31 700 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009

nr. 85
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2008

Op 26 maart 2007 heb ik u de beleidsdoorlichting slachtofferbeleid1 gestuurd en u geïnformeerd over de start van het kwaliteitsverbeterplan Slachtoffers Centraal.

Het project Slachtoffers Centraal is in de zomer van 2008 afgerond en met deze brief informeer ik u over de resultaten. Daarbij zal ook de plaats van de kantoren van Slachtofferhulp Nederland aan de orde komen zoals toegezegd bij het Algemeen Overleg van 22 april 2008 over lik-op-stuk2. Eveneens zal ik u informeren over de resultaten van de evaluatie van het project herhaald slachtofferschap dat de afgelopen jaren in de regio Limburg is uitgevoerd mede naar aanleiding van een motie van uw Kamer3. Tot slot zal ik u een doorkijk geven in de ontwikkelingen voor het komende jaar.

Slachtoffers Centraal

Naar aanleiding van de beleidsdoorlichting slachtofferbeleid is in 2007 besloten de aandacht op het terrein van het slachtofferbeleid te richten op de kwaliteit van de uitvoering van de zorg voor slachtoffers. Daartoe is het kwaliteitsverbeterplan Slachtoffers Centraal opgesteld. Het doel van dit plan was om op een drietal onderdelen te komen tot concrete maatregelen om de kwaliteit van de dienstverlening aan slachtoffers te verbeteren: kwaliteit van diensten, organisatie en schaderegeling. Aangezien de zorg voor slachtoffers voor veel van de betrokken organisaties op dat moment nog niet tot de kerntaken werd gerekend, is van het project een belangrijke bijdrage verwacht in het creëren van draagvlak voor de uitvoering van maatregelen die de positie van slachtoffers verbeteren.

In nauwe samenwerking met de betrokken organisaties, Openbaar Ministerie (OM), Slachtofferhulp Nederland, de rechtspraak en de politie, zijn concrete plannen ontwikkeld. De resultaten van het project Slachtoffers Centraal zijn beschreven in een drietal (deel)rapporten over de onderwerpen organisatie, kwaliteit en schaderegeling. Het project heeft ook de aanzet gegeven tot interne discussies binnen de organisaties over de rol van slachtoffers in het strafproces en de betekenis daarvan voor het eigen werk. Deze hernieuwde belangstelling voor slachtoffers is van groot belang om daadwerkelijk te komen tot een consequentere en kwalitatief betere uitvoering van het slachtofferbeleid.

Samenvatting van de maatregelen

Binnen het project Slachtoffers Centraal is een blauwdruk ontwikkeld voor een vernieuwd slachtofferloket. Het gaat daarbij om een arrondissementaal loket waarin de politie, Slachtofferhulp Nederland en het OM gelijkwaardig samenwerken. Door de slachtofferprocessen efficiënter in te richten, door betere onderlinge afstemming en slimmere inrichting van de ketenprocessen wordt het slachtoffer beter bediend. Om dit mogelijk te maken zitten medewerkers van de drie organisaties fysiek bij elkaar op het parket.

De belangrijkste taken die vanuit het slachtofferloket worden uitgevoerd zijn informatieverstrekking, schaderegeling, ondersteuning bij voegen, schriftelijke slachtofferverklaring/spreekrecht en de afstemming rond de ondersteuning van slachtoffers van ernstige misdrijven en nabestaanden. Op verzoek van het slachtoffer zal het mogelijk zijn sommige ondersteunende werkzaamheden op een andere locatie te laten plaatsvinden. Gedurende het strafrechtelijk traject, vanaf de aangifte tot en met het vonnis, kan het slachtoffer terecht bij één loket, één telefoonnummer en één adres voor informatie en ondersteuning.

Dit betekent overigens niet dat alle taken van Slachtofferhulp Nederland vanuit het slachtofferloket zullen plaatsvinden. De bestaande bureaus, veelal gevestigd op politiebureaus, blijven slachtoffers ondersteuning bieden. Het streven is dat Slachtofferhulp Nederland op elk districtsbureau gevestigd is. Een deel van de juridische ondersteuning waarbij veel afstemming met ketenpartners noodzakelijk is, zal vooral vanuit het slachtofferloket plaats gaan vinden.

Naast een blauwdruk voor een vernieuwd slachtofferloket zijn binnen het project alle diensten aan slachtoffers per organisatie en per fase in het strafproces in kaart gebracht. Per dienst zijn de activiteiten en resultaten van die dienst beschreven en gekoppeld aan kwaliteitseisen en prestatie-indicatoren. Deze beschrijving geeft richting aan de organisaties wat betreft de diensten die aan slachtoffers geleverd worden en de kwaliteit waaraan deze diensten moeten voldoen. De overdrachtsmomenten tussen de organisaties bleken cruciaal in de dienstverlening aan slachtoffers. Binnen het vernieuwde slachtofferloket wordt ten aanzien van prestatie-indicatoren op de overdrachtsmomenten dan ook een meetinstrument ontwikkeld.

De uitkomsten van het rapport «de praktijk van schadevergoeding voor slachtoffers van misdrijven»1 zijn vertaald in een aantal maatregelen dat in de pilots voor het vernieuwde slachtofferloket getest gaat worden.

In meer strafzaken dan voorheen wordt getracht voorafgaand aan de zitting de schade tussen verdachte en slachtoffer te regelen. Slachtofferhulp Nederland zal meer ondersteuning bieden bij het inventariseren van de schade en het OM zal verdachten meer aansporen tot betaling (onder meer via de OM-afdoening). Het voegen is en blijft een belangrijke mogelijkheid voor slachtoffers om de schade vergoed te krijgen, zeker als die in de toekomst wordt gecombineerd met een voorschotregeling. Het proces van voegen wordt ook verbeterd: het OM zal richtlijnen opstellen hoe een vordering gemotiveerd kan worden ondersteund, de rechterlijke macht zal oriëntatiepunten ontwikkelen hoe een vordering beoordeeld kan worden. Het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel door rechters wordt in de toekomst veel belangrijker, omdat daarvan afhangt of het slachtoffer al dan niet een voorschot krijgt. Er is een nieuw formulier ontwikkeld, dat het huidige voegingsformulier èn het aanvraagformulier voor het Schadefonds Geweldsmisdrijven zal vervangen. Het slachtoffer hoeft de benodigde gegevens dus nog maar één keer in te vullen.

Herhaald slachtofferschap

In de jaren 2004 tot en met 2007 heeft het ministerie van Justitie een financiële bijdrage geleverd aan het project Herhaald slachtofferschap, dit mede naar aanleiding van een motie van uw Kamer van 7 november 20021. Het project was een initiatief van de Arrondissementale Justitiële Beraden (AJB) in Limburg en werd ook mede door de AJB’s gefinancierd. Naast de evaluatie van dit project heeft het WODC ook een research synthese laten uitvoeren om veelbelovende projecten met betrekking tot herhaald slachtofferschap op het spoor te komen.

De resultaten van het project Herhaald Slachtofferschap zijn beperkt gebleven tot het scheppen van algemene voorwaarden zoals de registratie van herhaald slachtofferschap en het voeren van preventiegesprekken door Slachtofferhulp Nederland. Het project heeft niet geleid tot concrete maatregelen waardoor de veelbelovendheid van de aanpak in termen van effectiviteit niet kon worden beoordeeld.

In het verleden is al vaker gebleken dat het vertalen van de theorie van herhaald slachtofferschap naar concrete maatregelen die herhaling terugdringen een lastige opgave is. Uit de research synthese bleek dat de projecten die effectief waren vooral betrekking hadden op woninginbraak. Met name de inzet van extra beveiliging en van buurtwachten bleek effectief. Bij de aanpak van huiselijk geweld bleken politie-interventies alleen effectief wanneer de daders een baan hadden. Een aanpak waarbij alleen voorlichting werd gegeven was in geen enkel geval effectief. Het project Herhaald slachtofferschap heeft geen resultaten opgeleverd die een landelijke uitrol mogelijk maken. Een eventueel vervolg van dit project sluiten wij niet op voorhand uit, maar is op dit moment weinig kansrijk.

Vervolg

Alle bij het slachtofferbeleid betrokken uitvoeringsorganisaties staan voor een majeure opgave om het toenemende belang van slachtoffers en betere dienstverlening aan de slachtoffers verder in de praktijk vorm te geven.

De verbetering van de kwaliteit van de slachtofferzorg door invoering van de maatregelen uit Slachtoffers Centraal en de voorziene invoering van het wetsvoorstel versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces vragen om een flinke investering van de betrokken organisaties.

Vooruitlopend op de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer is een overkoepelend project «versterking positie slachtoffers» opgezet met een groot aantal maatregelen dat in onderlinge samenhang zal worden ingevoerd. Precieze uitwerking is afhankelijk van de besluitvorming in de Eerste Kamer over het wetsvoorstel. De maatregelen zien onder andere op de invoering van de voorschotregeling, pilots met een vernieuwd slachtofferloket, meer maatwerk voor slachtoffers van ernstige delicten, gebruik van richtlijnen of oriëntatiepunten bij de schaderegeling en de informatieverstrekking over de invrijheidstelling van een veroordeelde. Om deze maatregelen te kunnen uitvoeren zijn op onderdelen grote veranderingen in de organisaties noodzakelijk. Deze worden thans voorbereid en zullen naar verwachting medio 2009 de beoogde resultaten voor slachtoffers opleveren.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

TK 2006–2007, 31 101, 1.

XNoot
2

TK 2007–2008, 31 200 VI, 157.

XNoot
3

TK 2002–2003, 28 600 VI, 62.

XNoot
1

U aangeboden bij brief van 21 november 2007, TK 2007–2008, 27 213, 14.

XNoot
1

TK 2002–2003, 28 600 VI, nr. 62.