Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 september 2008
Hierbij zend ik u ter informatie het rapport «De CEAS aan het werk; Bevindingen over het functioneren van de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken 2006–2008» toe1, dat in mijn opdracht door het WODC is opgesteld. Dit evaluatieonderzoek is door mijn ambtsvoorganger toegezegd in zijn brief van 11 november 2005 betreffende het«Programma versterking opsporing en vervolging» van het Openbaar Ministerie, n.a.v. het evaluatierapport van de Schiedammer Parkmoord (Kamerstukken II 2005–2006, 30 300 VI, nr. 32, p. 10). De onderzoekers concluderen dat de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS) binnen het bestek van de taakopdracht bevredigend heeft gefunctioneerd.
De commissie is ingesteld door het College van procureurs-generaal (Stcrt. 2006, 74) als tijdelijke voorziening in afwachting van een meer definitieve oplossing. De CEAS bestaat uit een toegangscommissie en een «pool» van personen waaruit per te onderzoeken zaak een driemanschap wordt geformeerd. Doel van de commissie is om door middel van onderzoek na te gaan of zich in een specifieke strafzaak in de opsporing, vervolging en/of presentatie van bewijs ter terechtzitting ernstige manco’s hebben voorgedaan die een evenwichtige beoordeling van de feiten door de rechter in de weg hebben gestaan. Bij de instelling is aangekondigd dat de werkzaamheden na anderhalf jaar zouden worden geëvalueerd en dat de wenselijkheid om de commissie daarna te laten voortbestaan alsdan zou worden beoordeeld (Kamerstukken II 2005/06, 30 300 VI, nr. 32).
In totaal zijn sinds april 2006 in een periode van twee jaar 38 zaken aan de toegangscommissie voorgelegd, waarvan er inmiddels 36 zijn afgedaan. De onderzoekers hebben een aantal maatstaven aangelegd, te weten onafhankelijkheid, objectiviteit, navolgbaarheid, tijdigheid en afdoendheid. Toepassing van de vijf maatstaven leidt de onderzoekers tot een positieve conclusie over het functioneren van de commissie.
Ik ben de CEAS erkentelijk voor de consciëntieuze wijze waarop zij haar werkzaamheden heeft verricht en hecht eraan dat zij haar werkzaamheden voorshands voortzet, tot het moment waarop een nieuwe wettelijke regeling van kracht is.
In het rapport worden enkele aanbevelingen gedaan betreffende de inrichting van een toekomstige herzieningsregeling. Deze ondersteunen het conceptwetsvoorstel hervorming herzieningsregeling, zoals dit op 11 juli jl. in ruime kring voor consultatie is toegezonden. Voor zover daar aanleiding toe is, zullen de aanbevelingen uit het u hierbij toegezonden WODC-rapport worden betrokken bij de verwerking van de adviezen die voortkomen uit de consultatie.