Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2008
Bijgevoegd bied ik u aan het Werkplan 2009 van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV).1 Waar het gaat om het toezicht op de politie en het politieonderwijs, is dat mede namens de minister van Justitie.
Het kabinet staat voor een veiliger samenleving. Eén van de prioriteiten daarbij is het verder verbeteren van de organisatie van politie, brandweer, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), rampenbestrijding en crisisbeheersing (veiligheidsregio’s). Om te komen tot een gezamenlijke aanpak van maatschappelijke problemen op het veiligheidsterrein en het realiseren van deze prioriteiten heb ik afspraken gemaakt met de VNG en de besturen van de veiligheidsregio’s en – samen met de minister van Justitie – met de korpsbeheerders.
De Inspectie OOV houdt toezicht op de taakuitvoering door de verantwoordelijke besturen en organisaties op het terrein van de openbare orde en veiligheid. De activiteiten in het Werkplan 2009 van de Inspectie OOV zijn afgeleid van de beleidsdoelstellingen van het kabinet en richten zich op de volgende aandachtsgebieden:
– rampenbestrijding en crisisbeheersing;
– politie, brandweer en GHOR.
Een belangrijk uitgangspunt van de Inspectie OOV is selectief en slagvaardig toezicht, intensief waar nodig en op afstand waar mogelijk. Het toezicht van de Inspectie OOV dient er toe betrokkenen een spiegel voor te houden en hen te stimuleren tot een adequate uitvoering van de veiligheidstaak.
Rampenbestrijding en crisisbeheersing
Mijn ambitie is om al eind 2009 te komen tot een adequate en kwalitatief op orde zijnde voorbereiding op de rampenbestrijding. In zowel het Bestuursakkoord Rijk-VNG als de meerjarige convenanten met deveiligheidsregio’s is vastgelegd dat de rampenbestrijding en crisisbeheersing eind 2010 voldoet aan de op basis van de voorgenomen Wet veiligheidsregio’s geformuleerde eisen. De Inspectie OOV toetst in 2009 in hoeverre de organisatie van de rampenbestrijding en crisisbeheersing op orde is. Eind 2009 zal de Inspectie over haar bevindingen rapporteren. Daaropvolgend rapporteert de Inspectie eind 2010 over het op orde zijn van de veiligheidsregio’s.
De toetsing van de voorbereiding op de rampenbestrijding wordt in 2009 aangevuld met enkele thematische onderzoeken op de onderwerpen bovenregionale samenwerking, multidisciplinair opleiden en oefenen, presterend vermogen van de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en grootschalig optreden politie. Tevens voert de Inspectie OOV een risicoanalyse uit naar de mogelijkheid burgers beter te betrekken in het rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsproces van de veiligheidsregio’s en haar partners.
De focus van de Inspectie OOV bij toezicht op crisisbeheersing ligt in 2009 onder meer op grieppandemie, civiel-militaire samenwerking en hoogwater en overstromingen.
De Inspectie OOV wil met haar toezicht bijdragen aan het verhogen van het presterend vermogen van de operationele partners in de veiligheidsketen. Daarbij richt zij zich op de kwaliteit en de effectiviteit van het presteren van deze organisaties. In 2009 doet de Inspectie OOV daarom onderzoek naar: veiligheidsbewustzijn brandweer, geweld tegen politieambtenaren en de afhandeling en vernietiging van inbeslaggenomen verdovende middelen.
Met de landelijke prioriteiten politie 2008–2011 is aangegeven welke prioriteiten de Nederlandse politie de komende jaren een extra impuls zal geven. Daarmee wordt geborgd dat de politie gericht bijdraagt aan onder meer de doelstelling «jeugdcriminaliteit en risicojeugd» (vermindering van recidive). Het kabinet vraagt meer daadkracht en een grotere slagvaardigheid om de vermindering van (jeugd)criminaliteit en recidive aan het eind van deze kabinetsperiode (2011) te realiseren. In lijn met deze prioriteit voert de Inspectie OOV in 2009 onderzoek uit naar de jeugdtaak van de Nederlandse politie en – in het kader van Integraal Toezicht Jeugdzaken1 – naar jeugdcriminaliteit, gericht op recidive onder jongeren.
Met de uitkomsten van haar onderzoeken wil de Inspectie OOV gericht bijdragen aan de realisatie van de geformuleerde prioriteiten.
In het Integraal Toezicht Jeugdzaken werken de inspecties jeugdzorg, Gezondheidszorg, Werk en Inkomen, Onderwijs en de Inspectie OOV samen. Inzet daarbij is dat inspecties zichtbaar willen bijdragen aan resultaatgericht jeugdbeleid.