Voorgesteld 5 november 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de aanpak van kinderporno de afgelopen jaren is geïntensiveerd;
van oordeel, dat het misbruiken van jeugdigen voor kinderporno de rechtsorde schokt;
van oordeel, dat strafbedreiging echter nog onvoldoende blijk geeft van de ernst van het misdrijf en de verstrekkende en ingrijpende gevolgen voor de directe slachtoffers;
roept de regering op met een wetsvoorstel te komen dat de strafbedreiging voor kinderporno verdubbelt, zodat deze strafbedreiging in het eerste lid van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht, voor het in bezit hebben, vervaardigen en verhandelen op acht jaar wordt gebracht en voor degene(n) die van dergelijke misdrijven hun beroep of gewoonte maken, op twaalf jaar wordt gebracht,
en gaat over tot de orde van de dag.
Teeven