Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2009
In antwoord op uw brief (31 700-VI-116/2009D21376) deel ik u het volgende mee.
Ter uitvoering van de toezeggingen in de antwoorden op de door u aangehaalde vragen van mevrouw Arib en anderen, zijn onder auspiciën van het WODC twee onderzoeken aanbesteed.
Het eerste is een exploratief onderzoek naar informele huwelijken zonder voorafgaand burgerlijk huwelijk in Nederland. Dit onderzoek wordt geleid door prof. dr. J.P. van der Leun, die werkzaam is bij de Universiteit Leiden. De begeleidingscommissie wordt voorgezeten door mw. dr. E. Bartels, werkzaam bij de Vrije Universiteit te Amsterdam. In dit onderzoek wordt nagegaan wat er bekend is over informele huwelijken, wat er te zeggen is over aard en omvang van dit verschijnsel en de motieven en in welke gevallen er sprake is van wetsovertreding. Ook wordt nagegaan welke lacunes er zijn in de beschikbare kennis en hoe die lacunes eventueel kunnen worden opgevuld. Verwacht wordt, dat dit onderzoek vóór het zomerreces wordt opgeleverd. Ik hoop u in de maand september te informeren over wat er naar aanleiding van dit onderzoek verder zal worden ondernomen.
Het tweede onderzoek is een rechtsvergelijkend onderzoek naar de wijze waarop in enkele ons omringende landen, in het daar geldende internationaal privaatrecht, wordt omgegaan met erkenning van in het buitenland gesloten huwelijken. In het bijzonder wordt de toepassing van het openbare-ordecriterium onderzocht en de gevolgen die dit heeft voor de erkenning van polygame huwelijken. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het Molengraaff instituut voor Privaatrecht van de Universiteit Utrecht. De begeleidingscommissie wordt voorgezeten door prof. mr. M.V. Antokolskaia, verbonden aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
De resultaten van dit onderzoek worden eind november 2009 verwacht.