietaak is. Wij hebben de visienota Politie in Ontwikkeling van de Raad van Hoofdcommissarissen niet. Kunnen wij die ontvangen en deelt de minister onze mening dat daarop een landelijke visie moet komen?

De VVD-fractie maakt zich grote zorgen over de politiesterkte, met name na 2010, zeker in combinatie met de opgelegde taakstelling van 100 mln. Het schijnt dat korpsen nu al op de bandbreedte van de minister zitten voor de politiesterkte, of er zelfs onder dreigen te raken in 2010. Ook de Coöperatieve Ondernemingsraden Politie hebben de minister een brief geschreven en hun zorgen geuit over deze situatie. Het zou komen door de actualisatie van het budgetverdeelsysteem. Dit zou hebben geleid tot een daling van het budget. Graag een reactie van de minister hierop.

Ook wordt gewezen op de toegenomen kosten van ICT. Afgesproken is dat het geld voor ICT gemeenschappelijk zal worden uitgegeven, maar het blijkt dat bij de korpsen afzonderlijk extreme kosten worden gemaakt voor ICT. Mijn fractie vindt de signalen uit de politiekorpsen zorglijk. Veel korpsen krijgen hun begroting niet sluitend. Hoe kijkt de minister hier tegenaan? Gelet op de forse uitstroom, de vergrijzing en de krapte op de arbeidsmarkt vrezen wij dat de beoogde politiesterkte zeker na 2010 niet zal worden gehaald. Uit de vergelijking van de sterktebrief van 2007 met die van 2008 blijkt dat de minister zich bewust is van de ontwikkelingen: krapte, vergrijzing, forse uitstroom. Het kabinet wijst in die brieven echter alleen op de 500 extra wijkagenten en de 500 forensische assistenten. De minister zegt dat er 187 mln. bij komt naast de vergrijzingsgelden. Wat betekent dit voor de sterkte? Korpsen geven aan dat zij teren op hun eigen vermogen. Zij hebben ook heel veel eigen vermogen. Terzijde, zijn korpsen ook het slachtoffer geworden van iSafe? Hebben zij daarbij ook geld gedeponeerd? Kan de minister hierop antwoorden?

Een van de aanbevelingen van de Taskforce Personeelsvoorziening is dat de minister inzicht moet geven in de consequenties van de politieke beslissingen, zoals extra wijkagenten, op de personeelsvoorziening. De taskforce heeft dit nadrukkelijk aan de minister gevraagd. Komt er zo'n inzicht en kunnen wij dat krijgen?

De cao-onderhandelingen met de politie zijn vrij stroef verlopen. Nog steeds is er onzekerheid. Ik begrijp dat de afwikkeling daarvan nog steeds niet heeft geleid tot voldoende resultaat. Mijn fractie is bezorgd over de salarissen van politieagenten, die dagelijks de kastanjes voor ons uit het vuur halen. Wat is de laatste stand van zaken? Hoe staat het met het functiewaarderingssysteem? Hoe staat het met het in gang zetten van de salarisindelingen? Wanneer kunnen wij de resultaten verwachten?

Dan de bonnenquota. Die blijven een doorn in ons oog. De minister heeft op verschillende Kamervragen aangegeven dat er landelijk geen prestatieafspraken meer worden gemaakt, maar het OM kan met de lokale driehoek en het Regionaal College wel degelijk afspraken op dat punt blijven maken. Waarom kan dat nog en wat zijn die afspraken dan? Wat gebeurt er met de opbrengst van de bonnenquota? Welk beleid voeren de verschillende korpsen op dat punt? Heeft de minister daar een overzicht van? Het is heel gemakkelijk om te zeggen dat de politieministers geen quota meer opleggen, als dat op lokaal niveau nog wel kan gebeuren. Wij willen daar nadere duidelijkheid over. Welke concrete afspraken zijn hierover per regionaal korps gemaakt en met welk doel worden die quota gehanteerd?

Dan iets over radicalisering en polarisatie. De minister heeft in antwoord op vragen een overzicht verstrekt aan de Kamer, waarin wordt aangegeven welke gemeenten tot nu toe een verzoek om financiering hebben ingediend. Wij zijn het erover eens dat radicalisering met name moslimjongeren bedreigt. Het is terecht dat daar aandacht aan wordt besteed. Het kabinet trekt daar voor de komende vier jaar 28 mln. voor uit. Ik vind dat wel verrassend, kijkend naar het overzicht. Ik ben er zelfs van geschrokken. Amsterdam krijgt 1,5 mln., maar andere gemeenten krijgen een bedrag variërend van € 200.000 tot € 300.000. Als ik Amsterdam vergelijk met die andere gemeenten vind ik dit een groot verschil. Ik krijg daar graag een verklaring voor. Waarom heeft Amsterdam 1,5 mln. gekregen om radicalisering en polarisatie aan te pakken, terwijl andere gemeenten slechts € 200.000 tot € 300.000 hebben ontvangen? Hoe staat het met de andere grote gemeenten, zoals Utrecht, Den Haag en Rotterdam? Hebben die ook een aanvraag ingediend? Daar heeft men ook te maken met radicalisering en polarisatie. Hoe staat het daarmee?

Dan de bevoegdheden van de burgemeester in het kader van de veiligheid. De minister heeft aangegeven dat zij samen met de VNG zal bezien hoe de bevoegdheden van de burgemeester sterker kunnen worden gemaakt. Wij wachten nog steeds op dat overzicht. De minister zou de Kamer voor de zomer berichten, maar wij hebben het overzicht nog steeds niet. Het is wel heel belangrijk, want verschillende burgemeesters willen meer bevoegdheden op dit punt. Vooral de rol van de burgemeesters bij de openbare orde en veiligheid is namelijk nogal diffuus. Wij willen hierover graag nader met de minister spreken. Wanneer kunnen wij het overzicht tegemoet zien?

Dan nog iets over de administratievelastendruk bij de politie. Bij de vorige begrotingsbehandeling Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben wij een motie ingediend die het kabinet heeft overgenomen. In de motie werd verzocht om een website waarop de politie zou kunnen aangeven welke administratievelastendruk van die kant wordt ervaren. De minister heeft dit verzoek doorgespeeld aan de staatssecretaris. De staatssecretaris is met een website gekomen en er is een top vijf verschenen van overbodige regels. Wij zijn daar tot nu toe echter niet van onder de indruk. Zijn de politiebonden hierbij betrokken? Is er gericht aan de politiekorpsen gevraagd of zij te maken hebben met regels die zij willen aanmelden om te worden meegenomen? Wij vinden de resultaten op dit terrein nog veel te mager, juist omdat de politieagenten aangeven dat zij veel last hebben van die administratievelastendruk. In hoeverre zijn de bonden en de agenten hierbij betrokken?

MevrouwKuiken(PvdA)

Voorzitter. Iedereen heeft de zekerheid nodig van een veilige buurt, ongeacht waar je woont of hoe dik je portemonnee is. Onveiligheid moet worden aangepakt, of het nu gaat om burenoverlast of jongeren die de boel verzieken, zoals vorige week weer bij een lampionnenoptocht in de Transvaalwijk in Den Haag. Vooral de wijkagent speelt bij de veiligheid van de buurt een onmisbare rol. Hij of zij is het eerste aanspreekpunt voor de wijk, weet precies wat er leeft en kan ingrijpen voordat het misgaat. Een goede wijkagent kan tientallen misdrijven hopelijk voorkomen, terwijl er tien politieagenten nodig zijn om een misdrijf op te lossen. Daarom is afgesproken dat er deze kabinetsperiode 500 wijkagenten extra bij komen. Minstens zo belangrijk is dat deze wijkagenten daadwerkelijk op straat hun werk kunnen doen en daar worden ingezet waar zij het verschil kunnen maken.

De wijkagent dreigt nu echter een sigaar uit eigen doos te worden. Het lukt onvoldoende om de wijkagent zichtbaar op straat aanwezig te laten zijn, ook al zijn er met de minister afspraken gemaakt. Financiële tekorten, openstaande vacatures, bewust niet-ingevulde formatieplaatsen en bureaucratie zorgen er immers voor dat de wijkagent elders moet worden ingezet. Bovendien wordt de vacature die een nieuwe wijkagent achterlaat, niet altijd opgevuld. Rechercheurs komen niet altijd aan opsporing toe, omdat zij moeten bijspringen in de noodhulp. Daarnaast zorgt de werkdruk ervoor dat politieagenten hun werk niet goed kunnen doen en dat afspraken niet worden nagekomen en dat is weer nadelig voor het respect voor, en het imago van de politie.

Met dit alles in mijn achterhoofd heb ik mijn vragen en opmerkingen aan de minister geformuleerd. Mij gaat het vooral om het behoud en de werving van het blauw op straat en van de recherche, zowel nu als in de toekomst. Dit brengt mij op het eerste punt van de openstaande vacatures. Op dit moment zijn ruim 850 vacatures bij de politie niet ingevuld. Dit aantal valt mee, als je spreekt over heel politie Nederland. Echter, sommige regio's springen er negatief uit, zoals Hollands Midden, waaronder Gouda valt, met 10% aan openstaande vacatures. Volgens de minister blijkt het personeelstekort niet direct reden voor het aantal openstaande vacatures. Een mogelijke verklaring is dat er wel voldoende mensen zijn, maar dat deze mensen niet op de juiste plek aan het werk worden gezet. Is dit een teken van mismanagement? Welke regiospecifieke oorzaken liggen hieraan ten grondslag? In het rapport kon ik dit punt namelijk niet terugvinden. Welke extra maatregelen worden genomen om deze problematiek van openstaande vacatures aan te pakken, met name in die regio's waar de nood het hoogst is?

Openstaande vacatures zijn vervelend. Ze zorgen voor een verhoging van de werkdruk en werken negatief op het ziekteverzuim. Het is dan ook hoogst opmerkelijk dat nog eens 500 formatieplaatsen van de recherche bewust niet worden ingevuld om zodoende geld te besparen. De PvdA vindt dit een kwalijke zaak. Wat vindt de minister eigenlijk van dit gegeven? Welke actie gaat zij ondernemen? Kan zij inzicht verschaffen in de formatieplaatsen bij de basispolitiezorg die nu niet worden ingevuld? In de gegevens kon ik hierover niets vinden.

Bezuinigingen zijn natuurlijk nooit leuk. Vanuit de korpsen zelf wordt gesuggereerd dat de financiële tekorten, los van de taakstelling, er onder meer debet aan zijn dat de formatieplaatsen niet worden ingevuld. 21 van de 26 korpsen hebben ernstige financiële tekorten en dreigen onder curatele van de minister te komen. Men huilt grote krokodillentranen. Dit is allemaal heel erg vervelend, maar toch begrijp ik het niet helemaal. Wat is er de afgelopen jaren gebeurd met dit bedrag van 1 mld. extra voor de politie? Wat is er gebeurd met al deze extra politieagenten voor wie extra geld is vrijgemaakt en die in principe ingezet zouden moeten worden in het korps? Is het geld wel aangewend zoals beoogd?

De heerBrinkman(PVV)

Ik wil mevrouw Kuiken wel op weg helpen; misschien is dit geld wel voor een groot gedeelte naar de vtsPN gegaan, toen de nationale politie eruit gewerkt werd, mede door haar partij. De vtsPN bestaat voornamelijk uit inhuur; heel dure krachten. Er werken 2000 mensen. De heer Çörüz en ik zijn al tot de conclusie gekomen dat op dit punt geen effectiviteitsslag te behalen valt. Misschien is dat wel de oplossing.

MevrouwKuiken(PvdA)

Die conclusie trek ik nog niet. Natuurlijk is sprake van dure externe inhuur omdat het hierbij gaat om een bepaalde expertise die niet aanwezig is binnen de politie. Wij moeten er ook niet aan denken dat het daar wel aanwezig is, want ik haal het liever bij andere partijen vandaan. Wij zullen straks goed kijken naar de stand van zaken met betrekking tot de samenwerking binnen de Nederlandse politie, naar wat wel en wat niet goed gaat. Op basis daarvan zullen wij hierover uitgebreid in de Kamer spreken. Uiteraard ben ik kritisch over de wijze waarop de samenwerking nu wordt vormgegeven. Hierop zal ik nu nader ingaan in mijn betoog.

De heerVan Raak(SP)

Ik wil toch een misverstand uit de weg helpen. Het is niet zo dat bij deze voorziening tot samenwerking Politie Nederland externen moeten worden ingehuurd vanwege hun specifieke kennis en kunde. Nee, de zaak wordt bedot; 40% van de 3000 mensen wordt extern ingehuurd. Daarbij worden regels overtreden, wordt veel meer geld uitgegeven dan afgesproken, mensen worden veel langer ingehuurd en er worden vriendjes en vriendinnetjes ingehuurd. Inhuur van externen kost 177 mln. per jaar. Zullen wij eens afspreken dat wij daar 100 mln. afhalen om de bezuiniging van 100 mln. ongedaan te maken?

MevrouwKuiken(PvdA)

Net zoals de heer Van Raak ben ook ik geschrokken van wat in het rapport staat over externe inhuur bij de vtsPN. Wij moeten niet de illusie wekken dat wij alle kennis en kunde bij de politie zelf kunnen halen. Ik ben het ruimhartig met de heer Van Raak eens dat de wijze waarop met interne inhuur wordt omgegaan binnen de politie en helaas op meer plekken binnen de overheid, niet de juiste is. Het gaat in dit debat echter te kort door de bocht om nu al meteen de vraag te stellen wat het betekent voor de toekomst. Uiteraard moet kritisch gekeken worden of het niet een tandje minder kan.

De heerBrinkman(PVV)

De heer Van Raak snijdt wel een goed punt aan. De externen zijn voornamelijk ingehuurd voor de drie politiesystemen. Die systemen zijn er nu. Zij zijn dus niet meer nodig. De andere korpsen hebben ook op ICT-gebied hun boontjes altijd redelijk goed kunnen doppen. Het is een goed idee om die 100 mln. daar te halen.

MevrouwKuiken(PvdA)

Indien dat mogelijk is, sta ik daarachter. Ik speel de vragen graag door naar de minister en vraag haar hoe zij dat ziet. Wij moeten ons niet alleen richten op de vtsPN, want er zijn meer plekken binnen het politiekorps waar volgens mij wel wat winst gehaald kan worden.

De heerVan Raak(SP)

Mag ik dan concluderen dat de bezuiniging van 100 mln. van tafel is? Investeren in de politie levert heel veel geld op. Er komen minder winkeldiefstallen, minder geweld en vernielingen op straat. Dat levert niet alleen een veiligheidsgevoel en daadwerkelijke veiligheid op, maar ook heel veel geld.

De voorzitter:

Wat is uw vraag?

De heerVan Raak(SP)

Is die bezuiniging van 100 mln. nu van tafel?

MevrouwKuiken(PvdA)

Nee, zeker niet. Het zou helpen als ik mijn verhaal mag afmaken, voorzitter. Ik krijg nu veel vragen die een beetje voorafgaan aan mijn verhaal.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

MevrouwKuiken(PvdA)

Ik wil van de minister weten welke stappen zij gaat ondernemen om te voorkomen dat de financiële problemen niet ten koste gaan van de recherche en van de mensen op straat. Daarbij hoort ook de vtsPN, maar het gaat mij om heel politie Nederland.

Het is voor ons niet acceptabel als het ten koste gaat van de politiecapaciteit. In onze opinie hoeft dat ook niet. Door betere samenwerking, goedkope huisvesting, minder dure externe inhuur en meer prioriteit bij de mensen op straat en bij de recherche, valt er nog heel wat te winnen. Ik constateer met een aantal collega's hier aan tafel dat er nog veel overbodig geld wordt uitgegeven. Kan de minister mij uitleggen waarom er, ondanks afspraken, nog steeds korpsen zijn die hun eigen jeugdregistratiesysteem hebben, waarom één korps acht orthopedagogen in dienst moet hebben, waarom Friesland 14 nieuwbouwprojecten moest hebben en waarom met veel geld nieuwe politiebureaus worden gebouwd om niet veel later weer afgestoten te worden? Dat krijg ik niet uitgelegd aan normale politieagenten en ook niet aan mijzelf.

Vindt de minister het evenredig als meer dan 40% van al het personeel bij de politie, en bij sommige korpsen zelfs 50%, bestaat uit mensen die niet direct in het blauw of in de recherche werken. Het is allemaal stafpersoneel of administratief ondersteunend personeel. De PvdA vindt dit niet logisch. Een gemiddeld korps lijkt zo op een omgekeerde kerstboom. De b moet niet voor beleid staan maar voor blauw op straat. Ik vraag de minister, of zij bereid is een benchmark te ontwikkelen waarmee de verhouding tussen staf en blauw beter gemeten kan worden, alsmede de productiviteit van een en ander. Dan kunnen het regionaal college, de gemeente en de minister hierop beter sturen.

In relatie tot de openstaande vacatures vraag ik ook aandacht voor de krimp- en groeiregio's. In 2006 is het budgetverdeelsysteem (BVS) geïntroduceerd. Op basis daarvan is vastgesteld dat een aantal korpsen een onevenredig grote bezetting hebben en moeten inleveren ten opzichte van de korpsen die een onevenredig lage bezetting hebben. Hiermee was 90 mln. gemoeid. De krimpkorpsen hebben tot op heden niet hoeven inleveren. Op zichzelf vind ik dat niet heel erg. Zij hebben daarvoor financieel compensatie gekregen. Kwalijker vind ik het dat de groeiregio's die groeien vanwege grotere veiligheidsrisico's, maar ook doordat het aantal inwoners toeneemt, niets extra hebben gekregen of slechts mondjesmaat wat hebben gekregen. Dat valt allemaal te verklaren. Als je een krimpregio bent moet je inleveren. Dat vind ik niet zo raar. Wat ik wel raar vind is dat bij het toekennen van extra geld in de periode 2006 tot nu ook geen rekening is gehouden met het feit dat korpsen krimpen en groeien. Het extra geld is gewoonlijk landelijk verdeeld. Er is niet nagegaan waar de nood het hoogst is en waar het geld ingezet zou moeten worden. Regio's zoals Flevoland en Utrecht – ik kan ook wel andere noemen – zijn hier de dupe van. Utrecht kan mankracht goed gebruiken nu is vastgesteld dat deze gemeente de meest onveilige van Nederland is. Waarom is bij de verdeling van de nieuwe gelden geen rekening gehouden met genoemde aspecten en hoe gaat de minister ervoor zorgen dat de krimpregio's alsnog compensatie krijgen, zodat zij wat meer lucht krijgen en iets kunnen doen aan het personeelstekort?

In een aantal regio's staat vooral de noodhulp onder druk. Dat heeft ook te maken met het feit dat een aantal regio's met processen zijn gaan werken. Er is nu een apart werkproces noodhulp. Daar is op zichzelf niets mis mee, maar dit zorgt er wel voor dat de diensten extra zwaar zijn, dat de mensen veel weekenden achter elkaar moeten werken en dat zij te maken hebben met eentonigheid. Het voorgaande geldt voor de regio's Gelderland-Midden en West- en Midden-Brabant, maar er zijn misschien meer regio's die overwegen om dit te doen. Zou het niet goed zijn dat de minister nagaat wat het effect is van het procesmatig werken? Is het niet beter dat korpsen van elkaar leren en niet steeds zelf het wiel uitvinden?

Ik wil voor een ander punt de aandacht van de minister vragen. Dat heeft ook te maken met de werkdruk. Ik merk dat nu nog heel veel zaken op het bordje van de politie terechtkomen in plaats van bij de gemeente of bij hulpverleningsorganisaties. Veel zaken zouden daar eerst aan de orde moeten komen. Zowel de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als die van Justitie is verantwoordelijk voor de veiligheid. Hoe kunnen zij ervoor zorgen dat het takenpakket van de politie daadwerkelijk haar core business betreft? Hoe kunnen zij de politie ontlasten, zodat zij niet die zaken hoeven te behandelen die minder direct met criminaliteit te maken hebben?

Hoe staat het met de aanpak van de bureaucratie bij de politie? Wanneer kunnen wij de eerste echte stappen van de aanpak van de papieren monsters verwachten?

MevrouwGriffith(VVD)

Voorzitter. Ik ben blij dat mevrouw Kuiken het punt van de oneigenlijke taken aan de orde stelt. Vindt zij dat als individuele gemeenten taken afstoten of die op een andere manier uitvoeren dat op landelijk niveau aandacht verdient? Vindt zij ook niet dat dan een landelijke visie ontwikkeld moet worden?

MevrouwKuiken(PvdA)

Daar ben ik het uiteraard mee eens. Dat zou niet alleen logisch zijn, maar ook slim. De korpsen zouden van elkaar moeten leren. Alle korpsen kampen met werkdruk. Des te slimmer je het werk organiseert, des te beter dat is.

Voorzitter. Dan kom ik te spreken over werving en selectie. Niet alleen nu, maar ook in de komende jaren geldt de uitdaging om voldoende politiemensen te werven en vooral te behouden. Hierbij kunnen wij de 7000 vacatures bij Defensie als een waarschuwing beschouwen. Op dit moment valt na werving en het volgen van de opleiding 40% van het Defensiepersoneel af. Met dit potentieel zou de politieorganisatie haar voordeel kunnen doen. Bovendien kiezen mensen er niet meer voor om hun hele leven bij dezelfde werkgever te blijven. Kruisbestuiving tussen Defensie en politie lijkt ons dus op haar plaats. Mijn collega Angeline Eijsink heeft bij de behandeling van de begroting van Defensie al gepleit voor een werkgarantiecertificaat sector veiligheid. Ik wil hier voor zo'n certificaat pleiten. Het biedt mensen de zekerheid van een baan, de mogelijkheid om gezamenlijk op te trekken en om tijdens de carrière te switchen tussen de veiligheidssectoren en in dit geval tussen Defensie en Politie. Staatssecretaris De Vries van Defensie heeft al positief op ons voorstel gereageerd. Hij wacht, evenals ik, op de reactie van deze minister. Kan de minister hierop positief reageren en, zo ja, zouden wij dan het komende halfjaar een plan van aanpak van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en die van Justitie tegemoet kunnen zien?

De heerBrinkman(PVV)

Ik heb hetzelfde verhaal gehoord van uw fractiegenoot Eijsink. Ik vraag mij echter af hoe u wilt omgaan met de mensen die uitzonderlijk geschikt zijn om te kunnen blijven werken als politieman maar die totaal niet geschikt zijn om te functioneren in een defensieorganisatie. Dat soort mensen is er namelijk.

MevrouwKuiken(PvdA)

De heer Brinkman heeft een helder punt. Het is echter niet de bedoeling dat de mensen verplicht worden van defensie naar politie te gaan; het gaat ons erom dat er heel veel capaciteit en potentieel aanwezig is van mensen die zouden willen ruilen. Heel veel jongens en meisjes beginnen heel enthousiast bij defensie en willen na tien jaar wel eens iets anders. Hoe geschikt zijn die mensen om bij de politie in te stromen? Wat ons betreft is het geen plicht maar eerder een recht om te schuiven. Dank voor deze vraag, want dit is een belangrijk punt.

Voor de aantrekkelijkheid van het vak en het aantrekken van nieuwe agenten is het imago van de politie belangrijk. Mietje, teletubby en bonnenschrijfmachine: deze en nog veel ergere verwensingen krijgen politiemensen dagelijks naar hun hoofd. Ik ben trots op onze politiemannen en -vrouwen, maar zij krijgen lang niet altijd het respect dat zij verdienen. Ik wil de minister dan ook vragen om een imagotop te beleggen. Een imagotop waarvoor niet alleen de politie maar ook experts uit de wereld van wetenschap en reclame worden uitgenodigd om te bekijken welke aspecten in gedrag, gezag, communicatie, kleding en uitstraling van de politie kunnen worden verbeterd om het respect voor de politie te herstellen.

Mijn ultieme droom wordt gesymboliseerd door dit petje dat ik uit New York heb meegenomen, het petje met NYPD dat men daar draagt. Het is maar een petje, maar ik hoop dat wij in Nederland straks weer zo trots zijn op de politie dat wij hier een petje met NLPD en het politielogo erop kunnen kopen, omdat wij trots zijn op onze politie. Dit petje staat wat mij betreft symbool voor wat ik de politie toewens: het respect dat zij verdient voor het zware en belangrijke werk dat zij doet.

De heerVan Raak(SP)

Ik vind de geboden oplossing typisch een PvdA-oplossing: proberen een inhoudelijk probleem op te lossen door middel van beeldvorming. Waarom zegt mevrouw Kuiken niet dat wij iets moeten doen aan de beloning van politiemensen of aan de bureaucratie waarbinnen zij werken? Of dat wij moeten investeren in de politie? Er zijn grote problemen, maar wat moeten wij volgens mevrouw Kuiken gaan doen? Een imagotop houden en T-shirts en petjes verkopen. Ik vind het belachelijk.

De voorzitter:

Wat is uw vraag, mijnheer Van Raak?

De heerVan Raak(SP)

Is het niet belachelijk om niets te doen aan de verbetering van de beloning, de bureaucratie bij de politie of op het gebied van investeringen en te denken dat je het werk van de politie kunt verbeteren door een imagotop, een shirtje of een petje?

MevrouwKuiken(PvdA)

Ik twijfel even over mijn antwoord. Het zou volgens mij helpen als de heer Van Raak goed zou luisteren in plaats van meteen te gaan toeteren. Het gaat mij om het totaal van gedrag, gezag, communicatie, kleding en uitstraling. Dat brengt mij op het volgende punt.

Belangrijk bij een aantrekkelijk imago is een goed salaris. De PvdA vindt dat wie het zware werk moet doen ook de grootste beloning moet krijgen.

De heerBrinkman(PVV)

Ik ben helemaal verbouwereerd. Wij hebben de Vogelaarwijken waarbij alles in feite om het uiterlijk gaat. Nu hebben wij de Kuikenpolitie. Het kwekt veel en al die vogels maken veel lawaai, maar ze komen helemaal niet met inhoud. Waarom heeft mevrouw Kuiken het niet over de vraag waarom de politie in bepaalde buurten geen gezag heeft en geen respect krijgt? Waarom staat de politie erbij te kijken wanneer bussen worden bekogeld? Waarom treedt de politie niet op wanneer oude mensen belaagd worden door Marokkaanse jongeren? Daar moet mevrouw Kuiken het over hebben. Dat is een harde aanpak. Het is toch raar het te hebben over de manier waarop de politie gekleed zou moeten gaan of over de verkoop van petjes en shirtjes om geld binnen te halen?

MevrouwKuiken(PvdA)

Ik dacht dat alleen mijn oren verstopt zaten vanwege een verkoudheid, maar ook de heer Brinkman blijkt last van zijn oren te hebben. Ik wil een imagotop waarbij wij gaan kijken naar het gezag dat de politie heeft, het gedrag dat zij vertoont, de manier waarop zij handhaaft en ook naar het uiterlijk en de kleding. Verder willen wij bekijken of de communicatie en de dienstverlening werken. Het petje is voor mij alleen maar een symbool. Ik wil helemaal geen petjes en T-shirts verkopen. Wel hoop ik dat ook de mensen in Nederland straks even veel respect hebben voor en net zo trots zijn op de politie hier als de mensen in New York.

De heerBrinkman(PVV)

Gezag en respect hoor je te verdienen. Met alle respect, met de huidige leiding verdient de politie op dit moment in heel veel buurten geen gezag en geen respect.

MevrouwKuiken(PvdA)

Dank voor uw opmerking. Wij moeten inderdaad spreken over hoe wij het gezag kunnen herstellen. Ik kom daar nog op terug.

Ik was bij het salaris. Er is net een cao afgesloten, maar een belangrijk onderdeel daarvan is nog niet afgerond, namelijk het functiewaarderingsonderzoek, met name om te bezien of de agenten die nu het zwaarste en belangrijkste werk doen ook de beloning krijgen die daarbij hoort. Hoe staat het met dat onderzoek?

Gezag en respect moet je inderdaad verdienen, maar toch ook wel afdwingen. Beledigingen en geweld tegen onze politiemensen, maar ook tegen brandweermensen en ambulancepersoneel of anderen die zich inzetten voor de publieke taak kunnen wij niet tolereren. Er is al eerder gezegd dat de minister op dit ogenblik bezig is met een evaluatie van de richtlijnen aan het OM als het gaat om de verdubbeling van straffen op geweld tegen hulpverleners. Hoe staat het met deze evaluatie en wanneer kunnen wij de resultaten verwachten?

De heerÇörüz(CDA)

Voorzitter. Zou de PvdA-fractie net als de CDA-fractie net verwoordde de OM-richtlijn die nu wordt geëvalueerd willen aanscherpen om straffen voor fysiek geweld tegen agenten te verscherpen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf?

MevrouwKuiken(PvdA)

Voorzitter. Ik wacht op de evaluatie en dan gaan wij kijken of de richtlijn goed is en ook opgevolgd wordt door rechters. Dat is natuurlijk belangrijk. Als zij aanscherping behoeft, ben ik de eerste die daar voorstander van zal zijn, maar laat wel duidelijk zijn dat wij niet voor invoering van minimumstraffen zijn. Wij willen niet op de stoel van de rechter gaan zitten en vinden dat die altijd een individueel geval moeten kunnen beoordelen. De rechter moet de vrijheid worden gegeven om na te gaan waarom iemand een bepaalde daad heeft begaan en om op basis daarvan te beslissen. Om die reden is de PvdA dus absoluut tegen invoering van minimumstraffen.

De heerÇörüz(CDA)

Het gaat mij niet zozeer om minimumstraffen. Wij zien dat in de praktijk bij dit soort zaken vaak een taakstraf of een geldboete wordt geëist. Ik zou die richtlijn zo willen aanscherpen dat in dit soort ernstige gevallen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou moeten worden geëist.

MevrouwKuiken(PvdA)

Ik heb de evaluatie van die richtlijn nog niet. Vanuit de praktijk komen nogal verschillende beelden naar voren. Bovendien weet ik niet waarom een rechter een bepaalde straf oplegt. Bijvoorbeeld in Haaglanden is 27 keer een geldboete geëist maar ik weet niet wat voor daders dat zijn geweest. Ik ben dan ook heel nieuwsgierig naar een daderprofiel. Ik ga daar nu niet op vooruitlopen, want ik wil eerst die evaluatie afwachten. Daarna gaan wij er ongetwijfeld verder over spreken maar, nogmaals, wij zijn niet voor invoering van minimumstraffen hoe erg en verschrikkelijk ik het geweld tegen politieagenten of andere gezagsdragers ook vind!

Voorzitter. Ik was gekomen bij diversiteit. Juist bij een krappe arbeidsmarkt zul je personeel uit alle lagen van de bevolking moeten halen en inzetten. Bovendien zijn ook minder problemen tussen politie en etnische groepen te verwachten als de politie een afspiegeling is van de samenleving. De PvdA wil niet alleen dat die mensen instromen, maar ook doorstromen en daar zit op dit moment nog het grootste probleem. De politie is wat dat betreft nog steeds een wittemannenbolwerk. Daarom doen wij een oproep aan de minister om zich vooral positief te blijven inzetten voor diversiteit, uiteraard altijd met het oogmerk van kwaliteit.

Daarmee, voorzitter, heb ik genoeg gesproken, belangrijke woorden gezegd over waarom wij denken dat het belangrijk is dat de minister maar ook de politiechefs en korpsbeheerders zich inzetten voor juist die mannen en vrouwen op straat die onze straten en buurten veiliger houden.

De heerBrinkman(PVV)

Voorzitter. Het gaat niet goed met de politie in Nederland. De politie heeft in grote lijnen drie grote problemen. Het gemis aan respect bij de burgers, de verkeerde prioriteiten die door de politiek zijn gesteld en waardoor juist weer de effectiviteit van de werk van de politieman verloren gaat en het respect voor hem nog weer minder wordt en ten slotte wordt de politie niet centraal aangestuurd. Het zijn 26 eilandjes waarop niemand vat heeft en deze minister al helemaal niet.

Laten wij maar met het eerste beginnen, het gemis aan respect. Als wij kijken naar de politie zoals de burger die ziet, dan is dat en politie die steeds meer bekeuringen schrijft en steeds minder optreedt tegen reljeugd, een politie die meewerkt aan allerlei mooie prachtige multiculti projecten maar met de handen in de zak erbij staat te kijken als bussen worden bekogeld. Dat staat op het netvlies van de burger. De politie treedt niet op en de burger is dubbel de dupe. Dubbel, want degene die gewoon werkt en hiervoor in een auto rijdt, krijgt jaarlijks helaas wel eens een of meer bekeurinkjes binnen. Als hij of zij echter aangifte wil doen van een geval van discriminatie en/of bedreiging, moet deze burger gewoon een paar dagen later terugkomen. Dit soort zaken wordt inderdaad breed in de pers uitgemeten. Dat komt doordat het in essentie de bron is van het gemis van respect voor de politie. De Nederlandse politie heeft de naam van slap te zijn, van niet durven en niet doorpakken. Het zijn bureautijgers. Daarvan baalt ook de individuele politieman. Het probleem is groot. Het werkt door naar de sollicitanten, de jeugd en mensen die in eerste instantie verbaal geweld uiten. Alleen in Haaglanden was er vorig jaar al 1815 keer sprake van geweld tegen een politieman. Als wij het verbale geweld niet aanpakken, is de stap naar fysiek geweld groter. Daarom moet men bij de bron beginnen en dat verbale geweld hard aanpakken. Dit is ook de achtergrond van mijn vraag aan de heerÇörüz. De minister antwoordde op mijn vraag daarover dat het van de situatie kan afhangen of men wel of niet overgaat tot een aanpak van het verbale geweld. Ik denk dat dit niet goed is; op verbaal geweld moet altijd actie volgen.

De politie wordt op cijfers gestuurd. Maar waarom vinden wij in de begroting, bij kabinetsdoelstellingen, zo weinig effecten met betrekking tot een steviger aanpak, de georganiseerde misdaad, of het tegengaan van de radicalisering? De kosten worden in de begroting helemaal niet genoemd. Dat kunnen wij toch niet accepteren? Ziet de minister voor de plenaire behandeling van de begroting nog kans om over prestaties en kosten enige opheldering te geven?

Ik heb wel eens vaker gezegd dat de politie meer de straat op moet. De politie moet eindelijk boeven gaan vangen. Deze minister, met haar vage cijfers, effecten en kosten en haar voorkeur voor een besliscultuur op decentraal – zeg maar gemeentelijk – niveau, stuurt niet echt op beleid. Beleid is bijvoorbeeld dat de politie opnieuw de baas wordt op straat. Inderdaad zal dat mogelijk op korte termijn een behoorlijke clash geven met sommige groepen. De minister zou moeten beginnen met een keiharde repressieve aanpak van bijvoorbeeld het Marokkaanse straattuig. Als men die groep één keer oppakt en achter tralies zet, zal zij zich voortaan gedeisd houden. Op decentraal niveau wil men natuurlijk de boel altijd graag bij elkaar houden. Dat zou de minister niet moeten willen; daarom moet zij daarin de leiding geven.

De minister dient ervoor te zorgen dat de politie zich weer bezighoudt met haar kerntaken. Waar is de kerntakendiscussie gebleven? De politie is meer dan eens bezig om jeugdwerker of sociaal-maatschappelijk werker te zijn. Daarvoor worden politiemensen niet eens betaald; dat werk behoort niet tot de kerntaken van de politie. Deze minister doet daar echter nog een schepje bovenop. Bij het uitzenden van politie naar internationale vredesmissies concludeert zij wel dat het geen kerntaak is van de politie, maar toch wil zij het aantal uitgezonden politiemensen verhogen van veertig naar maximaal honderd per jaar. Dat zijn nu juist de ervaren politiemensen die de buurten en wijken zo hard nodig hebben. Die moeten wij niet naar het buitenland sturen; die moeten wij juist hier houden. Waarom is de minister dit serieus van plan? Ik snap dat niet.

Het belangrijkste is dat deze minister geen vat heeft op de 26 korpschefs. Zij spreekt decentraal, via de Raad van Hoofdcommissarissen, allerlei zaken met ze af, maar vervolgens bepalen deze hoofdcommissarissen zelf in de regio hoe zij een en ander gaan uitvoeren. Een voorbeeld is het aantal extra wijkagenten van 500. Hiervan zegt de minister dat zij het geld netjes in vier partjes heeft verdeeld. Zij laat het aan de regionale colleges over hoe dat verder moet worden ingevuld. Ik weet dat sommige regio's hebben aangegeven nu al de beschikking te hebben over de extra wijkagenten, die de minister in 2011 van ze verwacht. Met andere woorden: waaraan besteden deze regio's dan dat geld? Zij houden dus geld over. Ik zou graag precies van de minister willen weten hoeveel wijkagenten er nu in de regio's werkzaam zijn en hoeveel er volgend jaar extra bij moeten komen, tot 2012. Ik wil dat de minister komt met cijfers waarop ik haar kan afrekenen. Hetzelfde principe geldt voor de 500 extra forensische assistenten. Ik wil graag de cijferverdeling weten per regio, want op deze manier kan ik geen controle uitoefenen.

Een ander heikel punt waarmee onduidelijkheid wordt geschapen, is de kwestie van de externe inhuur. Op deze manier ontstaat een behoorlijk scheve kijk op het geheel van formatie en sterkte. Dat blijkt te verschillen van 1% tot 11% van het totaal van personele lasten. Deze verschillen ontstaan echter ook doordat bij het ene korps de parketpolitie in de formatie is opgenomen, terwijl deze bij het andere korps extern wordt ingehuurd. Dit geldt verder voor schoonmaakwerkers, kantinepersoneel, maar ook voor beleidsmedewerkers. Dit is in de eerste plaats een rechtsongelijkheid, maar dit heeft ook tot gevolg dat wij hier appels met peren vergelijken. Wil de minister haar mening geven over mijn voorstel om alle vormen van externe inhuur mee te tellen in de formatie? Ik weet dat zij daarover in het verleden al eens met de korpschefs heeft gesproken. Pas dan kunnen wij de regio's echt met elkaar vergelijken.

Ik mis ook cijfers over het KLPD waar die vtsPN in zit met een groot aandeel inhuur. Wij hebben het er zojuist al over gehad. Ik zou het goed vinden als de stekker eruit wordt getrokken. Daarin gaat heel veel geld om. Wij hebben er profijt van gehad en er is een mooi ICT-programma uitgekomen, maar wij moeten er nu mee stoppen en het geld ergens anders aan besteden.

Ik wil voorzichtig lovende woorden uiten over de taakstelling. Ik begrijp wel waar de minister met de taakstelling naartoe wil. Zij noemt het efficiency. Het is een efficiencyslag. Ik snap dat wel. Zij wil met die bezuiniging van 100 mln. zorgen voor minder beleidsmedewerkers en meer blauw op straat. Dat wil ik ook en zo vinden wij elkaar, maar zij moet doorpakken. Zij heeft geen zeggenschap en uitvoeringsmacht over de korpschefs. Die gaan gewoon weer terug naar de regio's en bezuinigen vervolgens op vacatures. Dat schrijven zij weg in hun formatie. Zij bezuinigen op het aantal aspiranten dat eigenlijk naar de opleidingsschool gestuurd had moeten worden.

De minister zou een taakstelling moeten invoeren voor het aantal schalen 14 en hoger. Zij zou moeten snijden in het aantal commissarissen en hoofdcommissarissen. Er zijn regio's die meer dan een hoofdcommissaris op de payroll hebben staan. Hoe kan dat? Er is toch maar een korpschef per regio. Toch zijn er regio's die meer dan een hoofdcommissaris op de payroll hebben staan. Snij dat weg! Bekijk of daar geld kan worden weggehaald. De minister moet zich ervan verzekeren dat zij de sturende rol heeft in de hoeveelheid blauw.

Een paar maanden geleden heeft zich een geval voorgedaan van spionage voor de Marokkaanse overheid door een Rotterdamse politieman. Hoe staat het met deze zaak? Wordt deze man vervolgd? Hoe staat het met die andere Marokkaanse en ook Turkse dienders die zijn benaderd door een buitenlandse overheid? Ik heb begrepen dat er in Amsterdam binnen een week na het bekend worden van dit spionagegeval minstens vier, maar mogelijk zelfs meer Marokkaanse studenten in opleiding voor politieman ineens afhaakten. Het vermoeden bestaat dat dit te maken had met het spionagegeval. Heeft zich dit ook in andere regio's voorgedaan? Hoeveel Marokkaanse en Turkse studenten zijn gestopt met de opleiding nadat deze zaak bekend werd? Bij veel politiemensen bestaat de overtuiging dat het merendeel, zo niet alle Marokkaanse studenten zijn of worden benaderd door de Marokkaanse overheid.

De voorzitter:

Ik onderbreek u even. U heeft nog twee minuten spreektijd voor zowel de eerste als de tweede termijn.

De heerBrinkman(PVV)

Ik kan binnen dertig seconden afronden.

Heeft het kabinet hiernaar onderzoek gedaan. Is het met mij van mening dat een student die wordt benaderd, maar dit niet meldt aan zijn bazen, onmiddellijk ontslagen moet worden?

Vorig jaar heb ik samen met mevrouw Kuiken een motie ingediend over de levensloopregeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikt verklaarde politiemensen. Wij hebben die motie op aanraden van de minister aangehouden. Ik heb begrepen dat zij daarmee niet verder kan, omdat dit zijn weerslag zou hebben op andere groepen overheidsambtenaren waardoor de kosten mogelijk hoog zouden oplopen. Dit is naar mijn mening geen deugdelijke redenering. Ik ben van mening dat die mensen recht hebben op een tegemoetkoming. Als ministers volgend jaar 10% extra kunnen verdienen, moeten wij dat geld niet weghalen bij deze mensen.

Tot slot vraag ik of de minister mij kan verzekeren dat ik voor de behandeling van de begroting kan beschikken over haar mening over de motie over het dragen van hoofddoekjes door agenten die ik vorig jaar heb ingediend en die ook is aangenomen.

De voorzitter:

Er rest u nog een halve minuut voor uw tweede termijn.

De heerAnker(ChristenUnie)

Ik wil nog even terugkomen op de opmerkingen van de heer Brinkman over spionage. Wij hebben daarover vorige week nog een debat gevoerd, of misschien was het wel twee weken geleden, de tijd gaat zo snel. Wij moeten die zaak serieus nemen, maar hij gaat wel erg snel als hij zegt dat ineens alle Turkse en Marokkaanse studenten zijn vertrokken nadat die zaak aan het licht kwam. Ik vind dat hij dat ten minste een beetje moet nuanceren. Ik wil de heer Brinkman de volgende vraag stellen. Stel dat er iemand benaderd is die gezegd heeft: ik doe daar niet aan mee. Moet hij dat dan ook per se melden?

De heerBrinkman(PVV)

Het antwoord op de laatste vraag is absoluut ja. De baas moet altijd weten dat je benaderd bent door een vreemde mogendheid. Op die vraag is volgens mij geen ander antwoord mogelijk.

Ik moet de heer Anker verbeteren. Ik heb gezegd: ik heb begrepen dat in Amsterdam binnen een week na het bekendmaken van dit spionageverhaal minstens vier – dat weet ik zeker – maar mogelijk meer Marokkaanse studenten in opleiding voor politieman ineens afhaakten. Dat waren mijn letterlijke woorden. De andere suggestie, waar de heer Anker naar vroeg, heb ik niet gewekt.

De heerAnker(ChristenUnie)

Voorzitter. De Nederlandse politie zou op een belangrijk moment moeten staan. Eind van dit jaar zou er immers besloten worden of tot de invoering van een landelijke politie moet worden overgegaan. Men zou dus kunnen zeggen dat de verschillende korpsen er groot belang bij hebben dat zij hun zaken goed voor elkaar hebben, om te voorkomen dat het tot een landelijke politie komt. Erg ver is de samenwerking echter nog niet. Pas dit jaar is er een beetje vaart in gekomen. Eerst moest er een enorme vtsPN worden opgetuigd, met maar liefst 3.000 medewerkers, die overigens voor een deel weer moeten worden afgestoten, maar echte vooruitgang is er in de samenwerking nog niet geboekt. Ligt er wel voldoende materiaal om überhaupt te evalueren? Waar kan de minister haar oordeel op baseren?

Het voelt een beetje merkwaardig om over deze politiebegroting te praten. Wij hebben een aantal grote krantenkoppen over de financiële situatie van verschillende korpsen en over verstoorde verhoudingen achter de rug. In reactie op vragen daarover geeft de minister aan te wachten op de begrotingen van de regionale korpsen en in gesprek te zijn met de korpsbeheerders, om ervoor te zorgen dat de financiële positie van de korpsen in de toekomst gezond blijft. Wij wachten daar natuurlijk met smart op. De fractie van de ChristenUnie wil namelijk duidelijkheid krijgen over de mate waarin er sprake is van financieel wanbeheer bij de korpsen en de mate waarin er sprake is van de gevolgen van het rijksbeleid. Eerlijk gezegd had de brief van de minister enigszins de toon: wij zijn het nog aan het uitzoeken. Als er zulke uitgesproken krantenkoppen verschijnen, zou je op dit punt toch wat meer urgentie verwachten.

Wordt de vtsPN bij de genoemde gesprekken betrokken? Hoe zit het met de samenwerking op landelijk niveau op het vlak van de taskforce personeelsvoorziening en de bovenregionale samenwerkingsafspraken?

Een ander punt van aandacht voor de ChristenUnie-fractie is het diversiteitsbeleid. Het is goed als het kabinet daar oog voor heeft. Tegelijkertijd moet het diversiteitsbeleid geen wet van Meden en Perzen worden, omdat dit onderlinge frustraties en wantrouwen in de hand kan werken. Het lijkt erop dat dit laatste in sommige korpsen het geval is. Kan de minister aangeven hoe korpsen omgaan met het diversiteitsbeleid? Is er inderdaad een cultuur om van de doelstellingen van het diversiteitsbeleid iets te maken? Of voelen mensen zich juist gepasseerd? Van de Kroonbenoemingen moet 50% door vrouwen en/of allochtonen worden ingevuld. Het zou ons echt een lief ding waard zijn als een dergelijk quotum niet nodig is. Wij vragen ons af of dit wel de juiste manier is om mensen aan de top te krijgen. Werkt het niet juist contraproductief als er een duidelijk voorkeursbeleid wordt gevoerd?

Het blijkt dat de politiesterkte weliswaar al op orde is, maar dat er nog heel wat vacatures open staan. In feite is de extra politiesterkte dus een lege huls, vooral bij de recherche en de basispolitiezorg. Wat is de daadwerkelijke stand van zaken en wat betekent de toevoeging van 500 extra wijkagenten en 500 extra franchisemedewerkers? Worden die vacatures wel opgevuld? Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat de personeelstekorten bij de politie worden opgelost? Wat wordt op dit punt haar inzet?

In het Nederlands Dagblad stond een ingezonden artikel over twee mensen die voor de rechercheopleiding hadden gesolliciteerd. Zij waren door de selectie heengekomen, maar op het moment dat zij een plekje moesten vinden bij een korps, kregen zij overal nul op het rekest. Het waren geen domme mensen – eentje heeft zelfs drie academische opleidingen achter de rug – en zij waren enorm gemotiveerd. Wij horen vaker van dit soort verhalen over mensen die inzet tonen en door alle testen heen komen, maar bij de korpsen niet aan een plek komen. Is de minister van plan om een soort actieplan leerkrachten op te stellen, zoals haar collega op het ministerie van OCW heeft gedaan, teneinde de bedoelde mensen toch op een plek te krijgen? De wil is er, het geld is er, maar de mensen komen er nog niet.

Ook al wordt er al jaren een andere verhouding tussen bureaumedewerkers en straatpersoneel bepleit, moeten wij toch elk jaar constateren dat het niet is gelukt om de problemen daadwerkelijk op te lossen. Hoe kan dat toch? Er is intussen een groot aantal maatregelen genomen om de administratieve lasten te verminderen. Zou het nieuwe functiewaarderingssysteem ook een oplossing kunnen bieden? De fractie van de ChristenUnie vindt dat hier nadrukkelijk rekening mee moet worden gehouden.

Een van de maatregelen om het tekort aan agenten op te lossen is de voorlichting door agenten op scholen. Ik was onlangs met een wijkagent op stap en hij vertelde mij dat hij niet meer op scholen kwam. Ik was daarover verbaasd, want ik heb zelf nog wel meegemaakt dat de agent een paar keer in je schoolcarrière op school kwam om te vertellen over vuurwerk of om voorlichting te geven over veiligheid. Het is misschien ook een wervende manier van werken, omdat agenten zo kunnen laten zien wat voor werk ze doen. Maar ook voor het respect voor de politie en de veilige publieke taak maakt het volgens mij groot verschil of je eerste contact met een agent positief of negatief is. Een dergelijke les in de klas kan dus heel positief zijn.

Vorig jaar konden wij al kennis nemen van het landelijk beleidskader en de daarin vastgelegde prioriteiten. De bestrijding van kinderporno is een prioriteit van het kabinet. Voor de bestrijding van kinderporno is inmiddels een aantal proeftuinen gestart. Die aanpak is op zichzelf prima, maar ik vraag mij wel af welke doelen de politie zich hierbij stelt. Bij een inbeslagname van een pc met kinderporno vindt men duizenden plaatjes, allemaal producten van misdrijven. Ze zijn echter vaak niet door de bezitter gemaakt. Door de huidige digitale mogelijkheden is de reproductiesnelheid van materiaal enorm hoog. Er zitten daardoor vaak vele schakels tussen producent en bezitter. Hoe gaat de politie hiermee om? Uit de brief van Justitie over rechtshandhaving op het internet blijkt dat men zich primair richt op handel en bezit. Hoe staat het echter met de recherche op productie? Als er zaken blijven liggen, wat zegt dat dan over de capaciteit op de langere termijn?

Proeftuinen op het gebied van kinderporno is echt te weinig. Hoe belangrijk vindt de minister het dat kinderporno even adequaat wordt aangepakt als drugsbestrijding? Het aantal mensen dat op zedenmisdrijven en kinderporno zit, is relatief veel kleiner dan het aantal mensen dat zich bezighoudt met drugsbestrijding. Daaruit zou je kunnen afleiden dat de pakkans in Nederland ook veel kleiner is. Hebben de ministers overigens een beeld van de omvang van deze vorm van criminaliteit? Juist als ik lees over de bestrijding, krijg ik steeds weer het idee dat wij het nog aan het opstarten en het ontwikkelen zijn. Ik heb behoefte aan meer zicht hierop, want ik zou het een vreselijke verrassing vinden als blijkt dat het in Nederland een heel omvangrijke vorm van criminaliteit is.

Een andere prioriteit is de jeugdcriminaliteit. Het is het streven om 80% van de zaken van misdrijven door jeugdigen binnen dertig dagen na het eerste verhoor door de politie aan het Openbaar Ministerie aan te bieden. Hoe verhoudt zich dit tot de toezegging van de minister van Justitie over supersnelrecht? Is het afgestemd met de prioriteitenlijst van de politie?

Het kabinet wil burgers meer verantwoordelijk maken voor de veiligheid in en om de buurt. Met instemming heb ik geconstateerd dat het initiatief Burgernet breder wordt uitgerold. Ik ben daar zeer over te spreken. Al jaren geleden pleitte de fractie van de ChristenUnie voor landelijke uitrol. Burgers krijgen hierdoor namelijk zelf de mogelijkheid om de veiligheid in hun gemeente te verbeteren. Inmiddels hebben tienduizenden zich hiervoor opgegeven. Mensen zien dit initiatief zitten en dat zegt wel iets over hun vertrouwen dat er iets gedaan wordt met hun inzet.

Voorzitter. Mijn laatste punt. Wij gaan nog met elkaar in debat over het rapport van de werkgroep Verwevenheid onder- en bovenwereld. In de politiebegroting wordt echter ook ingegaan op de regionale expertisecentra. De werkgroep Verwevenheid onder- en bovenwereld is daarover kritisch. Men verwacht daar niet zo ontzettend veel van, omdat het weer een poging is om de samenwerking enigszins te stroomlijnen. Dat is in ieder geval het beeld dat ik ervan heb. De werkgroep zou liever zien dat men op zoek gaat naar grenzen en barrières in de opsporing en betere samenwerking door het aanstellen van een landelijk coördinator. Kan de politieminister daarop haar reactie geven? Dit onderwerp valt misschien primair onder de verantwoordelijkheid van de minister van Justitie, maar toch graag een reactie van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op dit element uit het rapport van de werkgroep.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De heerVan der Staaij(SGP)

Voorzitter. Het SCP-rapport "Sociale veiligheid ontsleuteld" biedt belangwekkende informatie en een terugblik op de effectiviteit van het veiligheidsprogramma. Vanwege de diversiteit is er niet gemakkelijk iets zinnigs te zeggen over de effectiviteit van allerlei onderdelen. Ik vond het interessant dat er onderscheid werd gemaakt in de kwaliteit van de evaluaties die in het verleden zijn uitgevoerd. Die van onafhankelijke overheidsinstituten en universitaire instellingen sprongen er positief uit. Bepaalde andere commerciële onderzoeksbureaus leverden minder goed werk. Wordt met de conclusie en de daarmee verband houdende aanbeveling van het SCP nog iets gedaan?

Hoe wordt invulling gegeven aan de aanbevelingen voor nader onderzoek? Ik denk dat het heel nuttig is dit soort effectiviteitsonderzoeken te laten doen, zodat het geen nattevingerwerk is.

De efficiencykorting van 100 mln. leidt tot heel wat frustratie op de werkvloer. Het valt mij op – en ik word er vaak op aangesproken – dat die korting een beetje wordt gezien als een gebrek aan waardering voor het politiewerk. Kennelijk komt dat bij velen op deze manier over. Is het kabinet zich hiervan bewust?

Welk onderzoek ligt er nu eigenlijk ten grondslag aan de veronderstelling dat de 100 mln. gemakkelijk in te boeken is? In de stukken worden enkele algemene opmerkingen gemaakt over de mogelijkheden van besparingen op inkoop en materieel, maar waarop is de overtuiging dat daarop besparingen van deze omvang mogelijk zijn, gebaseerd?

De SGP-fractie is ongerust over het bericht dat de helft van alle korpsen in het rood zou komen te staan volgend jaar. Wij hebben gezien dat wij daarover na 15 november 2008, de dag waarop de begrotingen bij de minister binnen moeten zijn, snel zullen worden geïnformeerd. Het zijn echter onrustbarende signalen. Tegen deze achtergrond zijn wij er bepaald niet van overtuigd dat bezuiniging mogelijk is zonder te snijden in niet alleen blauw op straat, maar ook in de daadwerkelijke operationele capaciteit. De heer Anker sprak al over de recherche-inzet voor bestrijding van cybercrime en kinderpornografie. Ook dat zijn belangrijke zaken, los van blauw op straat, waarin wat ons betreft ook niet moet worden gesneden. Integendeel, hier moeten de komende tijd juist intensivering en uitbreiding hun beslag krijgen. In hoeverre gaat het allemaal lukken, mede gezien de problemen die er nu zijn bij de invulling van de capaciteit?

Het is prachtig dat er 500 extra wijkagenten komen, maar het moet wel werkelijk een uitbreiding zijn. De norm van 1 per 5000 inwoners lijkt nog niet helemaal te worden gehaald. Er zouden een aantal miljoenen extra nodig zijn om in de toekomst daadwerkelijk aan die norm te gaan voldoen. Wij pleiten daarvoor.

Het is duidelijk dat het beloningsonderzoek inzake de functiewaardering vertraagd is. Wij ontvingen onlangs een brief hierover en er stond niet in wanneer het onderzoek wel gereed was. Wij zouden er in het voorjaar van 2009 bericht over krijgen. De informatie moet in ieder geval met voldoende alertheid en urgentie boven water worden gehaald.

De recherche heeft grote problemen bij het invullen van vacatures. Er schijnt ook een negatieve prikkel te zijn doordat in de functiewaardering onregelmatigheidstoeslagen wegvallen bij de overstap van politie naar recherche. Wat gaat de minister doen om de overstap naar de recherche aantrekkelijker te maken? Ook de aansluiting van recherchetaken op de opleiding moet verbeteren, zo begrijpen wij.

De minister benadrukt vooral prestaties belangrijk te vinden boven het exacte aantal fte's. Het risico is groot dat grote zaken hiermee op achterstand komen. Is afzonderlijk onderzocht wat de consequenties hiervan zijn?

De toename van het aantal agenten mag niet ten koste gaan van het opleidingsniveau of de inzet van gebieden waar minder criminaliteit is. Denk bijvoorbeeld aan het sluiten van de wijkpost in Gouda enige tijd geleden. Toen de problemen daar wat minder waren, leidde dat ertoe dat bepaalde uitbreidingen werden teruggedraaid en dat geeft voor de lange termijn geen goed effect.

Mijn fractie vraagt nadrukkelijk aandacht voor de politie in het plattelandsgebied. Er bereiken ons telkens signalen dat capaciteitsproblemen soms worden afgewenteld op bepaalde buitendorpen, waar de problemen vaak minder zijn dan in grotere steden. Ook daar hebben de mensen echter recht op voldoende politiezorg. In hoeverre worden daar nu ook duidelijke afspraken over gemaakt? Diverse klachten hebben ons ook weer bereikt, onder meer uit Bergambacht en Schoonhoven, waar korpschefs buikpijn hebben over capaciteitsproblemen. Verder noem ik Noordoost Ede, waar voor bepaalde buitendorpen nauwelijks voldoende capaciteit beschikbaar is. Daar zou echt verandering in moeten komen, zeker als extra wijkagenten juist weer lijken te worden ingezet in probleemwijken. Zou er niet een concrete afspraak kunnen worden gemaakt dat ook extra formatie in plattelandsgebieden even goed gerealiseerd moet worden?

Het geweld tegen gezagsdragers is ook door een aantal collega's al aan de orde gesteld. Wij hebben daar terecht eerder uitvoerig over gesproken, ook in eerdere overleggen. Wij zijn er ook sterk voor dat er adequaat en stevig wordt opgetreden tegen geweld tegen gezagsdragers, politieagenten en hulpverleners. Wij hebben het rapport ontvangen over overlast rond de jaarwisseling. Ik begrijp dat de minister nog met een reactie daarop komt, maar krijgt dit al een doorwerking, ook voor de komende jaarwisseling, juist als het gaat om het aanpakken van raddraaiers en het actief ondersteunen van gemeenten daarin? Het gaat om goede samenwerking om te zorgen dat deze jaarwisseling toch echt beter verloopt dan de vorige.

Aangifte via internet in alle regio's eind 2008 klinkt mooi, maar gaat het dan om meer dan de diefstal van portemonnees en fietsen? Dit lijkt soms een wat minimale invulling te krijgen. In hoeverre wordt dit ook uitgebreider ingevuld?

Ik eindig met het diversiteitsbeleid. Specifiek voor de kroonbenoemingen in de korpsleiding tot 2011 zal bij vacatures 50% door vrouwen en/of allochtonen worden ingevuld. Mevrouw Kuiken zei zo-even dat zij ervan uitgaat dat dit met waarborging van kwaliteitseisen gebeurt. Dat begreep ik niet uit de stukken, dus misschien kan de minister op dat punt helderheid bieden, in die zin dat dit niet alleen maar een quotum is dat gehaald moet worden maar dat dit ook niet ten koste gaat van de kwaliteit.

De voorzitter:

Ik stel voor dat wij de vergadering schorsen tot 20.00 uur.

De vergadering wordt van 19.16 uur tot 20.00 uur geschorst.

MinisterTer Horst

Voorzitter. Na de inbreng van de Kamer zit ik met een dilemma. Alles bij elkaar optellend wat door de Kamer aan mij is gevraagd, kun je tot de conclusie komen dat het kommer en kwel is bij de politie in Nederland. Ik kan mij niet voorstellen dat de Kamer dat vindt. Er is ook waardering voor wat de politie doet, ook bij mij. Wij praten heel vaak over politieagenten in uniform die met hun poten in de modder staan en die met grote problemen worden geconfronteerd. Daarvoor bestaat veel waardering. Nogmaals, alles bij elkaar optellend wat mij is gevraagd en waarop ik keurig zal antwoorden – dat is heel veel, dus bereidt u zich maar voor dat dit enige tijd zal duren – krijg ik niet het beeld dat er in Nederland een stevige politie staat en dat men een groot vertrouwen heeft in het functioneren van die politie. Ik vind dat jammer. Ik heb mij afgevraagd hoe dat komt. Mijn analyse is dat de Kamer vooral vragen stelt over het proces. Misschien is die analyse verkeerd. Er is ook een aantal vragen gesteld over het effect. Het proces kan interessant zijn, maar het belangrijkste zou moeten zijn hoe de politie presteert en of zij datgene doet wat zij moet doen, namelijk het verbeteren van de veiligheid. Laten wij daarover spreken in plaats van over al die zaken die daaraan voorafgaan.

Volgens mij doet de Kamer dit, omdat de Kamer niet helemaal gerust is en signalen krijgt, ook uit de korpsen, dat een aantal zaken niet goed gaat. Dat lossen wij nu niet op, los van de antwoorden die ik zal geven. Vanaf het eind van dit jaar zullen wij over een nieuw politiebestel spreken. Ik heb mij het volgende voorgenomen: Waar wij tot een nieuw politiebestel willen komen, zal ik ook nadenken over de rol van de Kamer in dat nieuwe bestel, dus hoe de Kamer haar rol als controlerend orgaan van het kabinet het beste kan spelen. Ik hoop dat u met mij hierover wilt nadenken. Ik kan mij niet voorstellen dat u zelf gelukkig bent met al die prikjes die u naar mij uitdeelt, maar ik mag daarover misschien geen oordeel hebben. Ik vind het niet erg en ik probeer daarop een goed antwoord te geven. Dat bevalt wel of niet, maar daarmee wordt het beeld van de politie niet zoals wij het graag zien, namelijk een goed functionerende politie. Ik heb mij in ieder geval voorgenomen om in het nieuwe bestel ook na te denken over de rol van de Kamer en niet alleen over de rol van de ministers en hoe zij hun sturende rol ten aanzien van de politie kunnen spelen, of de rol van de korpsbeheerders, de korpschefs of de Raad van Hoofdcommissarissen. Wat wordt de rol van de Kamer en hoe kan ik ervoor zorgen dat u goed uw rol van controlerend orgaan kunt spelen?

MevrouwGriffith(VVD)

Ik ben verbaasd over de inleiding van de minister. Zij spreekt over dé Kamer. Dat is breed en algemeen. Dé Kamer zou zeggen dat het kommer en kwel is. Ik heb goed geluisterd. Verschillende fracties hebben hun waardering en complimenten uitgesproken over de politie. Ik heb vragen gesteld over de effectiviteit van het functioneren van de politie en over de oneigenlijke taken die de politie uitvoert. Ik heb niet ervaren dat er op de manier waarop de minister dat ervaart over de politie is gesproken. Ik begrijp niet helemaal waarin het verschil zit. Ik herken mij helemaal niet in dat beeld, omdat de VVD-fractie zeker waardering heeft voor de politie en juist vooruit wil komen, en met de politie en met beide ministers wil nadenken over hoe de politie effectiever en efficiënter kan werken.

MinisterTer Horst

U hebt recht op uw mening en interpretatie, ik heb recht op de mijne. Ik ben de hele dag in gesprek met de Kamer over mijn hele beleidsterrein. De heer Van Raak is er de hele dag bij geweest. Ik zal hem niet aanroepen voor steun, maar ik merk wel dat de aard van de bespreking een andere is. Ik voel het als mijn verantwoordelijkheid om te zorgen dat u – misschien vindt u dat ik niet voor u mag spreken – uw rol op een goede manier kunt spelen, als het gaat over het functioneren van de politie. Wij voelen ons allemaal verantwoordelijk, ik in een iets andere rol dan u, en willen eraan bijdragen dat het beter wordt. Dit wilde ik gezegd hebben.

De heerVan Raak(SP)

Ik ben wel blij met die opmerking van de minister. Zij toont daarmee aan dat zij er met de Kamer uit wil komen. Het klopt echter niet dat de Kamer vooral naar het proces kijkt en de minister naar het presteren. Volgens mij is er iets anders aan de hand. Volgens mij krijgen wij gewoon andere informatie. In die zin leven wij een beetje in een andere politiewereld. In de papieren van het ministerie – ik neem aan dat die in het hoofd van de minister zitten – gaat het eigenlijk best goed met de politie. Als ik met agenten op de bureaus en op straat spreek, constateer ik echter dat het helemaal niet goed gaat. Veel agenten zijn gefrustreerd en veel agenten dreigen af te haken. Veel agenten vinden dat er een heel groot beroep wordt gedaan op hun loyaliteit. Ik wil zeker nadenken over de rol van de Kamer in haar controlerende rol. Dat lijkt mij zelfs hartstikke goed, maar ik heb het idee dat de papieren werkelijkheid van het ministerie vooral betrekking heeft op informatie uit de top van de politie, terwijl mijn informatie, en die van een aantal van mijn collega's, afkomstig is van de basis van de politie. In die zin is sprake van een probleem tussen de top en de basis van de politie. Zij leven in een andere wereld.

MinisterTer Horst

Het valt mij ook op dat de Kamerleden veel informatie van de basis krijgen. Ik hoop dat wij informatie krijgen vanuit alle geledingen van de politie. Daarmee is echter niet gezegd dat het ene een juistere weergave van de werkelijkheid is dan het andere. Dat moet niet worden gesuggereerd. De heer Van Raak signaleert een kloof. Wij hebben wat dat betreft de gemeenschappelijke opdracht om ervoor te zorgen dat de feiten die wij hebben hetzelfde zijn. Als je een verschillend beeld hebt, kom je nooit tot elkaar in de discussie. Laten wij het als een gezamenlijke opdracht zien om hetzelfde beeld te krijgen van wat er aan de gang is bij de politie in Nederland. Als ik naar de heer Van Raak luister, is dat niet helemaal het beeld dat ik krijg. Ik heb wel het gevoel dat ik er wat positiever over ben dan sommige Kamerleden. Laten wij dus naar hetzelfde beeld streven.

Dan nog iets over het nieuwe bestel. Een aantal opmerkingen heeft te maken met de aansturing van de politie. Ik ben daarover in gesprek met de minister van Justitie en met korpsbeheerders en anderen. Ik wil er nu niet te veel over zeggen. De Kamer stelt vragen over het beheer en zij constateert dat het bijzonder is dat, als je landelijk afspreekt om iets te doen, bijvoorbeeld het opleiden van mensen, er toch korpsen zijn die dat zelf gaan doen. Ik vind dat wij dat niet moeten willen. Ik ga dat niet verdedigen. Ik hoop niet dat de Kamer dat van mij verwacht. Ik wil daarom dat het beheer in veel sterkere mate dan nu het geval is, wordt gecentraliseerd. De manier waarop het beheer wordt geregeld voor korps A moet in feite hetzelfde zijn als voor korps B. Mijn uitgangspunt is dus: gecentraliseerd, tenzij. Dat wil niet zeggen dat ik vind dat dit allemaal onder de minister van BZK moet vallen, want ik geloof helemaal niet dat sturing vanuit het ministerie dit beter maakt. Ik vind wel dat een en ander veel uniformer moet dan nu gebeurt. Op die manier is er ook veel efficiencywinst te behalen. De drie noordelijke provincies besparen door een shared-serviceorganisatie 100 fte's. Iedereen kan dus uitrekenen wat dit voor Nederland betekent. Ik onderschrijf wat de heer De heer Çörüz daarover zei, namelijk dat het mogelijk moet zijn om te komen tot een bezuiniging van 100 mln. op een formatie van 3,7 mld. Ik ben bang dat de politie de afgelopen decennia de verwachting had dat, als zij piepte, zij haar zin zou krijgen op het punt van de centjes. Ik roep de Kamer op een objectieve beoordeling te maken van de vraag of het voor de politie mogelijk moet zijn om die bezuiniging van 100 mln. te realiseren. Alle andere organisaties in Nederland, te beginnen met de rijksdienst, moeten procentueel veel meer bezuinigen dan de politie.

De heerVan Raak(SP)

Ik denk ook dat er efficiencywinst is te boeken, bijvoorbeeld bij de voorziening tot samenwerking Politie Nederland. Daar is volgens mij heel veel te winnen. Er zijn vast nog meer van dit soort voorbeelden. Kunnen wij vandaag afspreken dat wij deze bezuiniging van 100 mln. proberen te bereiken door middel van efficiency en dat deze in ieder geval niet ten koste mag gaan van agenten?

MinisterTer Horst

Ja, maar dan moet de heer Van Raak wel geloven wat ik zeg en er ook op vertrouwen. Ik heb al veel eerder gezegd dat ik met de Politie Nederland de afspraak heb gemaakt dat die bezuiniging van 100 mln. door middel van efficiency moet worden bereikt. Mocht dat onverhoopt niet lukken, dan mag een en ander niet ten koste gaan van het operationele politieapparaat. Dit betekent dat je dan kijkt naar staffuncties.

De heerVan Raak(SP)

Iedereen die je binnen de politie spreekt, of dit nu op de bureaus is of bij de ondernemingsraden of de bonden, zegt: dit kan niet. De bonden zeggen zelfs dat de minister hen voor de gek houdt. Dat vertrouwen is er bij de politie zelf in ieder geval helemaal niet. Misschien hebben wij last van het gebruik van verschillende informatiebronnen: top en basis. Het is heel wel mogelijk dat managers aan de top zeggen dat een en ander wel moet lukken, maar aan de basis wordt hier ernstig aan getwijfeld. Vaak worden daar voorstellen gedaan om te besparen op de bureaucratie. Ik krijg heel veel tips over hoe je efficiënter zou kunnen werken. Iedereen zegt dat deze bezuinigingen ten koste gaan van het personeel. Als dit door bijna iedereen die ik spreek, wordt gedeeld, dan wordt het wel erg moeilijk om in de Kamer het vertrouwen in de minister uit te spreken.

MinisterTer Horst

Ik weet niet wie u allemaal spreekt, mijnheer Van Raak. U moet het mij niet kwalijk nemen dat ik dit niet weet. Ik ga af op bijvoorbeeld wat de voorzitter van het Korpsbeheerdersberaad zegt. Deze voorzitter, toch niet de minste, niet door zijn persoon maar door zijn functie, zegt dat het mogelijk moet zijn om in Nederland 100 mln. te bezuinigen door middel van efficiency. Dit kan ook gewoon, maar dan moet er wel bereidheid zijn bij korpsen om samen te werken. Als je dit landelijk organiseert, denk ik dat je veel meer efficiencywinst kunt boeken dan bij ieder korpsje afzonderlijk.

De heerBrinkman(PVV)

Wij zijn er bijna, want dit is een heel belangrijk punt. Volgens mij geeft de minister zelf al een aanzetje voor de oplossing. Als zij dit landelijk wil organiseren, moet zij wel het voortouw nemen. Wij krijgen vanuit de basis maar ook vanuit hogere politieregionen andere geluiden te horen dan de minister die weer andere geluiden te horen krijgt. Ontvangt de minister van iedere regio cijfers over het aantal beleidsmedewerkers dat in dienst is en over het aantal plaatsen dat men van plan is te schrappen om te voldoen aan deze taakstelling van 100 mln.?

MinisterTer Horst

Nee, en...

De heerBrinkman(PVV)

Kijk, nu zijn wij er.

MinisterTer Horst

Nee, de vraag is of ik deze cijfers allemaal moet willen hebben. Als je deze wilt hebben, betekent dat dus dat je als minister, en daarmee ook als Kamer, op detailniveau aan het sturen bent. Ik wil het juist aan de korpsen overlaten – ik ben het met de Kamer eens dat het gegeven vertrouwen niet torenhoog is – om deze 100 mln. bezuiniging daadwerkelijk te realiseren. Ik weet zeker dat dit kan. De heer Brinkman zegt: u moet dit centraal sturen. Ik verwijs niet voor niets naar de ideeën over het nieuwe politiebestel. Ik vind dat het juiste moment om als beide ministers tegen de Politie Nederland zeggen dat het afgelopen moet zijn met het gegeven dat iedereen zijn eigen beheer regelt en dat het tijd wordt om dit sterk te uniformeren. Dat is het geschikte moment. Dit zal allemaal niet zonder slag of stoot gaan. Dan komt men ook weer bij de Kamer en roept men kommer en kwel en dit kan allemaal niet.

De heerBrinkman(PVV)

Het doet mij eerlijk gezegd niet zo veel of zij kommer en kwel roepen; ik kijk ook liever naar de feiten. Wij zijn al bijna een jaar hierover bezig. Wij geven al een jaar aan u aan dat de informatie die u ontvangt van de korpsen, niet klopt. Wij krijgen vanuit de basis maar ook vanuit de hogere regionen andere geluiden. Ik vraag u expliciet of u de efficiency controleert. Vervolgens zegt u: nee, dat doe ik niet, want dan treed ik te veel in detail. Dat is nu precies de crux waar het hier om gaat.

MinisterTer Horst

Nee, wij hebben nog tweeënhalf uur te gaan, mijnheer Brinkman, dus laten wij het even zuiver houden. U stelde de vraag of ik inzicht had in stafpersoneel versus uitvoerend personeel. Ik antwoordde hierop: nee en dat wil ik ook niet. Dit is wat anders dan dat ik niet zou controleren of bezuinigingen niet ten koste gaan van operationeel personeel. Dat is heel wat anders. Met betrekking tot de agenten op straat – straks kom ik hierover nog nader te spreken – hebben wij een nulmeting gedaan per 1 januari 2007. Wij hebben gekeken hoeveel agenten er toen waren om precies te kunnen zien of er in 2011 500 bij zijn gekomen. Als het gaat om het op peil houden en bovendien nog 500 wijkagenten extra erbij, moeten wij dat registreren anders kunnen wij niet monitoren of het klopt.

De heerVan der Staaij(SGP)

Het viel mij op dat de minister al in vrij stellige termen sprak over een aanpassing van het bestel. Ik dacht dat ook de minister ervan uitgaat dat eerst een evaluatie moet plaatsvinden en dat op basis daarvan aan het eind van het jaar een definitieve beslissing wordt genomen. Is dat inmiddels al gebeurd?

MinisterTer Horst

Nee. De Politiewet ligt er nog. Wij hebben afgesproken die wet niet verder in behandeling te nemen, omdat de korpsen tot eind van het jaar de mogelijkheid krijgen om te laten zien dat zij op een aantal punten samenwerken. Die afspraak hebben wij gemaakt.

Wij beginnen langzamerhand zicht te krijgen op die samenwerking. Wij gaan daarover eerst in het kabinet spreken en daarmee met de Kamer. Dat het zal leiden tot wijzigingen in de organisatie van de politie, is duidelijk. Misschien is dat beter dan dat ik spreek over een wijziging van het bestel, want dan lijkt het alsof wij alles overhoop gaan halen en dat wil ik niet gezegd hebben. Het is mij wel duidelijk dat het beheer veel uniformer moet worden. Evenals u erger ik mij ook als wij bepaalde dingen landelijk afspreken en bepaalde korpsen het op hun eigen houtje blijven doen of erger nog het op hun eigen houtje gaan doen. Dat moeten wij niet hebben, want dat kost allemaal geld wat wij dan niet kunnen gebruiken voor de effectiviteit van de politie.

De fractie van de SP heeft gevraagd of wij bereid zijn om die taakstelling van 100 mln. terug te draaien. Ik meen dat ik duidelijk heb aangegeven dat ik dat niet van plan ben en dat ik van de korpsen verwacht dat zij in staat zijn om gezamenlijk die 100 mln. te bezuinigen zonder dat dit effect zal hebben op de operationele capaciteit.

De heer Van Raak heeft zijn favoriete onderwerp aangesneden en gevraagd wat de minister van BZK gaat doen aan het niet langer sturen op het schrijven van bonnen. Hij heeft ook gezegd dat ik geen antwoord wil geven op die vraag. Ik denk dat ik al op zeven keer zit, maar ik heb het niet geteld. Ik heb al een aantal keren tegen de heer Van Raak gezegd dat wij niet landelijk sturen op het geven van bonnen. Dat wil niet zeggen dat er geen korpsen zijn die dat doen. Ik begrijp nog steeds niet wat ertegen is. Ik ben het met de heer Brinkman eens dat de politie juist bonnen moet schrijven. Wat is een politie die geen bonnen schrijft? Ik heb al een keer tegen de heer Van Raak gezegd dat het toch dodelijk is voor het gezag van de politie als mensen zien dat iemand een overtreding begaat en een politieagent die het ziet, geen bon uitschrijft. Wat er nu tegen het schrijven van bonnen?

De heerVan Raak(SP)

De minister ergert zich aan het feit dat er landelijke afspraken worden gemaakt en er korpsen zijn die het weer anders doen. Dat is met die bonnen ook het geval. Het is uit de landelijke prestatienormen gehaald en toch gebeurt het bij korpsen en op bureaus. Er is niets op tegen dat een agent een bon geeft. Dat heb ik ook al zeven à acht keer gezegd. Het lijkt wel alsof de minister mij niet wil begrijpen. Als er iets gebeurt wat niet in de haak is, kan een agent een bon schrijven. Mij gaat het erom dat agenten worden afgerekend op het aantal bonnen dat zij uitschrijven. Als een agent veel bonnen uitschrijft, is hij een goede agent. Als een agent ervoor zorgt dat de buurt rustig is en veel investeert in ouders, in kinderen en in hangjongeren, is hij een slechte agent omdat hij te weinig bonnen uitschrijft. Als een agent een dakloze een bon geeft, is hij een goede agent; als hij ervoor zorgt dat hij onderdak krijgt, is hij een slechte agent; als een agent een psychische agent bij de ggz brengt, is hij een slechte agent en als hij hem een bon geeft, is hij een goede agent. De minister wil mij blijkbaar niet begrijpen, maar dat bedoel ik en niet alleen ik. Dat is ook die andere werkelijkheid, namelijk dat agenten voortdurend zeggen dat zij gefrustreerd zijn omdat zij weer op pad worden gestuurd om het bonnenboekje vol te schrijven en dat zij zich veredelde belastingophalers voelen.

MinisterTer Horst

Ik weet niet precies wat u bedoelt met een goede of een slechte agent, mijnheer Van Raak. Mij is niet bekend dat er korpsen zijn die een beoordelingssysteem hebben van agenten waaruit blijkt dat iemand goed is als hij meer bonnen uitschrijft. Laat u mij dat eens op papier zien, want u hebt het nu al zo vaak gezegd maar altijd in de mondelinge sfeer. Wat ik u vraag, is dat u mij zwart op wit laat zien dat er een korps is waar een beloningssysteem geldt dat inhoudt dat als je veel bonnen schrijft je een aantekening in je dossiertje krijgt "goede agent" en als je weinig bonnen schrijft je de aantekening krijgt "slechte agent".

De heerBrinkman(PVV)

Voorzitter. Ik heb niet gezegd dat het goed is om veel bonnen te schrijven, maar ik ondersteun wel de gedachtegang van de heer Van Raak. Het hanteren van een quotum zal er altijd voor zorgen dat mensen proberen voldoende bonnen te schrijven. Misschien zullen ze dan bij de keus tussen wel of geen bonnen schrijven, een minder goede afweging maken. De minister zegt dat zij er niet op aanstuurt dat agenten meer bonnen schrijven, maar dan moeten de gemeenten maar hun werk doen.

MevrouwGriffith(PvdA)

Ik heb de minister gevraagd of zij ons kan laten weten welke korpsen quota hanteren en wat de bedoeling van het hanteren van quota is. Ook wil ik weten wat er met het geld gebeurt dat daarmee wordt verkregen. Is de minister bereid een overzicht te verstrekken waarin deze gegevens staan?

MinisterTer Horst

Eigenlijk niet. Ik vind namelijk dat korpsen de vrijheid hebben om met agenten afspraken te maken over datgene wat het korps moet doen. Als bijvoorbeeld in een regio veel fietsen worden gestolen en de korpsleiding in die regio daaraan in overleg met de burgemeester paal en perk wil stellen, kan de korpsleiding daarover afspraken maken met de agenten. Volgens mij is daar helemaal niets op tegen. Ik ben niet van plan bij alle korpsen te gaan zitten roeren in wat zij doen. Nogmaals, voor mij is van belang dat met de landelijke afspraken die de minister van Justitie en ik maken niet meer wordt gesproken over het aantal te schrijven bonnen.

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Griffith weer wil interrumperen, maar ik maak de leden erop attent dat de minister pas is aanbeland bij de beantwoording van de tweede vraag. Als wij in dit tempo doorgaan, halen wij de planning niet en zal ik gedurende de rest van het debat de spreektijd en de interrupties moeten bekorten.

MevrouwGriffith(VVD)

Voorzitter. Het antwoord van de minister verbaast mij. De Kamer moet haar controlerende taak kunnen uitvoeren. Als agenten zeggen dat zij er door burgers steeds op worden aangesproken dat zij alleen bonnen uitschrijven en geen boeven vangen, is het normaal dat de Kamer aan de minister vraagt om inzage te bieden in datgene wat de korpsen doen. De minister laat ons ook weten in welke mate zij het aantal fietsendiefstallen per regio wil terugbrengen. Dan is het normaal om de minister te vragen, te laten zien wat er in het land gebeurt als het gaat om het hanteren van quota bij het schrijven van bonnen.

MinisterTer Horst

Maar de Kamer heeft aan beide ministers gevraagd om niet meer te sturen op het schrijven van bonnen en wat vraagt u? Om aan de korpsen te gaan vragen: hoeveel bonnen schrijft u? Dat is toch raar. Wij hebben afgesproken dat wij niet meer sturen op het aantal bonnen. Bovendien, mevrouw Griffith, het feit dat burgers tegen de politie als zij een bon krijgen zeggen "Zouden jullie niet eens boeven gaan vangen" is toch geen reden om het beleid van een korps voor het schrijven van bonnen ter discussie te stellen? Of wel?

MevrouwGriffith(VVD)

Het gaat om de beeldvorming. Bij uw inleiding zei u te denken dat de Kamer een verkeerd beeld heeft van de situatie en dat dat beeld verschilt van het uwe. Daarom probeer ik te corrigeren. Daarom vraag ik ons inzage te bieden. Ik zeg niet dat u moet vragen hoeveel bonnen worden geschreven. Ik vraag u inzage te bieden in hetgeen de korpsen doen, zodat wij het beeld kunnen corrigeren als dat niet juist is. Daar is toch niets mis mee.

MinisterTer Horst

Maar wat wilt u met de informatie. Stel dat bij korps X 3000, 30.000 of 300.000 bonnen worden geschreven. Wat dan?

MevrouwGriffith(VVD)

Als wij niet de desbetreffende informatie van de minister kunnen krijgen, omdat zij het nut en de noodzaak van het verschaffen van die informatie niet inziet, dan bepaalt zij of het nodig is om die informatie te verstrekken. De Kamer kan om informatie vragen en volgens mij moet zij die dan krijgen, ook al ziet de minister het nut en de noodzaak van het verschaffen van die informatie niet in. Als de Kamer zegt dat zij voor haar controlerende taak bepaalde informatie nodig heeft, zou de minister zich coöperatief kunnen opstellen en kunnen zeggen: ik zal proberen die informatie te verschaffen.

MinisterTer Horst

I rest my case. Als de Kamer die informatie wil hebben, dat krijgt de Kamer die.

De heerVan Raak(SP)

Voorzitter. De minister vroeg mij om voorbeelden te geven en om wat ik zei zwart op wit te laten weten. Ik kan de gegevens nog niet zwart op wit verstrekken. Trouwens, de informatieverschaffing komt gewoonlijk van de andere kant. In ieder geval is het zo dat agenten bij beoordelingsgesprekken worden afgerekend op het aantal bonnen dat zij schrijven. Er wordt bij beoordelingsgesprekken gevraagd: waarom heb jij je bonnenquota niet gehaald en hoe denk je dat op te lossen? Dan zegt de agent: door meer bonnen te schrijven. Zelfs krijgen agenten een officiële waarschuwing als zij de bonnenquota niet halen. In de beoordelingsgesprekken of je wel of niet een goed agent bent speelt dit een rol.

MinisterTer Horst

Ik heb een probleem met deze discussie. Iedereen spreekt hier over het gezag van de politie. Als de politie haar gezagspositie wil behouden – sommigen spreken over terugkrijgen – is het volgens mij van groot belang dat zij op straat laat zien dat zij het is die de bonnen uitschrijft. Ik vind het jammer dat het erop lijkt – misschien interpreteer ik het verkeerd – dat een aantal van de hier aanwezigen vindt dat de politieagenten eigenlijk geen bonnen meer zouden moeten schrijven.

De heerVan Raak(SP)

Dat is kwaadwillend.

De voorzitter:

Mijnheer Van Raak, u hebt het woord niet.

MinisterTer Horst

Dat is helemaal niet kwaadwillend. Maar u geeft niet aan, mijnheer Van Raak, waar voor u de grens ligt en wat het aantal bonnen zou moeten zijn.

De heerVan Raak(SP)

Ik wil de minister daar vrij in laten en geen quota aangeven.

De voorzitter:

Ik verzoek u vriendelijk, mijnheer Van Raak, om via mij het woord te nemen en niet meteen maar de microfoon te grijpen. Anders ontneem ik u het woord. De minister heeft geantwoord, maar iets anders is het als haar antwoord u niet bevalt. De minister vervolgt haar betoog.

MinisterTer Horst

De heer Van Raak heeft gevraagd naar de aanpak van de jeugdbendes dan wel het voorkomen van de vorming van jeugdbendes. Wij spreken regelmatig met degenen die op lokaal niveau verantwoordelijk zijn voor het tegengaan van jeugdbendes en wij checken van tijd tot tijd of het daarvoor beschikbare instrumentarium zou moeten worden uitgebreid. Op dit moment is een aantal wetsvoorstellen in voorbereiding waardoor zowel het Openbaar Ministerie als de burgemeester meer mogelijkheden krijgen om op te treden tegen jeugdbendes of leden van jeugdbendes.

Er is een nieuwe reiskostenvergoedingsregeling. In een poging om ervoor te zorgen dat niet alle korpsen hun eigen afspraken hebben worden de arbeidsvoorwaarden geharmoniseerd. Met de bonden zijn wij er uitgekomen en is een groot aantal regelingen geharmoniseerd tot een uniforme regeling voor de politie in heel Nederland. Sommige dingen zijn een verbetering, andere dingen zijn een verslechtering. In goed overleg met de bonden is het resultaat bereikt.

De heerBrinkman(PVV)

Ik begrijp de sceptische houding van de minister in dit geval wel. Ook ik ben voor harmonisatie, maar bepaalde korpsen deden wel iets extra's, bijvoorbeeld omdat een korps zowel een opleidingskorps was of een korps dat te maken had met grotestedenproblematiek waardoor er veel druk lag op de werknemers. Ik zou in dit geval het sceptische wat minder benadrukken.

MinisterTer Horst

Het is geen kwestie van scepticisme. Wij proberen tot harmonisatie te komen op het gebied van arbeidsvoorwaarden en nog wat andere terreinen. Wat mij betreft gaan wij dat de komende tijd voor nog veel meer terreinen doen. Dat zullen wij altijd in overleg met de korpsen en de bonden doen. Er zullen altijd mensen zijn die er wat op achteruitgaan en dat vervelend zullen vinden. Aan de andere kant zullen die mensen er op andere onderdelen weer op vooruitgaan. Ik ben blij dat wij in goed overleg met de bonden afspraken hebben kunnen maken.

De heerVan Raak(SP)

Ik ben er erg voor dat de regelingen voor de politie in het hele land gelijk zijn en ik vind het goed dat de minister een en ander in goed overleg met de bonden regelt. Wel is de situatie van dit moment dat je waarschijnlijk erop vooruitgaat als je dichter bij je werk woont en erop achteruitgaat als je verder weg woont. Er zijn veel personeelstekorten bij de politie en er moeten mensen van ver weg worden gehaald. Dat kan oplopen tot wel € 100. Is de minister bereid te bekijken hoe de overeenkomst in de praktijk uitwerkt? Agenten verdienen niet zo veel. Als blijkt dat mensen er fors op achteruitgaan, is de minister dan bereid om dat te herstellen?

MinisterTer Horst

In de volgende cao kunnen wij bekijken hoe de afspraken in de praktijk uitpakken. Mocht blijken dat ongewenste effecten zijn opgetreden, dan kunnen wij kijken of wij binnen het arbeidsvoorwaardenpakket tot een andere invulling zouden moeten komen.

De heer Çörüz heeft aandacht gevraagd voor het geweld tegen homo's. Een aantal korpsen is gestart met de pilot "hate crimes". Het kan daarbij gaan om seksuele gerichtheid of om ras of religie. Na een evaluatie van die pilots zullen wij bezien of het voor een bredere uitrol in aanmerking komt. Met de politie hebben wij afgesproken dat wij zicht krijgen op het aantal aangiftes van discriminatie dan wel geweld tegen homo's. Het beeld dat wij tot op heden vanuit het project "hate crimes" hebben, is dat er ongeveer tien aangiftes zijn gedaan en iets meer meldingen, ik dacht meer in de richting van de twintig en volgens mij gaat dit over het eerste halfjaar. Wij houden het nu dus bij. Eerst werd het niet centraal geregistreerd en dat vonden wij niet acceptabel. De afspraak is dan ook gemaakt dat het wel wordt bijgehouden. De eerste rapportage daarover komt binnenkort naar u toe.

De heer Çörüz heeft ook gesproken over waardering voor wijkagenten. Als het functiewaarderingssysteem zo werkt dat degenen die op straat lopen er eigenlijk bekaaid van af komen of niet de mogelijkheid hebben om carrière te maken of dat wel kunnen maar daar niets mee opschieten, moet dat inderdaad leiden tot wijziging van dat functiewaarderingssysteem. Dat zal dan ook bij de inmiddels gestarte besprekingen een belangrijk plaats innemen.

De heer Çörüz vroeg naar de personal digital assistent en toegang tot internet. Hij vond het idioot dat politieagenten geen toegang tot internet hebben. Het besluit tot toegang tot internet wordt op korpsniveau genomen. De vtsPM biedt al heel wat jaren een hoog beveiligde toegangsdienst tot internet. De korpsen zijn vrij om daar wel of niet van gebruik te maken, maar die mogelijkheid is er dus wel en dan ook nog beveiligd.

De heer Çörüz zei dat de samenwerking moet worden versterkt. Daar ben ik het helemaal mee eens. U weet dat wij eind dit jaar de gemaakte samenwerkingsafspraken zullen evalueren. De minister van Justitie en ik hopen beiden dat de korpsen erin slagen om die samenwerkingsafspraken tot een goed eind te brengen.

De heer Çörüz vroeg naar de landelijke uitrol van ProKid, een signaleringsmethode in Gelderland Midden om op een vroege leeftijd te kunnen signaleren dat kinderen de verkeerde kant op gaan. Dat is heel effectief geweest. Daar is een groot aantal kinderen gevolgd en op dit moment wordt onderzocht of ook dit systeem wellicht landelijk kan worden uitgerold.

De heer Çörüz sprak vervolgens over diversiteitsbeleid en vroeg of dat niet te rigide is. Ik denk het niet, ik denk juist dat wij een flexibel systeem hebben gemaakt, omdat wij voor alle korpsen voor een periode van vier jaar hebben berekend hoeveel vacatures er in die vier jaar bij die korpsen zullen ontstaan. De korpsen weten precies wat de doelstelling is. Dat betekent dat zij ook vrij zijn om in die vier jaar zelf te bedenken wanneer zij functies gaan vervullen met mannen of vrouwen. Zij hebben dus vier jaar de tijd om dat te doen. Als in de eerste vacatures alleen maar mannen worden benoemd, weten zij dat zij bij de laatste vacatures wel eens in de knel kunnen komen. In de gesprekken die wij nu voeren, wordt geprobeerd om het een glijdende schaal te doen zijn zodat zij aan het eind niet in de knel komen. Wij hebben de politie ook nog een financiële stimulans gegeven om ervoor te zorgen dat zij mensen die van buiten komen "blauw kunnen kleuren". Die mensen kunnen bijvoorbeeld een halfjaar meelopen bij de politie. Het zijn mensen die wel de managementervaring hebben, maar die door dat kleuren in het blauw in staat zijn om leidinggevende posities binnen de politie te krijgen. Doen wij daarmee afbreuk aan de kwaliteit, zoals de heer Anker of de heer Van der Staaij vroegen? Nee, dat doen wij niet; niemand – of het nu een witte man, een witte vrouw is of iemand met een kleurtje – wordt bij de politie benoemd die niet de kwaliteit heeft om die functie te vervullen. Dat niet altijd blijkt dat mensen aan hun verwachtingen voldoen, is wat anders, maar dat geldt nu ook!

De heerAnker(ChristenUnie)

Het ging mij nog niet eens zozeer om de kwaliteit, hoewel die natuurlijk een eerste vereiste is. Ik vroeg mij af of deze maatregel niet contraproductief zou werken, omdat hij afgunst wekt doordat bepaalde groepen expliciet worden voorgetrokken. Het gaat niet om grote groepen die worden geworven, maar om heel specifieke benoemingen. Er zullen vast en zeker mensen zijn die zich gepasseerd voelen.

De heerÇörüz(CDA)

Ik ga ervan uit dat kwaliteit altijd boven kwantiteit gaat. Mijn voorbeeld was heel concreet: een vijftigjarige blanke man die vanbinnen de politie solliciteert. Moet die even wachten? Hoe moet ik het concreet zien? Wat gebeurt er als voor dezelfde functie een allochtoon dan wel een vrouw solliciteert? In dit tijdsgewricht is het tamelijk moeilijk om de vacatures op te vullen. Hoe ziet de minister het praktisch?

MinisterTer Horst

Als het moeilijk is om vacatures op te vullen, is het alleen maar goed als er meer gekwalificeerde mensen zijn. Dat zou dus juist reden zijn om een diversiteitsbeleid te voeren. Er heeft jarenlang een gebrekkige balans bestaan en nu brengen wij het weer in balans. Kan dat betekenen dat er meer sollicitanten voor een bepaalde functie zijn dan als je geen diversiteitsbeleid zou voeren? Ja, dat kan. Wij bieden echter de mogelijkheid om tijdelijk bovenformatief mensen aan te stellen, waardoor het probleem dat u aangeeft minder een rol speelt dan wanneer je dat niet zou doen. Wij vinden het ook afgezien van de diversiteitsdiscussie goed dat er mensen vanbuiten de politie instromen. Dat betekent dat de kans voor mensen binnen de politie om de positie te krijgen wat kleiner is dan wanneer er geen zij-instromers zouden worden toegelaten. Dat is waar, maar ik vind dat de prijs die op die manier wordt betaald voor een diversere politie het absoluut waard is.

De heer Çörüz en mevrouw Kuiken hebben gevraagd hoe groot de overhead is. Tevens vroegen zij of de minister bereid is om een benchmark te ontwikkelen. Volgens de informatie die wij nu hebben, varieert de overhead tussen 16% en 27% per korps. Dat is exclusief de ondersteunende capaciteit bij het KLPD en de vtsPN. Als je zou willen weten wat de totale overhead is – als je de vtsPN overhead noemt – moet je dat optellen bij de 16% tot 27% per korps. Ben ik bereid om een benchmark te ontwikkelen? Ik neem aan dat u bedoelt dat wij zicht krijgen op hoe die percentages liggen bij de verschillende korpsen. Als dat zo is, ben ik bereid een benchmark te ontwikkelen.

De voorzitter:

Voordat u verder gaat, geef ik eerst het woord aan de heer Çörüz. Daarna is het woord aan mevrouw Kuiken.

De heerÇörüz(CDA)

Ik ben er met name in geïnteresseerd – ik schrik wel van deze getallen – hoe de minister de overhead van 16% tot 27% omlaag denkt te krijgen. Daar moeten wij natuurlijk naartoe. Dat was mijn punt.

MinisterTer Horst

Dat heb ik u al gezegd. Doe ik iets verkeerd, voorzitter?

De voorzitter:

Ja, ik wilde mevrouw Kuiken direct na de heer Çörüz het woord geven, over hetzelfde punt.

MevrouwKuiken(PvdA)

Dat is inderdaad wat ik bedoelde, maar ik wil ook dat er zicht komt op de productiviteit. Het gaat hier met name om staffuncties. Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat korpsen van elkaar kunnen leren, zodat niet dubbel werk wordt gedaan door allerlei staffunctionarissen?

De heerBrinkman(PVV)

Snijden in een overhead van 16% tot 27% is volgens mij niet zo moeilijk. De vraag is of de minister daarover met de korpschefs heldere en duidelijke afspraken gaat maken. Ik ben toch ook benieuwd naar de cijfers van het KLPD, want dat behoort ook een organisatie in blauw te zijn.

MinisterTer Horst

Wij kunnen het KLPD in de benchmark betrekken, al is het natuurlijk een andersoortige organisatie dan de korpsen. Ik wil even helder krijgen wat mevrouw Kuiken precies vraagt. Vraagt zij of de korpsen kunnen leren van elkaar over de verschillen in productiviteit van staffunctionarissen? Ik vind het wel moeilijk om dit vanuit mijn positie na te gaan. Dat korpsen van elkaar kunnen leren, zouden ze toch ook zelf wel kunnen bedenken. Laten wij beginnen met de benchmark van staffuncties. Als het zo is dat het ene korps het af kan met 16% staf en het andere korps 27% staf nodig heeft, zou ik me als ik tot het laatste korps behoorde, wel afvragen waarom dat andere korps het met 16% afkan. Overigens zal dat korps zich dat niet alleen afvragen, maar u en ik zullen dat ook doen. Dit biedt misschien een stimulans om hieraan iets te doen.

De heer Çörüz zei dat hij vooral is geïnteresseerd in de vraag hoe ik dit terugbreng. Daarom begon ik met de discussie die wij voeren over de nieuwe politieorganisatie. Ik wil toe naar een uniformere en dus efficiëntere politieorganisatie. Dan zouden wij in staat moeten zijn om de overhead drastisch terug te brengen.

De heerÇörüz(CDA)

Ik wijs erop dat bijvoorbeeld een project als eergerelateerd geweld – ik noem er maar een – dat is uitgezet bij een aantal korpsen, daar fantastisch functioneert. Toch zijn er nog veel korpsen die het project niet hebben geïmplementeerd of het wiel opnieuw willen uitvinden. Daarop doel ik ook als ik spreek over extra staffuncties die niet tot uitdrukking komen in blauw op straat.

MinisterTer Horst

Dit is beleid. Ik ben van mening dat wij de korpsen de vrijheid moeten laten om beleid te voeren. Als in een bepaalde regio bepaalde dingen heel effectief zijn, hoeft dit volgens mij nog niet te betekenen dat wij die elders verplichtend opleggen als die problematiek zich daar niet voordoet. Als die problematiek zich daar wel voordoet en er is een best practice ergens anders, zou het natuurlijk wel heel prettig zijn als de korpsen die overnamen en niet bij nul zouden beginnen. Het "not invented here" speelt natuurlijk een rol en niet alleen bij de politie.

De heer Çörüz heeft gevraagd naar de administratieve lasten. Dit is een verantwoordelijkheid van mijn staatssecretaris. Er zijn vijf verbeterpunten: gebruiksvriendelijkheid van de systemen, ingewikkelde formulieren, informatieverstrekking aan het OM, wildgroei partnerinformatie en ongerichte adressering van beleid. Deze vijf administratieve lasten worden als het meest belastend ervaren. De vraag was: door wie dan. Deze dingen zijn door de medewerkers naar voren zijn gebracht via een site die wij in het leven hebben geroepen; ik weet de naam niet meer, www.waarhebjelastvan.nl noem ik die maar. Deze zaken worden dus door de medewerkers als meest belastend ervaren. Dit geeft dus geen beeld van wat de top van het korps als het meest belastend ervaart. Bij de uitwerking worden ook de bonden betrokken.

De heer Çörüz wekte de suggestie dat interimmers met drie dubbele salarissen worden aangesteld en dat het soms voorkomt dat er bij een korps twee korpschefs op de payroll staan. Dit laatste komt voor als er helaas afscheid moest worden genomen van een korpschef waarvoor nog niet onmiddellijk een nieuwe functie is. Die mijnheer of mevrouw moet dan betaald worden. Het tweede antwoord is, zolang er nog een korpschef is, kan hij niet vervangen worden. In het eerste geval is er afscheid genomen van de korpschef maar moet hij of zij nog wel worden betaald omdat er nog niets anders voor hem of haar is. In het tweede geval – de heer Çörüz doelde waarschijnlijk op Gelderland Midden – kan er geen nieuwe korpschef worden benoemd als de oude korpschef nog functioneert. Overigens heeft de interim-korpschef waarover hij sprak, een aanvulling op zijn FPU gekregen. Er is geen sprake van dat hij voor bureautarieven is ingehuurd en dan bedoel ik geen politiebureautarieven.

De heerÇörüz(CDA)

Mijn opmerking had niet alleen betrekking op de financiële kant van de zaak. Dit keer is het misschien gunstig uitgevallen omdat er een aanvulling kwam op een pensioen, maar het gaat mij ook om de lange afwezigheid van een korpschef. Ik heb ook met de gewone politieman en -vrouw in de straat gesproken en die wijzen erop dat het niet alleen een financieel plaatje is. Er is al anderhalf jaar sprake van afwezigheid. Zouden wij niet met elkaar een maximumperiode moeten afspreken, bijvoorbeeld van zes maanden, en dan moet er echt iemand komen?

MinisterTer Horst

Ik begrijp best wat de heer Çörüz zegt en ik ben er ook niet zo gelukkig mee dat het zo lang duurt, maar hij weet net zo goed als ik dat als er sprake is van arbeidsrechtelijk overleg, dat best wel eens een tijdje kan duren. Dat is hier aan de hand. Ik mag hopen dat het zeer binnenkort is afgerond.

De heer Çörüz heeft gevraagd naar de internetaangifte. De internetaangifte kan overal gedaan worden, maar is niet altijd geschikt. Sommige delicten komen niet voor internetaangifte in aanmerking. Met name voor de zwaardere delicten moeten de mensen naar het politiebureau.

De heer Çörüz heeft voorts gesproken over de bejegening aan de balie. Wij houden de tevredenheid over het laatste politiecontact bij. Dat gaat heel vaak over bejegening aan de balie. De tevredenheid stijgt landelijk elk jaar een heel klein beetje. Ik meen dat de tevredenheid steeds rond het cijfer 6 circuleert, dus dat is nog niet echt een cijfer waar wij de vlag voor uitsteken, maar het gaat wel steeds iets beter.

Tevens heeft de heer Çörüz een vraag gesteld over de camera's op de A28. Hij vraagt of dit project voor een landelijke uitrol in aanmerking komt. Twintig korpsen experimenteren op dit moment. Hiervoor is een landelijk programmabureau ingesteld. Inderdaad is er nog de discussie over het belang van de privacy aan de ene kant en het belang van de opsporing aan de andere kant. De door de minister van Justitie en mij ingestelde commissie Veiligheid en persoonlijke levenssfeer zal daar naar verwachting in januari 2009 advies over uitbrengen. Overigens is het wel interessant dat in de Tweede Kamer vaak de keuze wordt gemaakt voor de opsporing. Daar bedenken wij dan mooie dingen voor. Dan is er echter ook nog een andere Kamer waar wij langs moeten. Die Kamer legt het accent vaak juist op de andere kant.

De heerÇörüz(CDA)

Ik hoop dat de genoemde twintig korpsen wel met hetzelfde systeem experimenteren, want anders ontstaat er weer een communicatieprobleem tussen de systemen van de verschillende korpsen.

MinisterTer Horst

Dat zal ik moeten nagaan; dat weet ik niet uit mijn hoofd.

Mevrouw Griffith heeft gevraagd naar de nota versterking burgermeester. Het streven is dat die nota de Kamer voor het eind van 2008 zal bereiken. Dus ook die komt onder de kerstboom.

Voorts heeft mevrouw Griffith gevraagd of er korpsen zijn die gelden hebben uitstaan bij Icesave en zodoende in de financiële problemen zijn gekomen. Het antwoord op die vraag luidt nee, want sinds een paar jaar zijn de korpsen verplicht om te bankieren via het ministerie van Financiën.

Misschien is het goed nog iets meer te zeggen over de sterkte van de politie. Allicht kan het beeld ontstaan dat de politiesterkte zou afnemen. Eind 2001 telde de politie ongeveer 49.000 medewerkers. Dat aantal is toen gestegen. Eind 2005 was er sprake van een dip. Eind 2007 zaten wij op 52.000 mensen, exclusief de aspiranten, en boven de 54.000 mensen als wij de aspiranten meerekenen. Daarmee wordt op dit moment al voldaan aan de afspraken die voor 2010 zijn gemaakt. Wij moeten maar even zien wat de afspraken voor 2014 zullen zijn. In elk geval is er absoluut sprake van een toename van de sterkte in de afgelopen jaren. Overigens is ook het budget van de politie in de afgelopen jaren sterk gestegen.

De heerBrinkman(PVV)

Dit zijn natuurlijk een beetje gekleurde cijfers. Ik had al gezegd dat de inhuur in dezen een grote rol speelt. Er is sprake van een verschil van 1% tot 11% tussen de diverse regio's. In de ene regio zijn bijvoorbeeld het kantinepersoneel, beleidsmedewerkers en agenten die arrestanten vervoeren in de formatie betrokken, terwijl deze functies bij andere korpsen extern worden ingehuurd. Dus als men dit soort cijfers noemt, moet men wel de correcte cijfers noemen. In mijn beleving moet de externe inhuur er gewoon bij geteld worden.

MevrouwGriffith(VVD)

Het gaat mij met name over de situatie na 2010. De minister geeft in de sterktebrief 2007-2008 al aan dat er na 2010 waarschijnlijk problemen zullen ontstaan, zeker gelet op de vergrijzing en de krapte op de arbeidsmarkt. Wij krijgen signalen uit de korpsen dat zij juist nu beneden de bandbreedte zitten. Daar gaat het mij om. Hoe anticiperen wij daarop? De laatste cijfers van 2008 staan ook in het jaarverslag van de politie. Tot 2010 is er geen probleem, maar het gaat ons om de periode daarna. Wat zijn daarvoor de oplossingen?

De heerVan Raak(SP)

Er zijn in ieder geval grote tekorten. Ik heb een hele lijst van politieorganisaties genoemd, waaronder een aantal grote korpsen, die allemaal met tekorten kampen. Er zijn heel veel onvervulde vacatures. Volgens mij zijn het er bovendien meer dan de minister wil weten. Ik maak graag een keer een rondgang met de minister langs de bureaus, want overal hoor je dat de werkdruk te hoog is en dat men veel te veel moet doen met veel te weinig mensen. Gaat de minister nu eindelijk iets doen aan de werkelijkheid in plaats van aan de cijfers?

MinisterTer Horst

Het is volgens mijn informatie de verwachting dat zes korpsen gebruik zullen maken van de bandbreedte. Of zij daaronder uitkomen, kunnen wij pas constateren als zij hun begrotingen voor 2009 hebben opgesteld. Wij kunnen ons dus binnenkort een beeld vormen van de vraag of ze onder die 2,5% uit zullen komen.

De heer Van Raak. Ik kom ook wel eens bij korpsen en ik spreek daar ook gewone politieagenten. Volgens mij moeten wij onderscheid maken tussen vacatures en werkdruk, omdat de werkdruk van politieagenten in de basispolitiezorg als hoog wordt ervaren als gevolg van de uitval van collega's. Mensen zijn er regelmatig niet, omdat ze iets anders aan het doen zijn, bijvoorbeeld een cursus. Wij moeten de oorzaak dus niet altijd bij de vacatures zoeken. Overigens is het misschien wel interessant om eens te onderzoeken welke percentages agenten om welke reden niet aan het werk zijn.

De Kamer heeft onlangs een vacatureoverzicht van mij ontvangen. Ik maak mij daarbij vooral zorgen over vacatures die niet worden aangemeld. Als vacatures worden aangemeld, bezien de minister van Justitie en ik wat wij kunnen doen om ze te helpen vervullen. Dat geldt zowel de basispolitiezorg als de recherche. Maar er zijn ook 500 vacatures niet eens aangemeld! Ik maak mij daar net als de heer Van Raak zorgen over, want blijkbaar doet men dat om de begroting sluitend te krijgen. In plaats van efficiencywinst te boeken vult men vacatures niet in. Dat leidt tot hogere werkdruk. Agenten vertellen vervolgens aan u dat ze het te druk hebben. En ik krijg weer op mijn donder, omdat de agenten het te druk hebben. En zo is de cirkel rond.

De heerVan Raak(SP)

Het verschil tussen de papieren werkelijkheid en de werkelijkheid van de bureaus en de straat is inderdaad het echte probleem. Ik ben blij dat de minister dat nu ook inziet. Laten wij afspreken dat wij niet meer alleen naar de vacatures kijken, maar ook naar de werkdruk! Die uitdaging wil ik wel met u aangaan. Hoe komt het dat agenten hun werk niet kunnen doen? De oorzaak daarvan is die vreselijke bureaucratie, het invalwerk dat agenten elders moeten doen en tijdgebrek. Hoe gaan wij ervoor zorgen dat de politie haar werk kan doen?

MinisterTer Horst

U legt sterk de nadruk op de vacatures. Dat is terecht als het die 500 niet gemelde vacatures betreft. Ik wil de onderliggende oorzaak aanpakken, want daardoor verdwijnen én de vacatures én de werkdruk. Die oorzaak wil ik aanpakken door efficiencywinst te realiseren. Daardoor komt er namelijk geld en ruimte vrij om die 500 vacatures te vervullen.

De heerBrinkman(PVV)

Dat is precies waar het om gaat. Ik ben blij dat de minister dat eindelijk onderkent. Wat gaat zij hier echter concreet aan doen? Gaat zij hierover afspraken maken met de korpschefs? En zo ja, gaan zij zich dan ook aan die afspraken houden? Op welke manier gaat u ze afrekenen? U moet er in ieder geval voor zorgen dat die 500 vacatures wel ingevuld worden en dat ze die niet stiekem in hun begroting stoppen

MinisterTer Horst

Het zal u zijn opgevallen dat er 100 mln. op de politie wordt bezuinigd, onder de afspraak dat er niet wordt bezuinigd op operationeel personeel. Als er bezuinigd wordt op personeel, komt dat dus de verhouding tussen operationeel personeel en staf ten goede. Het zal u verder ook zijn opgevallen dat wij voor 178 mln. aan intensiveringen hebben gepland. Tegenover die bezuiniging van 100 mln. staat dus 178 mln. aan intensiveringen. Als wij dat geld op een goede manier wegzetten, kan de politie effectiever gaan werken. Soms zal dat leiden tot meer wijkagenten, want die 500 extra wijkagenten maken onderdeel uit van die 178 mln.

Nog één opmerking in de richting van mevrouw Griffith over de politiesterkte. Zij is bezorgd over de vraag of wij de politiesterkte in 2010 wel zullen halen. Nu al is zichtbaar dat er 6000 aspiranten op school zitten. Er komt dus weer een grote aanwas van nieuwe mensen.

Voorts heeft mevrouw Griffith gevraagd naar de core business. Zij zegt dat het korps Gelderland-Zuid bezig is met het afstoten van landelijke taken en vraagt of dit geen landelijk beleid zou moeten zijn. Onder mijn voorganger is een standpunt bepaald over kerntaken. Gelderland-Midden is met die uitvoering bezig. Als het goed is, zijn andere korpsen Gelderland-Midden al voorgegaan. Ik kan mij van een korps dat daar in de buurt zit, herinneren dat die discussie al drie tot vier jaar geleden is gevoerd. Ik weet niet of er cijfers zijn over wat dat heeft opgeleverd. Ik weet wel wat het in dat korps opleverde en dat was niet meer dan anderhalve formatieplaats. Ik hoop dat het bij andere korpsen beter is.

Wat bijvoorbeeld niet de core business van de politie is, zijn bezoeken van de politie op school. Een van de Kamerleden zei: toen ik op school zat, kwam er een politieagent op school. Dat is er uitgegooid, want dat werd niet gezien als core business van de politie. Wat vaak ook niet als core business van de politie wordt gezien, is dat de politie een belangrijke rol speelt in het toeleiden van jongeren naar het Veiligheidshuis. Er wordt vaak gezegd – en naar mijn mening terecht – dat dit meer een kwestie is van maatschappelijk werk dan van de politie. Toch zie je vaak dat de druk op de politie om die rol te vervullen, buitengewoon groot is, omdat zij die jongeren kennen.

Ik ben het ermee eens dat je voortdurend alert moet zijn dat niet andere organisaties taken bij de politie leggen die er niet thuis horen. Volgens mij zijn wij het er echter wel over eens dat de politie ook een taak heeft bij de preventie en niet alleen bij de repressie. Er is een periode geweest waarin het allemaal repressie was, maar wij zijn nu weer tot een goede balans gekomen tussen repressie en preventie.

De heerAnker(ChristenUnie)

Wat vindt de minister ervan dat de politie niet meer op scholen mag komen? Het is ons een lief ding waard als de politie dat wel weer ging doen.

MinisterTer Horst

In het eerste deel van mijn antwoord heb ik gezegd dat de politieagenten bij scholen zijn weggehaald, omdat de constatering was dat de politie zich moet beperken tot de core business. Het wordt niet tot de core business van de politie gerekend dat zij spreekbeurten op scholen geeft of spreekuren op scholen houdt, waar iedereen binnen kan lopen. Als de heer Anker vraagt of dat niet heel belangrijk is, trekt hij daarmee onmiddellijk weer de discussie los. Ik zou die discussie op dit moment niet willen voeren.

De heerAnker(ChristenUnie)

Ik vroeg wat de minister ervan vindt. Zij zegt dat die zaken niet meer als core business worden gezien, maar ik heb een aantal argumenten gegeven waarom het wel een goed idee is dat de politie die taken vervult. Ik spreek ook de politieman in de straat die niets liever zou willen dan dat te doen, omdat het alles te maken heeft met de manier waarop hij zijn werk in de wijk doet. Op die manier leert hij de mensen, de jongeren kennen.

MinisterTer Horst

Ik heb mij in mijn vorige functie verzet tegen de sentimenten die de heer Anker verwoordt, namelijk dat het belangrijk is dat de politie dat soort dingen doet. Ik vind immers dat het de taak van de politie is zich bezig te houden met het tegengaan van criminaliteit. Daarin is wel een grijs gebied dat een belangrijke rol speelt om de criminaliteit tegen te gaan, maar ik vind het bezoeken van politie aan scholen daar net buiten vallen.

MevrouwGriffith(VVD)

Dat is nu precies de kern waarom ik dit naar voren heb gebracht. Ik ben bang dat er anders een versnippering plaatsvindt, omdat de ene gemeente iets wel doet en de andere gemeente niet. De minister zegt dat men er drie tot vier jaar geleden al mee is begonnen, ook al onder haar voorganger. Wat is nu de laatste stand van zaken? Zij heeft misschien een andere visie, maar ik heb er behoefte aan te weten waar wij nu staan en welke kant het op zou moeten gaan. Kunnen wij de discussie voeren over de vraag wat nu de eigenlijke en oneigenlijke taken zijn in combinatie met het resultaat en de laatste stand van zaken? Zou u bereid zijn om uw gedachten daarover te laten gaan en een stuk voor de Kamer te maken, zodat wij hier verder over kunnen praten?

MinisterTer Horst

Die operatie is inderdaad onder mijn voorganger ingezet. De vraag lijkt mij terecht om te kijken wat daarvan het netto resultaat is geweest.

De heerVan Raak(SP)

Dat juich ik toe. Ik val de heer Anker bij. Je hebt een wijkagent die een wijk in de gaten moet houden, met jongeren die daar spelen. Dan lijkt het mij toch een heel goed idee als die wijkagent ook de school bezoekt. Dat lijkt mij een onderdeel van zijn werk, omdat hij daardoor jongeren en jeugdgroepen leert kennen, kan signaleren wanneer het mis gaat, ziet wanneer het goed gaat, wanneer hij een bon moet geven, wanneer hij met ouders moet gaan praten. Dat lijkt mij een heel mooi onderdeel van het werk van een wijkagent.

MinisterTer Horst

Ik vind het moeilijk om hierop te reageren. Ik vind dat er een niveau is tot waarop je je vanuit het landelijk niveau met het functioneren van de politie zou moeten bemoeien. Ik vind wel dat wij moeten bekijken wat wij nu core business vinden en wat niet. Ik kan mij voorstellen dat de Kamer en de ministers daarover een oordeel hebben, maar ik heb de neiging om mij er maar verre van te houden of er nu in een gemeente een driehoek is die het gezien de veiligheidssituatie op een school zinvol vindt dat die politieagent een keer in de zoveel tijd langs komt.

De heerVan Raak(SP)

Zo bedoel ik het niet. Ik bedoel het juist andersom. Op dit punt staan wij denk ik heel anders tegenover de politie. Ik bedoel niet dat je nu vanuit de Tweede Kamer moet gaan zeggen dat die agent naar die school moet. Het kan niet anders als je wijkagent bent dan dat je die school bezoekt. Dat hoort gewoon bij je werk. Dat hoor je niet op te leggen, dat is gewoon onderdeel van het werk.

MinisterTer Horst

Ja, dat is mogelijk. Aan de ene kant stuurt de Kamer mij op pad omdat er vanuit landelijk niveau een aantal zaken moet worden geregeld. Aan de andere kant zegt de Kamer dat dit hoort bij het werk van die wijkagent en dat wij die wijkagent maar moeten laten.

De heerVan Raak(SP)

Ja.

MinisterTer Horst

Ik ben in ieder geval blij dat wij wat dat betreft het juiste beeld hebben.

Mevrouw Griffith heeft over de Taskforce Personeelsvoorziening gevraagd wat het inzicht van de taskforce is over de consequenties van politieke keuzes op de sterkteontwikkeling.

MevrouwGriffith(VVD)

Ik vroeg iets anders. De taskforce heeft u juist gezegd dat u inzichtelijk moet maken wat de consequenties zijn van politieke beslissingen op personeel. Dat is een van de adviezen van de Taskforce Personeelsvoorziening aan u. Hebt u dat inzicht al? Weet u wat die politieke beslissingen, zoals extra wijkagenten, betekenen voor de personeelsvoorziening binnen de politie en zo niet, wanneer gaat u daarvan bevallen?

MinisterTer Horst

Hierop zal ik in tweede termijn terugkomen als mevrouw Griffith dat goed vindt.

Mevrouw Griffith heeft verder gevraagd of de Kamer de nota Politie in ontwikkeling kan krijgen. Ja, die zullen wij aan u toezenden.

Mevrouw Kuiken heeft gevraagd hoe veel er kan worden bespaard op de inhuur van externen bij de vtsPN. Ik heb al eerder vandaag gezegd dat ik not amused was over de nulmeting van de vtsPN. Wat ik er aan positiefs over kan zeggen, is dat er in ieder geval gevraagd is om een nulmeting te doen. Veel verder kom ik eigenlijk op dit punt niet. De percentages externen zijn echt veel te hoog. Dat heeft ermee te maken dat aan het personeel dat dit werk deed de mogelijkheid is geboden om bij het oude korps te blijven. Dat betekent dus dat de vtsPN deskundigheid heeft moeten inhuren. Daardoor was men aan het dubbelen. Ik weet niet precies wat het personeel dat bij de korpsen is gebleven dan nog aan het doen is. Volgens mij doet men hetzelfde als de vtsPN. Die percentages zijn gewoon te hoog. Het streven is om 10% externen en 90% internen in 2011 gerealiseerd te hebben.

Er waren ook nog andere zaken die niet klopten. De heer Van Raak heeft ze genoemd. Ze staan allemaal zwart op wit. Nogmaals, ik ben not amused, zo moet het dus niet. Ook de voorzitter van het Korpsbeheerdersberaad heeft aangegeven dat hij hierop sterk zal sturen. Ik zal absoluut met hem meekijken op dit punt.

Hoeveel kan er worden bespaard? Het is niet zo gemakkelijk om dat te zeggen. Dat percentage was nu 40. Als je van 40 naar 10 gaat, heb je niet 30% bespaard, want het kan zijn dat je extra mensen in dienst moet nemen. Je bespaart dan wel op externe inhuur. Ervan uitgaande dat externe inhuur duurder is dan mensen in dienst hebben, kun je daarop besparen. Hoeveel dat precies is, vind ik moeilijk te zeggen.

Gevraagd is waarom korpsen een eigen systeem hebben voor jeugdregistratie. Dit is een van de voorbeelden die je moet uniformeren, als je dat met elkaar afspreekt. Er kan dan geen sprake van zijn dat een korps iets apart regelt.

Mevrouw Kuiken heeft gevraagd of ik bereid ben het werkgarantiecertificaat te verkennen. Er zijn al vergaande afspraken met Defensie over zowel tijdelijke als structurele overstap. Ik ben het er dus helemaal mee eens om te proberen bij die beide korpsen een werkgarantie af te geven. Het is op dit moment een beetje jammer dat er grote tekorten zijn bij Defensie en dat er tekorten worden verwacht bij de politie. Het is prettiger als de ene een overschot heeft en de andere een tekort. Misschien kunnen wij wel samen optrekken en in de arbeidsmarktactiviteiten effectiever zijn dan wanneer wij apart zouden optreden.

MevrouwKuiken(PvdA)

Het is uiteraard mooi om te horen dat u ermee aan de slag gaat. Kunnen wij op termijn, op een logisch moment, nader geïnformeerd worden over het hoe en wat?

MinisterTer Horst

Wij zijn altijd bereid om u te informeren over het hoe en het wat, onafhankelijk van het onderwerp.

Over de politiesterkte in 2010 heb ik al iets gezegd en over de niet-ingevulde formatie hebben wij gesproken.

MevrouwKuiken(PvdA)

De vraag gaat over de openstaande formatieplaatsen. De stukken die wij hebben ontvangen, geven geen inzicht in de formatieplaatsen die bewust worden opengehouden voor de basispolitiezorg, maar geeft inzicht in die voor de recherche.

MinisterTer Horst

Van de bpz weten wij het dus niet. Wij hebben er redelijk zicht op waarom er aangemelde vacatures zijn. De minister van Justitie en ik zitten er bovenop en als wij kunnen helpen met de invulling daarvan, zullen wij dat zeker doen. Bij de bpz heb ik dat inzicht nog niet op basis van dit onderzoek. Wij moeten dat nog verkrijgen.

Mevrouw Kuiken heeft ook gevraagd waarom groeiregio's in het budgetverdeelsysteem niets extra's hebben gekregen. Het budgetverdeelsysteem is langzamerhand nogal ingewikkeld geworden. Bestuurlijk en ambtelijk zijn wij tot de conclusie gekomen dat wij echt tot een ander systeem moeten komen, dat een stuk simpeler is dan het huidige systeem dat veel gedoe geeft en waaruit allemaal ellende kan ontstaan. Wij gaan daar zeker voor zorgen. Tot dat moment hebben wij de neiging om niet te veel aan het systeem te veranderen, want het kost energie en de vraag is of het zo nuttig is. In de afgelopen periode is 70 mln. tussen de korpsen verschoven. De stijgkorpsen hebben daadwerkelijk een stijging gerealiseerd. Je zou dus verwachten dat de daalkorpsen 90 mln. minder zouden hebben gekregen, maar u weet dat mijn voorganger toentertijd bij de onderhandelingen heeft geregeld dat hij 90 mln. extra kreeg. Dit betekent dus dat de daalkorpsen geen echte daalkorpsen zijn, maar dat zij daarvoor worden gecompenseerd. Dit geeft aan hoe wij in Nederland met dit soort zaken omgaan. Dat is voor de korpsen buitengewoon prettig, want het is altijd vervelend als je het met minder geld moet doen. Je kunt je wel afvragen wat de waarde van het systeem dan is.

MevrouwKuiken(PvdA)

Wanneer krijgen wij een nieuw systeem? Het lijkt mij relevant om dat te weten. Mij bereiken andere berichten van de krimpkorpsen. Zij zijn niet of slechts mondjesmaat gecompenseerd. Waar komt het verschil in antwoord vandaan en hoe beleven de korpsen dat?

MinisterTer Horst

De krimpkorpsen zijn gecompenseerd. Wij verwachten het nieuwe systeem in 2011.

MevrouwKuiken(PvdA)

Ik weet dat de krimpkorpsen gecompenseerd zijn. Die laat ik buiten beschouwing. Ik heb het nu over de groeikorpsen. Die moeten volgens de minister zijn gecompenseerd met 70 mln. voor de extra inzet, al spreekt de minister over 90 mln. Die korpsen zeggen echter tegen mij dat zij niet zijn gecompenseerd, of slechts mondjesmaat. Waar zit nu dat verschil? Klopt het niet wat de korpsen zeggen, of...

De heerÇörüz(CDA)

Ik wil het verhaal niet te ingewikkeld maken, want als ik de minister goed begrijp, kan ik constateren dat niemand erop achteruit is gegaan. Het korps Rotterdam-Rijnmond geeft echter aan dat het er via het budgetverdeelsysteem 2,5% op achteruit is gegaan. Ik zit nu ook een beetje in dubio.

MinisterTer Horst

Ik zal dit in tweede termijn netjes op een rijtje zetten. Ik heb overigens de neiging om tegen de korpsen te zeggen dat zij zich tot de minister of het ministerie moeten wenden en dat zij de discussie daar aan moeten gaan. Ik begrijp namelijk dat niet alleen de individuele agenten bij de Kamerleden binnenkomen, maar kennelijk ook de korpschefs en de korpsbeheerders. Dat is toch niet geloven!

MevrouwGriffith(VVD)

Wij hebben het zwaar.

MinisterTer Horst

Ja, jullie hebben het zwaar. Daarom lijkt het mij goed dat wij in het kader van het toekomstige stelsel bezien hoe wij het voor de Kamer een stuk gemakkelijker kunnen maken.

De heer Brinkman heeft naar de wijkagenten gevraagd. De datum was niet 1 januari 2007, maar 31 december 2007. Neem mij niet kwalijk wat dat betreft. Wij hebben een telling van het aantal wijkagenten gedaan. Per 31 december 2007 waren er 2635 wijkagenten. In de periode 2008-2011 moeten er 500 mensen bij. Per 1 januari 2009 zullen wij weten of er in 2008 inderdaad 125 wijkagenten bij zijn gekomen. Dat is wel mijn bedoeling, maar het is niet de afspraak. De afspraak was om dat aantal per 2011 te realiseren, maar ik heb tegen de korpsen gezegd dat het mogelijk moet zijn om dat in vier tranches te realiseren.

De heerBrinkman(PVV)

Als ik het goed heb, heeft alleen Amsterdam al bijna 500 wijkagenten. Wil dat zeggen dat de andere korpsen in totaal maar 2000 wijkagenten hebben?

MinisterTer Horst

Amsterdam-Amstelland heeft er 453.

De heerBrinkman(PVV)

Dan hebben de andere korpsen ongeveer 2100 wijkagenten te verdelen. Dat vind ik ontzettend weinig. De pretentie van die 500 meer verdampt als je dat aantal over het gehele land uitsmeert.

MinisterTer Horst

Dat kunt u vinden, maar het is in ieder geval 500 erbij. Anders blijven het er 2635. Dat lijkt mij niet weinig.

De heer Van der Staaij heeft een vraag gesteld over die ene wijkagent per 500 inwoners. Als er 3100 wijkagenten zijn op 16 miljoen Nederlanders, kom je op één wijkagent per 5000 mensen. De vraag is wel of je dit zo moet berekenen, want de Amsterdamse grachtengordel heeft geen wijkagent nodig. Ik vind dat ze moeten worden ingezet waar sprake is van problemen.

MevrouwGriffith(VVD)

Het is daar levensgevaarlijk.

MinisterTer Horst

Ik merk er niets van.

De heer Brinkman heeft gesproken over de motie over de hoofddoekjes. Daarover is al iets in de pers verschenen. Mijn standpunt over die hoofddoekjes, maar veel breder ook over de uiterlijke verschijningsvormen van de politie komt er snel aan. De kwestie zou morgen in een onderdeel van de ministerraad aan de orde komen, maar dat gaat niet door. Vrijdag komt het wel in de ministerraad. Ik kan mijn standpunt dus heel snel per brief aan de Kamer melden. Zij weet ook dat wij er nog overleg over zullen voeren met de bonden. De motie die de Kamer op dat punt heeft aangenomen, ben ik niet vergeten.

Dan iets over de vredesmissies. De heer Brinkman vraagt zich af, als wij problemen hebben in Nederland, waarom wij de deelname aan vredesmissies verhogen. Er is nog meer dan alleen Nederland. Wij hebben ook nog een buitenlands beleid. Er is heel veel vraag naar de inzet van Nederlandse politiemensen. Het zijn niet altijd agenten. Het zijn niet altijd operationele mensen. Het zijn soms ook beleidsmensen. Zij doen buitengewoon zinvol en nuttig werk. Dat bleek mij ook toen ik met een aantal van hen sprak, nadat zij weer terug waren bij de politie in Nederland. Ik hoop de heer Brinkman op dit punt te overtuigen, want hij of iemand anders van zijn partij hield er laatst nog een interessant betoog over. Hij stelde dat vredesmissies ook van belang zijn voor Nederland zelf. Stabiliteit in de wereld betekent immers ook stabiliteit voor Nederland. Het gaat hierbij om ongeveer vier mensen per korps.

De heerBrinkman(PVV)

Dat laatste kan ik mij bijna niet voorstellen. De minister heeft duidelijk aangegeven dat deze discussie over kerntaken heel belangrijk is en dat wij deze aangaan. Dat is een heel mooie belofte. Nu gaat de minister echter zelf zwalken. Zij geeft immers zelf al aan dat deze internationale missies niet een kerntaak van de politie zijn. Als mensen zoiets willen, moeten zij bij de Koninklijke Marechaussee gaan werken of naar defensie overstappen. Wellicht komt dan het plan van de minister en van mevrouw Kuiken wel weer in beeld. Echter, het is geen kerntaak die deel uitmaakt van de discussie. Waarom zwalkt de minister op dit punt en zegt zij niet gewoon: nee, dit doen wij niet meer, wij gaan niet meer naar scholen om voorlichting te geven en dus gaan wij ook niet naar het buitenland in verband met allerlei vredesmissies?

MinisterTer Horst

De heer Brinkman heeft zijn eigen definitie van wat kerntaken zijn. Ik vind het normaal dat de Politie Nederland een bijdrage levert in het kader van ons buitenlands beleid. De heer Brinkman zegt niet te geloven dat het hierbij gaat om vier mensen per korps. Hij weet dat het nu gaat om 40 mensen. Wij hebben gezegd dat wij het reëel vinden om te groeien naar 100. Wij hebben 25 korpsen, dus dit betekent vier personen per korps. Dit is buiten de bijdrage van defensie en van de marechaussee. Wat de politieagenten in het buitenland doen, zijn ook echte politietaken. Het gaat daarbij dus niet om militaire taken, maar om echte politietaken. Zij helpen met name om in de betreffende landen een politieorganisatie op te zetten. Ik denk dat dit buitengewoon nuttig werk is.

De heerBrinkman(PVV)

Ik heb nog één kleine opmerking: in de brief van de minister zelf is te lezen dat het hierbij niet gaat om een kerntaak. De minister zegt dat dus zelf. Zij kan met mij dus wel de discussie aangaan of iets nu wel of niet een kerntaak is, maar zij geeft zelf aan dat dit geen kerntaak is.

MinisterTer Horst

Ik zal de bewuste alinea er nog even op nalezen. Als de heer Brinkman gelijk heeft, zal ik hem dat zeker geven.

Dan de levensloopregeling en de aangehouden motie van mevrouw Kuiken en de heer Brinkman. Wij hebben gekeken of het mogelijk is om een zodanige regeling te treffen dat deze voor de politie niet nadelig is; vraag mij niet precies naar de details. Ik kan hierin geen veranderingen aanbrengen. Ik heb dit punt aangekaart bij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ik kan het niet oplossen binnen de rechtspositie van de politie. Als wij een en ander zouden willen compenseren, betekent dat een hoger inkomen en dus een lagere WAO. Ik hoop dat de Kamer dit begrijpt.

De heer Brinkman heeft gevraagd naar het aantal forensische assistenten. In de periode 2008-2011 worden in totaal 500 forensische medewerkers aangetrokken. Net zoals bij de wijkagenten gaan wij uit van een aantal van 125 per jaar. Begin dit jaar was de tranche voor dit jaar vrijwel ingevuld. Dus dat verloopt goed.

Dan de politie-inzet op het platteland. Zoals de Kamer weet, is hier vaak discussie over. Het budget van de politie wordt verdeeld op basis van gegevenskenmerken over de regio's. Het budgetverdeelsysteem houdt met betrekking tot noodhulp onder andere rekening met de oppervlakte. Met andere woorden, de oppervlakte is een van de sleutels in het budgetverdeelsysteem. Dit wil overigens niet zeggen dat er op het platteland nooit problemen zijn. De kern van deze problemen is vaak dat er wel één auto gestuurd kan worden, maar dat er geen ondersteuning is als de zaak uit de hand loopt. Begrijpelijkerwijs voelen mensen zich dan ook bedreigd en weten zij niet hoe zij een en ander moeten oplossen. Als je sterkte wilt organiseren op crisis, heb je veel meer politieagenten nodig. Als je deze crisis niet hebt, heb je deze politieagenten daarentegen helemaal niet nodig. Dat is het probleem van het platteland. Vaak worden er wel afspraken gemaakt binnen de regio om dit op te lossen, zodat er heel snel sterkte vanuit stedelijke gebieden kan komen om de politieagenten op het platteland te ondersteunen.

De heerVan der Staaij(SGP)

Wij hoorden dat in een aantal gevallen ook capaciteitsproblemen worden afgewenteld op gebieden waar minder aan de hand is. Dit heeft zijn negatieve doorwerking naar deze gebieden. Ziet de minister dit probleem ook? Moet er niet meer gelet worden op spreiding?

MinisterTer Horst

Het zou kunnen, maar ik heb de neiging om te stellen dat die discussie moet plaatsvinden binnen het regionaal college. In het regionaal college zitten ook de gemeenten en de burgemeesters van de plattelandsgemeenten. Zeker als zij met een behoorlijk aantal zijn, moeten wij hen goed in staat achten om een vuist te maken, zodat niet te veel agenten wegtrekken naar het stedelijk gebied en er op het platteland te weinig overblijven. Die discussie moet daar plaatsvinden.

Mevrouw Griffith vroeg in verband met de radicalisering waarom Amsterdam zo'n groot bedrag heeft gekregen. Het gaat om cofinanciering. Het is belangrijk, op te merken dat Amsterdam zelf 1,5 mln. heeft ingelegd. Andere gemeenten hebben minder ingelegd en denken met het ter beschikking gestelde bedrag toch effectief te kunnen zijn.

MevrouwGriffith(VVD)

Hoe zit het met Rotterdam, Den Haag en Utrecht?

MinisterTer Horst

Ik weet niet precies of Rotterdam, Den Haag en Utrecht met voorstellen zijn gekomen. Ik ken het lijstje niet uit mijn hoofd. Als zij met voorstellen komen, is er een mogelijkheid om hen te cofinancieren. Nogmaals, wij sturen niet alles van bovenaf. Dat lijkt mij echt onverstandig, zeker bij dit onderwerp. Wij laten het aan de gemeenten over of zij met plannen komen om radicalisering en polarisatie tegen te gaan.

Mevrouw Griffith heeft ook een vraag gesteld over de effecten en de kosten van het veiligheidsbeleid. Zij sprak over de constatering van het SCP dat effecten en kosten onduidelijk zijn en meer evaluatieonderzoek nodig is.

Dit onderzoek van het SCP gaat alleen over de effecten. Er komt vervolgonderzoek waarin ook naar de kosten gekeken wordt. Tweederde van de maatregelen blijkt effectief te zijn. Het SCP stelt dat evidence based beleid belangrijk is. Dat onderschrijf ik alleen maar. Met andere woorden: ga geen nieuwe dingen doen, maar kijk eerst of een en ander op feiten gebaseerd is.

MevrouwGriffith(VVD)

Ik had het toch anders begrepen. De Algemene Rekenkamer heeft eerder opmerkingen daarover gemaakt. Met name in de begroting zou een beleidseffectrapportage meegenomen moeten worden. Kan de minister dat punt voortaan meenemen bij de begroting?

MinisterTer Horst

Welk punt bedoelt u?

MevrouwGriffith(VVD)

Een beleidseffectrapportage, dus aangeven welke maatregel tot welk effect leidt. Dat is een ontbrekende schakel.

MinisterTer Horst

Dat was een opmerking van de Algemene Rekenkamer.

MevrouwGriffith(VVD)

Inderdaad, de Algemene Rekenkamer heeft dat gezegd bij de vorige begroting. Nu komt het SCP met dezelfde opmerking.

MinisterTer Horst

Als ik het goed heb, ging het onderzoek van het SCP over het beleid in het verleden. Het is hier en daar enigszins verkeerd in de pers beland. Het ging met name over de vraag, of de maatregelen effectief waren op het terrein van criminaliteit. Maatregelen kunnen heel effectief zijn zonder dat zij direct van invloed zijn op criminaliteit. De opmerkingen over effectiviteit moet je echt goed lezen. Ik neem aan dat mevrouw Griffith dat heeft gedaan. Nogmaals, dit ging over het verleden. De aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer hebben betrekking op de huidige begroting. De Algemene Rekenkamer stelt dat wij op een aantal punten duidelijk hebben aangegeven welke effectiviteit wordt beoogd. Daarin kunnen wij nog een verbeterslag maken. Ik hoop dat wij dat kunnen laten zien bij de volgende begroting.

De heer Van der Staaij heeft gevraagd wat ik ga doen aan de negatieve prikkel als gevolg van het verlies van de onregelmatigheidstoeslag. Ik heb daarover samen met mijn collega een brief gestuurd aan de Kamer. In het kader van de cao is een verruimde afbouwregeling voor de onregelmatigheidstoeslag afgesproken en die gaat 1 januari 2009 in.

Verder vroeg de heer Van der Staaij naar de basis voor de bezuiniging van 100 mln. Het gaat om 2% van de totale politiebegroting. Die productiviteitsstijging moet een overheidsorganisatie absoluut kunnen halen. Elke organisatie moet in staat om een productiviteitsstijging van 2% te realiseren en dus ook de politie.

De heer Anker heeft nog een vraag gesteld over de regionale informatie- en expertisecentra. Hij wilde weten wat de reactie was op het advies van de commissie-Joldersma. Recent hebben wij de Kamer hierover geïnformeerd. Ik had wel een oordeel over dat rapport. Ik had de indruk dat de commissie de taken die aan het regionale centrum worden toegekend een beetje overschat en zij daardoor zorgen hadden. Ik meen dat de regionale centra een buitengewoon belangrijke rol kunnen spelen en de gemeenten in die regio's kunnen helpen. Er zijn heel veel kleinere gemeenten die niet zoveel expertise hebben voor het bestrijden van de georganiseerde criminaliteit. Juist deze centra kunnen de kleine gemeenten daarbij helpen. Wij zijn allang tot de conclusie gekomen dat politie en justitie die bestrijding niet alleen kunnen doen. Je hebt zowel de gemeente nodig als de Belastingdienst, de Fiod en meer van dat soort organisaties. Nogmaals, ik meen dat deze centra een belangrijke rol kunnen spelen. Wat de contacten tussen de onderwereld en de bovenwereld betreft, wijs ik erop dat nog maar pas een stuk hierover naar de Kamer is gestuurd. Drie minister hebben daarvoor een inbreng geleverd en dit onderwerp past heel goed bij de inhoud van dat stuk.

De heer Anker vroeg: wat doet u om de functie van rechercheur aantrekkelijker te maken? Met onze brief hebben wij een aantal elementen genoemd: betere loopbaanmogelijkheden, kortere opleiding van externen en de beloning van de rechercheurs beoordelen aan de hand van het functiewaarderingsonderzoek. Hierover voeren wij overleg met de korpsbeheerders.

De heerAnker(ChristenUnie)

Voorzitter. Ik dank de minister voor haar antwoord op dit punt. Wat zij doet is heel goed. Ik sprak echter over het probleem dat mensen heel graag zo'n functie vervullen. Ik denk dan aan mensen die op de politieacademie door de test komen, maar die niet een plek kunnen vinden bij de politie, terwijl die er wel zou moeten zijn.

MinisterTer Horst

U liet mij dat weten, zelfs schriftelijk. Ik zal nagaan waar dat mee te maken heeft. Zoiets is onbegrijpelijk. Wij vinden allemaal dat deze mensen een plek moeten krijgen bij de politie. Ik zal dus nagaan hoe dit komt.

Dan wil ik nog een opmerking maken over het gezag van de politie en over de imagotop. Daarover sprak mevrouw Kuiken. Volgend jaar zullen wij een politietop houden. Die top is een uitvloeisel van de cao-besprekingen. Die top neem ik buitengewoon serieus. Wij gaan er veel mensen bij betrekken. In de eerste plaats zullen dat mensen uit de politieorganisatie zijn, maar wij zullen ook andere mensen die interessante opmerkingen kunnen maken hiervoor aantrekken. Vanaf het begin heb ik gezegd dat het de bedoeling is om de politie in de samenleving de positie te geven die haar toekomt. Dat heeft voor een heel groot deel te maken met gezag. Ik meen dat wij niet een aparte imagotop nodig hebben. Het aspect van het imago kan goed aan de orde komen bij de politietop die ophanden is.

De heerBrinkman(PVV)

Op twee opmerkingen van mijn kant is de minister nog niet teruggekomen. De eerste betreft de Marokkaanse dienders die door de Marokkaanse overheid zijn benaderd. Vier mensen hebben hun opleiding gestaakt. Is de minister dat bekend? Heeft zij daar onderzoek naar gedaan?

Ik heb de ambtenaren ter rechterzijde van de minister net een brief gegeven over de internationale vredesmissies. Ik heb onderstreept dat die volgens de minister niet tot haar kerntaken behoren. Ik wil graag met haar afspreken dat zij deze taak dan meteen schrapt.

MinisterTer Horst

Voorzitter. Ik wil op deze twee opmerkingen in tweede termijn terugkomen.

De voorzitter:

Dan is het woord aan de minister van Justitie.

MinisterHirsch Ballin

Voorzitter. Ik wil beginnen met mij aan te sluiten bij datgene wat mijn collega van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft gezegd over een aantal algemene aspecten van het functioneren van de politie en over het politiebestel. In het bijzonder denk ik daarbij aan het onderstrepen van het vele goede dat door de politie wordt gedaan, uiteraard zonder voorbij te gaan aan de specifieke problemen. Er zijn bijvoorbeeld bij essentiële onderdelen van de politie te veel vacatures. Ook wil ik mij graag aansluiten bij wat mijn collega heeft gezegd over de verhouding van preventie en repressie. Dit ligt in het verlengde van wat wij doen in het kader van het project"Veiligheid begint bij Voorkomen" en meer in het algemeen van de manier waarop wij de criminaliteitsbestrijding aanpakken. Repressie klinkt niet zo aardig, preventie klinkt aardiger. Repressie en preventie horen bij elkaar en zijn nauw met elkaar verbonden in een stevige aanpak van de criminaliteit, zowel kleine criminaliteit in de sfeer van overlast als grote criminaliteit.

Dit betekent dat de politiefuncties over de hele breedte van belang zijn voor het beleid op het terrein van de rechtshandhaving. Het is niet alleen de recherche, want het begint bij preventieve activiteiten en eindigt met wat wordt gedaan in het kader van opsporing en veroordeling. Dit geldt ook voor het onderwerp waarover wij in een ander verband hebben gesproken, namelijk de inzet van de politie op het terrein van het vreemdelingentoezicht, het een onder gezag van het Openbaar Ministerie, het ander rechtstreeks onder gezag van de bewindslieden van Justitie.

Ik deel de zorgen die de heer Çörüz uit over de onderbezetting bij de recherche uit het oogpunt van wat ik zo-even heb verwoord. Het onderzoek naar het aantal vacatures bij de recherche bevestigt dat. Men zal onze brief van afgelopen vrijdag over dit onderwerp hebben gezien. Er is met name een probleem voor het specialistische personeel. Ook is er een probleem bij de recherche bij het aanpakken van vormen van hardnekkige criminaliteit in sommige steden of wijken. Dat was ook de reden voor de extra inzet van recherche op tijdelijke basis, iets waartoe ik heb besloten gelet op de situatie in de regio Hollands Midden. Het is namelijk essentieel dat er op de harde kern van problemenveroorzakende groepen kan worden doorgerechercheerd. Vandaar dat wij gezamenlijk met de korpsbeheerders in overleg treden om te bezien op welke manier de tekorten bij de recherche kunnen worden aangevuld. Enkele concrete voorstellen zijn te vinden in onze brief over dit onderwerp.

De heer Çörüz heeft gesproken over het Nederlands Forensisch Instituut en de zaken die blijven liggen bij zowel DNA- als bloedonderzoeken. De achterstanden bij dit instituut zijn de afgelopen tijd fors gedaald, maar moeten zeker nog verder dalen. De werkvoorraad is over de gehele linie gedaald met 52% en de levertijden zijn 40% verminderd ten opzichte van januari 2007. Een belangrijke rol spelen daarbij de bovenregionale forensische servicecentra waar vraag en aanbod van forensische diensten elkaar zullen ontmoeten. Dat is van cruciaal belang voor een doelmatige vervulling van de politietaken door de recherche om wachttijden te voorkomen en ervoor te zorgen dat binnen de afspraken die op regionaal niveau kunnen worden gepreciseerd de forensische expertise beschikbaar komt voor de rechercheonderzoeken.

Hoe wordt in Nederland het geweld bestraft dat wordt gepleegd tegen agenten of andere mensen met publieke taken? De strafvorderingsrichtlijn is per 1 december 2006 aangepast en verhoogd. Daarvoor is een opdracht tot onderzoek gegeven. Wij verwachten dat de uitkomsten van dit onderzoek, met onze conclusies, begin 2009 aan de Kamer kunnen worden toegezonden. Daarbij zullen wij ook ingaan op het opsporings- en vervolgingsproces van het geweld tegen politieambtenaren. Het lijkt mij het beste om de resultaten van dit onderzoek nog even af te wachten, omdat deze begin 2009 al naar de Kamer toe zullen komen. Laat men ervan verzekerd zijn dat het onderwerp onze volle aandacht heeft. Dat geldt ook voor de wenselijkheid van het creëren van een gekwalificeerd delict op dit terrein, hetgeen ook de strekking was van hetgeen de heer Çörüz, als ik hem althans goed heb begrepen, zojuist naar voren bracht. Ik denk dat wij er goed aan doen om eerst te bekijken wat uit het onderzoek komt en of wij dat verder kunnen oplossen via een goede toepassing van de aanwijzing. Mijn indruk op dit moment is dat er reden is om in ieder geval op dat punt verbetering te vragen respectievelijk te proberen om de rechters meer te motiveren om aan de eisen van het OM gevolg te geven. De gedachte van de heer Çörüz dat wij op dit punt tot wetswijziging moeten concluderen sluit ik niet bij voorbaat uit. Dat zullen wij nader bezien naar aanleiding van dat onderzoek. Ik denk dat ik hiermee ook de vragen van de heer Van Raak en mevrouw Griffith heb beantwoord.

Mevrouw Kuiken vroeg hoe kan worden voorkomen dat de politie oneigenlijke taken uitvoert. Uit dat oogpunt zijn natuurlijk de afspraken op landelijk niveau van belang. Ook betekent het dat in de sfeer van beheer, zoals mijn collega al heeft gezegd, wellicht een extra argument is om naar meer eenheid op dat punt te streven. De vraag wat tot de taken van de politie behoort, is een vraag die natuurlijk niet per regio verschillend moet kunnen worden beantwoord. Ook deze vraag zullen wij overigens, zoals ook is afgesproken in het coalitieakkoord, betrekken bij het bepalen van het kabinetsstandpunt over de vraag of al dan niet in gewijzigde vorm vervolg wordt gegeven aan het aanhangige wetsvoorstel dan wel of niet op een andere manier de nodige verbeteringen tot stand kunnen worden gebracht. Daar hoort dit inderdaad ook bij. Dank aan mevrouw Kuiken dat zij dit punt terecht onder de aandacht brengt. Via de beleids- en beheercyclus proberen wij er intussen voor te zorgen dat dit zo goed mogelijk loopt.

MevrouwGriffith(VVD)

Voorzitter. Ik kan het even niet meer volgen. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft net toegezegd een notitie over die oneigenlijke taken naar de Kamer te zullen sturen plus een kabinetsstandpunt daarover. Ik probeer nu dat wat de minister van Justitie zei daaraan te koppelen.

MinisterHirsch Ballin

Dat is geheel complementair eraan. Ik pikte dit punt van mevrouw Kuiken op, omdat dit ook de manier raakt waarop de politie georganiseerd wordt, maar uiteraard zal daaraan voorafgaand deze notitie komen.

Mevrouw Kuiken vroeg nog naar de 500 formatieplaatsen en de verdeling over de regio's. Ik heb de indruk dat die vraag in hoofdzaak al is beantwoord, maar wellicht nog iets over de hoofdofficieren. Ik zal hen vragen om de discussie over de formatie en bezetting in hun regio actief in de regionale driehoeken en regionale colleges aan de orde te stellen en te voeren.

Volgens mij heb ik ook geen vragen meer openstaan van de heer Brinkman.

De heerBrinkman(PVV)

Hoe het staat met de vervolging van die politieman die informatie naar de Marokkaanse overheid heeft doorgegeven?

MinisterHirsch Ballin

Sinds het debat dat wij daarover in de plenaire zaal hebben gevoerd, zijn daarin geen nieuwe ontwikkelingen te melden. Als er conclusies zijn, zal ik u daarover uiteraard graag informeren, overigens zonder met dit antwoord vooruit te willen lopen op bevindingen uit het strafvorderlijk onderzoek. Ik zeg dit maar in alle zorgvuldigheid, want ik kreeg de indruk dat de heer Brinkman al een bepaalde conclusie had getrokken.

De heer Anker sprak over het aandeel kinderporno in de werklast van de politie. Door de inzet in die landen waar de politie aan dit onderwerp prioriteit geeft, is er inderdaad een zekere verspreiding van het openbare deel van het internet naar besloten delen waarneembaar, zoals kleine gebruikersgroepen van IRC-kanalen. Daardoor is het niet echt mogelijk inzicht te geven in aard en omvang. Wij staan in zekere zin voor een blinde muur. In die gevallen waarin het toch mogelijk blijkt om te kijken naar wat daarachter plaatsvindt, wordt er zoveel mogelijk op doorgerechercheerd. Het Landelijk Expertise Centrum is op dit terrein in staat om meer zaken aan te leveren dan de regionale korpsen bij de huidige stand van zaken kunnen oppakken. Zoals men heeft kunnen afleiden uit eerdere delen van onze antwoorden is dat één van de redenen – maar zeker niet de enige – waarom er meer capaciteit nodig is. Wij hebben zicht op wat zich via de diverse politiekanalen en meldpunten blijkt voor te doen in Nederland. Over dat onderwerp wordt er op 10 december een AO gehouden. Dat lijkt mij de meest geschikte gelegenheid om over dit onderwerp verder te spreken.

De heer Anker vroeg hoe de afspraak dat een proces-verbaal van jeugdige verdachten binnen dertig dagen bij het OM moet worden ingediend, zich verhoudt tot wat ik heb gezegd en toegezegd over de toepassing van snelrecht en supersnelrecht. Als die afspraak van dertig dagen niet alleen een maximumtermijn zou betreffen, maar ook de termijn die in alle gevallen wordt toegepast, zou dat inderdaad met elkaar kunnen botsen. Het zou dan niet verenigbaar zijn. Het College van procureurs-generaal is op dit moment bezig een menukaart snelrecht te ontwikkelen. Laat u de eventuele associaties met fastfood maar achterwege; wij zullen deze menukaart hanteren voor fastlaw. Dat betekent dat aan het begin van het proces wordt beoordeeld welke werkwijze en welk tempo van aanleveren van het proces-verbaal nodig zijn voor de beoogde wijze van berechting. Door die keuze aan het begin van het proces te maken, voorkomt men dat het maximum dat in algemene zin is afgesproken, ons door het ontbreken van een proces-verbaal klem zet in bijzondere gevallen waarin wij bijvoorbeeld beleidsmatig snelrecht willen toepassen, zoals bij de jaarwisseling. Dat is de manier waarop deze twee dingen praktisch op elkaar worden afgestemd.

De heer Van der Staaij heeft mij geen vragen gesteld. Als ik het goed heb, ben ik hiermee gekomen aan het eind van mijn aandeel in de beantwoording in eerste termijn.

De heerVan Raak(SP)

Voorzitter. De discussies met de minister verlopen niet altijd gemakkelijk. Soms verlopen zij zelfs stroef. Naar mijn idee komt dat doordat wij soms vanuit een andere wereld spreken. Ik heb altijd moeite met de papieren werkelijkheid van het ministerie. Ik wil best geloven dat het goed gaat met de politie. Het gaat goed met heel veel agenten en bureaus. Met heel veel gaat het goed. Als ik de papieren werkelijkheid van het ministerie echter toets aan de werkelijkheid van de bureaus, zie ik toch echt een andere wereld. Ik wil met de minister graag discussiëren over de rol van de Kamer bij het controleren, maar volgens mij zit het probleem niet bij de Kamer. Het probleem zit bij het ministerie zelf. Volgens mij wordt het ministerie veel geïnformeerd door de top, terwijl veel Kamerleden worden geïnformeerd door de basis. Soms heb ik het idee dat er bij de basis van de politie veel onvrede aanwezig is. Die wordt dan geuit naar een chef of manager. Die stelt het iets mooier voor. Daarna gaat het steeds verder omhoog tot het bij de top komt, bij de korpsleiding. Tegen die tijd is de onvrede omgezet in het idee dat niet alles altijd even goed gaat.

Betere publieke diensten voor minder geld. Als dat kan is het fantastisch, maar wij hebben maar weinig publieke diensten die veel beter zijn geworden door bezuinigingen. Toch wil de minister dat.

Ik wil dat de politie effectiever wordt en efficiënter. Daarvoor hebben wij de voorziening tot samenwerking Politie Nederland in het leven geroepen. De minister noemt dit zelf ook. Die voorziening doet het niet goed, die doet het zelfs heel slecht, die is uitermate verkwistend en helemaal niet effectief. Daar moet worden ingegrepen. Als de minister dan zegt dat de voorziening tot samenwerking Politie Nederland ervoor moet zorgen dat het goedkoper en effectiever wordt, heb ik daarin helemaal geen vertrouwen in want die voorziening werkt niet, De minister moet ook niet kijken of het daar beter gaat met de inhuur van externen, zij moet ingrijpen.

Als de minister bezuinigingen wil, moet zij die niet over de schutting gooien. Zij moet dan niet zeggen, ik wil een bezuiniging en dan moeten de korpsen die bezuiniging gaan regelen. De minister moet dan de regie voeren. Je ziet nu al dat verschillende korpsen vacatures niet invullen om te kunnen bezuinigen of om in ieder geval de tekorten te kunnen opvangen. Je ziet bij de korpsen al een ontwikkeling om tekorten en bezuinigingen op te vangen met minder mensen. Ik wijs erop dat investeringen in de politie ontzettend goed zijn, minder winkeldiefstal, minder inbraken, minder geweld. Dit levert niet alleen een veiliger samenleving op, maar ook heel veel geld. Dit zijn goede investeringen voor een overheid, beter dan in een IJslandse bank.

Bezuinigen op externen is naar mijn mening veel beter dan bezuinigen op agenten. Bezuinigingen zonder verlies van agenten; agenten geloven dat niet zo. De ondernemingsraden geloven dat niet zo en volgens mij gelooft de korpsleiding het ook niet zo. Ik denk dat alleen de minister het gelooft. Dat is een smalle basis. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, af te zien van de voorgenomen bezuinigingen op de politie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 10 (31700-VII, 29628).

De heerVan Raak(SP)

De minister ergert zich eraan dat er landelijk afspraken worden gemaakt, maar dat de korpsen allemaal weer wat anders doen. Dat zien wij bij de bezuinigingen, maar ook bij de bonnenquota. Hier zien wij ook weer de kloof tussen de werkelijkheid van het ministerie en de werkelijkheid van de korpsen. In veel korpsen gebeurt het niet meer en zijn de agenten daarover erg tevreden. Op veel bureaus komt het niet meer voor dat agenten bonnenquota moeten vol schrijven, maar heel vaak gebeurt het wel. Dit is onderdeel van beoordelingsgesprekken. Agenten krijgen een officiële waarschuwing als zij niet voldoende bonnen uitschrijven. Ik kan wel weer een motie indienen, maar in plaats daarvan vraag ik de minister om dit serieus te nemen. Neem dit nu eens serieus. Agenten zeggen ook: wij kunnen ons werk niet doen. Ik vind het echt kwaadwillendheid als de minister telkens zegt: wat is er nu mis met bonnen schrijven, wij moeten toch ook af en toe bonnen schrijven. Daar gaat het niet om. Het gaat er hier om dat bonnenquota een manier van aansturing zijn. Door politiemanagers wordt het aantal bonnen gezien als een manier van aansturing van politieagenten. Dit wordt door politieagenten terecht gezien als georganiseerd wantrouwen. Neem dit alsjeblieft serieus.

Sommige agenten zeggen dat zij er door de reiskostenvergoeding € 100 per maand op achteruitgaan. Ik kan u verzekeren dat dit op het inkomen van de gemiddelde agent een hele slok op een borrel scheelt. De minister zegt dat zij hier bij de volgende cao naar wil kijken, maar dit lijkt mij niet goed. Volgens mij is er een afspraak gemaakt tussen de minister en de vakbonden die in veel gevallen te ongunstig uitwerkt. Ik vraag de minister om daar nog eens goed naar te kijken. Vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, een inventarisatie te maken van de problemen met de nieuwe reiskostenvergoedingen voor agenten en ervoor te zorgen dat zij er met deze nieuwe regeling niet op achteruitgaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 11 (31700-VII, 29628).

De heerVan Raak(SP)

Ik wil graag een positief beeld schetsen, maar het lukt nog niet, Het gaat niet goed met de politie, in ieder geval op veel te veel plaatsen en met veel te veel agenten. Waar ik kom, ontmoet ik bevlogen en loyale agenten en op deze idealisten draait op dit moment de hele Nederlandse politie. Diezelfde agenten klagen echter dat zij hun werk niet goed kunnen doen. Zij vrezen voor de toekomst, voor de financiële tekorten, voor het tekort aan nieuwe collega's, voor de bureaucratie, de werkdruk, de toenemende taken en de druk op de roosters. Veel bureaus draaien op de loyaliteit van de agenten. Deze wordt zwaar op de proef gesteld en wij moeten als politiek goed oppassen dat wij niet over de grens gaan.

De heerBrinkman(PVV)

In de eerste motie vraagt de heer Van Raak de regering om de bezuiniging van 100 mln. te schrappen. Waar haalt hij de dekking vandaan?

De heerVan Raak(SP)

Ik heb eerst al gezegd dat dit een fantastische investering is. Daarmee moet de heer Brinkman het toch eens zijn. En zullen wij verder zeggen: 10% minder externen bij de ministeries? Dit lijkt mij meer dan voldoende.

De heerÇörüz(CDA)

Voorzitter. Ik dank de beide ministers voor de beantwoording en de toezeggingen naar aanleiding van enkele door mij ingebrachte punten.

Ik ben mijn inbreng begonnen met het uitspreken van waardering voor de duizenden mannen en vrouwen die dagelijks in de weer zijn voor onze veiligheid. Ik blijf dat herhalen, want in het programma Veiligheid begint bij Voorkomen speelt de politie een cruciale rol. Dat moeten wij naar mijn mening ook koesteren. Er is echter nog wel veel werk aan de winkel. De ministers onderschrijven dat ook.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft ook erkend dat hier en daar dubbel werk wordt gedaan, bijvoorbeeld op het vlak van werving en selectie. Ik heb in dit kader ook de registratie van jeugdigen genoemd en niet te vergeten de overhead van 16% tot 27%. De minister geeft aan dat zij er bovenop zit, maar wanneer kan de Kamer nu een resultaat zien tussen nu en de komende maanden? Ik zie graag dat de minister op dat moment kan aangeven dat op de door de Kamer aangegeven punten verbeterslagen zijn gemaakt ten aanzien van overhead, dubbel werk op het vlak van werving en selectie en dergelijk. Wij zien graag de resultaten van haar woorden dat zij er bovenop zit.

Ik kom nog even terug op het diversiteitsbeleid. Nadrukkelijk heb ik aangegeven dat het niet alleen een kwestie is van binnenhalen, maar ook van binnenhouden. Als het diversiteitsbeleid gericht is op 50% allochtonen en vrouwen in de bovenste managementlaag, dan is de marge natuurlijk klein, want er komen niet zoveel functies voor korpschef vrij in de komende vier jaar, naar ik vermoed. Lopen wij dan niet het gevaar dat de mannen van boven een bepaalde leeftijd – in dit geval spreken wij over mannen – vaststellen dat zij niet kunnen doorstromen, dus het korps misschien wel vaarwel zeggen? Als wij nu al horen dat wij misschien zelfs bij Defensie mensen moeten weghalen, dan schiet dat niet op en is er sprake van verplaatsen van het probleem. Ik wijs bijvoorbeeld op de vacature in de functie van korpschef voor de regio Zuid-Holland-Zuid, welke functie nu bijna een jaar vacant is. Waar ligt dat nu aan? Ligt dat aan het fenomeen van het diversiteitsbeleid, of ligt dat aan iets anders? Ik vind het diversiteitsbeleid een goed streven, maar voor ons mag het niet betekenen dat dit leidt tot diversiteit om de diversiteit.

Ik breng nog een klein technisch klein punt in, dat ik in mijn eerste termijn vergeten ben. De regio Limburg-Noord werkt samen over de grens in de zogenaamde politionele euregio Rijn-Maas-Noord. De politie in de regio Limburg-Noord moet dus kunnen communiceren met haar Duitse collega's. Het ontbreekt de Nederlandse politie echter aan een ICT-tool waarmee WPS snel op de geformuleerde definities kan worden ontsloten. Daarvoor is een aanvraag gedaan. Hier vliegen de miljarden ons soms om de oren, maar met deze aanvraag is € 100.000 gemoeid. Als wij de grensoverschrijdende criminaliteit willen aanpakken, waarom is deze zaak dan blijven liggen?

Ik ben blij met de duidelijke toezegging van de minister van Justitie om de OM-richtlijn zo te verscherpen, of althans dat hij daarnaar zal kijken, dat als onze agenten klappen krijgen, wij dat in beginsel straffen met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Ik had daarvoor een motie opgesteld, maar als de evaluatie in januari plaatsvindt, dan wil ik niet flauw zijn en die evaluatie afwachten. Het signaal van de minister van Justitie vind ik erg belangrijk, dus ik ga er ook vanuit dat de minister in die richting beweegt.

Hetzelfde geldt ook ten aanzien van de toezegging van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de wijkagenten en de beloning, niet alleen in geldelijke sfeer. Ik vind dat wij onze beste mensen in de wijken moeten hebben en die ook niet om het jaar moeten wisselen. De carrièrekansen moeten eigenlijk daar liggen. Als de minister toezegt dat zij dit punt meeneemt in het toegezegde functiewaarderingsonderzoek dat in het voorjaar van 2009 zal verschijnen, dan wil ik niet zo flauw zijn om met een motie te komen. Ik vind het politieke signaal van de minister in dezen zo belangrijk, dat ik zeg: hou die wijkagent in the picture, want die kan zo veel betekenen in de preventieve sfeer. Dat kan ook weer heel veel centen schelen.

MevrouwGriffith(VVD)

Voorzitter. Ik bedank beide bewindspersonen voor hun beantwoording.

De zorgen van de VVD-fractie over de 100 mln. aan bezuinigingen zijn niet weggenomen. Ik vrees dat deze bezuiniging ten koste zal gaan van de operationele diensten en blauw op straat. De minister heeft in haar antwoord op de schriftelijke vragen aangegeven dat dit niet zal gebeuren. Ik schort mijn oordeel daarover voorlopig op, want binnen nu en enkele weken zullen de korpsen aangeven hoe zij die bezuiniging invullen. Ik ga ervan uit dat wij daarover bericht zullen ontvangen. Aan de hand daarvan zal ik mijn oordeel geven. Als je werkelijk 25% minder criminaliteit wilt en als je echt wilt dat het in Nederland veiliger wordt, mogen de bezuinigingen natuurlijk niet ten koste gaan van de operationele diensten. Wij blijven bezorgd, want de signalen die wij hierover ontvangen, nemen wij heel serieus.

Ik bedank de minister voor haar toezegging dat wij informatie zullen krijgen over de netto resultaten van de core business. Ik sprak in dit verband zelf over de oneigenlijke taken. Het mag natuurlijk niet leiden tot versnippering en daarom moeten wij weten wat de stand van zaken is, wat de korpsen doen en welk beleid de regering gaat voeren. Welke taken moeten met andere woorden wel en welke niet worden gedaan? Ik zie de notitie hierover tegemoet.

Ik heb genoteerd dat de minister bereid is om de quota die de regionale korpsen hanteren, voor de Kamer inzichtelijk te maken. Ik zou graag willen weten naar welke doelen het geld gaat en welke afspraken er zijn gemaakt.

Ik ben niet ingegaan op de landelijke politie, omdat hierover een rapportje van de Algemene Rekenkamer voorligt. Het is beter om hierover op een ordentelijke manier te spreken. Er staat een algemeen overleg over dit onderwerp gepland en ik denk dat het goed zou zijn als wij daarbij het rapport van de inspectie kunnen betrekken.

De minister is mij nog een antwoord schuldig op mijn vraag over haar opvatting over de aanbeveling van de Taskforce Personeelvoorziening Politie.

Mijn laatste punt is de administratieve lastendruk bij de politie. De staatssecretaris heeft een website gelanceerd. De minister is verder ook bekend met de vijf knelpunten. Het echte probleem illustreerde de minister toen bleek dat zij niet eens wist wat de naam van de website is. Daar zit mijn probleem. De minister sprak over www.waarhebjelastvan.nl terwijl het www.administratievelasten.nl moet zijn. Ik maak mij er zorgen over of de politieagenten de regels waarvan zij last hebben, daar wel gaan melden. Ik vroeg daarom of de bonden en de politieregio's weten of zij daar met hun klachten terecht kunnen.

Ik zou het fijn vinden als er een aparte website voor de politie in het leven wordt geroepen die goed herkenbaar is voor agenten. Zij kunnen daar dan immers gemakkelijker met hun meldingen terecht. Ik vraag de minister om daar met de staatssecretaris naar te kijken. Desnoods moet er een aparte website voor de politie komen, want het is essentieel dat de politie zelf komt met administratieve lasten en regels waar zij last van heeft. De algemene website www.administratievelasten.nl is niet politiespecifiek genoeg.

MevrouwKuiken(PvdA)

Moeten wij wel beginnen aan zo'n aparte website voor administratieve lasten bij de politie? Je hebt dan namelijk weer mensen nodig voor het beheer. Laten wij het toch niet ingewikkelder maken dan het is. Alle korpsen zijn geïnformeerd over het bestaan van de website. Mensen weten de website ook te vinden. De korpsen weten ons verder ook te vinden. Als je alle e-mailtjes bij elkaar optelt, kom je ook op een aardig aantal uit. Waarom nu weer zo'n website specifiek voor de politie?

MevrouwGriffith(VVD)

ICT is daarvoor een heel handig middel. En je hebt niet één mannetje voor elke website nodig. Je hoeft alleen maar een aparte link voor de politie te maken, opdat zij zich kunnen herkennen in de naam van de website waar zij met hun klachten terecht kunnen. U zegt dat de politie u weet te vinden. Ik daag u daarom uit om mij drie administratieve regels te noemen die de politie als belastend ervaart en bij u heeft gemeld.

MevrouwKuiken(PvdA)

Ten eerste de tijd die men kwijt is aan de administratieve afhandeling van alle verbalen. Ten tweede de tijd die men kwijt is om iemand die gearresteerd wordt, op te sluiten en alle papierwerk dat daarbij komt kijken. Ten derde de tijd die men kwijt is met het aanvragen van nieuw materieel of kleding. Ik weet niet of deze drie in het rijtje staan, want dat heb ik niet helemaal compleet.

MevrouwGriffith(VVD)

Ik heb het rijtje wel compleet en de staatssecretaris heeft deze drie niet in haar rijtje. Het gaat mij erom dat er een website is die herkenbaar is voor de politie. De kosten vallen absoluut mee, omdat één beheerder meerdere websites kan beheren. Daarover hoeft mevrouw Kuiken zich geen zorgen te maken.

De heerVan Raak(SP)

Ik vind het prima al maken wij 100 websites. Zo werkt het echter net niet. Het werkt niet om mensen op een website te vragen waarom zij hun werk niet kunnen doen. Ik heb vorig jaar onderzoek gedaan onder politieagenten en gevraagd waar zij tegenaan lopen. Je moet dan doorvragen, je moet naar agenten toegaan en met ze praten, kopje koffie erbij en even doorvragen wat nu precies het probleem is en welke oplossingen er zijn. Kan dat allemaal met een website? Volgens mij werkt dat niet zo en moet je agenten aanspreken en veel agenten aanspreken. Een heel ministerie kan bijna alle agenten spreken.

MevrouwGriffith(VVD)

Ik zou de mensen van het ministerie niet het land willen insturen om naar alle 26 korpsen te gaan en alle 52.000 politieagenten te vragen waarvan zij last hebben. Ik denk dat je efficiënt gebruik moet maken van de ict die er is. Dat doet de heer Van Raak ook. Ik ken zijn plannen. Hij heeft die bij de vorige begroting ingediend. Helaas hebben ze het niet gehaald. Ik was wel enigszins verbaasd dat hij ze niet nog een keer heeft ingediend, want hij is nogal vasthoudend van nature.

MevrouwKuiken(PvdA)

De minister daagde mij uit antwoord te geven op de vraag: waarom zijn wij hier op aarde? Ik ben ervoor bepaalde randvoorwaarden te creëren om te zorgen dat buurten en straten in Nederland veiliger worden. Een van die randvoorwaarden is voldoende agenten, wijkagenten, rechercheurs die hun werk kunnen doen en ook datgene kunnen doen waarvoor zij aangenomen zijn.

Ik maak mij geen zorgen over de taakstelling van 100 mln. Ik denk dat die met betere samenwerking door vermindering van bureaucratie, minder dure huisvesting en vermindering van de externe inhuur met gemak kan worden gehaald. Het betreft een budget van 4,7 mld. en een taakstelling van 100 mln., verspreid over vier jaar. Alleen al in Leeuwarden was er een extra uitgave van 67 mln. op basis van huisvesting. Met een beetje creatief zoek- en vindwerk is die taakstelling mogelijk.

Meer zorgen maak ik mij over de wijze waarop de korpsen omgaan met deze taakstelling en de financiële tekorten die zij zelf hebben veroorzaakt. Daarom is het goed – en zo vat ik de uitspraken van de minister op – dat zij er bij de korpsen op aandringt dat de taakstelling niet ten koste mag gaan van het blauw en van de recherche. Ik word dan ook graag geïnformeerd over de gesprekken die de minister na 15 november 2008 voert over de wijze waarop wordt omgegaan met de financiële tekorten en de wijze waarop de taakstelling uitvoering krijgt.

De minister heeft in eerste termijn toegezegd dat zij nog ingaat op de budgetverdeelsystematiek. Wanneer komt er een nieuw systeem en hoe zit het precies met de groei van elk korps? De PvdA-fractie heeft de minister gevraagd samen met de minister van Financiën te komen tot een werkgarantiecertificaat. Ik heb begrepen dat zij inmiddels afspraken hebben gemaakt en dat zij daartoe voornemens zijn. Graag hoor ik nog wanneer de Kamer daarover nader wordt geïnformeerd.

Wij krijgen inzicht over de formatieplaatsen die nu niet worden opgevuld in de basispolitiezorg. Het lijkt mij goed dat te combineren met de invulling van de taakstellingen en de opvulling van de financiële tekorten.

Het lijkt mij een prima idee de imagotop gezamenlijk te doen met de politietop. Te zijner tijd zullen wij daarover worden geïnformeerd.

Wij hebben een nuttig overleg gehad. Wij zijn zeker nog niet uitgesproken. Aan het eind van dit jaar of begin volgend jaar zullen wij verder spreken over de Nederlandse politie, de wijze waarop de minister daarop invloed en sturing kan geven en de wijze waarop de Kamer dat kan doen. Ik doe een oproep aan alle gemeenteraden in Nederland, de hoofdofficieren van justitie en de regionale driehoek om vooral ook de vinger aan de pols te houden bij hun eigen korpsen, want daar zit het lokale gezag en daar wordt het beleid bepaald. Wij zijn hier voor het beheer en minder voor het beleid.

De heerBrinkman(PVV)

Voorzitter. Ik dank de ministers voor de beantwoording en voor de rol die wij straks krijgen als Kamer om na te denken over het nieuwe bestel. Ik verheug mij daarop, net als op de kerntakendiscussie die eraan zit te komen. Ik dien drie moties in. Ik mis de regiefunctie op beleidsmedewerkers en de taakstelling.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, een taakstelling te ontwikkelen voor 10% minder politiechefs vanaf de rang van commissaris,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 12 (31700-VII, 29628).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, voortaan bij alle korpsen alle externe inhuur te betrekken bij de formatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 13 (31700-VII, 29628).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, een cijfermatig overzicht te verschaffen van "politie in blauw", uitgespecificeerd naar noodhulp en wijkagenten en "politie niet in blauw", uitgespecificeerd naar de terreinen: beleid, beheer en administratief,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 14 (31700-VII, 29628).

MevrouwGriffith(VVD)

De laatste motie ging mij iets te snel. U wilt een overzichtje hebben van het aantal wijkagenten, uitgesplitst naar hulpverlening en wat nog meer? Kunt u dat nog even aangeven? Ik heb de motie natuurlijk nog niet gelezen.

De heerBrinkman(PVV)

Dank dat u mij daar de tijd voor geeft!

MevrouwGriffith(VVD)

Dit is een heel concrete vraag.

De heerBrinkman(PVV)

Daarom had ik deze ook als laatste bewaard. Inderdaad wil ik een grote hoofdgroep van politie in blauw en niet in blauw. Die politie in blauw moet uitgespecificeerd zijn naar wijkagenten en naar de rest in blauw. Politie niet in blauw wil ik uitgespecificeerd hebben naar beleid, beheer en administratief.

MevrouwGriffith(VVD)

Dat is helder, maar wilt u daarmee zeggen dat een politieagent in blauw nooit iets doet aan hulpverlening?

De heerBrinkman(PVV)

Nee, politie in blauw kan juist hulp verlenen. Daarom wil ik dat ook specificeren in wijkagenten – de wijkagent waarover wij het hier vandaag allemaal hebben gehad, die een eigen buurt heeft van maximaal 5000 inwoners en die veiligheid en leefbaarheid weet te creëren – en de andere politieman, die wij ook allemaal kennen, die op de auto zit, die de noodhulp draait, aangiftes opneemt en surveilleert.

MevrouwGriffith(VVD)

Ik begrijp het, maar een agent is een agent, ongeacht of hij een keer wijkagent is en tegelijkertijd soms aan hulpverlening moet doen omdat hij geroepen wordt bij iemand die in een huis onwel is geworden. Ik geloof niet dat je die taken kunt splitsen. U vraagt volgens mij iets wat onmogelijk is om te geven.

De heerBrinkman(PVV)

Dat is niet waar, want een wijkagent die nu is aangesteld als de wijkagent zoals wij die zien – dat zijn die 2600 wijkagenten die de minister noemde – is dag en nacht wijkagent. Zo'n wijkagent kan natuurlijk wel aan hulpverlening doen, maar dit zijn niet de mensen die specifiek op de auto's gaan om noodhulp te draaien. Het probleem zit erin dat die mensen dat door de werkdruk op de wijkteams wel doen, doordat hun baas aan hen gaat trekken: wij willen toch dat je op de auto gaat om prioriteit een- en prioriteit twee-opdrachten te draaien, terwijl zij dat eigenlijk niet zouden behoren te doen. Vandaar die uitsplitsing om te kijken of er beweging in zit.

De heerÇörüz(CDA)

Aan de ene kant bevraagt de hele Kamer beide ministers om juist niet te zorgen voor administratieve lasten. De heer Brinkman vraagt nu om een gigantisch karwei. Eigenlijk kent hij het antwoord al. Hij weet al wat hij wil en welke beweging hij wil. Hij weet al ongeveer wat eruit moet komen. Is dat niet een beetje werkverschaffing, hier en bij de korpsen, waaruit hij voor zichzelf de conclusies al heeft getrokken? Dat is mijn indruk.

De heerBrinkman(PVV)

Nee, als u mijn bijdrage goed hebt beluisterd – dat hebt u ongetwijfeld, want ik weet dat u daar heel secuur in bent – hebt u kunnen horen dat ik inderdaad buitengewoon sceptisch ben over het aansturingsvermogen van deze minister wanneer zij komt met een efficiencytaakstelling en het verder aan de regio's overlaat hoe zij die gaan uitvoeren. Ik wil als lid van de Tweede Kamer controleren of de cijfers die wij krijgen inderdaad kloppen. Ik weet dat die cijfers er in heel veel regio's zijn. Een aantal regio's zal ze niet expliciet hebben. Daar zal men een paar dagen onderzoek moeten doen. Het is echter niet zo'n grote vraag als u voorstelt. Met de twee hoofdindelingen en de uitsplitsing in vijf subgroepen kunnen wij deze minister in ieder geval volgend jaar bevragen of zij inderdaad die resultaten heeft behaald. Dit heeft er niets mee te maken dat ik iets verwacht. Ik ben het in essentie buitengewoon eens met de efficiencytaakstelling. U denkt iets van mij, wat volgens mij niet helemaal correct is.

De heerAnker(ChristenUnie)

Voorzitter. Ik begreep de minister van BZK niet direct toen zij zei graag minder over het proces te spreken en meer over de resultaten. Na zo'n lange avond als deze begrijp ik dat wij behoorlijk over het uitvoeringsniveau praten. De reden daarvoor is volgens mij dat wij veel berichten krijgen waarover wij ons zorgen maken. Wij vinden het allemaal belangrijk dat de politie goed draait. Wij hebben de politie hard nodig. Daarvan is iedereen overtuigd.

Ik heb even gedacht, een motie in te dienen over de agenten in de klas. Volgens mij is het echter niet de bedoeling dat wij per motie zeggen wat de politie moet doen. Dat is niet verstandig. Ik heb begrepen dat de Raad van Hoofdcommissarissen heeft gezegd dat de politie die taak niet meer uitvoert. Dat gebeurt dus ook niet meer. Volgens mij zit het een beetje tussen wat de heer Van Raak en ik zojuist zeiden. Als de politie denkt dat het een goede taak is om uit te voeren, moet zij het doen, en als zij het niet nodig vindt, moet zij het niet doen. De politie moet echter niet te horen krijgen dat zij het niet meer mag doen. Ik hoop dat het duidelijk is. Ik zal in ieder geval hierover geen motie indienen, maar ik hoop wel dat hiermee op een ontspannen manier kan worden omgegaan.

Ik ben zeer verheugd over de toezegging van de minister dat zij het concrete geval bekijkt dat is ingezonden in de krant over het aantal rechercheurs. Daar zit natuurlijk wel een probleem. Die mensen kunnen wel een opleiding volgen, maar kunnen niet bij een korps terecht.

Over kinderporno zullen wij inderdaad later spreken. Ik denk dat wij moeten bekijken of wij een beeld kunnen krijgen over de stand van zaken in Nederland. Daarmee komen wij op het justitiële vlak, dus dat zullen wij in het algemeen overleg bespreken.

In mijn eerste termijn ben ik het volgende vergeten. Het gaat over het wetsvoorstel ernstige overlast. Het is een inhoudelijk verhaal, maar de minister weet precies waar het over gaat. Wij wachten nog steeds op de nota naar aanleiding van het verslag van het kabinet. De Kamer heeft bij deze wet zelfs aangegeven dat zij die zo snel mogelijk wil behandelen. Volgens mij wil de minister dat ook graag.

De heerVan der Staaij(SGP)

Ik dank de bewindslieden voor de beantwoording. Ik heb nog kort een paar punten. Wij blijven bezorgd dat de financiële krapte bij de politie en het effect van de bezuinigingen ten koste gaan van het blauw op straat en de opsporing, dus de operationele capaciteit. In de korpsjaarplannen wordt ook geklaagd over de ambities die wringen met beschikbare capaciteit en middelen. Dat zijn voor mij redenen waarom af en toe de doos kommer en kwel wordt opengetrokken in een overleg als dit, zonder daarmee natuurlijk iets af te willen doen aan al het goede dat ook gebeurt en waarover wij gelukkig niet hoeven te discussiëren, maar waarvoor wij wel veel waardering hebben.

Ik heb gevraagd of met de aanbevelingen van de Adviescommissie overlast jaarwisseling het komende Oud en Nieuw al winst kan worden geboekt. Ik heb nog geen antwoord gekregen.

Bij het diversiteitsbeleid is mij nog niet helemaal duidelijk of de 50% kroonbenoemingen in de korpsleiding tot 2011 een streefcijfer is, of dat die als een rigide quotum wordt gehanteerd. Graag daarover meer duidelijkheid.

MinisterTer Horst

Voorzitter. De SP signaleerde een zekere stroefheid in het debat. Dat voel ik zelf ook, maar dat is niet mijn gebruikelijke gevoel bij het overleg met de Kamer. Het heeft ook te maken met het onderwerp. Misschien heeft de Kamer gelijk en is er sprake van een verschil in informatie. Ik heb echter ook het idee dat de Kamer voornamelijk wordt gevoed vanuit de onderkant van de politieorganisatie, de uitvoerende kant. Ik heb de indruk dat wij een redelijk beeld hebben van wat er gebeurt, in ieder geval kwantitatief. De Kamer reageert op signalen die per definitie kwalitatief zijn. Daar is niets op tegen, want de Kamer is niet in de positie om kwantitatief onderzoek te doen. Daarom vraagt zij dat aan mij en reageert zij op de signalen. Ik begrijp dat wel, maar op de een of andere manier zullen wij toch tot elkaar moeten komen als wij van het debat over de politie in Nederland een debat willen maken dat is gericht op de effectiviteit van de politie, althans dat zou mijn dringende wens zijn.

De heer Van Raak heeft nog een vraag gesteld over het serieus nemen van de bonnenquota. Ik heb al aangegeven dat ik de Kamer de informatie op dat punt zal verstrekken. Ik ben het met de redenering van de heer Van Raak niet eens, want ik denk dat de politie ook wordt afgerekend op andere zaken. Ik wijs wat dat betreft op huiselijk geweld. Daarover is duidelijk met de politie afgesproken dat de politie ervoor zorgt dat in een aantal gevallen, betrekking hebbend op huiselijk geweld, sprake is van een daadwerkelijke opvolging naar de hulpverlening. Daarover worden ook kwantitatieve afspraken binnen de korpsen gemaakt. Ik weet het niet zeker, maar ik kan mij voorstellen dat, als het over dat onderwerp gaat, de Kamer daar wel positief over is, terwijl het wat dat betreft om precies hetzelfde gaat. Ook daarover worden op individueel niveau afspraken met de politie gemaakt om ervoor te zorgen dat dit gebeurt. Ik zal de Kamer de informatie verstrekken. Daarna zullen wij er waarschijnlijk opnieuw een debat over voeren.

In de motie op stuk nr. 10 verzoekt de heer Van Raak de regering om af te zien van de voorgenomen bezuiniging op de politie. Ik constateer dat die motie geen dekking kent. Los daarvan, ben ik daar geen voorstander van. Ik vind dat de politie, net als alle andere organisaties zoals de rijksdienst, in staat moet zijn om te komen tot een bezuiniging van 2%. Ik vind het wel interessant dat, als het gaat om de bezuiniging op de rijksdienst, de signalen van Kamerleden op dat punt niet leiden tot enige vorm van actie, terwijl zij, als het om een andere belangrijke organisatie gaat, wel overgaat tot actie. Ik vraag mij af waar dat verschil in zit.

De heerVan Raak(SP)

voorzitter. Ik heb mondeling toegelicht dat de dekking natuurlijk zit in het bezuinigen op de inhuur van externen. Dat kan niet zo'n probleem zijn. Ik reageer verder niet op incidenten. Ik reageer op dingen die ik structureel hoor. Het is niet zo moeilijk, als je agenten spreekt, om de problemen in grote lijnen in kaart te krijgen. Mevrouw Griffith vroeg zich af of het ministerie dan met alle 26.000 agenten moet spreken. Ik bedoel natuurlijk 52.000 agenten.

MinisterTer Horst

Ach, het is maar een slordige dubbeling.

De heerVan Raak(SP)

De minister mag flauw doen. Overigens lijkt het mij al heel wat als er met 26.000 agenten gesproken wordt. Het zou in ieder geval heel goed zijn om vaker met agenten te spreken. Ik heb het idee, als ik de stukken lees, dat dit iets te weinig gebeurt.

MinisterTer Horst

Ik kom op de motie van de heer Van Raak op stuk nr. 11 over een inventarisatie van de problemen met de nieuwe reiskostenvergoedingen voor agenten. Ik ontraad ook de aanneming van deze motie. De effecten hiervan zijn bekend. Ik heb de Kamer aangegeven dat het totale pakket van de harmonisering van de arbeidsvoorwaarden ertoe leidt dat het ene ding een plus is geworden en het andere een min, maar dat daarover goed overleg met de bonden is gevoerd. Het lijkt mij heel onverstandig, sprekend over doelmatigheid, om alle punten waarbij sprake is van een min weer op nul te brengen, want dan wordt het totale pakket duurder dan nu het geval is. Een en ander verloopt nu keurig budgettair neutraal. Dat was ook de opdracht.

Dan de opmerkingen van de woordvoerder van de CDA-fractie. De heer Çörüz gaf een interpretatie aan de inbreng van de minister van Justitie waarmee ik het niet eens ben; ik zal dit maar even helder verwoorden. Ik hoop dat de minister van Justitie aangeeft of de interpretatie van de heer Çörüz ook de zijne is. De heer Çörüz zei namelijk dat hij uit de woorden van mijn collega de conclusie trok dat sprake zou zijn van verscherping van de strafmaat als het onderzoek eenmaal had plaatsgehad. Zo heb ik de minister van Justitie niet gehoord. Ik laat het echter helemaal aan hem over om te verduidelijken wat hij in eerste termijn heeft gezegd. Ik heb hierover ook mijn opvattingen. Mijns inziens moeten wij het onderzoek dat gedaan wordt naar de Polaris-richtlijn netjes afwachten en op basis daarvan een conclusie trekken. Overigens is dit een richtlijn die al een aantal jaren geldt. Wij hebben al enkele jaren geleden verzocht om een evaluatie ervan.

Daarnaast had de heer Çörüz het over de politie, maar niet over de brandweer, het ambulancepersoneel, de medewerkers van de sociale dienst of over de medewerkers van de belastingdienst. Voor mij is er één verschil tussen politiemensen en medewerkers van al deze andere organisaties: de politie heeft het geweldsmonopolie. Als wij komen tot verscherping geldt dat ofwel voor iedereen ofwel voor iedereen en niet voor de politie, maar in ieder geval niet voor de politie wel en voor al deze andere organisaties niet. Ik zeg dit omdat de heer Çörüz al deze andere organisaties niet noemde. Ik kan mij niet voorstellen dat hij hier anders over denkt; wellicht noemde hij alleen de politie omdat de politie onderwerp van debat is.

De heerÇörüz(CDA)

Ik heb de minister van Justitie in iets andere bewoordingen antwoord horen geven, maar ik hoor het graag van hem. Ik heb wel nadrukkelijk een onderscheid gemaakt. Wij hebben met elkaar een dubbele strafeis vastgesteld voor eenieder die politiemensen dan wel personeel van hulpdiensten...

MinisterTer Horst

Iedereen met een publieke taak.

De heerÇörüz(CDA)

Precies. Ik heb heel specifiek een onderscheid gemaakt voor een politieman, omdat met name een politieman – de minister geeft het zelf al aan – door zijn functie en door zijn gezag de rechtstaat symboliseert. Ik denk dat dit toch een iets andere positie is. Ik doe hiermee niets af aan al die andere hulpverleners. Ik heb gezegd: overweeg of de OM-richtlijnen niet moeten worden verscherpt, indien voor dit soort zaken taakstraffen dan wel geldboetes worden geëist. Misschien moet in dit soort gevallen van fysiek geweld tegen politieagenten in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf worden geëist. Ik dacht dat de minister van Justitie in die richting mijn vraag beantwoordde.

MinisterTer Horst

De minister van Justitie sloot dat niet uit, maar het is nooit netjes om over iemand te spreken als die persoon zelf aanwezig. Ik laat de uitleg dan ook aan de minister zelf over.

Volgens mijn opvatting is iemand met een geweldsmonopolie ook beter in staat om adequaat te reageren op een agressieve reactie. Al die andere mensen zijn dus niet in staat om hierop te reageren, weliswaar wel met de mond en misschien ook adequaat, maar niet met het plegen van geweld. Ik vind de stelling van de heer Çörüz interessant, maar ik deel haar vooralsnog niet. Ik ga ervan uit dat wij deze discussie nog op een ander moment zullen voeren.

De heer Çörüz heeft verder gevraagd naar het cameratoezicht. Hij gaf aan te hopen dat al deze korpsen niet met hetzelfde systeem experimenteren. Dit doen ze echter wel. Er lopen allerlei experimenten met een verschillende aanpak en een verschillende doelstelling. Dat is ook de reden dat er een landelijk programmabureau komt dat de diverse projecten gaat evalueren en vervolgens met een landelijke aanbeveling en richtlijn komt, juist om ervoor te komen dat een en ander weer in dezelfde rails gaat lopen.

Voorts heeft de heer Çörüz gevraagd naar het BVS. Ik zal proberen om dit kort en eenvoudig uit te leggen. Bij de start van het BVS is afgesproken dat de daalkorpsen met 90 mln. gecompenseerd zouden worden voor de daling. Dit betekent dus dat ze niet echt zijn gedaald. Ook is afgesproken dat de stijgkorpsen geleidelijk zouden stijgen. Ze krijgen deze stijging niet volledig. In 2008 is deze stijging afgerond. Wat het ingewikkeld maakt is dat in de tussentijd allerlei omgevingsfactoren weer geactualiseerd zijn. Dit leidt ertoe dat er weer allerlei andere effecten zijn dan deze 90 mln. Dit heeft bijvoorbeeld zijn effect op Rotterdam-Rijnmond. Ik wil dit stukje afsluiten met de opmerking dat mijn medewerkers gaarne bereid zijn om nog eens uit te leggen hoe het BVS in elkaar zit, want het is inderdaad heel ingewikkeld. Dat is ook de reden dat ik zei dat ik toe wil naar een minder ingewikkeld systeem.

Dan heeft de heer Çörüz nog gevraagd naar een verzoek van Limburg-Noord om € 100.000 voor aanpassing van het BPS voor de basispolitiezorg. Dat is hier ter tafel niet bekend. Ik zeg toe dat ik de Kamer op dat punt nader zal informeren.

De heerÇörüz(CDA)

Ik vond het juist zo goed gaan in eerste termijn. De minister zegt nu dat 20 korpsen bezig zijn met cameratoezicht boven de weg, maar dat zij het allemaal doen op hun eigen wijze. Daar word ik toch moedeloos van. Dat zijn nu precies de zaken waar de minister bovenop moet zitten. Waarom kunnen wij dat niet af met één systeem, waarom moeten het er 20 zijn plus een systeem om die 20 te coördineren?

MinisterTer Horst

Dat is een goede vraag. Dat is ook de reden waarom het beheer en een aantal beleidszaken veel uniformer moeten dan nu het geval is.

Mevrouw Griffith heeft gevraagd naar de Taskforce Personeelsvoorziening en of ik inzicht heb in de gevolgen van politieke besluiten. Ik kan u melden dat bij de doorberekening van de taskforce rekening is gehouden met 500 wijkagenten, met 500 forensische assistenten en met de maatregelen tegen vergrijzing. Ook in de toekomst zal het effect van politieke besluiten steeds worden doorgerekend.

Mevrouw Kuiken vroeg wanneer de Kamer geïnformeerd wordt over het werkgarantiecertificaat. Binnen twee maanden kan ik u informeren over de eerste bevindingen.

De heer Çörüz en de heer Anker hebben gevraagd naar diversiteit. Het gaat over kroonbenoemingen. Dat is meer dan alleen maar de korpschef. Het gaat om het totale bestand van kroonbenoemingen. Ik heb met de korpsbeheerders afspraken gemaakt over hoe wij dat de komende vier jaar gaan doen.

Ik kijk nog even naar de VVD. Wij moeten elkaar goed verstaan als het gaat over de core business. Volgens mij heb ik toegezegd dat ik de Kamer het resultaat zal melden van de afspraken die in het vorige kabinet zijn gemaakt over de exercitie om de politie zich te laten beperken tot de core business. Dat hebben wij afgesproken.

MevrouwGriffith(VVD)

Ja, het resultaat is één ding, maar de minister heeft hier ook aangegeven hoe zij zelf erin staat. Ik heb gezegd dat ik het interessant vind om met haar van gedachten te wisselen over wat die oneigenlijke taken zijn, zonder op detailniveau te bespreken wat een agent wel en niet moet doen. Ik zou het op prijs stellen om van de minister te vernemen hoe zij aankijkt tegen het uitvoeren van die oneigenlijke taken, juist om niet tot een versnippering te komen. Ik dacht dat de minister dit had toegezegd.

MinisterTer Horst

Nee, ik heb gezegd: laten wij eerst eens kijken wat de vorige exercitie heeft opgeleverd, ook aan fte's. Ik gaf al aan dat het bij een korps dat ik toevallig wat beter ken, niet zo heel veel heeft opgeleverd. Laten wij het totaal eens bekijken. Ik hoop dat wij kunnen blijven bij wat wij over de core business hebben afgesproken. Als dat niet al te raar is, moeten wij dat volgens mij doen voordat wij weer een exercitie beginnen waarin wij tegen de korpsen zeggen dat wij gaan bepalen wat voor hen de core business is. Dat zou helemaal strijdig zijn met wat de heer Anker daarover heeft gezegd.

MevrouwGriffith(VVD)

Ik zou het waarderen als de minister een kabinetsbeoordeling geeft bij het nettoresultaat dat zij ons toestuurt.

MinisterTer Horst

Ik kan toezeggen dat wij zullen aangeven of wij vinden dat het voor verandering in aanmerking komt of niet.

Ik heb hier een folder over de administratieve lasten. De naam van de website is www.mijnechtewerk.nl. De website is bestemd voor alle professionals in de openbare sector. Als je daarop klikt en vervolgens op veiligheid, kom je bij de politie. Volgens mij moet je geen aparte website voor de politie willen. Deze geldt voor alle professionals in de openbare sector. Ik weet zeker dat elke politieagent vindt dat hij onder die formulering valt. Er is een apart hoofdje veiligheid met een onderdeel politie. Wij hebben van onderop vastgesteld welke vijf het zijn. In ieder geval zijn die vijf elementen gedefinieerd. Zij staan trouwens ook in deze mooie folder. Er wordt voor gezorgd dat de nodige verandering wordt aangebracht.

Dan kom ik toe aan een reactie op de moties van de PVV. De heer Brinkman vraagt met zijn motie op stuk nr. 14 de regering om een cijfermatig overzicht te verschaffen van "politie in blauw" uitgespecificeerd naar noodhulp en wijkagenten en "politie niet in blauw" uitgespecificeerd naar terreinen: beleid, beheer en administratief. Ik heb de Kamer toegezegd een benchmark uit te voeren op de overhead versus het primaire proces. De Kamer krijgt een opgave met precies de aantallen wijkagenten. Volgend jaar wordt een onderzoek uitgevoerd naar de feitelijke invulling van de functie van wijkagent. Ik meen dat wij het daarmee maar even moeten doen. Daarmee wordt al een heel eind voldaan aan de motie van de heer Brinkman. Of dat genoeg is moet hij zelf beoordelen.

De heer Brinkman vraagt voorts in zijn motie op stuk nr. 12 om een taakstelling te ontwikkelen voor 10% minder politiechefs vanaf de rang van commissaris. Uitvoering van deze motie zou betekenen dat een heleboel van de mensen waar de heer Çörüz het over had hun toekomst kunnen vergeten. Dat is echter iets wat mij niet aangaat. Los van dat aspect meen ik dat het verstandig is om de voorstellen van de korpsen af te wachten. De omvang van de korpsleiding behoeft de goedkeuring van de minister. Mij doet de taakstelling van 10% denken aan grote stappen snel thuis.

De heer Brinkman verzoekt de regering in zijn motie op stuk nr. 13 voortaan bij alle korpsen alle externe inhuur te betrekken bij de formatie. Van mijn ambtenaar krijg ik een negatief preadvies mee, maar ik weet ook niet wat de heer Brinkman precies bedoelt met zijn motie.

De heerBrinkman(PVV)

Meerdere korpsen betrekken bijvoorbeeld de parketpolitie bij de formatie. Andere korpsen huren die politie in. Dat doet bijvoorbeeld Amsterdam. Dat zorgt voor een scheef beeld bij de vergelijkingen. Daarom verzoek ik de externe inhuur bij de formatie betrekken.

MinisterTer Horst

U wilt dat bij de presentatie van de formatie helder is waaruit de externe inhuur bestaat. Daar heb ik geen bezwaar tegen. Ik zal doen wat u vraagt.

De heerBrinkman(PVV)

Dan trek ik mijn motie in.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Brinkman (31700-VII, 29628, nr. 13) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

MinisterTer Horst

Dan ben ik de heer Brinkman nog een half excuus schuldig. Er staat inderdaad: Voor de Nederlandse politie zijn uitzendingen in het kader van vredesmissies in tegenstelling tot het ministerie van Defensie geen kerntaken. Ik trek hetgeen ik daarover heb gezegd dan ook in. Ik wil niet flauw zijn, maar wijs erop dat er verschil is tussen Defensie, die vredesmissies echt als haar kerntaak ziet, en de politie. Het verschil is daarin gelegen dat wij niet een organisatie om zoiets heen bouwen. Wij zorgen ervoor dat wij in alles aansluiten bij datgene wat Defensie al heeft. Wij leveren alleen maar mensen en niet de organisatie er omheen. Dat gaan wij ook niet doen. Als deze missies tot onze kerntaken zouden behoren, zouden wij dat wel doen.

De heerBrinkman(PVV)

Ik zal ook niet flauw zijn, maar herinner wel aan de wens van de heer Anker van de ChristenUnie. Hij sprak over de politieman die naar een school gaat om voorlichting te geven. Die politieman verricht ook geen kerntaak. U moet van mij aannemen dat zoiets allang in de organisatie is ingebed. Zoiets deed de politie al. Ze hoeven bij de politie alleen maar een map uit de kast te halen en na te gaan naar welke school de agent moet. Daarover moeten ze dan nog een afspraak maken. Nu zegt u dat dit punt al is ingebed in de Defensieorganisatie. Dat is prima. Ik vind dat niet verstandig, maar u hebt hiertoe besloten. Echter, dan moet u ook tegen de heer Anker zeggen: oké, dan gaan wij naar die scholen toe. Als u het ene niet wilt, moet het andere ook niet doen.

MinisterTer Horst

Het is in het leven kiezen. De politie zal altijd te weinig mensen hebben en altijd te weinig geld. Ook als u een motie zou kunnen bedenken waarmee die bezuiniging niet wordt doorgevoerd en waarmee de politie 100 mln. krijgt, zal niet vijf jaar lang gezegd worden: fijn, we hebben die 100 mln., alles is koek en ei, we gaan nooit meer iets aan een minister vragen. Zo zal het dan niet gaan. Dat geef ik u op een briefje. Daarentegen zal de volgende dag de politie zeggen dat ze te weinig heeft. Er zal altijd te weinig zijn. Dat hoort bij de politieorganisatie. Dat is nu eenmaal zo. Met andere woorden: je zult keuzen moeten maken. In het kader van het kabinetsbeleid en de internationale taken vind ik het verantwoord dat wij honderd mensen op een totaal van 50.000 politieagenten ter beschikking stellen.

De heerBrinkman(PVV)

Deze minister is altijd strak in de leer en rechttoe rechtaan, maar ik vind haar op dit punt toch wat zwalken. Ik verheug mij dan ook erg op de kerntakendiscussie.

MinisterTer Horst

Waarvan akte.

De heer Brinkman vraagt hoe het zit met de Marokkaanse politieagenten die zijn gestopt met de opleiding, wellicht wegens spionage. Het is ons niet bekend dat dit voor hen de reden is geweest om met de opleiding te stoppen. Ook van de Inlichtingendienst hebben wij geen signaal in die richting gehad. Mocht dit wel zo zijn, dan zal ik daar zeker met de commissie Stiekem over spreken.

De heerBrinkman(PVV)

De minister zegt iets heel belangrijks: de reden is niet bekend. Toch hebben vlak na de week van de Rotterdamse spionagerel een hoop Marokkaanse jongeren de brui gegeven aan de politieopleiding. Dat zegt de minister zelf met zo veel woorden. Natuurlijk noemen de betrokken jongeren niet als reden dat de Marokkaanse overheid hen heeft benaderd. Het feit dat de betrokken jongeren zo eerlijk zijn te zeggen dat zij niet willen meewerken en stoppen met de opleiding – ik begrijp heel goed het dilemma waarin de jongeren op dat moment zaten – geeft alleen maar aan dat er nog veel meer jongeren zijn die niet zo zuiver in de leer zijn: die zijn niet gestopt met de opleiding en ook benaderd door de Marokkaanse overheid. Ik wil dat de minister daar onderzoek naar doet en ik wil dat de minister de betrokkenen daarop aanspreekt. Als mensen niet tegen hun bazen zeggen dat zij door een vreemde mogendheid zijn benaderd, vind ik dat reden voor ontslag.

MinisterTer Horst

Dat hoeft dan al niet meer.

Laten wij het helder stellen. Ik weet niet alleen niet dat de jongeren om de genoemde reden zijn gestopt, maar ik weet ook niet dat het gebeurd is. Als de heer Brinkman gelijk heeft dat een aantal jongeren gestopt is met de opleiding, is het interessant na te gaan waarom dat is gebeurd. Ik ben benieuwd waarom en tegen een onderzoek daarnaar heb ik geen bezwaar, al weet ik niet of wij daar de middelen voor hebben. Vooraf wil ik nagaan of de door de heer Brinkman genoemde cijfers kloppen en ook of de door hem genoemde reden klopt. Als twee dingen in de tijd kort na elkaar plaatsvinden, hoeft daar nog geen oorzakelijk verband tussen te zijn. Laten wij voorzichtig zijn met het trekken van dit soort conclusies.

Het wetsvoorstel ernstige overlast wordt voor 1 december aanstaande naar de Kamer gestuurd.

Dit jaar zal uitvoering worden gegeven aan de aanbevelingen van de commissie Overlast jaarwisseling. Dat is de reden geweest waarom hoog tempo is gemaakt met het rapport van deze commissie. Ondanks het feit dat het kabinet daar nog geen beleidsreactie op heeft gegeven, is het rapport breed bekend gemaakt en kunnen alle regio's gebruik maken van de suggesties.

Bovendien heeft het kabinet extra geld beschikbaar gesteld voor de pilot camera's op ambulances. Dat kunnen wij waarschijnlijk gebruiken tijdens de jaarwisseling.

MinisterHirsch Ballin

Voorzitter. Laat men zich geen zorgen maken: ik heb nog redelijk goed voor ogen wat ik heb gezegd over de onderzoeken en de toepassing van de richtlijnen die per december 2006 tot stand zijn gekomen. Wij verwachten de Kamer begin volgend jaar over de resultaten te kunnen informeren, met daarbij de conclusies van het kabinet. Ik ben natuurlijk niet vooruitgelopen op deze conclusies, anders zouden wij nu al de conclusies kunnen trekken. Of wij moeten komen tot de conclusie dat er nog iets moet gebeuren met de richtlijnen, moet begin volgend jaar worden vastgesteld. Ik denk eigenlijk dat het vooral gaat om de vraag of ze voldoende effect sorteren en als dat niet of niet over de gehele linie het geval zou zijn op welke manier wij daar dan op reageren om het effect van die richtlijn te verbeteren of om op een andere manier tot een resultaat te komen dat beantwoordt aan de doelstelling. Ik heb daarbij niet uitgesloten dat dit kan leiden tot wetgeving, maar ik heb het ook niet ingesloten. Dat komt dus aan de orde op het moment waarop die onderzoeken zijn gedaan en wij daarover ons standpunt hebben bepaald.

Alleen politie of ook andere functionarissen? Ik ben uiteraard ingegaan op de politie, maar in mijn reactie in eerste termijn heb ik dat ook verbreed naar andere functionarissen waarvoor eveneens deze behoefte aan bescherming geldt en waar deze richtlijnen ook voor zijn bedoeld.

De heerÇörüz(CDA)

Ik dacht dat ik de minister heb horen zeggen dat als het signaal uit de rapportage, met name kijkend naar hoe rechters bestraffen, aanleiding geeft tot (...) hij zeker niet uitsluit dat die OM-richtlijn wordt verscherpt. Dat heb ik toch goed begrepen uit zijn eerste termijn?

MinisterHirsch Ballin

Niet helemaal, ik heb niet uitgesloten dat wij naar de wetgeving kijken, zoals gezegd zonder op dit punt al een conclusie te trekken. Als het probleem niet blijkt te zitten in wat het OM rekwireert, maar wat de rechters vervolgens doen nadat er gerekwireerd is, dan heeft het geen zin om die OM-richtlijn aan te scherpen, want die bindt het OM en niet de rechter. Die oordeelt immers onafhankelijk. Er kan dan wel aanleiding zijn om bijvoorbeeld de voorlichting aan de rechters te verbeteren. Dat is een denkbare conclusie, maar ik sluit andere verderstrekkende conclusies hiermee niet uit.

De voorzitter:

Ik dank de regering voor de beantwoording in tweede termijn. Er zal over vier moties worden gestemd, omdat er een inmiddels is ingetrokken. Stemming zal plaatsvinden tegelijkertijd met die over de begroting, dus niet de volgende week.

Ik heb een hele lijst met dertien toezeggingen. Ik wil ze met alle plezier allemaal voor u voorlezen, maar ik kan ook een "groentje" laten rondgaan. Ik kijk even waar uw voorkeur naar uitgaat.

De heerBrinkman(PVV)

Wij hebben nog even voor 23.00 uur, dus laten wij het nu maar even doen.

De voorzitter:

Prima, dan lees ik de lijst voor. Er zijn twaalf toezeggingen genoteerd van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en een van de minister van Justitie.

  • - De Kamer krijgt inzicht in het aantal korpsen dat bonnenquota hanteert en wat de opbrengsten en doelen daarvan zijn.

  • - De Kamer ontvangt binnenkort een rapportage over de eerste cijfers geweld met discriminerende achtergrond.

  • - De Kamer ontvangt inzicht in de overhead per korps en het aandeel KLPD en vtsPN daarbij aan de hand van een benchmark.

  • - De Kamer ontvangt nog dit jaar de nota over versterking van de rol van de burgemeester.

  • - De Kamer ontvangt een brief over de effecten van afspraken over kerntaken versus oneigenlijke taken in de korpsen en de kabinetsreactie daarop.

  • - De Kamer ontvangt de visienota van de Raad van Hoofdcommissarissen met als titel Politie in ontwikkeling.

  • - Te zijner tijd ontvangt de Kamer inzicht in afspraken tussen politie en Defensie over uitwisseling van personeel op tijdelijke en definitieve basis.

MevrouwKuiken(PvdA)

De minister heeft gezegd dat wij dat binnen twee maanden konden ontvangen!

De voorzitter:

De minister blijkt dat te kunnen bevestigen. Dan zullen wij deze toezegging aldus aanvullen.

  • - De Kamer ontvangt op korte termijn een brief over de uitvoering van de motie-Brinkman over onder andere gelaatsbedekkende kleding.

De heerBrinkman(PVV)

Hoofddoekjes, voorzitter, dat is wat anders.

De voorzitter:

Zeker en dan veranderen wij dat.

MevrouwGriffith(VVD)

De minister heeft een bredere toezegging gedaan. Zij heeft al eerder een uitstelbericht naar de Kamer gestuurd en daarbij aangegeven dat zij met een standpunt komt over...

MinisterTer Horst

Life style neutrale kleding.

De heerBrinkman(PVV)

Het ging gewoon om hoofddoekjes!

De voorzitter:

Wij houden het op life style neutrale kleding!

  • - Van de minister van Justitie de toezegging, dat de Kamer begin 2009 een onderzoek over de strafmaat bij geweld tegen medewerkers met een publieke taak ontvangt met de kabinetsreactie daarop.

  • - De Kamer ontvangt een brief naar aanleiding van de vraag van de heer Çörüz, over de geweigerde subsidie voor de regio Limburg Noord voor ICT-systemen ten behoeve van grensoverschrijdende samenwerking.

  • - Er komt een brief aan de Kamer na onderzoek naar de vraag of en waarom Turkse en Marokkaanse aspiranten gestopt zijn met de opleiding na de recente ophef over beïnvloeding door buitenlandse inlichtingendiensten.

  • - Er komt voor 1 december 2008 een nota naar aanleiding van het verslag wetsvoorstel maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast naar de Kamer.

  • - De beleidseffectrapportage wordt verbeterd in de begroting 2010 en verder.

Klopt dit allemaal?

De heerBrinkman(PVV)

Ja, met de toevoeging dat mijn motie is overgenomen. Alle externe inhuur wordt voortaan bij de formatie betrokken. Dat wil ik er graag bij vermeld hebben.

De voorzitter:

Betekent dit dat u de motie intrekt? Ik begrijp dat u dat al gedaan heeft, neem mij niet kwalijk.

Wij zijn gekomen aan het einde van dit wetgevingsoverleg. Ik dank de bewindslieden en de medewerkers heel hartelijk voor hun komst. Dat geldt ook voor iedereen op de publieke tribune en ik dank de collega's voor hun inbreng.

Sluiting 22.48 uur.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Sterk (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (ChristenUnie).

Plv. leden: Teeven (VVD), Azough (GroenLinks), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Smilde (CDA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (ChristenUnie).